vroeger en nu Riek Van Doorn zwaar Actrice Yvonne Slaapverwekkend Idool van weleer nog steeds bij velen geliefd Massagebank voor voetbalclub? Carl Zuckmayer overleden Printemps dood Schagen bekend als Juffrouw Saartje exposeert haar schilderijen t/m 22 januari, van 10 tot 16 uur en op donderdag ook van 19 tot 21 uur in Groentjes doen wonderen! Bel nu: 023-319272 APhO ziet zich door minister z achteruitgesteld l Rijkdom aan nuances bij Foldes in Mozart Nieuwe Scène met Jongleurs, F 375.- BOUWMATRON FRIKANDEAU aard. verse i I bj Kersjes leidt APhO in verzorgde Dvorak Nota is een uiterst bureaucratisch stuk DUITS AUTEUR In Toneelschuur 4 Schrij versprotest tegen arrestaties WOENSDAG 13 1 9 JANUARI 19 7 7 KUNST *- door John Oomkes - Inlichtingen bij onze kantoren. Nog slechts enkele plaatsen! f| PawtiaTe raixa*"~3 Winterreis naar Hoog-Sauerlandt AMSTERDAM. „Het blijft ons streefdoel de authentieke kuituur van de werkende klasse te propageren, een kuituur die fundamenteel de strijd voert tegen de heersende klasse”. Zo eindigt een informatief stencil over het Kollektief Internationale Nieuwe Scène uit het Belgi sche Deurne. Een theatergroep die is ontstaan naar aanleiding van de opvoering van Mistero Buffo van Dario Fo nu ruim drie jaar geleden. Twee spelers van dit gezelschap zijn nu in Amsterdam waar zij dinsdagavond het programma „Jongleurs, vroeger en nu” speelden. De komende weken trekt de hele groep door ons land met verschillen de produkties. Ook Haarlem wordt aangedaan. RESTAURANT Grote Houtstraat 21 4 Ernstige scherts uit Vlaanderen (ADVERTENTIE) (ADVERTENTIE) 5 5 Anka zorgt goed voor z’n publiek (ADVERTENTIE) ei CONRAD VAN DE WEETERING (ADVERTENTIE) ''k -1 Waarderpolder Nijverheidsweg 27, Haarlem HAARLEM. In de cabaretzaal van de Toneelschuur laat een blonde jonge man dinsdagavond aan een uit acht men sen bestaand publiek zijn grammofoon platencollectie horen. Hij wil graag dat dat mime wordt en daarom hangt hij bordjes met de letters van „Klown” en „Mime” met wasknijpers aan een waslijn tje op. Ook laat hij af en toe wat van zijn lievelingsdingen zien, een fles rode wijn, een uilenmasker, een koeienmasker, een clownspopje, een zakdoek, een plastic handje en een namaak-kunstgebit. Op het moment dat bekend werd hoe de nota van minister Van Doorn eruit zou zien heeft het orkest onmiddellijk gerea geerd met een telegram en een uitgebreid schrijven. Tot nu toe is op beide niet gereageerd. Het orkest is 99 man groot; minister Van Doorn wil dit aantal terugbrengen tot rond de 70, maar dat stuit op onoverkome lijke bezwaren bij het APhO. Het zijn schrijvers die naar de overtui ging van het Nederlands Pen Centrum volslagen correct hebben gehandeld toen zij het inmiddels nogal berucht geworden Charta 1977 ondertekend hebben. inkrimpen. Wie moeten wij trouwens ont slaan? De oude kern, onze steunpilaren? Of de buitenlanders die ons zo fantastisch geholpen hebben?”. Samenvattend constateert het APhO dat de nota ten aanzien van het eigen orkest berust op gebrekkige feitenkennis. Met klem van redenen hoopt men alsnog minister Van Doorn ervan te doordringen dat de educatieve werkzaamheid van het orkest en de resultaten door het orkest bereikt in het kader van de verticale sprei ding erkenning verdienen, dat het orkest ook door de rijksoverheid als één van de grote stedelijke orkesten zal worden aan vaard en behandeld, en dat de subsidië ring zal geschieden volgens dezelfde nor men als bij het Rotterdams Philharmo- nisch Orkest en het Residentie-Orkest gebeurt. De