Vermindering bedden vloeit voort uit opvattingen Hendriks
1
2
Subsidie voor
vrijwillig
verzekerden
COLLEGE VOOR ZIEKENHUISVOORZIENINGEN LICHT CONCEPT-ADVIES NADER TOE
DOELMATIGHEID BEVORDEREN EN ONTSTANE WILDGROEI CORRIGEREN
9
19 7 7
1 6
FEBRUARI
WOENSDAG
Ontslagen
door Pieter Taffijn
door Pieter Taffijn
et
Knelpunten
HAARLEM/UTRECHT In de
jaren zestig kon in Nederland alles.
Het was de tijd van de hoogcon
junctuur en van een sterke toename
van de bevolking. Ieder jaar ging
het ons beter en niemand kwam op
het idee dat het weleens anders zou
kunnen gaan lopen. En in die tijd
kwamen de plannen voor nieuw
bouw van tal van ziekenhuizen tot
stand. „Alle steden breidden op alle
mogelijke manieren uit. Er was de
gedachte dat het er wel luxe en
groot uitzag, maar dat we er wel in
zouden groeien” zegt arts P. J. van
Leeuwen, hoofd van de afdeling
planontwikkeling van het College
voor Ziekenhuisvoorzieningen. „De
landelijke ziekenhuiscommissie gaf
optimistische adviezen over bouw
plannen, de regering overschreed
dat met gemak. Zo kwamen er in
het Elisabeth Gasthuis in Haarlem
120 bedden meer dan in het advies
stond en kreeg de Mariastichting,
eveneens in Haarlem, vijfhonderd
in plaats van de gedachte vierhon
derd bedden’.
Eerste lijn
Geen geld voor nee
Elisabeth Gasthuis
Hoge verpleegprijs
HAARLEM Sinds staatssecre
taris Hendriks in 1973 zijn intrede
deed, heeft het aan beroering in de
gezondheidszorg niet ontbroken.
Zoals nu weer in Kennemerland,
waar volgens een voorkeur in het
concept-advies van het College voor
Ziekenhuisvoorzieningen, vier zie
kenhuizen de poorten zullen moeten
sluiten. Terwijl die poorten nog
maar zo kort geleden waren open
gesteld.
Onderzoek
Ander karakter
Geen advies regio
Emotionele reacties
Confessionelen
Ongecontroleerde groei
Marine Hospitaal
Lange verpleegduur
Overdreven inbreng
Te veel ziekenhuisbedden in Kennemerland door
te groot optimisme en ongecontroleerde groei
er
li-
nd
en
er
gegevens
K:
ii«
dat het beter is af te kopen dan met
hogere verpleegprijzen te maken krijgen
die jaar op jaar blijven doorgaan.
112,35 nog altijd de hoogste van Ne
derland.
Ie-
.30
'O-
in,
ag
55,
•ie
a-
IS-
ag
e..
ri
jk
u.
te
4-
as
m
ag
èfe
n-
te
at
m
ns
te
de
?n
iet
an
in
al
de
>1-
ur
e-
an
er
j«
?-
■te
eb
En er moest nogal wat gebeuren. De
strcutuurnota noemt tal van knelpunten.
Op deze plaats zullen we ons beperken
tot een aantal, dat direct met de situatie
van de ziekenhuizen van doen heeft. Die
sector kreeg al genoeg voor de kiezen.
Zo wordt geconstateerd dat het stelsel
van voorzieningen onvoldoende samen
hang vertoont, dat samenwerking veelal
ontbreekt, dat er een onevenredig grote
nadruk op de sector ziekenhuizen i s
komen te liggen, dat de spreiding niet
goed genoeg is, dat er te kleine zieken
huizen zijn met een te klein diensten
pakket.
Dat confessionele punt is toch al haast
niet te vinden in de ziekenhuizen.” Want
in de praktijk bestaat er helemaal geen
verschil tussen de katholieke en de pro
testantse benadering van een blinde
darm. Daarbij komt nog, dat staatssecre
taris Hendriks officieel nog helemaal
geen weet heeft van het concept-advies.
