LEZERS
i« LEZERS
PUZZEL VAN DE WEEK
Autovakantie in Italië
Ihizzel.whwjm
«1 fsv'
LEZERS*
.cJI!
ft#
Autovakantie Reizen’77
foX ri-Ylf r4
k'lp-U
Ufo’s
Liquidatie
Boot-herdenking 2
Vossen 2
Scheidingswet
Boot-herdenking 1
23
VRIJDAG
2 1
JANUARI
19 7 7
22
Ie
k***
Piano Marina, Italiaanse
1
Een land dat steeds meer
in de smaak valt,omdat de
zon er
er veel te zien is en, vooral,
omdat het er voor Neder
landers erg goedkoop is.
tementen, ruim opgezet,
600m van centrum en rustig
ma vol mogelijkheden.
196 Pagina’s autovakantie-
plezier in twaalf Europese
landen Waaronder Italië
van ’t programma.
Retour Italiaanse Rivièra,
v.a. 190, p.p.
Borgio Verezzi, hotel met
Rivièra, 2- tot 5-pers. appar- volpension, groot terras,
kamers inclusief douche en
balkon, v.a. 197, p.p.p.w
Pietra Ligure, hotel met
volpension, op 150m van t
strand, 2-pers. kamers met
douche toilet en balkon,
v.a. 152, p p p.W.
Laat u de auto thuis?
Reis dan met de comfor'
Voor mensen die lekker
met de auto op vakantie
willen en liever het zekere,
voor het onzekere nemen,
heeft rij LJit een program- gelegen, v.a. 212," Pw
Manna di Andora, 2-tot
6-pers. appartementen,
rustig gelegen in sfeervol
plaatsje, 200m van strand,
va pw
Pietra Ligure, aan de
lekker schijnt, omdat Rivièra, 6-pers. appartemen- tabele snelbus, zie pagina 4
ten, dicht bij strand en cen
trum,met zwembad en
tennisbaan, v.a. 169,- p.W.
□057
s
J. KROON, Haarlem
9
10
V
12
15
7
8
13
3
5
6
14
1
2
4
2
3
4
5
9
6
7
8
10
11
12
13
14
15
MU6666Mii'.
Het Vrij Uit-vakantieprogramma is verkrijgbaar bij de Shell-stations
niet de vakantie vlinder, de Rabohanken.de A.NWB-kantoren en een aantal tussenpersonen
die samenwerken met Nationale-Nederlanden.
De schrijvende voor- en tegenstanders
van het bestaan van vliegende schotels
gaan elkaar gaarne en fanatiek te lijf. De
waarnemers zelf raken vaak in een opge
wonden toestand en blijven zich een diep
gaande, emotionele ervaring herinneren.
Uw krant doet er goed aan deze psycholo
gische kanten te herkennen en af te wegen
tegen de beperktheid van natuurkundige
verklaringen. Het op zichzelf goede arti
kel van de verkeersvlieger Leen van Rijs
wijk, in uw blad van 12 januari, is van
weinig soelaas voor die mensen onder uw
lezerskring die ufo’s op zeer korte afstand
meemaakten.
onvruchtbaar zijn. Waar aangesneden
kwestie inzake de politieke instelling van
H. F. Boot zijn weerslag vindt in de
catalogus van de tentoonstelling in Ven
lo, behoort er over te worden geschreven.
Zulks gebeurt hier nog niet, omdat we
dezer dagen de recensie plaatsen van
onze redacteur beeldende kunst, die er
uiteraard zelf op ingaat omdat zijn recen
sie niet alleen de werken van Boot tot
onderwerp heeft, maar uiteraard ook het
door de heer Heybroek geschreven boek.
Die recensie zal dan tevens een antwoord
zijn op beide hierboven geplaatste inge
zonden brieven. Daarmee wordt een nodi
ge samenbundeling van stemmen en
tegenstemmen bereikt in plaats van ver
spreide meningen op verschillende plaat
sen in de krant.
Oplossing puzzel nummer 2
1. portie; 2. condor; 3. vignet; 4. toeval; 5.
trotse; 6. notoir; 7. premie; 8. Italië; 9.
