I M Off Aj ,.»TI >oo den Ruimte, met stranden die tot voorbij de horizon lijken te reiken tn V. eigenland 5 i to Volgende keer: De N van Nigtevecht en :de jeurs notities idsland: pionieren op de fiets Si WW’ )it dat hij :-motor 3-deurs f 10.495. West-Terschelling met rechts, half verborgen achter het groen, de Brandaris, die in steigers verborgen gaat (foto links). Dampende paarden ruimen kaphout in het Hoomse bos (foto onder). DE voor. wel een beetje van de natuur hou den. van pionieren, fietsen en wan delen. Je moet tegen de stilte kun nen. Op de Boschplaat kan je zelfs in het hoogseizoen nog wandelen zonder mensen tegen te komen. En dan is het nog zo dat je ’n hectare strand voor jezelf uit kunt zetten”. En mocht u onverhoeds besluiten nog voor het seizoen wat daagjes uit te gaan waaien, dan kan ik u verzekeren dat u vele hectaren meer ter beschikking hebt. Hele maal voor u alleen. En dat weet ik uit ondervinding z van Lobke. Ze heeft het een heerlij ke tijd gevonden, een roes die drie maanden duurde en het eiland uit zijn winterslaap haalde. Het contact met de filmwereld is nog een beetje blijven bestaan. En Belg Jan Decleir die Sil Droeviger speelde komt nog wel eens buurten. „Hij is helemaal verknocht aan het eiland en komt nog heel vaak”, vertelt Nel- leke, die zichzelf, als import uit Abcoude, ook helemaal in haar ele ment voelt op het eiland NAAR OOST, naar het land van Sil, waar ook de domineesfamilie met vrienden in warmere tijden graag naar toe trekt. „Met een fles Berenburger”, meldt Nelleke, „we vangen dan zelf onze vis en rooste ren die, heerlijk”, ’n Idee dat navol ging verdient. VOORBIJ HET dorp de Hogere Zeevaartschool, genoemd naar Wil lem Barendsz - die van de overwin tering op Nova Zembla. Barendsz was van Terschelling, uit Forme- rum, iets ten westen van Midsland Dominee Saraber geeft Nederlands op de school, ’t Ging maar om zes De twee scholieren in Midsland zwemmen nu I nog in de ruimte. In het hoogseizoen groeit het plaatsje uit tot een bezig vakantieoord (foto I rechts). s Fietsen is de meest ideale manier om je op O Terschelling te verplaatsen. Aan de auto wordt vooral in de dorpen een halt toegeroe pen (foto linksonder). r maken. „Maar in de zomer is alles anders, dan is het hier een druk centrum en zijn er ook leuke terras jes”, bezweert me later een eilan der, wanneer ik me naar zijn zin wat al te laatdunkend over het dorp uitlaat. IN HET HART van het dorp alweer een kerkhof Aan allerlei verkeersvoorschriften, wandeldo- meinen etcetera valt gevoeglijk af te leiden dat Terschelling niet op uw automobiel staat te wachten. De VW herinnert daar ook graag aan en heeft een smakelijk foldertje uit gegeven met als slagzin „Geef ook uw auto vakantie op Terschelling” Vervolgens wordt aangemoedigd het vehikel te laten staan of te laten slapen en tenslotte voor de heel hard horenden: „De fijnste vakan tie heeft uw auto echter gewoon thuis” Wilt u hem toch meenenem. de overtocht vanaf Harlingen kost retour 75. Een lieve som dus, van af Calais ga je voor hetzelfde geld met vijf man per Hovercraft naar Engeland Nog wat andere tarieven: de boot kost per persoon 17.50, naar Oosterend is 14 en een halve kilometer. Niet erg boeiend, vlak, weilanden. Het kerkje van Hoorn is imposant. Een hotel-restaurant beveelt koffie met krentemik aan en een „vrolijk kinderijsje wat dat ook zijn mag. Een afbeelding ver raadt in ieder geval dat het lekkers een kers in top heeft. In het Hoornse bos worden 1 gekapte dennen geruimd. Met paardekracht. Een treffen met de natuur. De geur van de