Vermindering bedden vloeit voort uit opvattingen Hendriks 1 2 Subsidie voor vrijwillig verzekerden COLLEGE VOOR ZIEKENHUISVOORZIENINGEN LICHT CONCEPT-ADVIES NADER TOE DOELMATIGHEID BEVORDEREN EN ONTSTANE WILDGROEI CORRIGEREN 9 19 7 7 1 6 FEBRUARI WOENSDAG Ontslagen door Pieter Taffijn door Pieter Taffijn et Knelpunten HAARLEM/UTRECHT In de jaren zestig kon in Nederland alles. Het was de tijd van de hoogcon junctuur en van een sterke toename van de bevolking. Ieder jaar ging het ons beter en niemand kwam op het idee dat het weleens anders zou kunnen gaan lopen. En in die tijd kwamen de plannen voor nieuw bouw van tal van ziekenhuizen tot stand. „Alle steden breidden op alle mogelijke manieren uit. Er was de gedachte dat het er wel luxe en groot uitzag, maar dat we er wel in zouden groeien” zegt arts P. J. van Leeuwen, hoofd van de afdeling planontwikkeling van het College voor Ziekenhuisvoorzieningen. „De landelijke ziekenhuiscommissie gaf optimistische adviezen over bouw plannen, de regering overschreed dat met gemak. Zo kwamen er in het Elisabeth Gasthuis in Haarlem 120 bedden meer dan in het advies stond en kreeg de Mariastichting, eveneens in Haarlem, vijfhonderd in plaats van de gedachte vierhon derd bedden’. Eerste lijn Geen geld voor nee Elisabeth Gasthuis Hoge verpleegprijs HAARLEM Sinds staatssecre taris Hendriks in 1973 zijn intrede deed, heeft het aan beroering in de gezondheidszorg niet ontbroken. Zoals nu weer in Kennemerland, waar volgens een voorkeur in het concept-advies van het College voor Ziekenhuisvoorzieningen, vier zie kenhuizen de poorten zullen moeten sluiten. Terwijl die poorten nog maar zo kort geleden waren open gesteld. Onderzoek Ander karakter Geen advies regio Emotionele reacties Confessionelen Ongecontroleerde groei Marine Hospitaal Lange verpleegduur Overdreven inbreng Te veel ziekenhuisbedden in Kennemerland door te groot optimisme en ongecontroleerde groei er li- nd en er gegevens K: ii« dat het beter is af te kopen dan met hogere verpleegprijzen te maken krijgen die jaar op jaar blijven doorgaan. 112,35 nog altijd de hoogste van Ne derland. Ie- .30 'O- in, ag 55, •ie a- IS- ag e.. ri jk u. te 4- as m ag èfe n- te at m ns te de ?n iet an in al de >1- ur e- an er j« ?- ■te eb En er moest nogal wat gebeuren. De strcutuurnota noemt tal van knelpunten. Op deze plaats zullen we ons beperken tot een aantal, dat direct met de situatie van de ziekenhuizen van doen heeft. Die sector kreeg al genoeg voor de kiezen. Zo wordt geconstateerd dat het stelsel van voorzieningen onvoldoende samen hang vertoont, dat samenwerking veelal ontbreekt, dat er een onevenredig grote nadruk op de sector ziekenhuizen i s komen te liggen, dat de spreiding niet goed genoeg is, dat er te kleine zieken huizen zijn met een te klein diensten pakket. Dat confessionele punt is toch al haast niet te vinden in de ziekenhuizen.” Want in de praktijk bestaat er helemaal geen verschil tussen de katholieke en de pro testantse benadering van een blinde darm. Daarbij komt nog, dat staatssecre taris Hendriks officieel nog helemaal geen weet heeft van het concept-advies. Dat komt helemaal voor rekening van het bureau van het College. Hendriks is trouwens al eens eerder benaderd met zulk soort gedachten en deed het een voudig af als roddels, die nergens op sloegen. dat er minder mensen naar ziekenhuizen behoeven te worden verwezen. Overigens vindt hij, dat de huisartsen zich nu te weinig bezighouden met de hele gezond heidszorg. Zo worden patiënten met ge ringe aandoeningen (een verwonding, een wratje of iets dergelijks) wel erg gemakkelijk doorgestuurd naar een spe cialist. Verder zouden huisartsen veel meer contact moeten hebben met maat- Blijft natuurlijk keihard het argument overeind staan, dat er nog niet genoeg voorzieningen zijn in de eerste lijn (huisartsen, kruiswerk, maatschappelijk werk) om