Odessa; 10. gindse; 11. Borneo; 12. bordes;
13. pardon; 14. dapper; 15. piloot; 16. los
sen; 17. dalles; 18. sarong; 19. dansen; 20.
onraad; 21. gewaad, 22. katoen; 23. nestel;
24. luifel; 25. gribus; 26. kamrad; 27 kod
dig; 28. dwepen; 29. namaak; 30. senaat;
31 finale; 32. bikken, 33. vakman; 34.
ingang; 35. renner; 36. dampig; 37 panter;
38. latent; 39. stekje; 40 Javaan; 41. laagte,
42. oester; 43. gigant, 44 grenen, 45. ken
nel; 46. seniel; 47 nagaan, 48. lening. 49.
ergens
de niet-ondervraagde Haarlemse kunste
naars, die een rol in het verzet hebben
gespeeld, verrassend mild over hun colle
ga oordelen. Heeft het zin zo diep in te
gaan op het falen van Henri Frédérique
Boot? Natuurlijk wèl, want de kunst staat
niet buiten de maatschappij; kunst is het
geweten van de maatschappij. Een expo
sitie van Boots werk zonder meer heeft zin
als een bijdrage tot de waardering van een
stroming in de Nederlandse kunst. Onge
breidelde verering van de mens Boot op
grond van ontoereikende historische
interpretatie en een aantal retorische ara
besken gaat te ver over de schreef.
D. H. COUVÉE, Haarlem.
Uw krant laat geen gras over de actuali
teit groeien. Dat bleek vrijdag weer eens
toen men in de namiddag via uw kolom
men al kennis kon nemen van de aan H. F.
Boot gewijde „karakterschets” die Kees
Verwey enkele uren later in Venlo ten
beste ging geven. De tekst van Verwey’s
lezing kan zonder bezwaar model staan
voor het protocol van een zaligverklaring.
Wanneer die uitblijft, kanmen dat Verwey
in elk geval niet aanwrijven. Zo is dat.
Welke voortreffelijke eigenschappen ver
enigde H. F. Boot volgens Verwey dan
in zijn persoon? Het zijn er heel wat. In
volgorde van opkomst: „een verfijnde
charme”, „een aristocratische houding”,
een aantel niet bij name genoemde „bij
zondere eigenschappen”, „het uitzonder
lijk vermogen zich in het lot van zijn
medemensen te verplaatsen” en het kan
niet op „een Latijnse geest” voegt Ver
wey er nog aan toe dat Boot „bij zichzelf
die speciale trant van denken (ontwikkel
de) die de Latijnse geest heeft geken
merkt, die geest, die een Cézanne, de
bedachtzame, tegenover een hartstochte
lijk gedrevene als Van Gogh plaatste”.
Dat Verwey niet onvermeld laat dat Boot
„van goede huize” kwam, spreekt haast
vanzelf. Met minder zou Verwey trouwens
geen genoegen nemen. Zijn publiekelijk
bekende vrienden- en kennissenkring
(zowel van vroeger als nu) legt daar getui
genis van af.
Maar waarom brengt Verwey de door
hem besproken H. F. Boot niet tot meer
aanvaardbare en historische verantwoor
de proporties terug? Het beeld dat Boot
als kunstenaar op ons netvlies achterliet
wordt daar niet in het minst door
geschaad. Wel de mens Boot die met zijn
„verfijnde charme”, zijn „aristocratische
houding”, zijn „bijzondere eigenschap
pen” en zijn „Latijnse geest” op „bedacht
zame” wijze hand- en Spandiensten ver
leende aan een nationaal-socialistisch
instituut als de van 1942 tot 1945 onder
bescherming opererende
„Nederlandsche Kultuurkamer”.
Wie om eens een voorbeeld te noemen
een „karakterschets” van de door Ver
wey hogelijk bewonderde en eveneens
„van goede huize” stammende Van Deys-
sel wil geven kan moeizaam heen om het
feit dat deze op geld beluste en aan politie
ke warhoofdigheid lijdende opportunist
lid van de Kultuurkamer werd en in het
blad „Storm S.S.” mede-ondertekenaar
was van een advertentie waarin „De Nieu
we Gids” ten verkoop werd aangeboden.
Wie zoals Verwey niet minder dan
een „karakterschets” van Boot wil geven,
zal wat superlatieven moeten laten vallen,
wil hjj het hier gedane verwijt van
geschiedvervalsing en ongerechtvaaridge
canonisatie vermijden. Dat H. F. Boot van
„goede huize” was, staat vast. Dat hij het
niet gebleven is, staat eveneens vast. Wat
jammer is, erg jammer!