Dat komt helemaal voor rekening van
het bureau van het College. Hendriks is
trouwens al eens eerder benaderd met
zulk soort gedachten en deed het een
voudig af als roddels, die nergens op
sloegen.
dat er minder mensen naar ziekenhuizen
behoeven te worden verwezen. Overigens
vindt hij, dat de huisartsen zich nu te
weinig bezighouden met de hele gezond
heidszorg. Zo worden patiënten met ge
ringe aandoeningen (een verwonding,
een wratje of iets dergelijks) wel erg
gemakkelijk doorgestuurd naar een spe
cialist. Verder zouden huisartsen veel
meer contact moeten hebben met maat-
Blijft natuurlijk keihard het argument
overeind staan, dat er nog niet genoeg
voorzieningen zijn in de eerste lijn
(huisartsen, kruiswerk, maatschappelijk
werk) om het wegvallen van bedden op
te kunnen vangen. Want dat is wel de
bedoeling. Naar het idee van Van
Leeuwen zal omstreeks 1980 in ieder
geval het aantal huisartsen zo groot zijn
het de ziekenhuizen in Kennemerland
nooit ontbroken aan goede wil, als het
ging om meedoen aan een onderzoek. De
achterliggende gedachte was dan echter
wel wat anders dan die van de staatsse
cretaris. Zo z ei dr. H. J. H. Neyens,
voorzitter van de Stichting Samenwer
kende Kennemer Ziekenhuizen, in sep
tember 1975 dat de SSKZ dankzij deze
onderzoeken hoopte aan te tonen dat de
beddencaoc'.citelt niet ..wat erg groot”
was, zoals Hendriks weleens voorzichtig
had geformuleerd. Het is wel heel an
ders uitgepakt.
Dat was gebeurd onder de twee voor
gangers van Hendriks. Eerst, van 1967
tot 1971, de huidige fractievoorzitter van
de CHU in de Tweede Kamer, dr. Roelof
Johannes Hendrik Kruisinga. Een man,
die uit de medische hoek kwam. Eerst
specialist in Leeuwarden, daarna in
overheidsdienst met a Is laatste functie
directeur-generaal van de Volksgezond
heid. Na hem kwam een andere medi
cus, dr. Lodewijk Benedictus Johannes
Stuyt. Hij was minister van 1971 tot
1973, na twintig jaar hoofd van de afde
ling interne ziekten van het ziekenhuis
Johannes de Deo in Den Haag te zijn
geweest.
Van tal van kanten wordt opgemerkt,
dat alle ziekenhuizen die nog maar en
kele jaren jn gebruik zijn, toch zijn
gebouwd met toestemming van de over-
Vandaar dat het bureau van het Col
lege heeft bekeken, welke ziekenhuizen
zouden kunnen worden gesloten. Het
Elisabeth Gasthuis i n Haarlem kwam
daarvoor niet in aanmerking. Er is een
groot aantal specilismen, de gemiddelde
verpleegduur is laag en de staat der
gebouwen is goed. Ook was de conclusie
schappelijk werkers. Een derde deel van
de klachten, zo wordt geschat, is niet
van lichamelijke aard en behoeft der
halve een andere dan strikt medische
behandeling. (Misschien zou Hendriks
daarom eens kunnen gaan praten met
zijn ambtgenoot van CRM. Die heeft de
subsidiekraan zover dichtgedraaid dat
een samenwerkingsproject tussen artsen
en maatschappelijk werkers in Haarlem
nauwelijks van de grond komt, terwijl
er goede resultaten zijn en de samen
werking door iedereen zeer op prijs
wordt gesteld.) Bij het College ziet men
de specialist in de toekomst veel meer
als een „leermeester”. Hij verleent con
sult aan een huisarts, die dan zelf het
werk kan opknappen.
