Jozef Szajna met banale voorstelling naar Witkiewicz
Jesüs Cobos
weinig Spaans
Van der Graaf Generator nu
stroef en minder gepolijst
Concerttournee bewijst oerdegelijk vakmanschap
Geer van Velde
overleden
Jaap van Zweden blijkt
zeldzaam viooltalent
Bij Aznavour klinkt Franse
Fats’ gouden geluid
nog bruisend vitaal
lied nog steeds vitaal
Musiceren met aanstekelijk enthousiasme
CO leek ingeslapen
DRIE WINNAARS OSKAR-BACK-CONCOURS
Roer op drastische wijze omgegooid
19 7 7
11
MAART
7
MAANDAG
KUNST
AMSTERDAM. „Als het publiek de zaal
uitgaat moet het de indruk meekrijgen dat het een
vreemde droom heeft beleefd, waarin de meest
banale dingen een raadselachtige bekoring uit
stralen zoals alleen in droomfantasieën kan”, zegt
de Poolse schrijver-beeldend kunstenaar Stanis
law Ignacy Witkiewicz in zijn „Inleiding tot de
theorie van pure vorm in theater”. Een groep
Nederlandse acteurs en actrices voert momenteel
een absurdistisch theaterspektakel in ons land op,
waarvoor Witkiewicz in vier op zichzelf staande
toneelstukken de bouwstenen aandroeg. „Witka-
cy” heet de nieuwe produktie, die door de Poolse
regisseur en theatervernieuwer Jozef Szajna
werd samengesteld. Witkacy is ook het artistiek
pseudoniem dat Witkiewicz zich koos om zich te
onderscheiden van zijn vader, eveneens schilder-
schrijver.
Verward
Theatraal
geweld in
i
(Foto: Bob van Dantzig)
I
I
I
KO VAN LEEUWEN
I
JOHAN VAN KEMPEN
Een optreden van Aznavour is ook een
JOHN OOMKES
Niettemin werd de indruk gevestigd,
dat hier een zelden voorkomend groot
natuurlijk viooltalent zich liet gelden;
waard om bij verdere ontplooiing te doen
confronteren met het begrip dienstbaar
heid in artistieke zin. Zo kan ook de toe
kenning van de prijs zin krijgen, nu deze
uitdrukkelijk het karakter van een studie
beurs is gegeven en hierbij blijkbaar de
overweging heeft gegolden; voor wie is
deze prijs van meest effectieve betekenis
De voor het Nationaal Concours uitge
loofde Elisabeth Back-prijs won de 22
jaar oude Lodewijk da Silva Rosa. Voor
Joan Wijzenbeek-Mooney was de Prijs
van de stad Amsterdam en die van het
Oskar Back-fonds. De jury, die tot deze
beslissingen was gekomen, bestond uit
André Jurres (voorzitter), mevrouw Etien-
nette Alvares Correa, de vioolpedagoge
Davina van Wely en de violisten Willem
Noske en Jaap Schröder.
Joan Wijzenbeek-Mooney besloot deze
langdurige concoursmiddag.
Aznavour bleèk al vrij snel een formule
te kunnen hanteren die vruchten afwierp
Op zijn concerten van dit weekeinde was
dat als het ware „uitgekristalliseerd Hij
gaat niet op de gekweld-gevoelige toer
bereiken. Vooral door z’n banale over
daad werkt dat effectbejag verveling in de
hand.