W. DE GRAAF. Haarlem
NASCHRIFT REDACTIE: Op de hier
boven door de heren D. H. Couvée en W.
de Graaf aangesneden kwestie behoort
natuurlijk te worden ingegaan. Ging het
alleen om artistieke beoordelingen, dan
zouden we dat niet doen omdat discussies
over de artistieke waarde van het werk
van een schilder bijna altijd volkomen
heugend feit is dat er ook nog weldenken
de mensen zijn, zoals de heren De Wit en
Spaarkogel.
In enige duingebieden is men reeds het
goede pad ingeslagen. Vele jaren is men in
het Noordhollands Duinreservaat met uit
zetten van fazanten en het schieten op
waterwild gestopt. Dit goede voorbeeld is
kort geleden door de Kennemerduinen en
de Amsterdamse Waterleidingduinen
opgevolgd. Hopelijk zullen nog velen dit
voorbeeld volgen. Alle mensen die de vos
een goed hart toedragen, maar ook de
overige fauna raad ik aan lid te worden
van de Stichting Kritisch Faunabeheer,
Postbus 76, ’s-Graveland. Deze stichting
strijdt voor een moreel en wetenschappe
lijk verantwoord faunabeheer, zodat in de
toekomst onze fauna beter beheerd wordt
dan momenteel in Duin en Kruidberg en
vele andere terreinen in Nederland het
geval is.
ƒ25,- A P C van Rijn-V Bilderbeek,
Kanariestraat 100, Haarlem.
25,- Th C. v.d. Linden, Tesselschade-
plantsoen 30, Driehuis
15,- J Brat, Kleverparkweg 61 rd,
Haarlem.
15,- Chr. Belterman, Lijsterbeslaan 26,
Beverwijk
10,-J E. van Schenk-Brill, Delftlaan 339,
Haarlem.
10,- Adr Otto, Zeeweg 261, IJmuiden
H. VADER, Haarlem
Zendamateurs
Wederom constateerde ik in de IJmui-
der Courant, vrijdag 14 januari, pagina 7,
kolom 6, een verkeerd woordgebruik. In
een melding dat een „zendamateur was
aangehouden; deze bij controle niet in het
bezit van een machtiging bleek te zijn en
tegen deze zendamateur proces-verbaal is
opgemaakt”.
Een zendamateur is iemand die de ama-
teurdienst beoefend. Deze dienst is: „Een
dienst van zelfontwikkeling, onderlinge
gemeenschap en technische onderzoekin
gen, uitgeoefend door amateurs, d.w.z.
door behoorlijk bevoegde personen, die
geïnteresseerd zijn in de radio-techniek,
uitsluitend met een persoonlijk oogmerk
en zonder geldelijke interesse”.
Aldus luidt een definitie welke sinds
1947 is opgenomen in het ook door
Nederland ondertekende Internationa
le Verdrag van de Verreberichtgeving van
de Internationale Telecommunicatie
Unie. Iemand in het bezit van een zender
hoe klein dan ook zonder dat hij of
zij over de daarvoor benodigde papieren
(machtiging) beschikt, is dus niet bevoegd
en géén zendamateur doch een gewone
ether-piraat, een overtreder van de wet!
Wellicht dat bij een volgende gelegenheid
de redactie attenter kan zijn. Het zal dan
door de circa vierduizend in Nederland
woonachtige bezitters van een radio
amateur zendmachtiging, dus door (echte)
zendamateurs, in dank worden afge
nomen.
A. J. A. VAN DEN BOS, IJmuiden
dubieuze rol van de advocatuur (juristen
recht). Omgangsrecht vinden wij een
must voor iedereen, en niemand moet dan
ook in staat zijn dit tegen te houden.
Helaas voorziet de huidige wet niet in
doeltreffende sankties, althans niet voor
de gewone man in de straat, doch wel voor
de rijken. Dit willen wij op zeer korte
termijn veranderen, aangezien hiermee
het welzijn van tienduizenden gemoeid is.