Zoals hiervoor gezegd is het bureau
van het College voor Ziekenhuisvoorzie
ningen tot nu toe de enige instelling die
aan het opstellen van een advies is
toegekomen. Weliswaar is dit slechts een
concept-advies, dat nog overleg behoeft
met de betrokkenen en moet worden
goedgekeurd door het College, maar het
is in ieder geval duidelijk welke richting
men uit denkt. Sluiting van een aantal
ziekenhuizen .en niet proberen tot een
oplossing te komen door de beddenaan
tallen van alle ziekenhuizen te vermin
deren. Dan blijven er per ziekenhuis zo
weinig bedden over dat er niet m eer
doelmatig kan worden gefunctioneerd en
kunnen er niet genoeg diensten meer
worden aangeboden.
En de verpleegprijs is toch al hoog in
Kennemerland. Het ziekenfonds levert
daarover interessante cijfers. Daar wijt
men de hoge prijs aan de leegstand
(vijftien percent) en de te vele nieuw
bouw. Met als gevolg dat van de kosten
per verzekerde in het jaar 1975, in totaal
1.001,80, een bedrag van 688 gulden
was bestemd voor ziekenhuis en specia
list. Landelijk veruit het hoogste cijfer.
En Kennemerland scoort ook hoog als
het gaat om het aantal ziekenhuisdagen
dat het ziekenfonds moet Vergoeden. Dat
zijn er per duizend zielen 2633, het
landelijk gemiddelde is 2.200. En dat is
inclusief Kennemerland, als je die regio
voor wat betreft het berekenen van het
gemiddelde buiten schot zou laten werd
het verschil nog groter.
Dat betekent voor de verplicht verze
kerden niets. Zij betalen een tarief, dat
centraal door de overheid wordt vastge
steld. Anders ligt het voor de mensen
die een vrijwillige verzekering hebben
afgesloten. De premie hiervoor wordt
namelijk in hoge mate door de zieken
fondsen zelf vastgesteld. Als Spaarne-
land alleen voor, zulke risico’s zou staan,
zou de vrijwillig verzekerde een maan
delijkse premie van 141,50 moeten be
talen. Nu is dat gelukkig niet zo en legt
de ziekenfondspool, ingesteld door alle
fondsen bij elkaar, er een flink bedrag
bij. Daarmee komt de premie op
Dat optimisme hield niet op bij het
maken van de plannen, maar kenmerkte
ook de bouw. Afwijkingen van
schetsplannen waren volkomen normaal
en dan altijd zo, dat het wat groter
uitviel. Controle was er helemaal niet.
Directeur A. J. Poot van ziekenfonds
Spaarneland wijt de toestand van dit
ogenblik daarom vooral aan de zelfstan
digheid van de ziekenhuisbesturen. Er is
nooit een controlerend lichaam geweest.
De ziekenfondsen waren de roependen in
de woestijn. Niemand wenste te luiste
ren, „er moest voortvarend te werk"
worden gegaan.
Ook bij de Provinciale Raad voor de
Volksgezondheid wijst men op de lange
tijd die er verstrijkt tussen het indienen
van een plan en het aanvangen van de
werkelijke bouw. Daar kan best weleens
tien jaar tussen zitten.
Het College voor Ziekenhuisvoorzie
ningen kan dat toelichten. De verpleeg
prijs wordt immers per ziekenhuis vast
gesteld en daarbij is een nieuw zieken
huis duurder dan een oud. In de ver
pleegprijs mag namelijk geen bedrag
worden doorberekend om te kunnen re
serveren voor nieuwe investeringen. De
overheid gaat er vanuit, dat de patiënt
in een nieuw ziekenhuis die kosten maar
moet opbrengen en dat iemand in een
oud ziekenhuis daar niet aan mee be
hoeft te betalen. En een regio als Ken
nemerland, met veel nieuwe ziekenhui
zen. is dus duur uit.
heid. Voor een groot deel is dat het
gevolg van de lange tijd tussen plan en
bouw. De bouw is dan. nog begroot öp de
optimistische gedachte dat er steeds
meer mensen zouden komen en dus ook
steeds meer mogelijke patiënten. Daar
naast, zo legt Van Leeuwen uit, had het
ministerie geen fondsen om nee te zeg
gen als er in eerder stadium al'ja was
gezegd. Dan had het bestuur al zoveel
kosten gemaakt voor de voorbereiding
dat het nee-zeggen vergezeld zou moeten
gaan van een paar miljoen om die
kosten op te vangen. In de gewijzigde
wet ziekenhuisvoorzieningen is wel in
een zogenaamd liquidatièfonds voorzien.