nota, zo vindt het APhO, is een uiterst bureaucratisch stuk, waarbij artis tieke overwegingen geen enkele rol spe len. Vreemd vindt men het ook dat het APhO nooit enige uitnodiging heeft gehad om te komen op een van de regionale hoorzittingen van de Raad van de Kunst. Men hoopt nu maar ten minste zijn stem te mogen verheffen op de afzonderlijke hoorzitting in de Tweede Kamer die bin nen niet al te lange tijd gehouden zal worden. Titels: Lonely Boy, Put your hand on my Schoulder, Puppy Love, My Heart Sings, Goodnight, My Love en andere. Een pret tige medley maakt het er niet makkelijker op om in de volwassen man van nu het tieneridool van toen te herkennen. Het verschijnsel tieneridool is overigens en zoals bekend niet tot Anka beperkt geble ven: Beatles, Monkees, Osmonds en Abba leveren overeenkomstige voorbeélden op. Paul Anka heeft het ook na zijn periode als idool in de bikkelharde muziekindus trie' kunnen redden. Veel dankt hij aan zijn vermogen om met goede songs op de proppen te komen: zo schreef hij My Way voor Sinatra, She’s a Lady voor Tom Jones en It doesn’t matter anymore voor de helaas voortijdig om het leven geko men Buddy Holly, waarmee hij goede The Times in your Life heet dat liedje, waarin hij zichzelf de spiegel van het verleden voorhoudt. Hedendaagse techni sche hulpmiddelen maken het wat meer voorstelbaar. Oude film en polygoon- journaalbeelden worden tijdens zijn lied je vertoond. Anka ziet eruit als een onstui mige jonge vent, nog geen twintig. Een wat opgeblazen gezicht en een vetkuif. Meisjes vallen tijdens zijn concerten in zwijm of huilen van geluk als ze behalve een handtekening ook een kus krijgen. Dan zien we plotseling beelden van het huwelijk van hem en Anne. Parijs, 1963. De harten van miljoenen bakvissen wor den gebroken. Paul Anka kijkt echter ook duidelijk vooruit. Nu, anno 1977 is hij - en er zullen weinigen zijn die hem dat nadoen niet het idool uit de jaren vijftig, een man die even uit de vergetelheid opdoemt. Hij is een gewaardeerd songschrijver, iemand die zeer imponeert als hij een drietal num mers van zijn onlangs verschenen album The Painter opvoert. Anka is zeer geïnte resseerd in moderne kunst, dweept met Van Gogh en wordt gefascineerd door de levensgeschiedenisssen van schilders. In het titelnummer vraagt de schilder zich af of al zijn moeite niet tevergeefs is, of hij niet bezig is zijn eigen leven „weg” te schilderen. Tot hij beseft hoe hij zelfs na zijn dood iets van zichzelf achterlaat. Paul Anka identificeert zich daarmee zonder het te bekennen rdnekldji H is mild irdlreku handella maar éit aratloal e». inherent aan is. Het hedendaagse cabaret zou aan een dergelijke benadering een voorbeeld kunnen nemen. De midde leeuwse jongleurs zijn de tegenhangers van de hofnarren en troubadours. De cabaretiers van de jaren zestig waren dat ook, nu neigen zij steeds meer naar de gestroomlijnde hofhumor. De Nieuw Scè ne toont aan dat het anders kan. Op 3 februari komt het gezelschap in de Haar lemse Stadsschouwburg het programma „Noch knecht noch meester” spelen. KO VAN LEEUWEN PARIJS (AFP). De Franse actrice en zangeres Yvonne Printemps is dinsdag avond in de Parijse voorstad Neuilly overleden. Zij was 82 jaar. Volgens directeur Jan Huckriede heeft het rijk nog nooit enige werkelijke interes se voor het orkest het vroegere Kunst- maandorkest gehad. Met kunst- en vliegwerk heeft het orkest in het verleden wel incidentele, zij het uiterst kleine gelde lijke bijdragen uit Den Haag gehad en sinds drie en een half jaar is