Li Jfy nog steeds afgestoft De meubels worden De bewaarders van Menkemaborg Bonengeur door Tony van der Meulen Rijksarchief Ruikt naar kelder r'l’W, it Kijken hoe de jonker vroeger leefde rt ?t lil sWi''AW i,w WaWa;waW'(%W: '--^ --^•--•W- -/ v -»•- DO 00 porseleinen beeldje schoonblies, heb ik stiekem in die worst gekne pen. Hout! Het lekkere verse, strak glanzende huidje bleek hoogglans lak, daaronder zat een houten rook worst. Na zo’n ontdekking krijg je iets koortsachtig over je: wat is hier eigenlijk nog me^er nep? Snel even knijpen in de uien: echt. Ruiken aan de rijst: echt. Voelen aan het stronk je boerenkool, weliswaar wat ver welkt, maar ze kunnen veel tegen woordig: ook echt! Tikken op een koperen pan: echt. Uit de pomp komt weliswaar geen water, maar meneer Gerard kan die best even hebben afgesloten. En langzaam hervind je je rust. Nog één keer een blik op die valse worst, en de tocht door de verlaten borg kan worden vervolgd. „Dat weten wij niet. We gaan af op oude inventarislijsten, we heb ben hier zaken verzameld uit vele andere Groninger borgen, dus het geeft de sfeer weer van 1820 Hoe een kamer er hier precies uitzag. weten we niet”. Hoe weet u nou of alles er bij staat zoals in 1820 het geval was? In februari gaat de Menkema- borg weer open De sloffen staan dan weer keurig voor het bed, het jonkersbrilletje ligt weer bij het opengeslagen boek, het resultaat van het soppen van mevrouw E. Wit uit Roodeschool moet blijken uit de - glimmende vloeren, en alles ademt dan weer een sfeer alsof meneer Gerard net even weg is naar het dorp, omdat hij nu eindelijk na al die jaren wel eens zin heeft in een echte rookworst. Het kookboek van de borg is helaas elders in het land, waar het wordt tentoongesteld, maar iets ervan is terug te vinden in het boek je Culinaria der Groninger Borgen. gen om daar in het Rijksarchief door het huisarchief van de Menke- ma’s te bladeren. Veldman zet zich intussen weer aan de schoonmaak. e n n, se ie o- is Om de sfeer van de oude borg nog wat indnngerder op te snuiven ga ik, op aanwijzigingen van de con servator terug naar de stad Gronin- 1- Is ij it j, O g is e- e- ti- li- ]er >r ik t- sr •1. >ft an en le en iet iet an lit en en ir- je ir- je ’t en >'n al gs ik: ad an g- de er iet ir- ds ;n. gd te ti en jn en nt. er in ze en ar ib- ke lo an -Maar laatst was hier een hoogbe jaarde heer die nog butler was geweest in een kasteel ergens mid den in het land; hij was zeer onder de indruk van onze opstelling „Ik ben helemaal terug op het kasteel zei hij. Maar hij begon wel onze theetafel meteen anders te rang schikken. De suikerpot hoort daar, zei hij en de theepot hadden we altijd daar Hij heeft ons ook nog voorgedaan hoe hij altijd met de theestoof binnenkwam en hoe hij op een zilveren schaal de post aan diende’ lijk verkleumd uit, en ik kan me helemaal niet meer herinneren hoe dat zomers is. De Menkemaborg op een koude januarimorgen: het is er vreselijk mooi: Een jong, huppelend echt paar, zo te zien lezers van het blije damesblad Viva, laten de rashond uit. Op de singel rond de borg turen drie mensen met een kijker in een boomkruin. Met het blote oog is er niks te zien, maar zo’n’kijker doet soms veel. Sinds de 14e eeuw leven hier mensen, die het voor een groot deel wel hebben gebracht tot een ovaal schilderij, dat nu door museu- massistent Middendorp wordt afge stoft. In de sneeuw begint plotseling een spoor van voetstappen: de oude heer Gerard alsnog terug op aarde? Een auto van het elektriciteitsbe drijf arriveert: de boiler van de museumassistent is helaas defect. „Dat verhelpen we toch even”, zegt de man. Alleen, in de maand januari is de Menkemaborg voor het publiek gesloten en geeft het interieur de oude jonker weinig aanleiding om op korte termijn terug te keren. Alle kamers staan op zijn kop, zijn slof fen liggen nu wat verloren in een doosje, zijn bril is dichtgevouwen, het boek dichtgeklapt: de jaarlijkse grote schoonmaak van de borg. Mevrouw E. Wit uit Roodeschool gaat wrijvend en boenend rond, de museumassistenten H.W Midden dorp („Eigenlijk leef je hier hele maal in ’t verleden, ja”) haalt Wat aten ze op de Menkemaborg als het lekker koud was in januari: saucijzen met 15 pond varkens vlees, 250 gram zout, 20 gram peper, 20 gram nagels, 20 gram muskaat, „dit te samen door malkander geroert en in schep- of varkensdar- men gestopt” Het boekje bevat ook een recept tegen kinderhoest, een drankje dat voornamelijk bestaat uit eieren, kanariesuiker, honing