het wegvallen van bedden op te kunnen vangen. Want dat is wel de bedoeling. Naar het idee van Van Leeuwen zal omstreeks 1980 in ieder geval het aantal huisartsen zo groot zijn het de ziekenhuizen in Kennemerland nooit ontbroken aan goede wil, als het ging om meedoen aan een onderzoek. De achterliggende gedachte was dan echter wel wat anders dan die van de staatsse cretaris. Zo z ei dr. H. J. H. Neyens, voorzitter van de Stichting Samenwer kende Kennemer Ziekenhuizen, in sep tember 1975 dat de SSKZ dankzij deze onderzoeken hoopte aan te tonen dat de beddencaoc'.citelt niet ..wat erg groot” was, zoals Hendriks weleens voorzichtig had geformuleerd. Het is wel heel an ders uitgepakt. Dat was gebeurd onder de twee voor gangers van Hendriks. Eerst, van 1967 tot 1971, de huidige fractievoorzitter van de CHU in de Tweede Kamer, dr. Roelof Johannes Hendrik Kruisinga. Een man, die uit de medische hoek kwam. Eerst specialist in Leeuwarden, daarna in overheidsdienst met a Is laatste functie directeur-generaal van de Volksgezond heid. Na hem kwam een andere medi cus, dr. Lodewijk Benedictus Johannes Stuyt. Hij was minister van 1971 tot 1973, na twintig jaar hoofd van de afde ling interne ziekten van het ziekenhuis Johannes de Deo in Den Haag te zijn geweest. Van tal van kanten wordt opgemerkt, dat alle ziekenhuizen die nog maar en kele jaren jn gebruik zijn, toch zijn gebouwd met toestemming van de over- Vandaar dat het bureau van het Col lege heeft bekeken, welke ziekenhuizen zouden kunnen worden gesloten. Het Elisabeth Gasthuis i n Haarlem kwam daarvoor niet in aanmerking. Er is een groot aantal specilismen, de gemiddelde verpleegduur is laag en de staat der gebouwen is goed. Ook was de conclusie schappelijk werkers. Een derde deel van de klachten, zo wordt geschat, is niet van lichamelijke aard en behoeft der halve een andere dan strikt medische behandeling. (Misschien zou Hendriks daarom eens kunnen gaan praten met zijn ambtgenoot van CRM. Die heeft de subsidiekraan zover dichtgedraaid dat een samenwerkingsproject tussen artsen en maatschappelijk werkers in Haarlem nauwelijks van de grond komt, terwijl er goede resultaten zijn en de samen werking door iedereen zeer op prijs wordt gesteld.) Bij het College ziet men de specialist in de toekomst veel meer als een „leermeester”. Hij verleent con sult aan een huisarts, die dan zelf het werk kan opknappen. Zoals hiervoor gezegd is het bureau van het College voor Ziekenhuisvoorzie ningen tot nu toe de enige instelling die aan het opstellen van een advies is toegekomen. Weliswaar is dit slechts een concept-advies, dat nog overleg behoeft met de betrokkenen en moet worden goedgekeurd door het College, maar het is in ieder geval duidelijk welke richting men uit denkt. Sluiting van een aantal ziekenhuizen .en niet proberen tot een oplossing te komen door de beddenaan tallen van alle ziekenhuizen te vermin deren. Dan blijven er per ziekenhuis zo weinig bedden over dat er niet m eer doelmatig kan worden gefunctioneerd en kunnen er niet genoeg diensten meer worden aangeboden. En de verpleegprijs is toch al hoog in Kennemerland. Het ziekenfonds levert daarover interessante cijfers. Daar wijt men de hoge prijs aan de leegstand (vijftien percent) en de te vele nieuw bouw. Met als gevolg dat van de kosten per verzekerde in het jaar 1975, in totaal 1.001,80, een bedrag van 688 gulden was bestemd voor ziekenhuis en specia list. Landelijk veruit het hoogste cijfer. En Kennemerland scoort ook hoog als het gaat om het aantal ziekenhuisdagen dat het ziekenfonds moet Vergoeden. Dat zijn er per duizend zielen 2633, het landelijk gemiddelde is 2.200. En dat is inclusief Kennemerland, als je die regio voor wat betreft het berekenen van het gemiddelde buiten schot zou laten werd het verschil nog groter. Dat betekent voor de verplicht verze kerden niets. Zij betalen een