w
IQ
T
door Hein Steenhouwer
Schilderijen zijn spiegels. De werkelijkheid weerspiegelt zich erin
alsof ze in de zilverlaag is gestold. Zou je een spiegel aynamiek
kunnen toekennen omdat de beelden erin wisselen met de
omgeving en de mens die in de spiegel kijkt, dan is een schilderij een
statische spiegel. Natuurlijk komen spiegels in de schilderkunst
veelvuldig voor.
In schildersateliers vinden we vaak spiegels, want veel zelfportret
ten ontstaan doordat de schilder een spiegel voor zich heeft
geplaatst, waarin hij zichzelf waarneemt. Vroeger kon het niet anders,
tegenwoordig zullen sommige schilders ook wel foto’s te hulp roepen,
maar geheel zonder spiegel gaat het moeilijk. De schilder moet
bovendien zijn gezicht in de spiegel links-rechts verkeerd op het doek
overbrengen. De spiegel heeft zijn gezicht immers gekeerd
Soms schildert de kunstenaar de spiegel mee, dan behoeft hij het
beeld niet links-rechts te keren. Een duidelijk voorbeeld hiervan is het
zelfportret van de Gelderse schilder Johan Mekkink, door hem in
1970 gemaakt. Hij maakte meer zelfportretten, waarin hij de spiegel
als hulpmiddel niet verloochende, in dit geval als onderdeel van een
stilleven.
E
Orf
var
we
twe
Tre
nal
Wonderlijk gebruik van
spiegels in schilderkunst
?ni
Een meisjesportret van Erik Bauknecht uit Amsterdam. Het meis/e zit gekleed met
de ogen gesloten en als halfnaakt met de ogen geopend in de spiegel. Zou het
naakt de dagdroom van hetzelfde meisje zijn?
Bovendien heeft de spiegel een
betekenis. Werd de spiegel vaak
gezien als symbool van de ijdelheid,
soms komt ze in oude schilderijen
voor als symbool van het inzicht, de
wijsheid. Zo is het hier natuurlijk
door Van Eyck gebruikt, want zijn
hele schilderij is uit symbolen opge
bouwd. Aan de voeten van het echt
paar komt een hondje voor, dat de
trouw symboliseert; een paar hou
ten sandalen, neergezet om te sym-
op de rug gezien, in een spiegel, die
óók het rugaanzicht uitbeeldt, ter
wijl een boek op de schoorsteen op
de juiste wijze wordt weerspiegeld.
Het werkt heel gek als je ernaar
kijkt. Bij Joop Moesman uit Utrecht
een spiegel die een in vooraanzicht
holle vrouw uitbeeldt, met naar de
toeschouwer gekeerde bolle rug-
partij. In de holle buik bevindt zich
Denk niet, dat ik alle toepassin
gen heb genoemd of ook maar
enigszins volledig ben. Er vallen
boeken vol te schrijven over spiegel
effecten in schilderijen.
Maurits Escher heeft in zijn grafiek
vaak allerlei spiegeleffecten toegepast.
Dit is zijn litho „Hand met spiegelende
bol” uit 1935.
I
vei
no'
gei
du
le
da
zij
he
He
va
of
do
ste
lu<
vo
een vogelnestje. Het is een litho uit
1961.
Een nog heel jonge surrealist, de
autodidact Lammert Boerma uit
Borger Compagnie in Groningen,
raakt op weerspiegelingen niet uit
gekeken. Hij doet er heel absurde
dingen mee, zoals blijkt uit een der
reprodukties van een schilderij, dat
ik kort geleden in Galerie Mokum
zag. Een collega van .hem, Jaap
Luteyn uit ’s Heerarendskerke weet
ook weg met de weerspiegeling van
naakt in water en ook bij andere
aanhangers van schijn-realistische
stijlen komen bijzondere oplossin
gen van dergelijke gegevens voor.