Voor alimentatie is maar een alternatief
voor zowel man als vrouw en dat is een
Volksverzekering, zoals voorgesteld door
prof. Hoefnagels in zijn boek „Niet trou
wen en niet scheiden.” Kort samengevat,
stuur ons uw bezwaren tegen: a. Kinder
bescherming, b. Alimentatie, c. Omgangs
regeling, d. Advocaten. U kunt schrijven
naar ons sekretariaat Heetveld 12 te Drie
bergen, Algemene Vereniging Ouders
Minderjarigen, tel. 03438-5136 of 030-
622422 of 311656 te Utrecht.
F. J. PROPS,
Voorzitter A.V.O.M.
Dat er nog steeds kortzichtige jagers en
jachtopzichters zijn blijkt uit artikel „Vos
sen in de duinen vogelvrij”. Het is treurig
dat de jacht- en duinopzichters niet weten
dat de vos van nature in het duingebied
thuis hoort. De vos kwam hier vroeger
dan ook regelmatig voor, totdat de laatste
exemplaren werden uitgeroeid door
jagers en jachtopzichters. Dat onze fauna
momenteel beheerd wordt door dit soort
lieden, is diep treurig.
De fazant hoort in Nederland niet thuis,
het zijn vogels die uit verschillende Aziati
sche landen t.b.v. de jacht hier zijn inge
voerd. Er worden naar schatting 1 miljoen
fazanten per jaar in Nederland uitgezet.
Deze vogels kunnen zich slechts in groten
getale handhaven doordat ze vrijwel het
gehele jaar door verzorgd, gevoerd en
beschermd worden door jachtopzichters.
Onder dit beschermen verstaan de jacht
opzichters, alle van nature in het terrein
voorkomende predatoren zwaar te vervol
gen. Het is jammer dat deze „faunabe-
heerders” nog steeds niet begrijpen dat al
deze predatoren een nuttige functie ver
vullen in de natuur, doordat zij selectief
hun prooi wegvangen en daardoor de
natuur gezond houden. Dit is iets waar de
meeste jagers en jachtopzichters, bij vele
wildsoorten nooit in zullen slagen. Deze
heren draaien nu zelfs de zaak om door
predatoren zoals bunzing, wezel, herme
lijn, vos, kraaiachtigen en zelfs bescherm
de roofvogels als uilen, valken, kiekendie
ven, buizerden en haviken te schieten. Dit
heeft niets met faunabeheer te maken, de
jagers en jachtopzichters zien al deze pre
datoren als hun concurrenten. Alles wat
deze dieren op een selectieve manier weg
vangen, wordt hun door de jagers mis
gund. Het is ook onrealistisch te klagen
over te grote aantallen wild, waardoor
schade aangericht wordt bij land, bos of
tuinbouw als men gelijktijdig poogt om
alle natuurlijke vijanden van dit wild uit
te roeien. Het grote publiek ziet de
jachtopzichter nog steeds als de bescher
mer van de natuur. In werkelijkheid zijn
vele jachtopzichters niets anders dan
fazantenfokkers, bijna gelijk te stellen
met kippenfokkers. Een kippenfokker
heb ik echter nog nooit horen beweren dat
hij zich faunabeheerder noemt. Een ver-
(ADVERTENTIE)
Puzzel nummer 3
Horizontaal: 1. dik - kledingstuk; 2.
gedachte - jongensnaam - plaats in Over-
I ijssel; 3. aanvoerder - insekteneter - kou
de; 4. elektrisch geladen deeltje - wissel-
borgtocht - griezel - reeds; 5. de onbeken-
de (afk - plaats in Normandie - eenjarig
I dier - rivier in Nederland; 6 deel van een
L voetbalveld - sekonde - dadelijk; 7. plaats
in Utrecht - voorzetsel - soort hond - soort
i; vaas; 8. meisjesnaam - plotselinge opwel
ling - neerslag - de somma van; 9. deel van
het hoofd - rivier in Noord Holland - deel
van het hoofd - elektrode aan de positieve
pool; 10. verbrandingsrest - stapel - rivier
in Zeeland - gevuld; 11korting op de prijs
- lopend touw - kleur - zangnoot; 12.
geneigdheid tot wraak - halfbloed - uniek
metaal; 13. niets uitgezonderd - stip -
rekenkundige bewerking; 14. gezicht
cent (afk.) - kleinood - meisjesnaam ’-
vogelprodukt; 15. plaats in Groningen -
wondvocht.