het rijk wat scheutiger door dertig percent subsidie te geven, maar het merendeel van de kosten van het orkest worden sinds oudsher toch altijd gedekt door de stad Amsterdam. Het Amsterdams Philharmonisch is een goedlopend orkest. Wat publieksbereik betreft komt het op de tweede plaats in ons land, direct na het Concertgebouwor kest. De enige moeilijkheid waarmee het orkest tobt, is het niet altijd kunnen „Wij horen bij de vier grote orkesten Rotterdams Philharmonisch, Residentie-Orkest en Concertgebouwor kest zijn de andere drieen zo willen wij ook behandeld worden. Wij weten dat B. en W. van Amsterdam volledig achter ons staan. De muzikale verhoudingen komen bij een kleinere bezetting scheef te liggen en bovendien zullen we dan te veel wor den beperkt in onze repertoirekeus. De nota van de minister betekent niet alleen een snede in het orkest, maar ook in het publiek. De mening van de minister dat de dertig man die dan op straat komen te staan, ogenblikkelijk in andere orkesten opgenomen kunnen worden, is bepaald niet houdbaar. Ieder orkest moet gaan Bekende titels van Zuckmayer zijn voorts Des Teufels General, dat in Duits land een felle discussie op gang bracht over het beginsel bevel is bevel, Barbara Blomberg, Herbert Engelmann en Das kalte Licht. Zijn laatste toneelstuk was Der Rattenfanger uit 1971. Vijf jaar daar voor had Zuckmayer al zijn memoires geschreven onder de titel Als war ’s ein Stück von Mir. (ADVERTENTIE) (Van onze kunstredactie) AMSTERDAM. Minister Van Doom van CRM heeft met zijn Orkestennota danig op de trom geslagen, maar dan wel met een moker, vindt het Amsterdams Philharmonisch Orkest. Het onmuzikale geluid dat die nota veroorzaakt heeft, is van dien aard dat het Amsterdamse Phil harmonisch Orkest vindt dat er ten opzichte van het eigen orkest duidelijk sprake is van ernstige discriminatie. Na de duchtige correcties van CRM is het zelfs de vraag of het APhO volgend jaar februari nog wel op enig adequate wijze zijn 25-jarig bestaan kan vieren. beschikken over een zaal om in te spelen. Bij het Concertgebouw is het eigen orkest namelijk altijd preferent. Dat geeft moei lijkheden met de continuïteit en het creë ren van series voor de APhO. HET IS de Internationale Nieuwe Scène niet alleen maar om amusement te doen, daarvoor is de maatschappelijke betrok kenheid van het gezelschap te groot, maar wie daarvoor een voorstelling van dit gezelschap komt bijwonen, zal toch niet teleurgesteld het theater verlaten. Dins dag moest Charles Cornette in Amster dam beginnen met een extra improvisatie. De programmaboekjes waren niet aange komen en daarom hield hij in ratelend taaltempo een ontwapenende uitleg voor af. Zijn waterval van woorden deed het ergste vermoeden voor wat er nog komen moest. Gelukkig een misverstand en misplaatst wantrouwen mijnerzijds, want in het programma dat volgde toonde Cor nette zich een veelzijdig artiest, inderdaad een jongleur met taal en woorden, die dólt met situaties en oude verhalen. Scherts met een zeer ernstige basis die overal voelbaar blijft. Hij en Hilde Uitterlinden doen eën keuze uit een lijst van programma-onderdelen die in dit verband jonglerieën heten. De meest briljante vond ik De Bruiloft van Kana, waarin een kostelijke draai aan het bekende gelijkna mige bijbelverhaal gegeven wordt. Haar ware naam was Yvonne Wignolle. Ze werd geboren te Ermont in het depar tement Seine-et-Oise en maakte op 12- jarige leeftijd haar debuut als zangeres. In 1917 begon zij een lange toneelloopbaan aan de zijde van