tarief, dat centraal door de overheid wordt vastge steld. Anders ligt het voor de mensen die een vrijwillige verzekering hebben afgesloten. De premie hiervoor wordt namelijk in hoge mate door de zieken fondsen zelf vastgesteld. Als Spaarne- land alleen voor, zulke risico’s zou staan, zou de vrijwillig verzekerde een maan delijkse premie van 141,50 moeten be talen. Nu is dat gelukkig niet zo en legt de ziekenfondspool, ingesteld door alle fondsen bij elkaar, er een flink bedrag bij. Daarmee komt de premie op Dat optimisme hield niet op bij het maken van de plannen, maar kenmerkte ook de bouw. Afwijkingen van schetsplannen waren volkomen normaal en dan altijd zo, dat het wat groter uitviel. Controle was er helemaal niet. Directeur A. J. Poot van ziekenfonds Spaarneland wijt de toestand van dit ogenblik daarom vooral aan de zelfstan digheid van de ziekenhuisbesturen. Er is nooit een controlerend lichaam geweest. De ziekenfondsen waren de roependen in de woestijn. Niemand wenste te luiste ren, „er moest voortvarend te werk" worden gegaan. Ook bij de Provinciale Raad voor de Volksgezondheid wijst men op de lange tijd die er verstrijkt tussen het indienen van een plan en het aanvangen van de werkelijke bouw. Daar kan best weleens tien jaar tussen zitten. Het College voor Ziekenhuisvoorzie ningen kan dat toelichten. De verpleeg prijs wordt immers per ziekenhuis vast gesteld en daarbij is een nieuw zieken huis duurder dan een oud. In de ver pleegprijs mag namelijk geen bedrag worden doorberekend om te kunnen re serveren voor nieuwe investeringen. De overheid gaat er vanuit, dat de patiënt in een nieuw ziekenhuis die kosten maar moet opbrengen en dat iemand in een oud ziekenhuis daar niet aan mee be hoeft te betalen. En een regio als Ken nemerland, met veel nieuwe ziekenhui zen. is dus duur uit. heid. Voor een groot deel is dat het gevolg van de lange tijd tussen plan en bouw. De bouw is dan. nog begroot öp de optimistische gedachte dat er steeds meer mensen zouden komen en dus ook steeds meer mogelijke patiënten. Daar naast, zo legt Van Leeuwen uit, had het ministerie geen fondsen om nee te zeg gen als er in eerder stadium al'ja was gezegd. Dan had het bestuur al zoveel kosten gemaakt voor de voorbereiding dat het nee-zeggen vergezeld zou moeten gaan van een paar miljoen om die kosten op te vangen. In de gewijzigde wet ziekenhuisvoorzieningen is wel in een zogenaamd liquidatièfonds voorzien. Dat aspect betekende dus ook meer bouwen dan eigenlijk nog de bedoeling was. Zo gaf het ziekenfonds keer op keer het advies niet te beginnen aan de nieuwbouw van het St. Jozef Ziekenhuis in Heemskerk. Vergeefs. Zegt econo misch directeur Dickers van het St. Jozef Ziekenhuis. „Als de bouw eenmaal is begonnen kan het niet meer stop worden gezet.” Tal van kosten zijn dap te betalen, waarbij die Van de architect niet de geringste zijn. Als het ziekenhuis eenmaal klaar is komen die er wel weer uit via de verpleegprijs, die per zieken huis wordt vastgesteld. Spaarneland-di- recteur Poot is het daar niet helemaal mee eens. Hij weet zich nog te herinne ren dat ook in Hoofddorp een ziekenhuis was gedacht. De plannen waren al klaar tot en met het bestek toe. Toen zeiden de Haarlemse ziekenhuizen dat zoiette toch te ver ging. De ziekenhuizen en het ziekenfonds hebben gezamenlijk de kos ten op zich genomen. Met de gedachte En toen kwam Josephus Petronella Maria Hendriks. Een man met een heel andere achtergrond. Hij begon in de oorlog bij het Centraal Ziekenfonds in Tilburg, waarvan zijn vader directeur was. Dat beginnen ging helemaal van onderaf, de huidige staatssecretaris heeft ooit nog premie opgehaald ais bode. Na directiesecretaris t e zijn geweest werd hij in 1956 directeur van het zieken fonds. Een man dus. die duidelijk aan de kant van de kostenbewaking stond. Ook in zijn andere functies: voorzitter van de Nederlandse