en „eenig brandewijn”. Het recept staat genoteerd in het begrafenis boek van de kerk van Uithuizen, en dat doet vermoeden dat het drankje niet altijd aan het gestelde doel heeft beantwoord Het Rijksarchief op zaterdagmor gen is ook iets heel aparts: allerlei mannen en een enkele vrouw blade ren ijverig door dikke stapels foli anten op zoek naar hun voorge slacht. Ik zit boven een oud recep tenboek van de Menkemaborg, waarin in sierlijk geschreven latijn wordt vermeld wat de adellijke bewoners zoal ondernamen als zij getroffen werden door hoest, gal- pijn of een „gezwollen roede”. In een kelder naast de keuken heeft Gerard van Menkema zijn reservedakpannen liggen, in een hoek staan enige ploegen opgesteld. Het ruikt er echt naar een kelder. Boven hoor je een emmer ramme len. Mevrouw E. Wit slaat zeker aan het soppen. Daarom de tuin maar in, daar valt weinig te vernielen. De conser vator ontsluit de grote voordeur en informeert op ingehouden toon: „Ik weet niet of u nog naar de wc moet, maar die is in de druivenkas”. Hij geeft de sleutel mee: de kans om in die druivenkas te komen, waar je zomers ook nooit in mag. Maar het valt wat tegen. Niks geen ranken of wingerds waar je in de boeken wel eens over leest. Gewoon wat opslag van oude kistjes en enig tuingerei. In de borggracht kwekken vele eenden, want alles wat hier in de buurt maar kan vliegen, komt in de winter naar de borg: er is altijd open water en er is altijd voedsel. De borgpauw zit wat schuchter in een hoek en verdomt het ondanks m’n gehits om in de vrieskou te gaan staan pronken. Een naakte engel zonder geslacht ziet er vrese- Door schooltandarts J. J. Stienstra samengesteld, met dank aan de dames mevrouw C. C. Thomassen a Tuessink van der Hoop van Slochteren-Star Numan (dat is een en dezelfde mevrouw) en mevrouw C. M. van Haersma Buma- jonkvrouw Tjarda van Starken- borgh Stachouwer ook geen naam die je in de buurt van het fornuis verwacht. De borg in stijl laten betekende in het begin de spullen wat laten staan die de laatste jonker niet jn het graf had kunnen meenemen. Wat oude kasten en schilderijen plus een enkel handkoffiemolentje waar het gewone volk eerbiedig en verrast tussendoor schuifelde. Later is de opzet verfijnd. En Freerk Veldman, de huidige conservator, die elke dag op de borg is en tussen de middag in de oude slaapkamer van meneer een lichte lunch plus een vrucht gebruikt, heeft het interieur nu helemaal in de sfeer gebracht van rond 1820. Toen bloeide het Gronin ger borgleven op z’n fleurigst. Freerk Veldman heeft bij de her inrichting het detail niet geschuwd. Het is net alsof de oude edelman de borg net even heeft verlaten om zich wat te vertreden in de moes tuin, maar hij kan elk moment wor den terugverwacht, en dat geeft aan het bezoek van de borg een zekere spanning. Je staat in iemands slaap kamer te gluren, maar elk moment kun je de hete adem van de jonker in je nek voelen. Z’n bril ligt nog boven een opengeslagen boek, zijn sloffen staan voor het bed, in de keuken ligt al een lekkere verse rookworst klaar waar de jonker, na zijn ommetje, gretig in zal happen. georganiseerde acteurs, zich in 18e- eeuwse kleding. De voorgeschreven handelingen waren beperkt, en werden gedurig herhaald. „In de keuken wordt ijverig groente schoongemaakt voor het diner, waarvoor in de eetkamer de huis knecht bezig is de tafel te dekken en een linnenmeisje de servetten con troleert en onder de linnenpers legt. Er wordt gepraat, maar hét publiek mag dit niet verstaan”. Omdat twee meisjes in de kelder bezig waren bonen schoon te maken, trok er plotseling een bonengeur door de borg. Je hoorde uit de bibliotheek het geklak van het tric-tracspel, boeken werden dichtgeslagen, je hoorde hoe met stoelen werd geschoven: een heel speciale ervaring". Conservator Freerk Veldman heeft dierbare herinneringen aan deze avond: „toen leefde de borg helemaal echt. Je kreeg effecten waar je nooit op gerekend had. Elke morgen rijdt mevrouw E. Wit uit Roodeschool op haar bromfiets door de vrieskou naar de Menkemaborg in Uithuizen, ratelt over de borgbrug, en begint de kamers te schonen en koning David op het kabinetorgel te stoffen alsof de oude jonker nog leeft. Deze laatste landedelman, Gerard Alberda van Menkema, stierf echter al in 1902, na kind noch kraai te hebben verwekt. Zijn portret hangt nu links naast de voordeur. Ik vraag me af of het wel zo’n blije man geweest is. Meer een nors type. Na zijn dood en sfeervolle bijzetting in het