Jozef Szajna met banale voorstelling naar Witkiewicz Jesüs Cobos weinig Spaans Van der Graaf Generator nu stroef en minder gepolijst Concerttournee bewijst oerdegelijk vakmanschap Geer van Velde overleden Jaap van Zweden blijkt zeldzaam viooltalent Bij Aznavour klinkt Franse Fats’ gouden geluid nog bruisend vitaal lied nog steeds vitaal Musiceren met aanstekelijk enthousiasme CO leek ingeslapen DRIE WINNAARS OSKAR-BACK-CONCOURS Roer op drastische wijze omgegooid 19 7 7 11 MAART 7 MAANDAG KUNST AMSTERDAM. „Als het publiek de zaal uitgaat moet het de indruk meekrijgen dat het een vreemde droom heeft beleefd, waarin de meest banale dingen een raadselachtige bekoring uit stralen zoals alleen in droomfantasieën kan”, zegt de Poolse schrijver-beeldend kunstenaar Stanis law Ignacy Witkiewicz in zijn „Inleiding tot de theorie van pure vorm in theater”. Een groep Nederlandse acteurs en actrices voert momenteel een absurdistisch theaterspektakel in ons land op, waarvoor Witkiewicz in vier op zichzelf staande toneelstukken de bouwstenen aandroeg. „Witka- cy” heet de nieuwe produktie, die door de Poolse regisseur en theatervernieuwer Jozef Szajna werd samengesteld. Witkacy is ook het artistiek pseudoniem dat Witkiewicz zich koos om zich te onderscheiden van zijn vader, eveneens schilder- schrijver. Verward Theatraal geweld in i (Foto: Bob van Dantzig) I I I KO VAN LEEUWEN I JOHAN VAN KEMPEN Een optreden van Aznavour is ook een JOHN OOMKES Niettemin werd de indruk gevestigd, dat hier een zelden voorkomend groot natuurlijk viooltalent zich liet gelden; waard om bij verdere ontplooiing te doen confronteren met het begrip dienstbaar heid in artistieke zin. Zo kan ook de toe kenning van de prijs zin krijgen, nu deze uitdrukkelijk het karakter van een studie beurs is gegeven en hierbij blijkbaar de overweging heeft gegolden; voor wie is deze prijs van meest effectieve betekenis De voor het Nationaal Concours uitge loofde Elisabeth Back-prijs won de 22 jaar oude Lodewijk da Silva Rosa. Voor Joan Wijzenbeek-Mooney was de Prijs van de stad Amsterdam en die van het Oskar Back-fonds. De jury, die tot deze beslissingen was gekomen, bestond uit André Jurres (voorzitter), mevrouw Etien- nette Alvares Correa, de vioolpedagoge Davina van Wely en de violisten Willem Noske en Jaap Schröder. Joan Wijzenbeek-Mooney besloot deze langdurige concoursmiddag. Aznavour bleèk al vrij snel een formule te kunnen hanteren die vruchten afwierp Op zijn concerten van dit weekeinde was dat als het ware „uitgekristalliseerd Hij gaat niet op de gekweld-gevoelige toer bereiken. Vooral door z’n banale over daad werkt dat effectbejag verveling in de hand. AMSTERDAM. Peter Hammill stap te zaterdagavond in Paradiso dadelijk naar de microfoon voor een wat crypti sche verklaring: „Wel, het zal wat anders zijn, maar ook wat hetzelfde". Van Der Graaf Generator is, al snel na een inarij- Het werk van Geer van Velde wordt vaak vergeleken met dat van Bonnard, Mon driaan, Villon en Feininger. Zijn schil derijen waren voornamelijk te vinden op officiële Franse exposities in binnen- en buitenland. In 1971 was zijn werk voor het eerst sinds 45 jaar weer in Nederland te zien Geei’ van Velde zèi zelf ter gelegenheid van de Amsterdamse tentoonstelling in 1971: „Ik heb mijn hele léven geprobeerd het licht te schilderen. Ik probeer tot de kern van het licht door te dringen, het zijn te doorgronden. Dat is onmogelijk, maar ik wil er zo dicht mogelijk bij komen. De geheimen van het leven moeten ingesloten zijn in de zeven kleuren die wij hebben. Ik weet er ook geen bliksem van hoe dat allemaal zit. maar als ik één van mijn doeken zie. is het alsof' ik in een spiegel kijk" Zijn chansons zijn onverwoestbaar En eigenlijk geldt