dampende paardenlijven en het gekapte hout stuurt m’n gedachten naar de stallen van Sarrasani HET FIETSEN heeft hongerig gemaakt. Een inwoner van Mids land heeft weinig hoop dat daar gehoor aan kan worden gegeven. „Je krijgt hier niets”, schudt hij zijn hoofd, „alles dicht”. Gelukkig is de man wat al te pessimistisch, achter een wit gepleisterd klokgeveltje aan het Oosterburen is de keuken tot acht uur ’s avonds open. Maar het is dan, zo vroeg in het jaar, ook meteen de enige keuken in Mids land. De M van Midsland heeft dus niets met het vullen van Magen te HET SPIJT ME NIET in het minst dat de eerste mei nog ver weg is. Niet dat ik de viering van de dag van de arbeid vrees, oh nee, die ontgaat me, want die eerste laat de Oranjebitter zich nog gel den, die ik de dag tevoren op het welzijn van onze vorstin pleeg te drinken. Ook is het niet zo dat ik me druk maak om het hijsen van de rode vlag aan de gevel van het historische Rotterdamse stadhuis. Als André van der Uuw, de besnorde eerste burger van de Maasstad, daar pret in heeft, mis gun ik hem die niet. In mijn pad- vindersjaren vond ik het ook altijd geweldig als ik weer aan de beurt was het dundoek te hijsen, maar dan ging het natuurlijk wel om onze nationale driekleur. NEE, HET GAAT in dit verhaal om heel wat anders. Om een klim partij die niet doorging omdat het nog geen een mei is. Van de Branda ris wel te verstaan, die 206 treden boven Terschelling uittorent, want de kaarsrechte vinger van het Wad deneiland is enkel van 1 mei tot 1 oktober te bezichtigen. Verboden trappen dus voor vroege eilandbe- zoekers. Zoals al gezegd, het speet me niet, zeker niet met nog in het achterhoofd een recente beklim ming van het Belfort in Brugge (overigens nog 160 treden hoger), tegen welke krachtsinspanning het lichaam reeds in het eerste portaal heftig protesteerde. „Een kwestie van luie spieren”, zei de beiaardier me bij die gelegenheid, die zelf niet schroomt om tussen het beieren door schielijk voor zijn twaalfuur tje en een koel getapte Stella naar de Markt af te dalen. TERUG NAAR TERSCHEL LING, dat er op zo’n doordeweekse februaridag verlaten bijligt. Er blij ken maar weinig „walbewoners” te zijn die voor een winterse frisse neus naar het eiland reizen, hoor ik van VW-man Paul Bouman. Daar komt straks, wanneer vooral de zuidelijke provinciën bol staan van carnavalsfestijnen een paar dagen geducht verandering in. „Dat week einde hebben we een paar duizend gasten”, vertelt Bouman. Vooral Limburgers en Brabanders die het hossen en de krakers niet zo zien zitten en afreizen tot buur en broer met het askruisje op het voorhoofd vermoeid aan niets anders dan sla pen, heel veel slapen denken. En één ding is zeker, de carnaval gaat door, daar kan je zelfs als je Wim Kok heet, geen verandering in brengen. IK WAS DE NIET- Carnavalvierders voor. Een gure dag, die nog grijzer werd toen het vale zonnetje zich al vroeg in de middag door een zware wolk liet inpakken. Maar de regen die Bou man voorspelde - „de wind is zuid west, er komen al wolkjes aan” - bleef gelukkig uit. Boumans kan toor staat in Midsland, halverwege, de naam zegt het al, West- Terschelling en Oosterend. Het eer ste wat je ziet als je op het dorpje komt aanrijden is, rechts, aan de Hoofdweg, het Stryper kerkhof, een eeuwenoude dodenakker. OUDE SOBERE stenen, een groot verschil met de begraafplaats in West aan de voet van de in restau- ratiesteigers gevatte Brandaris, waar de stenen gesierd zijn met afbeeldingen van barken, schoe ners en fregatten. Ja, zelfs een stoomraderboot, de „minister