AMSTERDAM. Peter Hammill stap
te zaterdagavond in Paradiso dadelijk
naar de microfoon voor een wat crypti
sche verklaring: „Wel, het zal wat anders
zijn, maar ook wat hetzelfde". Van Der
Graaf Generator is, al snel na een inarij-
Het werk van Geer van Velde wordt vaak
vergeleken met dat van Bonnard, Mon
driaan, Villon en Feininger. Zijn schil
derijen waren voornamelijk te vinden op
officiële Franse exposities in binnen- en
buitenland. In 1971 was zijn werk voor het
eerst sinds 45 jaar weer in Nederland te
zien
Geei’ van Velde zèi zelf ter gelegenheid
van de Amsterdamse tentoonstelling in
1971: „Ik heb mijn hele léven geprobeerd
het licht te schilderen. Ik probeer tot de
kern van het licht door te dringen, het zijn
te doorgronden. Dat is onmogelijk, maar
ik wil er zo dicht mogelijk bij komen. De
geheimen van het leven moeten ingesloten
zijn in de zeven kleuren die wij hebben. Ik
weet er ook geen bliksem van hoe dat
allemaal zit. maar als ik één van mijn
doeken zie. is het alsof' ik in een spiegel
kijk"
Zijn chansons zijn onverwoestbaar En
eigenlijk geldt dat voor zijn hele genera
tie Met Brei, Bécaud, Brassens en Barbra
behoort hij tot die eerste lichting van na
de oorlog die het chanson een frisse adem
gaven, die een naam opbouwden met con
tinue kwaliteit. Ook al ging het vaak tegen
de stroom in, want de Franse taal had het
ook in eigen land moeilijk, het Engels
woekerde immers op grote schaal in de
Romaanse cultuur voort
De draad wordt na de pauze moeiteloos
opgenOmen en in een even hoog tempo
gaat het naar het einde De mees! klassie
ke chansons klinken alsof ze pas gisteren
zijn geschreven. Dat zit *m waarschijnlijk
ook in het tijdloze karakter. On ne sait
jamais, Emmenez-moi, La Bohème, Que
c’est friste Venise zijn voor nog eens een
kwart eeuw geschreven
AMSTERDAM Vrijdagavond gaf
Fats Domino twee concerten voor een
beide malen zo goed als uitverkochte
Nieuwe RAI Concertzaal. De vrees dat hij
zich hoewel hij inmiddels negenenveer
tig /aar oud is tijdens zijn eerste optre
den wat zou sparen blijkt ongegrond,
want hoewel Domino zijn grotendeels uit
de jaren vijftig daterende materiaal vele
honderden malen voor het voetlicht heeft
gebracht, kwijten hij en zijn tien man
sterke begeleidingsgroep zich met een
aanstekelijk enthousiasme van hun taak
Zijn gitaarspel in Marks is nog voldoen
de. maar de muzikale contrasten zijn inte
ressanter als Hammill achter de vleugel
kruipt zoals in de medley Rock Roll en
Arrow (van Godbluff), al maakt het
geheel zo nu en dan een minder goed
ingespeelde indruk Daarna konjen My
Room (van Still Life), The Siren Song -
woest en romant sch - en het lieflijke Tiny
Hills van de nieuwe solo-elpee. dat een
beklemmende indruk achterlaat. In Lost
and found gedraagt Hammill zich erg
onzeker (knoeit aan zijn versterker), maar
Smith is dan juist op zijn sterkst te horen.
When She comes maakt zoals de gehele
show een stroeve indruk; goed, maar rom
melig. Timewarp en het bij vlagen zeer
directe Last Frame laten een publiek ach
ter. dat gemengde gevoelens koestert.
Niettemin wordt een toegift erg gemakke
lijk afgedwongen, maar ook die bewijst
dat Hammill en consorten nog heel wat
dienen te schaven
PARIJS/DEN HAAG (ANP). In de
nacht van vrijdag op zaterdag is in Parijs
de Nederlandse kunstschilder Geer van
Velde op 79-jarige leeftijd overleden.
Geer van Velde, in Lisse geboren, broer
van de schrijfster Jacoba van Velde en de
schilder Bram van Velde trok in 1925 ter
gelegenheid van de wereldtentoonstel
ling naar Frankrijk en heeft daar sinds
dien gewoond in Caehan. vlak onder
Parijs.
te zijn: „De nieuwe bevrijding”, „Zij”, „De
schoenmakers” en „Gyubal Wahazar”. Hij
haalde er de personages en elementen uit
die nodig waren om tot een geheel nieuwe
van al deze vier stukken dramaturgisch
onafhankelijke theaterproduktie te
komen Szajna ging in zijn collage uit van
enkele hoofdthema's: de rol van de kun
stenaar en de kunst in de maatschappij en
diens confrontatie met politieke en sociale
omwentelingen; man-vrouw relatie; ero
tiek, maar vooral het drama van het
absurde van het menselijk bestaan. Denk
aan Sartre’s existentialisme. Szajna toont
zich daarmee een getrouw volgeling van
Jaap van Zweden toonde in zijn spel een
jeugdige zelfverzekerdheid, waarmede hij
zich onbeschroomd, door geen spoor van
twijfel geremd, aan zijn vertolkingen
overgaf. Een uitzonderlijke violistische
dispositie, zowel voor de beheersing van
de streektechniek als voor de techniek
voor het vingerspel, stond hem hierbij ten
dienste
pende verandering van bezetting, voor
een zestal concerten in Nederland. Een
eerste mogelijkheid voor de trouwe scha
re fans die de groep hier al jarenlang
heeft, om van de eerste verbazing te beko
men en vast te stellen wat erover is van
het voorheen zo symfonische geluid.
feest van herkenning. Vrijwel elk chanson
is bekend en Aznavour brengt ze zoals zijn
publiek het wil. Een zeker verwachtings
patroon was dan ook heel sterk aanwezig,
maar veel kwaad kan Aznavour daar niet
mee. want het is nog steeds ontwapenend
wat hij doet.