dat voor zijn hele genera tie Met Brei, Bécaud, Brassens en Barbra behoort hij tot die eerste lichting van na de oorlog die het chanson een frisse adem gaven, die een naam opbouwden met con tinue kwaliteit. Ook al ging het vaak tegen de stroom in, want de Franse taal had het ook in eigen land moeilijk, het Engels woekerde immers op grote schaal in de Romaanse cultuur voort De draad wordt na de pauze moeiteloos opgenOmen en in een even hoog tempo gaat het naar het einde De mees! klassie ke chansons klinken alsof ze pas gisteren zijn geschreven. Dat zit *m waarschijnlijk ook in het tijdloze karakter. On ne sait jamais, Emmenez-moi, La Bohème, Que c’est friste Venise zijn voor nog eens een kwart eeuw geschreven AMSTERDAM Vrijdagavond gaf Fats Domino twee concerten voor een beide malen zo goed als uitverkochte Nieuwe RAI Concertzaal. De vrees dat hij zich hoewel hij inmiddels negenenveer tig /aar oud is tijdens zijn eerste optre den wat zou sparen blijkt ongegrond, want hoewel Domino zijn grotendeels uit de jaren vijftig daterende materiaal vele honderden malen voor het voetlicht heeft gebracht, kwijten hij en zijn tien man sterke begeleidingsgroep zich met een aanstekelijk enthousiasme van hun taak Zijn gitaarspel in Marks is nog voldoen de. maar de muzikale contrasten zijn inte ressanter als Hammill achter de vleugel kruipt zoals in de medley Rock Roll en Arrow (van Godbluff), al maakt het geheel zo nu en dan een minder goed ingespeelde indruk Daarna konjen My Room (van Still Life), The Siren Song - woest en romant sch - en het lieflijke Tiny Hills van de nieuwe solo-elpee. dat een beklemmende indruk achterlaat. In Lost and found gedraagt Hammill zich erg onzeker (knoeit aan zijn versterker), maar Smith is dan juist op zijn sterkst te horen. When She comes maakt zoals de gehele show een stroeve indruk; goed, maar rom melig. Timewarp en het bij vlagen zeer directe Last Frame laten een publiek ach ter. dat gemengde gevoelens koestert. Niettemin wordt een toegift erg gemakke lijk afgedwongen, maar ook die bewijst dat Hammill en consorten nog heel wat dienen te schaven PARIJS/DEN HAAG (ANP). In de nacht van vrijdag op zaterdag is in Parijs de Nederlandse kunstschilder Geer van Velde op 79-jarige leeftijd overleden. Geer van Velde, in Lisse geboren, broer van de schrijfster Jacoba van Velde en de schilder Bram van Velde trok in 1925 ter gelegenheid van de wereldtentoonstel ling naar Frankrijk en heeft daar sinds dien gewoond in Caehan. vlak onder Parijs. te zijn: „De nieuwe bevrijding”, „Zij”, „De schoenmakers” en „Gyubal Wahazar”. Hij haalde er de personages en elementen uit die nodig waren om tot een geheel nieuwe van al deze vier stukken dramaturgisch onafhankelijke theaterproduktie te komen Szajna ging in zijn collage uit van enkele hoofdthema's: de rol van de kun stenaar en de kunst in de maatschappij en diens confrontatie met politieke en sociale omwentelingen; man-vrouw relatie; ero tiek, maar vooral het drama van het absurde van het menselijk bestaan. Denk aan Sartre’s existentialisme. Szajna toont zich daarmee een getrouw volgeling van Jaap van Zweden toonde in zijn spel een jeugdige zelfverzekerdheid, waarmede hij zich onbeschroomd, door geen spoor van twijfel geremd, aan zijn vertolkingen overgaf. Een uitzonderlijke violistische dispositie, zowel voor de beheersing van de streektechniek als voor de techniek voor het vingerspel, stond hem hierbij ten dienste pende verandering van bezetting, voor een zestal concerten in Nederland. Een eerste mogelijkheid voor de trouwe scha re fans die de groep hier al jarenlang heeft, om van de eerste verbazing te beko men en vast te stellen wat erover is van het voorheen zo symfonische geluid. feest van herkenning. Vrijwel