Unie van Ziekenfondsen, lid van de Ziekenfondsraad, lid van het Centraal Orgaan Ziekenhuistarieven, om er maar een paar te noemen. Maar nog even terug naar september 1974. Toen kwam een onderzoek op gang naar de ziekenhuissituatie in Kennemer land. Aanleiding daartoe waren opmer kingen van het ziekenfonds, dat alles zo kostbaar was en ook omdat de landelij ke Ziekenhuiscommissie het wilde. Deze commissie moest advies uitbrengen over stichting of vernieuwing van een aantal voorzieningen en achtte het niet ver antwoord een mogelijk positief advies uit te brengen als er niet tegelijkertijd ’n poging werd ondernomen de overbed- ding terug te dringen. Dat onderzoek gebeurde door het College voor Zieken huisvoorziening, daarbij ter zijde ge staan door een werkcommissie en een begeleidingscommissie. Beide commis sies waren samengesteld uit direct be trokkenen, zoals ziekenhuis-directeuren, specialisten, directieleden van verpleeg huis, psychiatrisch ziekenhuis, zieken fonds en revalidatiecentrum en namens de Kennemerraad de Haarlemse wethou der Leo van den Berg. Daarbij komt nog, zo legt Van Leeu wen uit, dat het karakter van de zieken huizen is veranderd. Twintig jaar gele den was het nog zo dat een gefortuneerd persoon die zich onwel voelde naar het ziekenhuis ging en zich dan liet opne men. Dat is nu verleden tijd. De laatste tien, vijftien jaar worden de ziekenhui zen echt behandelhuizen en streeft men er naar de patiënt zo kort mogelijk in bed te houden. Het is Van Leeuwen daarom zonder meer duidelijk, dat er bedden teveel zijn in Kennemerland. Ontstaan in een tijd van optimisme en nu op de lijst om te worden gesaneerd En eigenlijk weet iedereen wel, dat er bedden teveel zijn. Maar het is in de regio al net zo als in de wachtkamer van staatssecretaris Hendriks. Daar komen dag aan dag be stuursleden van ziekenhuizen vertellen dat ze het helemaal met de staatssecre taris eens zijn. Dat er inderdaad minder bedden moeten komen, piaar dat zoiets in hun ziekenhuis nu net onmogelijk is. Bestuur en directie van het Dia conessenhuis in Heemstede zijn het eens met de op zichzelf noodzakelijke beddenvermindering in de streek. Maar, zo zegt men in een brief aan alle medewerkers en stafleden, men is het volstrekt oneens dat sluiting van zieken huizen en van het Diaconessenhuis in het bijzonder een nuttige bijdrage daar toe zou zijn. Wat zegt wethouder Th. C. Witte van Velsen? Dat hij het goed vindt dat er wordt gestreefd naar vier bedden per duizend inwoners, maar dat het bedroe vend is dat zoiets ten nadele zou moeten gaan van het Zeeweg Ziekenhuis. En zo zouden er nog wel wat meer reacties te vermelden zijn. Ook die van georgani seerde acties- waarbij patiënten en be zoekers worden betrokken. De resultaten van het onderzoek zou den het uitgangspunt vormen voor het advies van het College voor Ziekenhuis voorzieningen over de meest gewenste toekomstige ziekenhuissituatie. Maar ook stonden ze ten dienste van de regio zelf om tot een advies te komen. Dat is (nog) niet gebeurd. De Stichting Samen werkende Kennemer Ziekenhuizen heeft daar geen kans toe gezien. Ook de pro vincie was nauw betrokken bij de tot standkoming van het rapport. Een advies van die kant is er nog niet, wel ver wacht men dat Hendriks daarom zal vragen als hij het advies van het CVZ binnen heeft. Wat bleek uit het onderzoek? Dat er in de acht Kennemer ziekenhuizen in 1976 in totaal 2.799 bedden waren. Dat was heel wat anders dan dat de bedden capaciteit „wat erg groot” was. De pro vinciale planologische diensten van Noord- en Zuid-Holland hadden name lijk berekend, dat de bevolking van het directe verzorgingsgebied van de zieken huizen in 1985 met 33.000 personen zou zijn afgenomen ten opzichte van 1973. Het gerucht in Kennemerland doet de ronde, dat het allemaal een plan is van een katholieke staatssecretaris en dat daarom alle