De enige echte Spaanse sfeer op dit
teleurstellende concert kwam van de mez
zosopraan Nati Mistral, die de bescheiden
solopartij in „El amor brujo” vertolke. Dit
was het pure geluid van de Iberische
folklore in een compositie die artistiek
gesproken de moeite van het aanhoren
ook dubbel en dwars waard is. „Fuego
fatuo” daarentegen, de balletmuziek op,
thema’s van Chopin, die hier in Amster-
dam in première ging, is een partituur die
beslist in de kast van De FaÜa’s erfgena
men had moeten blijven liggen en die in
de verklanking de nagedachtenis van deze
overigens hoogbegaafde componist geen
goed doet.
Hij legde de muziek van elk werk zijn
eigen onbevangen wil op en onwillekeurig
kon men, nu het niet ging om één, maar
om vijf composities het verschijnsel van
gelijkschakeling van uitdrukking gaan
waarnemen, het minst voor de vier muzi
kale momentopnamen van Webern, die
daartoe de kans niet gaven.
De kandidaten stonden voor de onmen
selijk zware taak een programma van vijf
nummers ten gehore te brengen. Vier
hiervan waren volstrekt verplicht, met
name de Sonate opus 82 voor viool en
piano van Lex van Delden, het Adagio en
de Fuga uit de derde Solosonate in C grote
terts van Johann Sebastian Bach, vier
stukken voor viool en piano, opus 7 van
Anton Webern en de Solo-sonate opus 27
no. 3 „Ballade” genoemd van Eugène
Ysaye. Voor het vijfde „betrekkelijk” ver
plichte nummer mocht een keuze
gemaakt worden uit de eerste delen van
de vioolconcerten van Mendelssohn, Gla-
zoenof en Sibelius.
Ondanks de jazzy arrangementen is het
begin nogal vlak Aznavour start vanuit
een heel veilige basis, drijft spoedig op
zijn routine in liedjes als Le Temps, Par
Gourmandise, Marie quand tu t’en vas en
I love you. Maar als de linkerhand non
chalant in de broekzak wordt opgeborgen,
gaat het beter. Zonder aankondigingen,
zonder presentatie van het zeven man
sterke orkest en het vrouwenkoortje gaat
het ononderbroken verder: Voila que tu
reviens; me voila seul, The Old Fashioned
Way (in de bekende uitvoering met de
linkerhand over de schouder), She, Mes
Emmerdes, tot het vijftiental voor de pau-
- ze is volgemaakt.
In mindere mate geldt dit ook voor het
allereerst gespeelde orkestwerk „Home-
najes”, waar De Falla ook al niet op z’n
sterkst in naar voren komt en waarbij in
deze uitvoering meteen de ongeïnspi-
reerdheid van het Concertgebouwkorkest
duidelijk aan de dag trad. Het leek overi
gens wel of die negatieve kwaliteiten in
brede kring voorvoeld werden. Want de
anders in dit kader („informeel uit naar ’t
Concertgebouworkst”) gegeven concerten
kenden een afgeladen zaal met tweedui
zend man in de stoelen en honderden
tieners in het voor die gelegenheid vrijge
maakte middenvak, terwijl ditmaal
slechts een handjevol jqngelui op de kale
vloer zat en het bezoekersaantal dichter
bij de vijfhonderd dan bij de duizend zal
hebben gelegen. Gelukkig maar, uiteinde
lijk.
De musici zijn overigens niet wakker
geworden en je had de hele avond het
gevoel dat welke Nederlandse dirigent
dan ook, méér Spaanse sfeer uit het con
certgebouworkest had kunnen halen dan
deze Spanjaard. Behalve die verregaande
mafheid van geest, was er bovendien een
verbazingwekkende muziekkapel-kleur
aan het musiceren van ons top-ensemble
Hbé is deze maatslaanderige López
Cobos, van wiens geaffecteerd-zwierige
gebaren niets uitgaat, in godsnaam aan de
lessenaar van het Amsterdamse Concert
gebouw terecht gekomen?
zoals Brei dat deed, heeft ook niet het
speels-oppervlakkige niveau van een
Bécaud. Wat Aznavour doet is een soort
gemiddelde daarvan Zijn teksten over
liefde, verlatenheid en het artiestenvak,
steken niet al te diep, zodat ze gemakke
lijk een massapubliek kunnen bekoren,
maar ze bevatten genoeg emotionaliteit
om als een persoonlijke en intieme uiting
te kunnen worden beschouwd.