Dat aspect betekende dus ook meer
bouwen dan eigenlijk nog de bedoeling
was. Zo gaf het ziekenfonds keer op
keer het advies niet te beginnen aan de
nieuwbouw van het St. Jozef Ziekenhuis
in Heemskerk. Vergeefs. Zegt econo
misch directeur Dickers van het St.
Jozef Ziekenhuis. „Als de bouw eenmaal
is begonnen kan het niet meer stop
worden gezet.” Tal van kosten zijn dap
te betalen, waarbij die Van de architect
niet de geringste zijn. Als het ziekenhuis
eenmaal klaar is komen die er wel weer
uit via de verpleegprijs, die per zieken
huis wordt vastgesteld. Spaarneland-di-
recteur Poot is het daar niet helemaal
mee eens. Hij weet zich nog te herinne
ren dat ook in Hoofddorp een ziekenhuis
was gedacht. De plannen waren al klaar
tot en met het bestek toe. Toen zeiden
de Haarlemse ziekenhuizen dat zoiette
toch te ver ging. De ziekenhuizen en het
ziekenfonds hebben gezamenlijk de kos
ten op zich genomen. Met de gedachte
En toen kwam Josephus Petronella
Maria Hendriks. Een man met een heel
andere achtergrond. Hij begon in de
oorlog bij het Centraal Ziekenfonds in
Tilburg, waarvan zijn vader directeur
was. Dat beginnen ging helemaal van
onderaf, de huidige staatssecretaris heeft
ooit nog premie opgehaald ais bode. Na
directiesecretaris t e zijn geweest werd
hij in 1956 directeur van het zieken
fonds. Een man dus. die duidelijk aan de
kant van de kostenbewaking stond. Ook
in zijn andere functies: voorzitter van
de Nederlandse Unie van Ziekenfondsen,
lid van de Ziekenfondsraad, lid van het
Centraal Orgaan Ziekenhuistarieven, om
er maar een paar te noemen.
Maar nog even terug naar september
1974. Toen kwam een onderzoek op gang
naar de ziekenhuissituatie in Kennemer
land. Aanleiding daartoe waren opmer
kingen van het ziekenfonds, dat alles zo
kostbaar was en ook omdat de landelij
ke Ziekenhuiscommissie het wilde. Deze
commissie moest advies uitbrengen over
stichting of vernieuwing van een aantal
voorzieningen en achtte het niet ver
antwoord een mogelijk positief advies
uit te brengen als er niet tegelijkertijd
’n poging werd ondernomen de overbed-
ding terug te dringen. Dat onderzoek
gebeurde door het College voor Zieken
huisvoorziening, daarbij ter zijde ge
staan door een werkcommissie en een
begeleidingscommissie. Beide commis
sies waren samengesteld uit direct be
trokkenen, zoals ziekenhuis-directeuren,
specialisten, directieleden van verpleeg
huis, psychiatrisch ziekenhuis, zieken
fonds en revalidatiecentrum en namens
de Kennemerraad de Haarlemse wethou
der Leo van den Berg.
Daarbij komt nog, zo legt Van Leeu
wen uit, dat het karakter van de zieken
huizen is veranderd. Twintig jaar gele
den was het nog zo dat een gefortuneerd
persoon die zich onwel voelde naar het
ziekenhuis ging en zich dan liet opne
men. Dat is nu verleden tijd. De laatste
tien, vijftien jaar worden de ziekenhui
zen echt behandelhuizen en streeft men
er naar de patiënt zo kort mogelijk in
bed te houden.
Het is Van Leeuwen daarom zonder
meer duidelijk, dat er bedden teveel zijn
in Kennemerland. Ontstaan in een tijd
van optimisme en nu op de lijst om te
worden gesaneerd En eigenlijk weet
iedereen wel, dat er bedden teveel zijn.