elk chanson is bekend en Aznavour brengt ze zoals zijn publiek het wil. Een zeker verwachtings patroon was dan ook heel sterk aanwezig, maar veel kwaad kan Aznavour daar niet mee. want het is nog steeds ontwapenend wat hij doet. De enige echte Spaanse sfeer op dit teleurstellende concert kwam van de mez zosopraan Nati Mistral, die de bescheiden solopartij in „El amor brujo” vertolke. Dit was het pure geluid van de Iberische folklore in een compositie die artistiek gesproken de moeite van het aanhoren ook dubbel en dwars waard is. „Fuego fatuo” daarentegen, de balletmuziek op, thema’s van Chopin, die hier in Amster- dam in première ging, is een partituur die beslist in de kast van De FaÜa’s erfgena men had moeten blijven liggen en die in de verklanking de nagedachtenis van deze overigens hoogbegaafde componist geen goed doet. Hij legde de muziek van elk werk zijn eigen onbevangen wil op en onwillekeurig kon men, nu het niet ging om één, maar om vijf composities het verschijnsel van gelijkschakeling van uitdrukking gaan waarnemen, het minst voor de vier muzi kale momentopnamen van Webern, die daartoe de kans niet gaven. De kandidaten stonden voor de onmen selijk zware taak een programma van vijf nummers ten gehore te brengen. Vier hiervan waren volstrekt verplicht, met name de Sonate opus 82 voor viool en piano van Lex van Delden, het Adagio en de Fuga uit de derde Solosonate in C grote terts van Johann Sebastian Bach, vier stukken voor viool en piano, opus 7 van Anton Webern en de Solo-sonate opus 27 no. 3 „Ballade” genoemd van Eugène Ysaye. Voor het vijfde „betrekkelijk” ver plichte nummer mocht een keuze gemaakt worden uit de eerste delen van de vioolconcerten van Mendelssohn, Gla- zoenof en Sibelius. Ondanks de jazzy arrangementen is het begin nogal vlak Aznavour start vanuit een heel veilige basis, drijft spoedig op zijn routine in liedjes als Le Temps, Par Gourmandise, Marie quand tu t’en vas en I love you. Maar als de linkerhand non chalant in de broekzak wordt opgeborgen, gaat het beter. Zonder aankondigingen, zonder presentatie van het zeven man sterke orkest en het vrouwenkoortje gaat het ononderbroken verder: Voila que tu reviens; me voila seul, The Old Fashioned Way (in de bekende uitvoering met de linkerhand over de schouder), She, Mes Emmerdes, tot het vijftiental voor de pau- - ze is volgemaakt. In mindere mate geldt dit ook voor het allereerst gespeelde orkestwerk „Home- najes”, waar De Falla ook al niet op z’n sterkst in naar voren komt en waarbij in deze uitvoering meteen de ongeïnspi- reerdheid van het Concertgebouwkorkest duidelijk aan de dag trad. Het leek overi gens wel of die negatieve kwaliteiten in brede kring voorvoeld werden. Want de anders in dit kader („informeel uit naar ’t Concertgebouworkst”) gegeven concerten kenden een afgeladen zaal met tweedui zend man in de stoelen en honderden tieners in het voor die gelegenheid vrijge maakte middenvak, terwijl ditmaal slechts een handjevol jqngelui op de kale vloer zat en het bezoekersaantal dichter bij de vijfhonderd dan bij de duizend zal hebben gelegen. Gelukkig maar, uiteinde lijk. De musici zijn overigens niet wakker geworden en je had de hele avond het gevoel dat welke Nederlandse dirigent dan ook, méér Spaanse sfeer uit het con certgebouworkest had kunnen halen dan deze Spanjaard. Behalve die verregaande mafheid van geest, was er bovendien een verbazingwekkende muziekkapel-kleur aan het musiceren van ons top-ensemble Hbé is deze maatslaanderige López Cobos, van wiens geaffecteerd-zwierige gebaren niets uitgaat, in godsnaam aan de lessenaar van het Amsterdamse Concert gebouw terecht gekomen? zoals Brei dat deed, heeft ook niet het speels-oppervlakkige niveau van een Bécaud. Wat