Sacha Guitry, met wie zij van 1919 tot 1953 was getrouwd. Haar tweede echtgenoot was Pierre Fresnay, ook een gevierde acteur met wie zij in 1934 in haar eerste film optrad, „La dame aux camélias” onder regie van Abel Gance. In 1937 werd zij directrice van het Théa- tre de la Michodière in Parijs, waar zij tot het eind van de jaren vijftig optrad in talrijke revues en musicals. Al lange tijd trad zij niet meer op. Twee jaar geleden overleed Pierre Fresnay. Een van de films waardoor zij ook in het buitenland bekend werd, was „Trois Vai ses” (1939) van de Duitse regisseur Lud wig Berger die twee jaar tevoren in Nederland „Pygmalion” had gemaakt. wen hun spel op straat of waar het maar mogelijk was, vertoonden. Charles Cor nette en Hilde Uitterlinden brengen die artiesten opnieuw tot leven in een uiterst vitaal gepresenteerd theatergebeuren. Geen decor, geen bijpassende kostuums, grime of andere toneelhulpmiddelen wor den daarbij gebruikt. Dat optreden doet trouwens sterk denken aan de oorspron kelijke commedia dell’ arte uit Italië, waar óp een zelfde spontane wijze toneel gemaakt werd. Toneel dat kritiek kon leveren of alleen maar amuseren. banden bezat. Dat is ook misschien de reden dat hij laatstgenoemde compositie als zijn favoriete aanmerkt. In zijn Las Vegas Show zingt hij ze alle drie met veel hartstocht. Eigenlijk geeft Paul Anka in deze show dan ook een perfect beeld van zichzelf door de jaren heen: Anka als tieneridool, als liedjesschrijver voor ande ren, als entertainer, als albumartiest en als de al wat oudere, rijpe man, die tevre den achterom kijkt, maar bang is dat hij zijn fijne herinneringen vergeet. publiek is nergens overdreven, maar wel als zodanig geworden tot Paul’s tweede natuur. „Kent u You’re having my Baby?” vraagt hij. Een jeugdig vrouwtje vertelt dat ze net in verwachting was, toen Anka’s wat weeë plaatje een hit werd. „Nee maar, kan je nagaan; en toch hebben wij elkaar nog nooit eerder ontmoet, niet? Da’s nou de macht van de muziek!” In zijn show wordt twee keer duidelijk aan zijn eerste succesperiode gerefereerd. Anka, nauwelijks zestien toen hij de zwa re last van het idool-zijn te verstouwen kreeg, bleek in staat zich een grote markt te veroveren. Zijn aanhang, wars van de ruige rock van Elvis Presley en misselijk van de oubolligheid van een Pat Boone, kan zich het teenagers wereld je dat Anka’s liedjes beschrijven goed inleven. DE JONGLEURS van de Nieuwe Scène zijn geen behendige ballengoochelaars uit het circus; de naam jongleurs staat hier voor de veelzijdige potsenmakers, acteurs, vagebonden, die in de middeleeu- Hij heeft zich wit geschminkt en draagt een wit pak. Iedere plaat zet hij achter het toneel op, gaat dan half op het toneel klaar staan tot die muziek echt begint en doet dan op die muziek iets. Hij heeft drie gezichtsuitdrukkingen, gewoon vlak, met zijn mond in de vorm van een O en met zijn tong ver naar buiten stekend. Twee keer nodigt hij iemand uit het publiek uit om hem bij te staan, één keer een dame op op de „Schone Blaue Donau” een walsje met hem te doen, wat de dames (er zitten er twee in de zaal) weigeren en één keer een heer om hem te helpen een denkbeeldige deur open te krijgen. Ook de heren weigeren, vermoedelijk omdat ze inmiddels uit verveling al half in slaap gesukkeld zijn. Het enige echt leuke grap je is dat onze jongeman, met een koeie- masker op, zich gaat poederen. Het losse handje en het kunstgebit komen uit een feest-artikelenwinkel en moeten op een gegeven moment (omdat ze opgewonden zijn) in