DEN HAAG. Oerdegelijk vakman
schap en nog altijd uiterst vitaal, met die,
twee eigenschappen valt Charles Azna
vour op als hij voor een korte tournee ons
tand aandoet. De drie grote steden zijn in
deze trip opgenomen: zaterdagavond een
enthousiast reagerende Edenhal in
Amsterdam, vanavond een al op voor
hand uitverkochte grote zaal in De Doe
len in Rotterdam en gisteravond het
Nederlands Congresgebouw in Den Haag
Een publiek dat ieder nummer van de
zanger hartelijk verwelkomt, als stond de
hitparade wekelijks vol met Franse lied
jes. Een sfeer,-miet alleen door de hang
naar nostalgie van de vijftigers bepaald,
maar ook door veel jongeren die de eerste
golfbewegingen van het Franse lied in de
jaren ’50 onmogelijk kunnen hebben mee
gemaakt. Aznavour bewijst met die actu
aliteit al zo’n kwart eeuw een grote popu
lariteit te bezitten En dat in weerwil van
welke stroming dan ook in de lichte
muziek
Het avant-gardisme van Witkiewicz
staat momenteel sterk in de belangstel
ling. Die opleving van het werk van de in
1939 door zelfmoord om het leven geko
men Poolse kunstenaar concentreert zich
de laatste week vooral in ons land. Vorige
week dinsdag begon een serie opvoerin
gen van „Witkiewicz” „Dodenklas” in Mic-
kery (nog te zien t.m. aanstaande zondag)
en tot 4 april worden pasteltekeningen
van hem geëxposeerd in het Van Gogh-
museum. „Witkacy,, ging zaterdag in pre
mière in De Brakke Grond.
De vier toneelstukken van Witkiewicz,
die Józef Szajna voor „Witkacy” gebruik-
Domino I'm walking in uil 1957 dat
wordt gevolgd door Blue Monday uit
dezelfde periode. Hij steunt daarbij op
zowel een nauwgezet opererende ritme
sectie (bas, drums Earl Palmer twee
gitaren) als op een vrij uitgebreide koper-
sectie (twee trompetten, drie tenorsaxen,
een baritonsax), maar de laatster), kleden
de scherpe „riffs” aan, voegen het zo
bekende warme coloriet van de Domino-
sound toe en zorgen voor leven in de
brouwerij. Zo zet een van de tenoristen
voortdurend een wat nichterige paljas
neer, dirigeert de eerste trompettist het
handgeklap van het publiek en toont een
derde een staaltje extatisch dansen
(„second line”).
Domino zelf excelleert in versies van
I'm gonna be away some Day, Red Sails in
the Sunset. Hello Josephine, Blueberry
Hill, Walkin' to New Orleans, Ain’t That a
Shame en You win again; wisselt langza
mere en snelle nummers verstandig af en
bouwt een finale (terwijl zijn blazers tij
dens When the Saints door de zaal parade
ren), die me lang zal heugen.
JOHN OOMKES
Charles Aznavour danst met zijn denk
beeldige geliefde in The Old Fashioned
Way. een van de chansons die hij gislei
avond ju Den Haag bracht
Ook dooi’ haar vertolkingen-trad een
bijzondere violistische begaafgdheid aan
de dag, vooral bij de voordracht van Van
Deldens sonate, die vaak verkwikkend in
klank werd gezet, en ook bij de virtuoze
uitvoering van de „Ballade” van Ysaye.
De vertolking van het eerste deel van
Mendelssohns vioolconcert leed merk
baar door vermoeidheid.
P. ZWAANSWIJK
standelijkheid bij de aanpak van de ver
tolkingen. Streven naar een/voordrachtse-
venwicht van weten en bezielen moet bij
de gebleken voortreffelijke spelkwalitei-
ten zeker succes hebben
In het spel van de beide andere; oudere
kandidaten was duidelijk merkbaar hoe
zelfkritiek van invloed op het prestatiën)
veau geworden was Voor Lodewijk da
Silva Rosa bleek dit uit een voorzichtiger,
behoedzamer benadering van de muziek
vaak gepaard met onderdrukking van
spontaniteit en met uitschakeling van vei
Witkiewicz, wiens werk daarop evenzeer
gericht was.