Maar het is in de regio al net zo als in
de wachtkamer van staatssecretaris
Hendriks. Daar komen dag aan dag be
stuursleden van ziekenhuizen vertellen
dat ze het helemaal met de staatssecre
taris eens zijn. Dat er inderdaad minder
bedden moeten komen, piaar dat zoiets
in hun ziekenhuis nu net onmogelijk is.
Bestuur en directie van het Dia
conessenhuis in Heemstede zijn het
eens met de op zichzelf noodzakelijke
beddenvermindering in de streek. Maar,
zo zegt men in een brief aan alle
medewerkers en stafleden, men is het
volstrekt oneens dat sluiting van zieken
huizen en van het Diaconessenhuis in
het bijzonder een nuttige bijdrage daar
toe zou zijn.
Wat zegt wethouder Th. C. Witte van
Velsen? Dat hij het goed vindt dat er
wordt gestreefd naar vier bedden per
duizend inwoners, maar dat het bedroe
vend is dat zoiets ten nadele zou moeten
gaan van het Zeeweg Ziekenhuis. En zo
zouden er nog wel wat meer reacties te
vermelden zijn. Ook die van georgani
seerde acties- waarbij patiënten en be
zoekers worden betrokken.
De resultaten van het onderzoek zou
den het uitgangspunt vormen voor het
advies van het College voor Ziekenhuis
voorzieningen over de meest gewenste
toekomstige ziekenhuissituatie. Maar
ook stonden ze ten dienste van de regio
zelf om tot een advies te komen. Dat is
(nog) niet gebeurd. De Stichting Samen
werkende Kennemer Ziekenhuizen heeft
daar geen kans toe gezien. Ook de pro
vincie was nauw betrokken bij de tot
standkoming van het rapport. Een advies
van die kant is er nog niet, wel ver
wacht men dat Hendriks daarom zal
vragen als hij het advies van het CVZ
binnen heeft.
Wat bleek uit het onderzoek? Dat er
in de acht Kennemer ziekenhuizen in
1976 in totaal 2.799 bedden waren. Dat
was heel wat anders dan dat de bedden
capaciteit „wat erg groot” was. De pro
vinciale planologische diensten van
Noord- en Zuid-Holland hadden name
lijk berekend, dat de bevolking van het
directe verzorgingsgebied van de zieken
huizen in 1985 met 33.000 personen zou
zijn afgenomen ten opzichte van 1973.
Het gerucht in Kennemerland doet de
ronde, dat het allemaal een plan is van
een katholieke staatssecretaris en dat
daarom alle katholieke ziekenhuizen
worden gespaard. Het College voor Zie
kenhuisvoorzieningen verzet zich met
hand én tand tegen die gedachte - „Wij
ondernemen geen pogingen om de diver
siteit van confessionalisme te behouden.
van ’n onderzoek naar de functionaliteit
van de poliklinieken (uitgevoerd door
het Instituut voor Gezondheidszorg van
de Katholieke Hogeschool Tilburg) dat
dit ziekenhuis een zeer sterke poliklini
sche positie inneemt. En dat is nu juist
datgene, waarnaar volgens de structuur
nota moet worden gestreefd.
tiveren. Zo zei hij in januari 1976 in een
interview in Vrij Nederland, dat de
medici een overdreven inbreng hebben.
„Alsof naast die 12.000 artsen er in de
gezondheidszorg niet nog eens 200.000
mensen werken die er hun dagelijks
brood moeten verdienen, iedere dag die
God geeft”.
Wat staat er nu voor schokkends in
die Structuurnota? Dat de Nederlandse
gezondheidszorg een niveau heeft be
reikt, dat door vele andere met ons
vergelijkbare landen niet wordt geëve
naard. Maar ook, dat de kosten ontzettend
snel toenemen. Sneller dan die voor
andere gemeenschapsvoorzieningen. En
dat de grootste „opmaker” het zieken
huis is.
Het College voor Ziekenhuisvoorzie
ningen stelt, dat men wel een advies
uitbrengt wat er zou moeten gebeuren,
maar niet hoe dat zou moeten gebeuren.
Natuurlijk wordt er wel over nagedacht.
