STUWENDE SOUL Heldere regie van Pierre Laroche bij Haagse Comedie THE MANHA TTANS: Mrozek’s „Emigranten bekijkt de vrijheid Organist Biggs overleden Zeldzame verfijning in directie Fournet Trio Monty Alexander mist het heilig vuur Ragfijn pianospel in recital Alwin Bar Recent stuk over gastarbeiders. Beach Club uitverkocht Haarlems Concertgebouw Boe-geroep misstond in Frans Concert Geringe belangstelling voor nachtconcert Cultuurprijs voor Velser echtpaar MAANDAG 1 4 MAART 19 7 7 KUNST In deze een niveau DEN HAAG.- De Haagse Come die heeft zaterdag in de Konink lijke Schouwburg met een schit terende première de eerste Nederlandse opvoering gegeven van „Lorenzaccio” van de Franse auteur Alfred de Musset. Dit dra ma uit 1834 werd lange tijd onspeelbaar geacht door de inge wikkelde dramaturgische con structie en de omvangrijke rolbe zetting. In oorsprong telt het 39 taferelen en 52 rollen. De Belgi sche regisseur Pierre Laroche heeft opvoering in Den Haag toch aangedurfd. Hij bekortte het stuk tot dertig scènes en miniseerde onmerkbaar op de figuratieve rolbezetting. In zijn regie heeft Laroche gestreefd naar een zo groot mogelijke helderheid, die knap doorzicht verschaft en het verhaal in alle duidelijkheid laat overkomen. Voeg daarbij de diep doordachte wijze waarop Eddy Brugman de titelrol vertolkt, de knappe montage van de scènes - waarbij de wisselingen nergens opvallend storen, het imposante toneelbeeld en de rijke kostume ring, en je komt tot de slotsom dat de Hagenaars met Lorenzaccio-voorstelling artistieke daad van gesteld hebben. Boud van Doo.rn. Lorenzaccio, een drama van allure KO VAN LEEUWEN. JOHN OOMKES Jean Fournet liet het Radio Filharm» ■j ZAND VOORT. Zaterdagavond was de Zandvoortse Beach Club tot aan de nog gevuld voor de zoveelste Amerikaan se topgroep, die Nederland bezocht. Dit maal waren het The Manhattans, die hier ter lande bekendheid kregen door de hit „Kiss and Say Goodbye”. Het voorpro gramma werd verzorgd door de „first lady” uit ons pop-wereldje, Patricia Paay. De belangstelling voor concerten in de Beach Club is nog altijd overweldigend. Evenals hun voorgangers Trammps, Drif ters, Three Degrees en onze eigen Golden Earring traden The Manhattans op voor een uitverkocht huis. Het valt te betreu ren, dat van de intieme club-sfeer niets overblijft. De vroegkomers kunnen nog genieten van een redelijk zicht, de minder gelukkigen moeten op tenen, stoelen of tafels gaan staan om nog een glimp van de artiesten op te vangen. De verliezers van de strijd moeten concluderen, dat ze beter een plaat hadden kunnen kopen. Tot zover de negatieve aspecten. Over Jerry Alston, wins stem bepalend is geworden voor de ballad-achtige stijl van The Manhattans. Het kwintet werd kwar tet toen Richard Taylor zich terug trok om - zich geheel aan de Islamitische godsdienst te wijden. In tegenstelling tot de verwachting, die ze met de langzame ballads als „Kiss and Say Good-bye” en „I Kinda Miss You" wekten, zorgden The Manhattans ook voor de nodige snelle disco-nummers. Het concert openden ze swingend met „Sear ching For Love” en „Coming Home”. Het was te zien, dat de heren veel tijd hebben In dat opzicht is het stuk volkomen actueel. Het bevat een fikse dosis maat schappijkritiek en rechtvaardigt een poli tieke moord, als dat de samenleving ten gestoken in de presentatie. Ook de langza me nummers kregen zo'n stuwende bege leiding mee, dat je er niet stil bij kon blijven staan. Tijdens „The Way We Were" verlaten Lovett. Bivins en Kelley het podi um, om Jerry Alston ‘vocale vrijbaaan te verlenen. Winnifred „Blue” Lovett, die de meeste songs componeert, is een geboren enter tainer. Hij verpakt de reclame voor z'n eigen muziek in een leuk praatje over de moeilijkheid om van langzame nummers hits te maken of haalt jongens en meisjes uit het publiek op het podium om mee te dansen. Na zo'n anderhalf uur werd het optreden afgerond met de eerste couplet ten van „Kiss and Say Good-bye”. De rest werd als toegift gebracht. Ook daarna wilde het publiek meer, zodat The Man