„Witkacy” is een theaterstuk geworden
dat totaal afwijkt van het gevestigde natu
ralisme. Szajna heeft getracht er de syn
these in aan te tonen van de immer actuele
problemen waarmee de kunstenaar Wit
kiewicz zich bezighield. Het resultaat is
een satirische komedie, waarin wel her
kenningspunten aanwezig zijn, doch die
over het geheel genomen onduidelijk en
verward overkomt. Het verhaal is opge
bouwd rond de verzamelaar van moderne
kunst, criticus en theoreticus Blasius van
Fladderak, die in gezelschap verkeert van
zijn vriendin, de actrice Galma Deliciosa,
en zijn huishoudster-kokkin Marianna.
Ook Galma’s vroegere echtgenoot Tefoe-
an verschijnt en hij zal zich later scharen
aan het hoofd van een groep indringers,
die de kunstschatten van Blasius zullen
vernietigen. Symbolisch bedoeld, want
die kunstverzameling houdt Blasius’ sta
tus van individualist overeind. Dan barst
er een festijn los op de puinhopen van het
oude leven. De actrice Galma wordt ver
moord door naehtclubdanseres Rosika en
even later wordt een reusachtige pop die
Galma naakt moet voorstellen, de scène
binnengedragen
Er valt nog heel wat meer te vertellen
over wat er allemaal in „Witkacy”
gebeurt, want er is een Overdaad aan
gebeurtenissen die er met de haren zijn
bijgesleept Wanneer je het allemaal in de
toelichting vooraf leest wordt er wel iets
duidelijk, zijn er zeker herkenningspun
ten, maar de niet voorbereide toeschou
wer zal het er niet gemakkelijk mee heb
ben. De inhoudelijke kant van de voorstel
ling die Józef Szajna gemaakt heeft is
volkomen verstopt door met grotesk
geweld gespeelde scènes. Zeker, er zijn
interessante momenten en ik heb zo nu en
dan ook echt moeten lachen, maar achter
af bezien kan ik er niet meer in ontdekken
dan een opeenhoping van alle voorhanden
zijnde theatrale middelen teneinde een zo
groot mogelijk vervreemdend effect te
Bitter weinig, zo luidt de conclusie.
Hamill, een zeldzame combinatie van een
dominante persoonlijkheid en een niet
altijd even zelfbewust handelende musi
cus, heeft het roer op drastische wijze
omgegooid. Van Der Graaf Generator
oogt niet alleen anders, maar produceert
een veel minder gepolijst, schraal geluid.
Hamill heeft Dave Jackson, de extrava
gante saxofonist en Hugh Banton, de
organist ingeruild tegen bassist Nic Potter
(die ooit rond 1969 in VDGG aktief was) en
violist Graham Smith (ex-String Driven
Thing). Drummer Guy Evans werd
gehandhaafd, zodat in feite de bezetting
waarmee Hamill zijn laatste soloalbum
maakte tot Generator is omgedoopt.
Jozef Szajna heeft „Witkacy” ook met
zijn eigen gezelschap Teatr Studio in War
schau en in Florence gespeeld en het moet
toen een overweldigend succes geweest
zijn. Dat kan ik niet vinden van de opvoe
ring die nu in ons land te zien is en
waarvoor Joanna Bilska de vertaling
maakte. Op enkele positieve uitschieters
na (Cor van den Brink, Frederik de Groot
en Liesbeth Struppert) wordt er matig tot
onbeholpen geacteerd in een voorstelling
waarin het theatraal geweld voortdurend
blijft overheersen. Er is door Szajna voor
al beeldend gewerkt; de tekst blijft onder
horig aan het visuele, dat echter wel die
zelfde tekst als uitgangspunt heeft. Wat na
de voorstelling achterblijft is grote ondui
delijkheid die binnen die kaleidoscoop
van kleurig wisselende scènes niet tot
klaarheid kon komen. Voor mij bleef het
een verwarrende, raadselachtige droom
die me nauwelijks kon bekoren. Nog t.m.
19 maart te zien in De Brakke Grond.
Daarna gaat de voorstelling tot eind april
op reis.