Voor de verpleegkundigen ziet men geen
problemen. Volgens een onderzoek van
de Nationale Ziekenhuis Raad bestaat er
on dit moment een tekort van tien tot
vijftien percent. Bovendien worden ook
op ander gebied veel verpleegkundigen
gevraagd en is de doorstroming meestal
vrij snel. „Er zal wel een onbloedige
reductie tot stand kunnen worden ge
bracht.” Ook voor de specialisten ziet
men het niet somber in. Het aantal
consulten zal naar alle waarschijnlijk
heid niet afnemen, alleen zal het meer
poliklinisch gebeuren. Hoogstens zou
men in de verre toekomst op problemen
kunnen stuiten, gezien de vele artsen die
zich willen specialiseren. Maar dat staat
buiten deze problemen. Moeilijkheden
zijn er alleen te verwachten als het om
het administratief en technisch personeel
gaat. Voor die mensen zal een sociaal
plan, met volledige steun van de over
heid, dringend nodig zijn.
Als het concept-advies van het Colle
ge voor Ziekenhuisvoorzieningen een de
finitief advies aan Hendriks wordt (en
daarover komen eerst nog gesprekken
met de betrokkenen), dan rest er nog
acht jaar. Dan is het 1985 en moet er
een flinke vermindering van het aantal
bedden hebben plaatsgevonden. De
Provinciale Raad voor de Volksgezond
heid pleit voor een geleidelijk verloop,
er moet worden gefaseerd als afbouw
nodig is. En daarbij zal de -werkgelegen
heid niet uit het oog mogen worden
verloren.
Logisch vindt directeur J. ten Grink
van de Provinciale Raad (zelf afkomstig
uit het Zeeweg Ziekenhuis) die reacties.
„De mensen beschouwen het ziekenhuis
als iets verworvens, een dienst die in de
buurt klaar staat. Het zijn daarom emo
tionele, maar te waarderen reacties van
schrik. Met die gevoelens van de bevol
king moet je ook rekening houden.” Nu
zijn emotionele reacties van de bevol
king verklaarbaar.
Anders gaat het liggen, als ook medici
zich daaraan overgeven. „De discussies
over ziekenhuizen worden verstoord
door de opvatting dat ze belangrijke
personages zouden zijn”, vindt College-
directeur Van Leeuwen. „Er wordt in
dat verband nauwelijks gedacht aan het
belang van de patiënten.”
Hij heeft verder gemerkt dat de Nati
onale Ziekenhuisraad volop aan zijn
plannen meewerkt, maar dat de indivi
duele ziekenhuizen moord en brand
schreeuwen. En met de Landelijke Spe
cialisten Vereniging en de specialisten
afzonderlijk ligt het al evenzeer zo. „Er
is sprake van een polarisatie tussen de
landelijke organen en de regionale. De
eerste hebben vooral het algemeen be
lang op het oog. de andere het plaatse
lijk belang en dat van de direct aange
slotenen.”
Naar het idee van directeur Ten Brink
van de Provinciale Raad voor de Volks
gezondheid zal het nog wel enige voeten
in aarde hebben voor een patiënt zich
achter de nieuwe zienswijze kan stellen.
„Je moet bedenken dat men het maar
niet zo accepteert dat als er vroeger
werd gezegd dat je naar het ziekenhuis
moest er nu opeens de opmerking komt
van de huisarts: blijf maar thuis, ik doe
het zelf wel.”
Bij het College wil men ook kwijt, dat
de overbedding maar voor ongeveer de
helft wordt veroorzaakt door de vier
promillenorm. De rest van het aantal
bedden dat moet worden gesaneerd is
een besnoeiing, eigenlijk niet meer dan
het terugschroeven van de ongecontro
leerde groei. Maar, zo zegt dan districts-
voorzitter F. Rodenboog van de Lande
lijke Specialisten Vereniging, die over
bedding is in alle grote steden aanwezig
en zeker geen Haarlems probleem. Voor
zichzelf heeft hij ook wel het idee dat
er waf teveel bedden zijn in de regio,
maar het terugbrengen op de manier
zoals in het concept-advies wordt gesug
gereerd zou tot grote problemen aanlei
ding kunnen geven. Nu lijkt dat op het
eerste gezicht waar. Er zijn problemen
in Amsterdam. Den Haag. Utrecht. Ook
daar kampt men met overbedding en
doet zich een vergelijkbare situatie voor.