katholieke ziekenhuizen worden gespaard. Het College voor Zie kenhuisvoorzieningen verzet zich met hand én tand tegen die gedachte - „Wij ondernemen geen pogingen om de diver siteit van confessionalisme te behouden. van ’n onderzoek naar de functionaliteit van de poliklinieken (uitgevoerd door het Instituut voor Gezondheidszorg van de Katholieke Hogeschool Tilburg) dat dit ziekenhuis een zeer sterke poliklini sche positie inneemt. En dat is nu juist datgene, waarnaar volgens de structuur nota moet worden gestreefd. tiveren. Zo zei hij in januari 1976 in een interview in Vrij Nederland, dat de medici een overdreven inbreng hebben. „Alsof naast die 12.000 artsen er in de gezondheidszorg niet nog eens 200.000 mensen werken die er hun dagelijks brood moeten verdienen, iedere dag die God geeft”. Wat staat er nu voor schokkends in die Structuurnota? Dat de Nederlandse gezondheidszorg een niveau heeft be reikt, dat door vele andere met ons vergelijkbare landen niet wordt geëve naard. Maar ook, dat de kosten ontzettend snel toenemen. Sneller dan die voor andere gemeenschapsvoorzieningen. En dat de grootste „opmaker” het zieken huis is. Het College voor Ziekenhuisvoorzie ningen stelt, dat men wel een advies uitbrengt wat er zou moeten gebeuren, maar niet hoe dat zou moeten gebeuren. Natuurlijk wordt er wel over nagedacht. Voor de verpleegkundigen ziet men geen problemen. Volgens een onderzoek van de Nationale Ziekenhuis Raad bestaat er on dit moment een tekort van tien tot vijftien percent. Bovendien worden ook op ander gebied veel verpleegkundigen gevraagd en is de doorstroming meestal vrij snel. „Er zal wel een onbloedige reductie tot stand kunnen worden ge bracht.” Ook voor de specialisten ziet men het niet somber in. Het aantal consulten zal naar alle waarschijnlijk heid niet afnemen, alleen zal het meer poliklinisch gebeuren. Hoogstens zou men in de verre toekomst op problemen kunnen stuiten, gezien de vele artsen die zich willen specialiseren. Maar dat staat buiten deze problemen. Moeilijkheden zijn er alleen te verwachten als het om het administratief en technisch personeel gaat. Voor die mensen zal een sociaal plan, met volledige steun van de over heid, dringend nodig zijn. Als het concept-advies van het Colle ge voor Ziekenhuisvoorzieningen een de finitief advies aan Hendriks wordt (en daarover komen eerst nog gesprekken met de betrokkenen), dan rest er nog acht jaar. Dan is het 1985 en moet er een flinke vermindering van het aantal bedden hebben plaatsgevonden. De Provinciale Raad voor de Volksgezond heid pleit voor een geleidelijk verloop, er moet worden gefaseerd als afbouw nodig is. En daarbij zal de -werkgelegen heid niet uit het oog mogen worden verloren. Logisch vindt directeur J. ten Grink van de Provinciale Raad (zelf afkomstig uit het Zeeweg Ziekenhuis) die reacties. „De mensen beschouwen het ziekenhuis als iets verworvens, een dienst die in de buurt klaar staat. Het zijn daarom emo tionele, maar te waarderen reacties van schrik. Met die gevoelens van de bevol king moet je ook rekening houden.” Nu zijn emotionele reacties van de bevol king verklaarbaar. Anders gaat het liggen, als ook medici zich daaraan overgeven. „De discussies over ziekenhuizen worden verstoord door de opvatting dat ze belangrijke personages zouden zijn”, vindt College- directeur Van Leeuwen. „Er wordt in dat verband nauwelijks gedacht aan het belang van de patiënten.” Hij heeft verder gemerkt dat de Nati onale Ziekenhuisraad volop aan zijn plannen meewerkt, maar dat de indivi duele ziekenhuizen moord en brand schreeuwen. En met de Landelijke Spe cialisten Vereniging en de specialisten afzonderlijk ligt het al evenzeer zo. „Er is sprake van een polarisatie tussen de landelijke organen en de regionale. De eerste hebben vooral het algemeen be lang op het oog. de andere het plaatse lijk belang en dat van de