beweging komen. Het handje doet dat maar heel even, dan mis lukt het, zoals er zoveel op deze avond mislukt, het kunstgebit klappert braaf. Met het werpen van enige serpentines in het publiek is het eerste deel van de „ver toning” afgelopen. Omdat ik de platencollectie van onze jongeman niet erg interessant vond heb ik toen het tweede deel van dit stomverve lende op geen enkele vaardigheid geba seerde exhibitionisme maar voor gezien gehouden. Dezelfde vertoning staat ook voor van avond in de Toneelschuur geprogra- meerd. CC1> nOStu. nei eerste succes IUIIHC-Vd*tOOll kwam in 1925 met Der Fröhliche Wein- I berg. Een jaar later verhuisde Zuckmayer naar Salzburg waar hij Schinderhannes en de circuskomedie Katharina Knie zou schrijven. Het daaropvolgende werk, Der Hauptmann von Köpenick, dat twee keer werd verfilmd, veroverde in korte tijd de theaters. NIET ALLE onderdelen staan op dat zelfde niveau en zowel Charles Cornette als Hilde Uitterlinden bezondigen zich nogal eens aan een al te breedvoerig relaas nadat de eigenlijke climax van hun jonglerie bereikt is. Een kritische regie zou daar verbetering in kunnen brengen, al vind ik dit tweetal uit Vlaanderen beslist de moeite waard om je avond bij door te brengen. Het zijn strijdbare toneelspelers die er binnen alle humor geen twijfel over laten bestaan waar hun bedoelingen heenvoeren. Hun kritiek richt zich tegen de huidige maatschappe lijke normen, ook tegen de kerk, die daar vooral in hun eigen Vlaanderen (Van onze kunstredactie) GENÈVE. De bekende Duitstalige toneelschrijver Carl Zuckmayer, die in 1896 in het Duitse Nackenheim aan de Rijn werd geboren, is gisteravond op 80- jarige leeftijd in Zwitserland overleden. Zuckmayer. die zich in 1958 al in het Zwitserse Saas-Fee had gevestigd, waar hij ook wordt begraven, wras vlak voor de Tweede Wereldoorlog voor het fascisme gevlucht naar de Verenigde Staten. Als een technische onvolkomenheid belet dat Anka van start kan gaan, dan zit hem dat dwars. Het eerste waaraan hij denkt is het publiek, ook al bestaat dat uit' zestig aanwezigen en wonen zij een show bij die anders alleen in het gokparadijs Las Vegas te zien is tegen absurd hoge toegangsprijzen. Anka verontschuldigt zich voor het lan ge wachten, houdt het publiek bezig op een manier waar je confuus van wordt. De ene grap volgt na de andere. Fragmenten van liedjes en kenningsmakingsgesprek- jes wisselen elkaar af. Die zorg voor het Duitsland verbood zijn werk in 1933 en toen het hem ook in Oostenrijk na de Anschlusz met Hitler te warm onder de voeten werd ging Zuckmayer naar de Verenigde Staten. In New York was hij gedurende korte tijd leraar aan de toneel school van Erwin Piscator. Na de oorlog ging Zuckmayer naar Zwitserland waar hij in 1966 het staatsburgerschap ver wierf. In verband met de internationale akkoorden van Helsinki, ook door de Tsjecho-Slowaakse regering onderte kend, acht het Nederlands Pen Centrum de behandeling en achtervolging van ondertekenaars van dit Charta nauwe lijks te geloven. DEN HAAG (ANP). Het Nederlands Pen centrum, ongeveer 300 Nederlandse schrijvers vertegenwoordigend, heeft de betreffende overheidsinstanties in Tsjecho-Slowakije een brief gestuurd. Daarin protesteert het Pencentrum tegen de willekeurige behandelingen waaron der arrestatie van de Tsjechoslowaakse Schrijvers Pavel Kohout, Vaclav Havel, Ludvik Vaculik en anderen. uit drie partijen opgebouwde orkeststuk bestaat, is een uitvoering ervan zeker de moeite waard. Kersjes nam het midden deel overigens dusdanig