Aznavour doet is een soort gemiddelde daarvan Zijn teksten over liefde, verlatenheid en het artiestenvak, steken niet al te diep, zodat ze gemakke lijk een massapubliek kunnen bekoren, maar ze bevatten genoeg emotionaliteit om als een persoonlijke en intieme uiting te kunnen worden beschouwd. DEN HAAG. Oerdegelijk vakman schap en nog altijd uiterst vitaal, met die, twee eigenschappen valt Charles Azna vour op als hij voor een korte tournee ons tand aandoet. De drie grote steden zijn in deze trip opgenomen: zaterdagavond een enthousiast reagerende Edenhal in Amsterdam, vanavond een al op voor hand uitverkochte grote zaal in De Doe len in Rotterdam en gisteravond het Nederlands Congresgebouw in Den Haag Een publiek dat ieder nummer van de zanger hartelijk verwelkomt, als stond de hitparade wekelijks vol met Franse lied jes. Een sfeer,-miet alleen door de hang naar nostalgie van de vijftigers bepaald, maar ook door veel jongeren die de eerste golfbewegingen van het Franse lied in de jaren ’50 onmogelijk kunnen hebben mee gemaakt. Aznavour bewijst met die actu aliteit al zo’n kwart eeuw een grote popu lariteit te bezitten En dat in weerwil van welke stroming dan ook in de lichte muziek Het avant-gardisme van Witkiewicz staat momenteel sterk in de belangstel ling. Die opleving van het werk van de in 1939 door zelfmoord om het leven geko men Poolse kunstenaar concentreert zich de laatste week vooral in ons land. Vorige week dinsdag begon een serie opvoerin gen van „Witkiewicz” „Dodenklas” in Mic- kery (nog te zien t.m. aanstaande zondag) en tot 4 april worden pasteltekeningen van hem geëxposeerd in het Van Gogh- museum. „Witkacy,, ging zaterdag in pre mière in De Brakke Grond. De vier toneelstukken van Witkiewicz, die Józef Szajna voor „Witkacy” gebruik- Domino I'm walking in uil 1957 dat wordt gevolgd door Blue Monday uit dezelfde periode. Hij steunt daarbij op zowel een nauwgezet opererende ritme sectie (bas, drums Earl Palmer twee gitaren) als op een vrij uitgebreide koper- sectie (twee trompetten, drie tenorsaxen, een baritonsax), maar de laatster), kleden de scherpe „riffs” aan, voegen het zo bekende warme coloriet van de Domino- sound toe en zorgen voor leven in de brouwerij. Zo zet een van de tenoristen voortdurend een wat nichterige paljas neer, dirigeert de eerste trompettist het handgeklap van het publiek en toont een derde een staaltje extatisch dansen („second line”). Domino zelf excelleert in versies van I'm gonna be away some Day, Red Sails in the Sunset. Hello Josephine, Blueberry Hill, Walkin' to New Orleans, Ain’t That a Shame en You win again; wisselt langza mere en snelle nummers verstandig af en bouwt een finale (terwijl zijn blazers tij dens When the Saints door de zaal parade ren), die me lang zal heugen. JOHN OOMKES Charles Aznavour danst met zijn denk beeldige geliefde in The Old Fashioned Way. een van de chansons die hij gislei avond ju Den Haag bracht Ook dooi’ haar vertolkingen-trad een bijzondere violistische begaafgdheid aan de dag, vooral bij de voordracht van Van Deldens sonate, die vaak verkwikkend in klank werd gezet, en ook bij de virtuoze uitvoering van de „Ballade” van Ysaye. De vertolking van het eerste deel van Mendelssohns vioolconcert leed merk baar door vermoeidheid. P. ZWAANSWIJK standelijkheid bij de aanpak van de ver tolkingen. Streven naar een/voordrachtse- venwicht van weten en bezielen moet bij de gebleken voortreffelijke spelkwalitei- ten zeker succes hebben In het spel van de beide andere; oudere kandidaten was duidelijk merkbaar hoe zelfkritiek van invloed op het prestatiën) veau geworden was Voor Lodewijk da Silva Rosa bleek dit uit een voorzichtiger, behoedzamer benadering van de muziek vaak gepaard met