hattans zwaar vermoeid, maar tevreden het roepen beantwoordden met Feels So Good”. goede komt. Maar de sombere ondertoon is vooral het pessimisme ten opzichte van de maatschappij, die slechts moeizaam kleine hervormingen toelaat. Breekt het moment van handelen aan, dan blijkt nie mand de verantwoording te willen dra gen. Zo ook in Lorenzaccio, waar een ieder die de mond vol heeft over het vechten voor vrijheid, het tenslotte laat afweten. De massa neemt geen risico en de enkeling die dat wel doet gaat eraan ten onder. De persoon Lorenzaccio wordt wel ver geleken met Hamlet. Maar waar het Ham let vooral om persoonlijke genoegdoening en vergelding te doen is, gaat het bij Lorenzo om een universeler tirannie te verdrijven. Aan Alessandro persoonlijk heeft hij eigenlijk geen hekel, het zijn diens daden die Lorenzo afschuw inboe zemen. Pierre Laroche geeft De Musset’s dra ma met grote zorgvuldigheid gestalte en laat er de roep naar rechtvaardigheid in doorklinken. Samen met Germinal Casa- do (choreografie) kwam hij tot een welo verwogen enscenering. Casado ontwierp ook het decor met als basis een hellend rond speelvlak met links één rechts vier monumentale pilaren; weelderig geschil derde draperieën in rood en goud brokaat als afwisseling. Eveneens komen de kos tuumontwerpen van hem en dat alles draagt veel bij tot de grote allure van deze voorstelling. Deze' „Lorenzaccio” wordt muzikaal gloedvol - soms donderend - omlijst door composities van Jurriaan Andriessen, wiens muziek in deze voorstelling meer dan anders domineert. Om technische redenen blijft „Lorenzaccio” de rest van het seizoen in Den Haag, maar wie dit spectakel vol decadentie uit de romantiek wil zien, zal de moeite van het reisje erheen ruimschoots beloond krijgen. DEN HAAG. - De Haagse Comedie krijgt nog wel eens op haar boterham dat zij een sterke voorkeur toont voor het traditionele repertoire. Vrijdagavond liet zij in het Haagse HOT van de Pool Slawo- mir Mrozek diens drie jaar oude werk „De emigranten" in première en het zal dit gezelschap zekei’ tot voldoening strekken, dat het deze auteur in 1960 met de eenak ter „Politie” in ons land introduceerde. Mrozek is daartussendoor hier zeker niet verwaarloosd, want er kwamen uit zijn snel groeiende oeuvre twaalf Neder landse produkties tot stand, waarvan Stu dio het leeuwedeel voor zijn rekening nam. Tot de weinige bijzondere momenten van het concert moeten het tweetal korte, maar sfeervolle bassöli van Clayton en de bewerkingen van Wonder’s Isn’t She love ly en Ellington’s Come Sunday gerekend worden tussen mensen onderling, die in een vaak totalitair gedrag tegenover elkaar hun persoonlijk geluk onder de zon bevechten. Eén vrijheid bestaat niet, men moet er vele loslaten om andere te verwerven. Wim de Rooij is in zijn regie goed geslaagd in de moeilijke opgave om met slechts twee acteurs voortdurend op het toneel één uur en drie kwartier te boeien. Binnen die realistische regie-opvatting werd het nu meer mogelijk toonverschil len in de verschillende voorvallen aan te brengen, die Mrozek met plastisch thea- tergevoel weet in te vlechten. Bas ten Batenburg en Wim van den Heuvel wisten met sterk ingeleefde spelprestaties een eenheid in het totaal te bewaren. Swingend in de nachtelijke uren in het Haarlems Concertgebouw: van links naar rechts Jeff Hamilton, drums: John Clay ton. bas en Monty Alexander, piano Nora Pittoors had de goed klinkende vertaling verzorgd, Harry Wich ontwierp het kille gastarbeidersverblijf omsloten door buizen en beton. PIET RUIVENKAMP BOSTON, Massachusetts (AFP). De organist Edward Power Biggs is donder dag op 70-jarige leeftijd aan de gevolgen van een operatie overleden, zo is zaterdag vernomen. Edward Power Biggs, die was geboren in Westcliff in Engeland, was een interna tionale orgeldeskundige. Hem komt de eer toe het instrument voor de Amerikanen te hebben herontdekt. Hij heeft een groot deel van zijn loopbaan gewijd aan de studie van oude orgels in Europa. Edward Power Biggs heeft veel gram mofoonplaten gemaakt, onder meer