snel, dat dit „presto” daardoor bij een minder scherpe tekening van het muzikaal lijnenspel enigszins aan kracht inboette. Met de tot besluit van dit concert gespeelde Achtste Symfonie van Dvorak, werd weer eens bewezen dat deze „Pastorale”-symfonie op de al te sterk gedateerde, zwakke en harmonie- en fanfare-achtig gestructureerde Finale na onderhoudend is om naar te luisteren. Onder Kersjes’ leiding werd de eigenge- aarde en interessante instrumentatie, als mede het persoonlijke, Slavische karakter van deze muziek, in een uiterst verzorgde en temperamentvolle uitvoering door het APhO alle recht aangedaan. JOHAN VAN KEMPEN HILVERSUM. „Hoe heet je?” „Wies ke” luidt het wat schuchtere antwoord. Paul Anka grijnst plagend, zoekt achter zijn piano naar wat passende akkoorden en componeert zoals een sneldichter te werk gaat vlug een strofe. Hij zingt: „Wieske I never met a girl named Wieske. I’ve me girls named Joan, bitten them by the bone, but I never met a girl named Wieske.” Hilariteit bij de circa zestig gelukkigen, die aanwezig zijn bij de tv-opnamen van Paul Anka’s Special Las Vegas Show voor het nieuwe TROS- programma Soft Pop dat begin volgende maand wordt uitgezonden. Anka in Nederland! De gedachten van heel wat dertigers gaan ongetwijfeld terug naar 1957, toen een twintig jaar jongere Anka wereldberoemd werd dankzij zijn „Diana”. t Vijfendertig jaar oud is hij nu. Zijn gigantische vermogen en zijn hoge inkom sten zouden er borg voor kunnen staan dat Anka probleemloos stil zou kunnen gaan leven. Niets lijkt hem vervelender dan dat. Hij is productief publiceert zeker twintig nieuwe songs per jaar en spant zich in om zijn haast natuurlijke wijze van entertainen te behouden. Ledigheid is des duivels oorkussen. groenteD«OU De sfeer van Zuckmayers stukken, die veelal satirisch zijn, is humoristisch en vaak levensecht getekend. Het gebeuren is pikant gekruid, de karakters zijn zinnelijk-levenslustig en ongecompli ceerd Zuckmayer publiceerde zijn eerste gedichten in 1917 in het blad Die Aktion. Drie jaar tevoren had hij zich als vrijwilli ger bij de Duitse strijdkrachten gemeld. Na de Eerste Wereldoorlog studeerde hij korte tijd in Berlijn in de natuurweten schappen en in het begin van de jaren ’20 werkte hij als dramaturg bij theaters in Kiel, München en Berlijn. Zijn eerste toneelstuk, het uit 1921 daterende Kreuz- weg, werd een fiasco. Het eerste succes Paul Anka: liedjes, grappen en gesprek jes tegen het publiek (foto Laurens van Houten) AMSTERDAM. Een ovationeel applaus viel Andor Foldes gisteravond (terecht) in het Amsterdamse Concertge bouw ten deel, vanwege zijn grandioze vertolking van de solopartij in Mozart’s Pianoconcert in C, KV 503. Op het abon nementsconcert van het Amsterdams Philharmonisch Orkest kwam dit door Mozart zo monumentaal symfonisch opgezette en romantisch-expressief geschreven werk, onder Anton Kersjes’ leiding, tot een levendige en boeiende verwezenlijking, in uitstekend verband tussen het solistisch aandeel en de gecompliceerde orkestbegeleiding. Klassiek evenwicht met een warmbloe dige ondertoon, hoorde men in Foldes’ pianospel, met een mild maar klaarhelder en zeer kernachtig toucher, waarmee in combinatie met bescheiden pedaalge- bruik een rijkdom aan nuances werd bereikt. Voorafgaand aan dit „late” Mozart- opus, had het APhO de stemmige „Rodelinda”-ouverture van Handel laten horen. Wel speciaal vanwege het (ook nu) zeer innig klinkende menuet, waarmee dit

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1977 | | pagina 13