onderdrukking van spontaniteit en met uitschakeling van vei Witkiewicz, wiens werk daarop evenzeer gericht was. „Witkacy” is een theaterstuk geworden dat totaal afwijkt van het gevestigde natu ralisme. Szajna heeft getracht er de syn these in aan te tonen van de immer actuele problemen waarmee de kunstenaar Wit kiewicz zich bezighield. Het resultaat is een satirische komedie, waarin wel her kenningspunten aanwezig zijn, doch die over het geheel genomen onduidelijk en verward overkomt. Het verhaal is opge bouwd rond de verzamelaar van moderne kunst, criticus en theoreticus Blasius van Fladderak, die in gezelschap verkeert van zijn vriendin, de actrice Galma Deliciosa, en zijn huishoudster-kokkin Marianna. Ook Galma’s vroegere echtgenoot Tefoe- an verschijnt en hij zal zich later scharen aan het hoofd van een groep indringers, die de kunstschatten van Blasius zullen vernietigen. Symbolisch bedoeld, want die kunstverzameling houdt Blasius’ sta tus van individualist overeind. Dan barst er een festijn los op de puinhopen van het oude leven. De actrice Galma wordt ver moord door naehtclubdanseres Rosika en even later wordt een reusachtige pop die Galma naakt moet voorstellen, de scène binnengedragen Er valt nog heel wat meer te vertellen over wat er allemaal in „Witkacy” gebeurt, want er is een Overdaad aan gebeurtenissen die er met de haren zijn bijgesleept Wanneer je het allemaal in de toelichting vooraf leest wordt er wel iets duidelijk, zijn er zeker herkenningspun ten, maar de niet voorbereide toeschou wer zal het er niet gemakkelijk mee heb ben. De inhoudelijke kant van de voorstel ling die Józef Szajna gemaakt heeft is volkomen verstopt door met grotesk geweld gespeelde scènes. Zeker, er zijn interessante momenten en ik heb zo nu en dan ook echt moeten lachen, maar achter af bezien kan ik er niet meer in ontdekken dan een opeenhoping van alle voorhanden zijnde theatrale middelen teneinde een zo groot mogelijk vervreemdend effect te Bitter weinig, zo luidt de conclusie. Hamill, een zeldzame combinatie van een dominante persoonlijkheid en een niet altijd even zelfbewust handelende musi cus, heeft het roer op drastische wijze omgegooid. Van Der Graaf Generator oogt niet alleen anders, maar produceert een veel minder gepolijst, schraal geluid. Hamill heeft Dave Jackson, de extrava gante saxofonist en Hugh Banton, de organist ingeruild tegen bassist Nic Potter (die ooit rond 1969 in VDGG aktief was) en violist Graham Smith (ex-String Driven Thing). Drummer Guy Evans werd gehandhaafd, zodat in feite de bezetting waarmee Hamill zijn laatste soloalbum maakte tot Generator is omgedoopt. Jozef Szajna heeft „Witkacy” ook met zijn eigen gezelschap Teatr Studio in War schau en in Florence gespeeld en het moet toen een overweldigend succes geweest zijn. Dat kan ik niet vinden van de opvoe ring die nu in ons land te zien is en waarvoor Joanna Bilska de vertaling maakte. Op enkele positieve uitschieters na (Cor van den Brink, Frederik de Groot en Liesbeth Struppert) wordt er matig tot onbeholpen geacteerd in een voorstelling waarin het theatraal geweld voortdurend blijft overheersen. Er is door Szajna voor al beeldend gewerkt; de tekst blijft onder horig aan het visuele, dat echter wel die zelfde tekst als uitgangspunt heeft. Wat na de voorstelling achterblijft is grote ondui delijkheid die binnen die kaleidoscoop van kleurig wisselende scènes niet tot klaarheid kon komen. Voor mij bleef het een verwarrende, raadselachtige droom die me nauwelijks kon bekoren. Nog t.m. 19 maart te zien in De Brakke Grond. Daarna gaat de voorstelling tot eind april op reis. Domino is zonder twijfel de succesvol- ste, uit de smeltkroes New Orleans afkom stige musicus. Zijn stompende, up-tempo