Stl
spi
iet:
te
zijl
me
is I
de
„E
mi
sti
ee
va
pr
or
ik
hé
ie
Wl
va
ki
hi
01
Maar wie denkt dan bovendien
niet aan de bekende graficus Mau
rits Escher, over wie Bruilo Ernst
een boek schreef: „De toverspiegel
van M. C. Escher”, waarin hij heel
diep ingaat op het verschijnsel van
de schijnwerkelijkheid, die door het
gebruik van spiegels wordt opge
roepen. Escher was gebiologeerd
door spiegeleffecten, die hij op veel
manieren toepaste. Eén ervan tonen
we hier.
boliseren dat de grond waarop ze
staan door de huwelijksplechtig
heid geheiligd is; vruchten op een
meubel herinneren aan de vreug
den van het paradijs en aan de
gevaren via de „appel van Eva
een brandende kaars in een luchter
stelt Christus voor. Een opschrift
tegen de wand boven de spiegel
vertelt in het Latijn „Johannes van
Eyck” was hier.
In de prachtlievende Renaissance
is de spiegel natuurlijk vaak
gebruikt; veel schilders laten hun al
of niet mythologische naakten in
spiegels kijken, soms als symbool
van de ijdelheid, vaak ook gewoon
omdat het een mogelijkheid is een
blanke en fraaie rug weer te geven
en de toeschouwer het gelaat te
schenken door middel van de spie
gel waar het model in kijkt. Er zijn
talloze voorbeelden van te noemen.
Een paar: „Vrouw aan haar toilet”
van Giovanni Bellini; „Suzanna en
de Ouderlingen” van Tintoretto,
waarvan de naakte Suzanna zich
zittend baadt voor een spiegel; „Het
toilet van Venus” van Diego Velaz
quez.
In diezelfde tijd ontstond ook het
zo genoemde „Italiaanse perspec
tief”, het ontdekken van de perspec
tiefwetten. Gelijkelijk werden alle
mogelijke variaties uitgedokterd.
Heel bekend zijn de anamorfisti-
sche schilderingen (of zulke frag
menten in verder perspectivisch
„normale” schilderijen) geworden.
Vorige winter werd in het Rijksmu-
seum een expositie gehouden onder
Ik heb voor de rest van mijn leven een klein litteken boven
mijn linkeroor. Dat werd veroorzaakt door een kostbare,
gecloisonneerde' vaas, groen en donkerblauw, die Constance
mij naar het hoofd wierp en die haar doel niet miste. Die
schram staat zeer gedistingeerd.
Toen ik de morgen daarop in de spiegel keek, zei ik tot
mijzelf: „Tenslotte ben je maar een clown, en zelfs geen
amusante.
(MARN1X GIJSEN in „De kroeg van groot verdriet")
Denk niet, dat deze vondst nieuw
is. Uit de vroege middeleeuwen ken
ik geen schilderij met een spiegel.
In de late middeleeuwen is dat
anders. Wereldberoemd is het
bruidsportret van Giovanni Arnol-
fini en diens vrouw, dóór Jan van
Eyck in 1434 gemaakt. Het bevindt
zich in de Londense National Gal
lery. Achter het bruidspaar tegen
de wand hangt een bolle spiegel.
Behalve het bruidspaar op de rug
gezien, vinden we er nog twee men
sen in, Jan van Eyck zelf en nog een
onbekende huwelijksgetuige, alle
bei uiteraard heel klein geschilderd.