voor een andere schilder de gesuggereer
de originaliteit van de figuuf Boot sterk
ondergraaft. Het in uw blad cursief weer
gegeven deel van Verwey’s redevoering
mag echter niet zonder weerwoord blij
ven. Nadat de spreker onder meer heeft
gewezen op de plaats buiten de maat-
- schappij, die Boot heeft gekozen, zegt hij
„ondanks de vele stromingen en vernieu
wingen om hem heen, bleef hij zijn eigen
inzichten trouw. Niemand in Nederland
hield zo hardnekkig stand tegenover de
vervlakking van zijn tijd. Ik moet mij
beperken en zou nog zoveel willen zeggen,
zijn betekenis willen toetsen aan het
heden en verleden. Het is mij niet ver
gundWaarom zou dat Verwey niet
vergund zijn? Laat hij toch vooral zijn
gang gaan! Het is voor de nagedachtenis
van Boot essentieel als nu eindelijk
iemand eens zou uitleggen waarom het
ignoreren van de grote artistieke bewegin-
'gen uit de eerste helft van onze eeuw moet
worden uitgelegd als verzet tegen de zoge
naamde vervlakking. Zou het niet eerder
kunnen zijn, dat het bij Boot niet ging om
verzet, maar om een verlammende angst
voor de artistieke revolutie tegen een eeu
wenoude vermoeide traditie? Boot gaf
overigens zijn verzet tegen die vervlak
king van de maatschappij in 1942 defini
tief op toen hij zich ervoor leende om niet
alleen lid te worden van de door de vijand
opgelegde Kultuurraad, maar deze zelfs
mede hielp oprichten. Het hoort in de stad
Haarlem niet tot de goede toon dit feit
anders te beschouwen dan als een wat
ongelukkig voorvalletje uit het leven van
een groot man. Ook de biograaf Heybroek
houdt zich op de vlakte. In zijn summiere
beschrijving van de Kultuurraad en Kul
tuurkamer vergeet hij te vermelden, dat
dit de instrumenten waren van de door de
Duitsers opgelegde racistische cultuurpo
litiek. Heybroek formuleert voorzichtig
enkele veronderstellingen over de oor
zaak van Boot’s houding. Hij zou hebben
vertrouwd op de verbetering van de posi
tie der kunstenaars dankzij de nieuwe
organisaties en de daaruitvolgende finan
ciële steun. Verder schrijft hij Boot maat
schappelijke naïeviteit toe en „het vage
idee dat het met de Kultuurraad en de
Kultuurkamer allemaal beter zou wor
den”. Verontschuldigend concludeert
Heybroek „Hij heeft waarschijnlijk de
bedoeling, die de bezetter ermee had
slecht doorzien.” De hier aangevoerde
redenen en de conclusie zijn een onvol
doende verklaring, laat staan veront
schuldiging voor collaboratie met de
nationaal-socialisten. Heybroek noemt
zelf al eerder enkele eigenschappen en
gebeurtenissen, die tot Boot’s houding
moeten hebben bijgedragen. Hij was
ondanks zijn „latijnse geest” een bewon-
deraar van het Duitse militarisme, hij - Teutoonse
verheerlijkte diktators en bleek na terug
keer van een reis naar München in 1937,
waar hij ineen bijeenkomst van de Duitse
Kulturkamer onder het gehoor van Adolf
Hitler was, zeer onder de indruk. „De
meesten van Boots kunstbroeders hebben
hem er na de oorlog niet op aangekeken,
dat hij in de Kultuurraad heeft gezeten”,
aldus Heybroek. De lezer moet blijven
gissen naar de opinie van de minderheid,
die hem dat wel heeft kwalijk genomen.
Dat is jammer. Jammer is ook, dat onder
de vele citaten één van Willem Arondeus
uit diens illegaal verspreide tot de kunste
naars gerichte „Brandarisbrief” ont
breekt: „Geen uwer zal in onze huidige
verbondenheid omkomen. En wat de
bezorgdheid betreft voor het moment,
waarop het nationaal-socialisme gewon
nen zou hebben, wij mogen niet vergeten:
de enige wijze om hier en nu ertoe bij te
dragen, dat het niet winnen kan, is er aan
mee te werken, dat het aan zijn innerlijke
weerstanden bezwijkt”. De schrijver-
schilder Arondeus werd op 1 juli 1943
gefusilleerd. Jammer en ook onbegrijpe
lijk, dat op de lange lijst van geïnterview
den nog een aantal mensen ontbreken. Dit
is toch niet geweest uit angst voor het
aanhoren van een negatief oordeel? Dit
ware misplaatst, omdat juist enkelen van
Vertikaal: 1 rol - soort zweep; 2. muziek
tempel - uitroep - zijrivier van de Donau
plezier; 3. schoon - metselspecie - bal - en
omgekeerd (afk 4 trapper van een fiets -
naamval (afk.) - bedrijf - etcetera (afk 5.