familiegraf nam het volk bezit van de borg. Niet om, zoals in vroegere tijd soms wel met kastelen gebeurd, de zaak uit haat en nijd te vernietigen, het bestek te jatten en de stenen te gebruiken voor het opmetselen van varkenskotten en een visbakkerij. Nee, de borg werd in stijl gelaten en zo kon iedereen eindelijk eens komen bekijken hoe die jonkers altijd geleefd hadden. Want vroeger kwam je eigenlijk nooit in zo’n borg als je er niks te maken had. Hele oude bewoners van het dorp Uithuizen schijnen nog steeds door een lichte schroom te worden bevangen bij het betreden van de deftige behuizing. Terwijl je daar nu gewoon met eigen verdiend geld voor betaalt, dus er valt je niets te maken Even sta ik op het punt de oude doolhof te bezoeken, maar dat zou laf zijn in dit jaargetijde: de beu kenhagen zijn nu geheel doorzich tig. De beroemde rozentuin in kan wel. Ook geheel kaal, maar ook ais le in het volle blad zit, kun je er de weg makkelijk vinden. Met deze rozentuin wordt elk jaar door de borg twee maal geadverteerd. Begin juli heet het: „De rozentuin staat in bloei”. Twee weken later is het enthousiasme gestegen tot: „De rozentuin staat thans in volle bloei”. Een jaarlijks terugkerend ritueel. Binnen in de borg heeft conserva tor Veldman inmiddels een forse stapel plakboeken klaar gelegd. Zit tend bij de gaskachel in de voorma lige slaapkamer van de oude jon ker, waarin wellicht nog de ver maarde Unico Allard Alberda van Menkema bij kaarslicht is verwekt, treffen we de meest curieuze docu menten. Het kranteverslag van het gemor van de Uithuizer midden stand omdat de feeërieke verlich ting van de borg met vetpotjes plot seling niet doorging. De conserva tor moest het bed houden wegens een acute hernia, en durfde het brandbare festijn niet aan derden over te laten. Aardig is ook het draaiboek van een televisiefilm voor Van Gewest tot Gewest, waarin de geluidsman zijn aanwijzingen heeft geschreven voor de geluiden die de opnamen van de borg moesten verlevendigen. Zo voorzag zijn regie in achtereen volgens: gepiep, holle voetstappen, gerammel met bestek en het schal len van een jachthoorn Opnamen van het slaapvertrek met het koninklijke hemelbed wilde hij opsieren met enig voornaam gesnurk, terwijl hij voor het perso- neelsvertrek adviseerde: „gesmoes”. In het plakboek zitten ook hele series uitnodigingen op geschept papier voor de zomeravondconcer ten in de borg „In de pauze wordt thee geschonken U wordt verzocht de gebruikte kopjes in de lege ven sterbank te plaatsen Het einde van de pauze wordt aangegeven door net luiden van de dienstbel aan de gevel van de Borg Liep doorleefd zijn ook de aan wijzigingen voor het tableau vivant uit 1974 om de geest van oude tij den nu eens nelemaal compleet te laten herleven, staken leden van de rederijkerskamers Excelsior en Union, aangevuld met enige niet- schilderijen van de wand en legt hele generaties Groninger edellieden samen met hun wat sip en zuinig kijkende dames op de historische vloerbe dekking. Timmerman Nanninga uit Uithuizen heeft de oude schouw in de bibliotheek in de steigers gezet. De leiding van de hele operatie berust bij conservator Veldman, die weer met een grote gretigheid de strijd tegen houtworm en ander miniem gespuis heeft opgevat. De stoelen die anders de oude dis sie ren, staan nu in een rij achter elkaar alsof een klein jonkertje treintje wil gaan spelen. Het ser viesgoed is afgedekt met zwart landbouw-plastic, de bedden van de meiden liggen er leeg bij. De Men kemaborg in januari. Ik heb er een dagje rondgeschar reld en ben met opzet overal heen gegaan waar je normaal als publiek niet mag komen. En dat heeft in ieder geval een verrassende, maar eerlijk gezegd toch ook wel teleur stellende ontdekking opgeleverd: „De worst is niet echt. Ik kwam beneden in de oude keuken, waar je zomers alleen vanachter een touw in mag kijken. En op die afstand ziet de worst voor heer Gerard van Menkema er zeer begerenswaardig uit. Maar nu had ik de kans om die worst wat dichter te benaderen. Terwijl conservator Veldman ergens boven in de borg een klein W l De Menkemaborg ligt er in de winter stil bij. Tijd voor de schoonmaak van s Jonkers spulletjes. Alles gaat van zijn plaats. De elektrische boor machine vloekt met de omge ving, maar is toch wel gemak kelijk. Als de bezoekers straks weer komen kijken zijn de gangen en kamers opge ruimd. Daar zorgt conservator Veldman voor.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1977 | | pagina 19