Domino is zonder twijfel de succesvol-
ste, uit de smeltkroes New Orleans afkom
stige musicus. Zijn stompende, up-tempo
pianospel is van grote invloed geweest op
de ontwikkeling van de rock roll (even
als op Jamaicaanse ska trouwens), hoewel
hij zijn oorspronkelijke muzikale opvat
ting onder invloed van het succes nooit
veel heeft hoeven aan te passen. De tel
kens herhaalde ritmische motieven, zijn
enigszins nasale stemgeluid en de stevige
begeleiding waarvan hij zich al vroeg
voorzag, leverden een vrij, simpel, maar
gouden geluid op, getuige het dozijn of
meer grote hits dat hij er moeiteloos mee
scoorde.
Tijdens de jaren zestig leefde hij een
wat teruggetrokken bestaan, totdat
Beatles-manager Epstein hem in 1967
voor het eerst naar Londen haalde en
bleek dat zijn aanpak nog weinig aan
vitaliteit had ingeboet. Sindsdien toert hij
regelmatig door Europa. Vrijdagavond
zat de zaal voor het grootste gedeelte
gevuld met keurige huisvaders en-
moeders, die voor een gezellig avondje
jeugdsentiment best fikse toegangsprij
zen wilden neertellen en vaak luidruchtig
hun aanhankelijkheid kenbaar maakten;
zoals een Duitse veertiger die met een
schreeuwerig „Der grösste Fats Domino
Fan”-shirt rondliep. Als Fats achter zijn
vleugel plaatsneemt, olijk lacht en zijn
kraaloogjes pedanterig omhoog laat blik
ken, kan er eigenlijk nauwelijks nog iets
misgaan. Niets is dan verleidelijker voor
een artiest op leeftijd om met de gedachte
aan de vermoeienissen van een nachtcon-
cert in het achterhoofd op safe te gaan
spelen en zichzelf te sparen. Het karakter
van zijn Domino’s muziek verhindert zo
iets. Een hamerende rechterhand is nu
eenmaal een hamerende rechterhand.
Hetzelfde geldt voor zijn begeleidings
band, die hoe routineus opk hard
moet aanpoten pm zijn muziek kracht te
veHènén
Na een introductie door de band zet
Scène uit ..Wikacy” met op de voorgrond Cor van den Bnnk als Telefoean
AMSTERDAM. - „Wakker worden!"
riep iemand uit het publiek, dat vrijdag
avond het „informele” concert in het
Amsterdamse Concertgebouw bijwoonde.
Nog nooit heb ik inderdaad het Concert
gebouworkest zó suf en ongenuanceerd
horen spelen als op dit aan De Falla
gewijde concert onder leiding van de 36-
jarige Spaanse dirigent Jesüs López
Cobos
Nogal wat mensen, die zich aangetrok
ken voelen tot de enigszins bombastische
wijze waarop HamriiiU’s songs op de laat
ste drie groepsalbums gestalte hadden
gekregen, hebben begrijpelijkerwijze wat
moeite met de holle rock die Van Der
Graaf Generator nu maakt. Vooral
Smith’s gierende viool overheerst. Samen
met het gebreken vertonende gitaarspel
van Hammill ontstaat zelfs een losse vorm
van musiceren en dat terwijl Evans en
Potter voor een zeer zwaar, bepalend rit
me borgen. Veel van de tegendraadse
motieven waaraan Hammill’s muziek zo
rijk is. komen aldus minder tot hun recht.
Wat Is gebleven is het frenetieke, veel
gaten opvullende drummen van Evans en
Peter’s scheurende en afwisselende stem
geluid.
AMSTERDAM. Het Nationaal Viool-
eoncours, dat zaterdag weer onder auspi
ciën van de stichting „Studiefonds Oskar
Back” te Amsterdam in de Kleine Zaal
van het Concertgebouw werd gehouden,
heeft dit jaar drie prijswinnaars opgele
verd. De hoofdprijs „Etiennette Alvares
Correa" werd toegekend aan de zestien
jaar oude Jaap van Zweden, die ook de
Donemusnrijs kreeg, beschikbaar gesteld
voor dei.een, die volgens het jury-oordeel
de meest geslaagde interpretatie van het
.^lichte „Nederlandse" werk had
gegeven.
„Witkacy
Een handvol Engelse songs wisselt de
chansons af. Opvallend is daarbij dat
betracht wordt de oorspronkelijke tekst
nauwkeurig te volgen Happy Anniversa
ry (Bon Anniversaire), Yesterday when I
was young zijn voorbeelden van de zorg
vuldigheid waarmee Aznavour tijdens
zijn hele concert werkt
CEES STRAUS