Maar er zbn andere steden en niet van
die hele kleintjes, waar de zaken anders
liggen. Bijvoorbeeld in Leiden en Gro
ningen, zegt Van Leeuwen van het Col
lege. Daar zijn academische ziekenhuizen
en dat zijn meestal geen ziekenhuizen
van geringe omvang. Logischerwijze zijn
dan ook alle gewenste voorzieningen
voorhanden. En wat blijkt daarbij? Men
weet het totaal binnen de voorgeschre
ven norm van vier bedden per duizend
inwoners te houden. En ook in Tilburg
is dat gelukt.
Naar de mening van het College ver
dient het grote aanbeveling het Marine
Hospitaal in Overveen te sluiten, in
ieder geval voor burgerpatiënten. Het
ziekenhuis heeft qua beddencapaciteit
een te geringe omvang om een aan
vaardbaar functiepakket te kunnen bie
den. Er zijn in het ziekenhuis 73 bedden
voor burgers, er worden elf specialismen
uitgeoefend. De ligging is matig, zeker
gezien ten opzichte van het regionaal
verzorgingsgebied. De bereikbaarheid per
openbaar vervoer is slecht. Het aantal
bezoekers voor de polikliniek bestaat
dan ook voor meer dan een derde uit
particulier verzekerden.
Uiteindelijk sprak het bureau van het
College de voorkeur uit voor sluiting
van het Diaconessenhuis in Heemstede
en het Zeeweg Ziekenhuis in Velsen.
Daarbij overwegende, dat het Marine
Hospitaal niet meer door burgers zal
worden gebruikt en het Rode Kruiszie
kenhuis samensmelt met het St. Jozef
ziekenhuis. Hierbij zijn geen grote inves
teringen in nieuwe ziekenhuisgebouwen
noodzakelijk, terwijl deze oplossing re
delijk voldoet aan de noodzaak van
spreiding der ziekenhuizen in de regio.
Daarom was de leus van Hendriks: de
doelmatigheid bevorderen en ontstane
wildgroep corrigeren. Om de zaak in
toom te houden moest de gezondheids
zorg als geheel op elkaar worden afge
stemd. Meer nadruk op preventie (voor
komen is beter dan genezen), versterking
van de gezondheidszorg buiten de zie
kenhuismuren. Dat alles geleidelijk, om
de bereikte kwaliteit niét in gevaar te
brengen.
Nog geen maand nadat de structuur
nota was uitgebriacht, vond er in Kenne
merland een gesprek plaats. Daarin
werd voor het eerst de gedachte geop
perd een onderzoek te doen naar de
regionale ziekenhuissituatie. Nu heeft
Blijft tenslotte de vrees voor massale
ontslagen en allerlei mensen die werk
loos worden. De CPN spreekt over het
verloren gaan van enkele duizenden ar
beidsplaatsen. Het Diaconessenhuis
maakt zich zorgen over „stafspecialisten
en personeel”.
„De geschiedenis heeft ons vele malen
laten zien, dat veranderingen in het
maatschappelijk patroon niet eerder met
succes kunnen worden doorgevoerd dan
wanneer de tijd er rijp voor is”, schreef
Hendriks in zijn nota. „Dat wil zeggen,
wanneer de maatschappij zelf die veran
deringen oproept en vervolgens accep
teert en verwerkt. Het moment
schijnt nu te zijn gekomen, dat de
werkers in de gezondheidszorg ingrijpen
de wijzigingen hieróp zullen aanvaar
den.” Een ogenschijnlijk verkeerde taxa
tie. Al zeggen veel van die werkers nog
steeds, dat er wat moet gebeuren. Maar
ook voor hen is het zeggen eenvoudiger
dan het doen.