direct aange slotenen.” Naar het idee van directeur Ten Brink van de Provinciale Raad voor de Volks gezondheid zal het nog wel enige voeten in aarde hebben voor een patiënt zich achter de nieuwe zienswijze kan stellen. „Je moet bedenken dat men het maar niet zo accepteert dat als er vroeger werd gezegd dat je naar het ziekenhuis moest er nu opeens de opmerking komt van de huisarts: blijf maar thuis, ik doe het zelf wel.” Bij het College wil men ook kwijt, dat de overbedding maar voor ongeveer de helft wordt veroorzaakt door de vier promillenorm. De rest van het aantal bedden dat moet worden gesaneerd is een besnoeiing, eigenlijk niet meer dan het terugschroeven van de ongecontro leerde groei. Maar, zo zegt dan districts- voorzitter F. Rodenboog van de Lande lijke Specialisten Vereniging, die over bedding is in alle grote steden aanwezig en zeker geen Haarlems probleem. Voor zichzelf heeft hij ook wel het idee dat er waf teveel bedden zijn in de regio, maar het terugbrengen op de manier zoals in het concept-advies wordt gesug gereerd zou tot grote problemen aanlei ding kunnen geven. Nu lijkt dat op het eerste gezicht waar. Er zijn problemen in Amsterdam. Den Haag. Utrecht. Ook daar kampt men met overbedding en doet zich een vergelijkbare situatie voor. Maar er zbn andere steden en niet van die hele kleintjes, waar de zaken anders liggen. Bijvoorbeeld in Leiden en Gro ningen, zegt Van Leeuwen van het Col lege. Daar zijn academische ziekenhuizen en dat zijn meestal geen ziekenhuizen van geringe omvang. Logischerwijze zijn dan ook alle gewenste voorzieningen voorhanden. En wat blijkt daarbij? Men weet het totaal binnen de voorgeschre ven norm van vier bedden per duizend inwoners te houden. En ook in Tilburg is dat gelukt. Naar de mening van het College ver dient het grote aanbeveling het Marine Hospitaal in Overveen te sluiten, in ieder geval voor burgerpatiënten. Het ziekenhuis heeft qua beddencapaciteit een te geringe omvang om een aan vaardbaar functiepakket te kunnen bie den. Er zijn in het ziekenhuis 73 bedden voor burgers, er worden elf specialismen uitgeoefend. De ligging is matig, zeker gezien ten opzichte van het regionaal verzorgingsgebied. De bereikbaarheid per openbaar vervoer is slecht. Het aantal bezoekers voor de polikliniek bestaat dan ook voor meer dan een derde uit particulier verzekerden. Uiteindelijk sprak het bureau van het College de voorkeur uit voor sluiting van het Diaconessenhuis in Heemstede en het Zeeweg Ziekenhuis in Velsen. Daarbij overwegende, dat het Marine Hospitaal niet meer door burgers zal worden gebruikt en het Rode Kruiszie kenhuis samensmelt met het St. Jozef ziekenhuis. Hierbij zijn geen grote inves teringen in nieuwe ziekenhuisgebouwen noodzakelijk, terwijl deze oplossing re delijk voldoet aan de noodzaak van spreiding der ziekenhuizen in de regio. Daarom was de leus van Hendriks: de doelmatigheid bevorderen en ontstane wildgroep corrigeren. Om de zaak in toom te houden moest de gezondheids zorg als geheel op elkaar worden afge stemd. Meer nadruk op preventie (voor komen is beter dan genezen), versterking van de gezondheidszorg buiten de zie kenhuismuren. Dat alles geleidelijk, om de bereikte kwaliteit niét in gevaar te brengen. Nog geen maand nadat de structuur nota was uitgebriacht, vond er in Kenne merland een gesprek plaats. Daarin werd voor het eerst de gedachte geop perd een onderzoek te doen naar de regionale ziekenhuissituatie. Nu heeft Blijft tenslotte de vrees voor massale ontslagen en allerlei mensen die werk loos worden. De CPN spreekt over het verloren gaan van enkele duizenden ar beidsplaatsen. Het Diaconessenhuis maakt zich zorgen over „stafspecialisten en personeel”. „De geschiedenis heeft ons vele malen laten zien, dat veranderingen in het maatschappelijk patroon niet eerder met succes kunnen worden doorgevoerd dan wanneer de tijd er