Het is natuurlijk een onmogelijke
situatie, want toen Jan van Eyck het
schilderij met spiegel zat te
schilderen, kon hij zich onmogelijk
tevens deftig uitgedost als huwe
lijksgetuige weergeven. In dit schil
derij spelen dus schijn en werke
lijkheid een dubbelrol.
de titel „Anamorfosen”, die velen
zich zullen herinneren. Daar wer
den onder meer schilderijen en gra
fisch werk getoond, die alleen goed
te zien zijn in spiegelende cilinders
of kegels, maar zonder dat hulp
middel totaal zijn vervormd. Het
was een kunstig schilderspel, dat
enige eeuwen lang navolging heeft
gevonden. Het bij deze expositie
door Landshoff in Amsterdam uit
gegeven boek is geschreven door
Fred Leeman, doch met zeer veel
verplichtingen aan de Fransman
Jurgis Baltrusaitis, die behalve
„Anamorphoses” ook „De spiegel
in de kunst” schreef. Ook in China
heeft men dezelfde schilderkunsti
ge vondst gedaan.
In de Nederlandse Gouden Eeuw
vinden we spiegels vaak als sym
bool van de ijdelheid, de vluchtig
heid van het leven. Zo bijvoorbeeld
in een werk van Gerard Terborch in
diens „Meisje voor een spiegel”. Het
meisje is geschilderd voor een spie
gel gezeten, die door een jongen
wordt vastgehouden. Een ander
meisje kijkt toe. TerBorch schilder
de bijna altijd zinnebeeldig, zoals
velen in zijn tijd. Maar het kon ook
anders en wie er meer over wil
weten moet proberen in een biblio
theek „Zauber des Spiegels” van
G. F. Hartlaub te lenen. In Japanse
prenten komen we de spiegel ook
tegen als toiletartikel en dan niet
symbolisch bedoeld, hoewel in het
verre oosten de spiegel ook anders
verschijnt, namelijk als een zeer
magisch en betoverend voorwerp.
Voor veel latere schilders in
Europa is het magische of symboli
sche karakter van de spiegel verlo
ren gegaan. Matisse tekent zichzelf
mét het naaktmodel zodanig, dat je
haar voor en in de spiegel ziet, zich
zelf alleen erin. Bij Picasso wordt
een spiegel voor een zittende vrouw
uitsluitend een compositorisch ele
ment en de mogelijkheid om tegen
een beige muur een kleurig frag
ment in de spiegel te kunnen schil
deren. Van Kees Maks waren kort
geleden in het Van Gogh Museum
schilderijen met spiegels te zien;
zich voor schouwburgbezoek kle
dende dames, maar ook zichzelf in
de spiegel gezien met een naakt. De
schilderijlijst vervulde bij hem dan
de functie van spiegellijst.
Het surrealisme maakt natuurlijk
dankbaar gebruik van de mogelijk
heden die de vervreemdende wer
king van spiegels biedt. De Belg
René Magritte schildert een man,
Een der jongere schilderstijlen is
het hyper- of fotorealisme. Vooral
veel An^erikanen als Richard
Artschwager, Robert Cottingham,
en Don Eddy maken dankbaar
gebruik van spiegeleffecten, vaak
waargenomen in etalageruiten,
waardoor men het straatbeeld ont
waart als in een dubbelopname van
een foto. Ook Richard Estes houdt
zich daarmee bezig, maar een Itali
aan als Gigino Falconi weet er ook
weg mee
Twee weerspiegelingen binnen eén
olieverf van Lammert Boerma, terwijl
er slechts één als reëel geschilderde
figuur aanwezig is. Dergelijke effecten
past hij ook in andere werken toe.
Johan Mekkink heeft zich enige malen
in en mét een spiegel geportretteerd.
Hij schilderde dit doek in 1970.
Een voorbeeld van en anamorfistische
schildering. De afbeelding van de
scheepsspiegel is op het schilderij per
spectivisch vervormd, maar in de ron
de spiegel goed te zien. De tweede
reproduktle toont de scheepsspiegel.
zoals men die in de spiegel ziet. Het
schip is het Engelse „H.M.S. Victory",
door James Steere in 1786 zo geschil
derd.
„Reproduktie verboden" uit 1937 van
René Margritte, met een man vóór een
spiegel, die tweemaal op de rug wordt
gezien, uiteraard een in de realiteit
onmogelijke situatie en daarom graag
door een surrealist als Margritte toege
past.
8
V