De verpleegduur bleek vooral lang in
het Diaoonessenhuis in Heemstede, 20.8
dagen. Hoog scoren ook de Mariastich
ting in Haarlem met 18.7, het Zeeweg
Ziekenhuis in Velsen met 16.8 en het
Joannes de Deoziekenhuis in Haarlem
met 16.7 dagen. Lager dan het landelijk
gemiddelde is de verpleegduur in het
Marine Hospitaal in Overveen, het Jozef
Ziekenhuis in Heemskerk, het Rode
Kruisziekenhuis in Beverwijk en het
Elisabeth Gasthuis in Haarlem.
Het Marine Hospitaal in Overveen. Volgens het College van Ziekenhuisvoorzie
ningen van te geringe omvang om eeruaanvaardbaar functiepakket te kunnen Rie
den. Er zijn 73 bedden voor burgersr-DP bereikbaarheid per openbaar verboeftn'iddel
is slecht.
Iedereen verwachtte een ander beleid.
Of beter gezegd: er werd een beleid
verwacht, na een periode waarin alles
kon en het mooiste nog niet goed genoeg
was geweest. Dat beleid kwam, met in
1974 als eerste uiting de Structuurnota
Gezondheidszorg. Daarvoor had Hendriks
al duidelijk laten merken dat er wat zou
moeten gebeuren en w as de bekende
vier promillenorm ontstaan: vier zieken
huisbedden per duizend inwoners.
O
Het ach en wee. vooral van medici
was niét van de lucht. Nu wil de
staatssecretaris die geluiden nogal rela-
Vijf jaar later, zo is de verwachting, zal
die daling zich nog verder hebben
doorgezet en wonen er weer eens 22.000
mensen minder dan in 1985. Nu was het
mogelijk te becijferen hoeveel zieken
huisbedden er nodig zijn, waarbij reke
ning is gehouden met het feit dat de
oudere leeftijdsgroepen sterker zullen
zijn vertegenwoordigd dan nu. Zo kwam
men voor 1985 op 1.821 bedden en voor
1990 op 1.765 bedden. Dat betekent, dat
er respectievelijk 978 en 1.038 bedden
teveel zouden zijn.
Uit de stortvloed gegevens die het
onderzoek opleverde lichten we enkele
cijfers. Zo bleek de gemiddelde bezet
tingsgraad van de ziekenhuizen 85,4 per
cent te zijn, dat houdt in, dat er gemid
deld 417 bedden leegstonden. Ondanks
het feit, dat er in Kennemerland heel
wat meer gebruik wordt gemaakt van
ziekenhuisbedden dan gemiddeld in Ne
derland normaal is. Dat is vooral het
geval in de gebieden Haarlem en Velsen.
De oorzaak hiervan is het grotere aantal
opnemingen en de langere verpleegduur.
Verder gaat men er in het concept
advies vanuit, dat het St. Jozef Zieken
huis in Heemskerk (dat eveneens sterk
poliklinisch werkt) en het Rode Kruis
ziekenhuis in Beverwijk tot een fusie
moeten komen. Dit is de gevolgtrekking
uit de instemming die staatssecretaris
Hendriks had met het nieuwbouwplan
van St. Jozef. I n de desbetreffende brief
valt het volgende te lezen: „Ik acht het
in het belang van een optimale gezond
heidszorg in de regio IJmond-Noord, dat
■op den duur in dit gebied beschikt
wordt over één middelgroot zieken
huis; zulks door een volledig samengaan
van uw ziekenhuis en het Rode Kruis
ziekenhuis te Beverwijk. Met het oog
daarop acht ik het noodzakelijk dat op
korte termijn een begin van diepgaand
gemeenschappelijk overleg tot stand-
komt tussen de beide betrokken zieken
huisbesturen. Aan mi jn instemming met
het schetsplan verbind ik dan ook de
uitdrukkelijke voorwaarde dat u zieh
bereid verklaart tot een dergelijk over
leg en terzake kontakt opneemt met het
Bestuur van het rode Kruisziekenhuis te
Beverwijk”. Deze brief van 30 juni 1975
betekende dus het feitelijke vonnis van
het ziekenhuis in Beverwijk.