lekkernij - rekbaar; 6. vod - specerij die
wel in melk wordt gedaan - lokspijs -
gelukkig nieuwjaar (afk.) - overheidsbe
drijf (afk.); 7. nobele - klein verschil -
slachtoffer; 8. hoofdtelwoord - staat der
Verenigde Staten - dwaas; 9. deel van
Overijssel - ongeordende groep - zijn; 10.
i afstandsmaat - Nederlandse provincie -
I voegwoord; 11. bouwgrond - ambtskle-
ding - kindergroet - dunne; 12. land in
Scandinavië - bar - dun stuk hout; J.3.
I soort verlichting (afk.) - plaats in Noord
Holland - volkerenorganisatie - deel van
Amerika - kleur, 14 rivier m Spanje -
tijdperk - protestants geestelijke; 15. luite
nant (afk.) - naarling - titel (afk
Oplossingen uitsluitend per briefkaart,
dienen uiterlijk woensdag a s in ons bezit
te zijn Indien per post wordt ingezonden
ais volgt adresseren „DAM1ATE PERS
bv”, POSTBUS 18, IJMUIDEN
Om onze minister van Justitie Van Agt
en daarnaast de advocatuur en
alimentatie-kinderrechters ervan te over
tuigen dat de huidige echtscheidingswet
die nu vijf jaar van kracht is in de praktijk
zeer slecht funktioneert, zouden wij als
belangenvereniging die zich ter verbete
ring hiervoor inzet, zoveel mogelijk feiten
materiaal willen verzamelen om Van Agt
hiermede te overtuigen. Iedereen die
gescheiden is, weet dat er twee knelpun
ten zijn in de huidige wet: 1. Omgangs
recht; 2. Alimentatie. Daarnaast de
In „ERBIJ” van zaterdag 15 januari trof
ik een artikel aan waarin de lezers tot diep
medelijden werden opgewekt inzake het
droevige lot van twee lieden die door de
illegaliteit 1940-1945 werden opgeruimd,
ondanks een gegeven belofte dat ze voor
een gerecht zouden komen. Het spijt me
dat ik op de eerste plaats een verward
relaas aantref, want wat waren het nu,:
twee lui van de „Grüne Polizei” een
Duits militair korps of de Landwacht,
een stel gerenommeerde landverraderlij
ke schurken? Naar de genoemde namen
te oordelen hebben we hier met uit de boot
gevallen Nederlanders te maken en heb ik
niet zo erg veel moeite om er mee akkoord
te gaan dat ze, ondanks een belofte, toch
maar bijtijds naar het Walhalla van hum
moffenvrienden zijn gejaagd. Als het
„journalisme” van Erbij zich werpen wil
op „liquidaties-zonder-duidelijk-motief"
dan is het Bureau voor Oorlogsdocumen
tatie vermoedelijk wel bereid een lijst te
leveren van de honderden goede Neder
landers die destijds door toedoen van die
vervloekte „Landwacht”-NSB-verraders
aan hun eind zijn gekomen. Zoals bijv,
mijn 65-jarige vader op de dag voor de
oorlog eindigde, op 4 mei 1945. Als het
„journalisme” van Erbij behoefte heeft
aan smeuïge verhalen uit de oorlogstijd,
kan ik er ook nog wel een paar leveren.
Liever niet maar spaar ons het verhaal
over een paar opgeruimde ploerten, die
natuurlijk veel beter destijds ter plekke
afgemaakt hadden moeten worden. Dat
was namelijk de enige fout!
HENRIK DE WIJN, Santpoort
Ex-verzetsman, ex-gevangene van het
concentratiekamp „Amersfoort” nr.
10034; en bij Stichting 1940-1945 geboekt
onder nr. 41723 N stamnr. 978.03.1 v.d.
Buitengewone Pensioenraad.