Krauss” vind je op een steen afge- beeld. Boven het graf van kapitein Jan Klijn, die aan het roer stond op deze postboot. Een steen met leed die van kapitein Klijn. Dochter Eli sabeth werd zelfs geen negentien en zoontje Jan Piet mocht niet langer dan tien maanden het aardse proe ven. Aan een manmoedige dood herinnert een steen van vijf red ders, die op 3 januari 1880 het leven lieten toen ze zeelui van het wrak van de Queen of Mistley trachtten te halen. Dappere mensen die Lieu- we, Cornells, Johan, Gerrit en Ijs brand. OP NAAR DE levenden. West- Terschelling, het hoofddorp, koes tert zich ook al in een oneindige rust. Je merkt eigenlijk niet eens dat je de begraafplaats verlaat. Hoewel, een mannetje moppert als fotograaf Cord Otting en ik op onze buurfietsen een voetgangersdo- mein willen nemen. Aan de Com- mandeurstraat staan nog schitte rende oude gevels uit de tweede helft van de zeventiende eeuw. Trapgeveltjes. OP DE HOEK van de Torenstraat en Dominee’s Glop woont de her vormde predikant Paul Saraber, de dominee uit Sil de Strandjutter Ja precies, de man die Lobke niet wil de dopen en waarvoor Sil de kerk links liet liggen. De rust om Saraber is inmiddels weer wat terugge keerd. Zijn confraters in het ambt - de 4500 zieltjes op Terschelling zijn in handen van 2 hervormde, een doopsgezinde en een gereformeer de predikant en een r.k. priester - zagen het acteren van Saraber niet zo zitten. Maar zoals elke storm is ook deze geluwd en men wil weer met elkaar praten. Ook de alleraar digste echtgenote van Saraber, Nel- ieke, figureerde in Sil. Als vriendin uur, te weinig om iemand van de wal te halen, dus werd de dominee maar bevoegd gemaakt. Dat is nog eens handelen. ONDERWEG OVERAL borden die werven voor een tochtje per huifkar naar de Boschplaat, een wijdse natuurpracht. Met in het noorden een rechte duinenrij en in het zuiden slenken waar de Wad denzee nog vrij spel heeft. Aan het einde liggen de Amelander duint- jes, twaalf kilometer van Ooste rend, het meest oostelijke dorp op het eiland, verwijderd. Eilandken- ner Hans Hoogenhout, die een boekje over het eiland schreef (Ken nismaking met Terschelling, uitge geven bij Van Holkema en Waren dorf in Bussum) waarschuwt dat de Boschplaat een onherbergzaam en grimmig gebied kan zijn. „Weer en wind hebben er vrij spel en schuil- gelegenheid is er niet”, zegt hij en doet aan wat minder ruige stappers de suggestie de eerste kennisma king met het gebied maar per huif kar te doen DE WEG VAN West-Terschelhng daar is dan 3,50 toeristenbelasting bij inbegrepen. De oversteektijd is ongeveer anderhalf uur. Wilt u het de helft sneller doen, dan kan dat met de snelboot de Koegeiwieck, maar daar betaalt u dan, per enkele reis, 3.50 extra voor ALS U MOCHT besluiten de auto thuis te laten of in Harlingen. Bij mijn aankomst in die plaats wuifde een oude Fries me met zijn wandel stok en bood me een „veilig plaatsje voor mijn deur aan” Dat zal dus wel meer gebeuren. Op Terschel ling is een regelmatige busdienst, van de ene naar de andere kant van het eiland, er rijden taxi’s en overal zijn fietsen te huur Dat laatste ligt nog het meest voor het handje, temeer omdat de meeste vakantie- accommodatie (Terschelling kan, inclusief de campings, ongeveer 25.000 man bergen) gesitueerd is rond de woonkernen en het strand in die gevallen toch'nog altijd een paar kilometer verderop ligt. EEN RUSTIG EILAND, geen Saint Tropez of Zandvoort. Paul Bouman: „Als je hier komt moet je '*‘<r - - jmui v. 'a-'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1977 | | pagina 15