pianospel is van grote invloed geweest op de ontwikkeling van de rock roll (even als op Jamaicaanse ska trouwens), hoewel hij zijn oorspronkelijke muzikale opvat ting onder invloed van het succes nooit veel heeft hoeven aan te passen. De tel kens herhaalde ritmische motieven, zijn enigszins nasale stemgeluid en de stevige begeleiding waarvan hij zich al vroeg voorzag, leverden een vrij, simpel, maar gouden geluid op, getuige het dozijn of meer grote hits dat hij er moeiteloos mee scoorde. Tijdens de jaren zestig leefde hij een wat teruggetrokken bestaan, totdat Beatles-manager Epstein hem in 1967 voor het eerst naar Londen haalde en bleek dat zijn aanpak nog weinig aan vitaliteit had ingeboet. Sindsdien toert hij regelmatig door Europa. Vrijdagavond zat de zaal voor het grootste gedeelte gevuld met keurige huisvaders en- moeders, die voor een gezellig avondje jeugdsentiment best fikse toegangsprij zen wilden neertellen en vaak luidruchtig hun aanhankelijkheid kenbaar maakten; zoals een Duitse veertiger die met een schreeuwerig „Der grösste Fats Domino Fan”-shirt rondliep. Als Fats achter zijn vleugel plaatsneemt, olijk lacht en zijn kraaloogjes pedanterig omhoog laat blik ken, kan er eigenlijk nauwelijks nog iets misgaan. Niets is dan verleidelijker voor een artiest op leeftijd om met de gedachte aan de vermoeienissen van een nachtcon- cert in het achterhoofd op safe te gaan spelen en zichzelf te sparen. Het karakter van zijn Domino’s muziek verhindert zo iets. Een hamerende rechterhand is nu eenmaal een hamerende rechterhand. Hetzelfde geldt voor zijn begeleidings band, die hoe routineus opk hard moet aanpoten pm zijn muziek kracht te veHènén Na een introductie door de band zet Scène uit ..Wikacy” met op de voorgrond Cor van den Bnnk als Telefoean AMSTERDAM. - „Wakker worden!" riep iemand uit het publiek, dat vrijdag avond het „informele” concert in het Amsterdamse Concertgebouw bijwoonde. Nog nooit heb ik inderdaad het Concert gebouworkest zó suf en ongenuanceerd horen spelen als op dit aan De Falla gewijde concert onder leiding van de 36- jarige Spaanse dirigent Jesüs López Cobos Nogal wat mensen, die zich aangetrok ken voelen tot de enigszins bombastische wijze waarop HamriiiU’s songs op de laat ste drie groepsalbums gestalte hadden gekregen, hebben begrijpelijkerwijze wat moeite met de holle rock die Van Der Graaf Generator nu maakt. Vooral Smith’s gierende viool overheerst. Samen met het gebreken vertonende gitaarspel van Hammill ontstaat zelfs een losse vorm van musiceren en dat terwijl Evans en Potter voor een zeer zwaar, bepalend rit me borgen. Veel van de tegendraadse motieven waaraan Hammill’s muziek zo rijk is. komen aldus minder tot hun recht. Wat Is gebleven is het frenetieke, veel gaten opvullende drummen van Evans en Peter’s scheurende en afwisselende stem geluid. AMSTERDAM. Het Nationaal Viool- eoncours, dat zaterdag weer onder auspi ciën van de stichting „Studiefonds Oskar Back” te Amsterdam in de Kleine Zaal van het Concertgebouw werd gehouden, heeft dit jaar drie prijswinnaars opgele verd. De hoofdprijs „Etiennette Alvares Correa" werd toegekend aan de zestien jaar oude Jaap van Zweden, die ook de Donemusnrijs kreeg, beschikbaar gesteld voor dei.een, die volgens het jury-oordeel de meest geslaagde interpretatie van het .^lichte „Nederlandse" werk had gegeven. „Witkacy Een handvol Engelse songs wisselt de chansons af. Opvallend is daarbij dat betracht wordt de oorspronkelijke tekst nauwkeurig te volgen Happy Anniversa ry (Bon Anniversaire), Yesterday when I was young zijn voorbeelden van de zorg vuldigheid waarmee Aznavour tijdens zijn hele concert werkt CEES STRAUS

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1977 | | pagina 11