Bij uw artikel over de herdenking van
de schilder H. F. Boot, in uw blad van 14
januari, wil ik graag de volgende kantte-
Kening maken: De Nederlanders vormen
een volk van schilders; dit is één van de
schaarse zaken waarover zij eenstemmig
heid bereikt hebben. Scheens beroemde
encyclopedische handboek over de
Nederlandse schilders van de 19de en
20ste eeuw, een werk dat in geen ander
land zo populair zou zijn, somt de kunste
naars bij honderden op. Daaronder zijn
enkele tientallen grote namen, die óf
gewerkt hebben en ontdekt zijn buiten de
grenzen van het land, dan wel aan grote
internationale stromingen een NederlaAd-
se bijdrage hebben geleverd. Achter hen
staat een immense schare van kunste
naars, die op velerlei niveau onder de
invloed bleven en blijven van alle richtin
gen in de Westeuropese schilderkunst
vanaf de renaissance tot en met het
impressionisme. Het is vooral deze groep,
waaronder de besten opvallen door erudi
tie, sensibiliteit en techniek, die voor de
Nederlandse burgerij de traditie van het
volk der schilders bevestigt. Het werk van
deze kunstenaars is eerder te vinden in de
woningen van particulieren met smaak
dan aan de wanden der musea. Deze laat
ste instellingen zijn terughoudend bij het
aankopen. Zo zij al werkstukken van deze
schilders beheren, blijken zij voorname
lijk afkomstig van schenkingen. Het
merendeel is bovendien weggeborgen in
de depots. In het algemeen gesproken is
dit terecht. Musea tonen de bezoekers
historische hoogtepunten, ontwikkelingen
en vernieuwingen van ingrijpende beteke
nis, zelfs als deze schijnbaar van tijdelijke
invloed zijn, alsmede aktuele verschijnse
len. De golf der nostalgie, die de westerse
wereld sinds enige jaren overspoelt, heeft
echter geleid tot een herwaardering van
de kunst van de 20ste eeuw. Dit heeft
1 sommige kunsthistorici en een aantal
musea aangezet tot het opsporen van de
I „vergeten” kunstenaar. En zie, dit is het
I uur van het volk der schilders. Her en der
blijken kunstenaars gewerkt te hebben
met een fijn, mooi, gevoelig en vooral
I maatschappelijk probleemloos oeuvre.
I De bezoekers stromen toe, eindelijk kunst
I waarmede men' zich kan identificeren,
l gemaakt door kunstenaars, die niet agres-
j sief aanschoppen tegen dierbare zekerhe-
den. Het is te vroeg om van deze uit de
vraag van het publiek voortkomende
beweging de balans op te maken. Het
I oeuvre der talrijke kunstenaars is te groot
I en nog te onoverzichtelijk om tot gevolg
trekking te komen, terwijl de modieuze
aandacht ervoor nuchtere waardering in
F de weg staat. Het kennelijke plezier van
de museumbezoeker, de charme der her
kenning en de mogelijke ontdekking van
een grote meester vormen de positieve
kanten van deze ontwikkeling; negatief
daarentegen is de overschatting van pro
vincialisme en epigonisme. Deze pro
vincialistische overschatting manifesteert
zich in de kritiekloze benadering van de
persoon Henri Boot, de in 1877 te Maas
tricht geboren Haarlemse schilder. De
li expositie in het Venlose Museum Van
I Bommel-Van Dam naar aanleiding van
II Boots honderdste geboortedag geeft de
liefhebbers en kenners de gelegenheid
kennis te nemen van zijn kunst en zijn
betekenis voor de Nederlandse kunstge-
schiedenis. Dit kennisnemen dient echter
I niet te worden vertroebeld door een
legende-vorming, die deze merkwaardige
Haarlemse stadsfiguur tekent als een man
van onaantastbare wijsheid. Dit nu
I geschiedt in de bevlogenheid waarmede
Kees Verwey de tentoonstelling heeft geo-
I pend en in de wat oppervlakkige zich tot
een beperkt aantal feiten bepalende bio
ll grafie van Boot, die door de historicus
Heybroek werd geschreven. Het is moei
lijk in te gaan op de woorden van Verwey.
I omdat zij de ontboezeming zijn van een
l intieme vriend en vereerder, zij het dat de
I slotwoorden, een citaat ontleend aan een
I andere auteur uit een „In memoriam"
-----