rijp voor is”, schreef Hendriks in zijn nota. „Dat wil zeggen, wanneer de maatschappij zelf die veran deringen oproept en vervolgens accep teert en verwerkt. Het moment schijnt nu te zijn gekomen, dat de werkers in de gezondheidszorg ingrijpen de wijzigingen hieróp zullen aanvaar den.” Een ogenschijnlijk verkeerde taxa tie. Al zeggen veel van die werkers nog steeds, dat er wat moet gebeuren. Maar ook voor hen is het zeggen eenvoudiger dan het doen. De verpleegduur bleek vooral lang in het Diaoonessenhuis in Heemstede, 20.8 dagen. Hoog scoren ook de Mariastich ting in Haarlem met 18.7, het Zeeweg Ziekenhuis in Velsen met 16.8 en het Joannes de Deoziekenhuis in Haarlem met 16.7 dagen. Lager dan het landelijk gemiddelde is de verpleegduur in het Marine Hospitaal in Overveen, het Jozef Ziekenhuis in Heemskerk, het Rode Kruisziekenhuis in Beverwijk en het Elisabeth Gasthuis in Haarlem. Het Marine Hospitaal in Overveen. Volgens het College van Ziekenhuisvoorzie ningen van te geringe omvang om eeruaanvaardbaar functiepakket te kunnen Rie den. Er zijn 73 bedden voor burgersr-DP bereikbaarheid per openbaar verboeftn'iddel is slecht. Iedereen verwachtte een ander beleid. Of beter gezegd: er werd een beleid verwacht, na een periode waarin alles kon en het mooiste nog niet goed genoeg was geweest. Dat beleid kwam, met in 1974 als eerste uiting de Structuurnota Gezondheidszorg. Daarvoor had Hendriks al duidelijk laten merken dat er wat zou moeten gebeuren en w as de bekende vier promillenorm ontstaan: vier zieken huisbedden per duizend inwoners. O Het ach en wee. vooral van medici was niét van de lucht. Nu wil de staatssecretaris die geluiden nogal rela- Vijf jaar later, zo is de verwachting, zal die daling zich nog verder hebben doorgezet en wonen er weer eens 22.000 mensen minder dan in 1985. Nu was het mogelijk te becijferen hoeveel zieken huisbedden er nodig zijn, waarbij reke ning is gehouden met het feit dat de oudere leeftijdsgroepen sterker zullen zijn vertegenwoordigd dan nu. Zo kwam men voor 1985 op 1.821 bedden en voor 1990 op 1.765 bedden. Dat betekent, dat er respectievelijk 978 en 1.038 bedden teveel zouden zijn. Uit de stortvloed gegevens die het onderzoek opleverde lichten we enkele cijfers. Zo bleek de gemiddelde bezet tingsgraad van de ziekenhuizen 85,4 per cent te zijn, dat houdt in, dat er gemid deld 417 bedden leegstonden. Ondanks het feit, dat er in Kennemerland heel wat meer gebruik wordt gemaakt van ziekenhuisbedden dan gemiddeld in Ne derland normaal is. Dat is vooral het geval in de gebieden Haarlem en Velsen. De oorzaak hiervan is het grotere aantal opnemingen en de langere verpleegduur. Verder gaat men er in het concept advies vanuit, dat het St. Jozef Zieken huis in Heemskerk (dat eveneens sterk poliklinisch werkt) en het Rode Kruis ziekenhuis in Beverwijk tot een fusie moeten komen. Dit is de gevolgtrekking uit de instemming die staatssecretaris Hendriks had met het nieuwbouwplan van St. Jozef. I n de desbetreffende brief valt het volgende te lezen: „Ik acht het in het belang van een optimale gezond heidszorg in de regio IJmond-Noord, dat ■op den duur in dit gebied beschikt wordt over één middelgroot zieken huis; zulks door een volledig samengaan van uw ziekenhuis en het Rode Kruis ziekenhuis te Beverwijk. Met het oog daarop acht ik het noodzakelijk dat op korte termijn een begin van diepgaand gemeenschappelijk overleg tot stand- komt tussen de beide betrokken zieken huisbesturen. Aan mi jn instemming met het schetsplan verbind ik dan ook de uitdrukkelijke voorwaarde dat u zieh bereid verklaart tot een dergelijk over leg en terzake kontakt opneemt met het Bestuur van het rode Kruisziekenhuis te Beverwijk”. Deze brief van 30 juni 1975 betekende dus het feitelijke vonnis van het ziekenhuis in Beverwijk.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1977 | | pagina 9