met het orgel in de Constitution Hall in Boston. Dat oogmerk bij Mrozek om algemene verschijnselen in het licht te zetten heeft hem voor „Emigranten” ook tamelijk onbenoemde gegevens doen gebruiken. Men kan denken aan Italiaanse gastarbei ders in Nederland, maar de strekking is zeker algemener. AA is een intellectueel, die het plan heeft een boek over het wezen van de slavernij te schrijven. Bas ten Batenburg speelt hem in een tartende toon vooral vanuit een politiek bewust zijn. Hij domineert XX - door Wim van den Heuvel als een kwetsbare, benarde potter vertolkt - volkomen. Een alom bekend repertoirestuk uitein delijk, maar in handen van deze in Neder land werkende Fransman als nieuw klin kend. Bijna altijd wordt „La mer” zo massief in de uitvoering, dat veel van Debussy’s geniale orkestratie in de prak tijk verloren gaat. Ditmaal echter een transparantie, waarbij geen lijn, detail of instrumentale lijn in de verdrukking kwam. Er was op die manier een zelden gehoorde rijkdom aan orkestrale verfij ning, een ideale klankafgewogenheid en een sterk boeiende sfeerschildering in pit tige tempi de show en de muziek niets dan lof. Patri cia Paay bracht, ondersteund door een geluidsband, sucsesnummers als „Now” en „Who’s That Lady With My Man". Het 'is verbazend, dat ze haar show zo energiek en vol overgave doet, wanneer je bedenkt, dat drie maal per dag optreden voor haar heel gewoon is. The Manhattans hadden hun eigen vijf- mans begeleidingsgroep meegenomen. Voor het blaaswerk waren drie Neder landse musici ingehuurd. Oorspronkelijk was deze soulgroep met z’n vijven. De aan hersenvliesontsteking overleden leadzan ger George Smith werd vervangen door Het grotesk-symbolische was van die vroege stukken het meest karakteristieke. Ook „Emigranten” had wellicht in die traditie gespeeld kunnen worden, maar regisseur Wirn van Rooij koos voor een realistischer stijl bij een situatie, welke ook hier duidelijk kan wortelen. Het gaat namelijk om twee gastarbeiders, die een schamele kelderruimte in een groot gebouw bewonen. De twee mannen, hoe verschillend ook geaard, leven in een ge ïsoleerde situatie, welke gastarbeiders niet vreemd zal zijn. De toeschouwer treft meerdere aanwijzingen, die een herken bare toestand oproepen in het bestaan van mannen, die ver van hun geboorte grond werk hebben trachten te vinden. Toch heeft Mrozek niet in de eerste plaats een stuk over gastarbeiders bedoeld. Hij wil diepgaander vragen aanboren. Over vrijheid en slavernij, over de verhouding „Lorenzaccio” speelt in het 16de-eeuwse Florence, waar hertog Alessandro de Medici regeert als eeen tiran, alleen uit op rijkdom en wellust. In zijn kielzog zien we zijn neef en beschermeling Lorenzo de Medici, die zich koestert in de decadente uitspattingen van zijn oom, echter alleen omdat hij hem wil vermoorden. Er is Lorenzo alles aan gelegen het vertrouwen van zijn oom te winnen en om die reden maakt hij zich aan Alessandro’s daden medeplichtig. De jonge Lorenzo, door de burgerij geringschattend Lorenzaccio genoemd, zet zich met z’n hele wezen in voor de dood van de Florentijnse tiran en kiest om die reden voor een levenswandel die hij zelf veracht. Dat wordt verkeerd begrepen en wanneer hij zijn moord aan kondig!, gelooft niemand hem. Erger nog, als Lorenzo hertog Alessandro gedood heeft, keert zelfs de groep van republikei nen zich van hem af. Hij wordt vogelvrij verklaard en eveneens vermoord. De tirannenmoord, gepleegd op een moment dat de stad rijp leek voor een revolutionai re omwenteling, blijkt zinloos. Jean Fournet, het gedistingeerde type Franse dirigent dat slechts de allernood zakelijkste gebaren maakt om zijn muzi kale intenties over te dragen, leidde het Radio Filharmonisch Orkest in een pro gramma waarop uitsluitend Franse com ponisten vertegenwoordigd waren. Na het geraffineerde „Divertissement sur un' thê- me pastoral” van Pierné, een soort openlucht-compositie vol gein, waarmee Fournet het orkest zich liet inspelen, volg de Debussy’s „La mer”. Met stijgende bewondering heb ik Eddy Brugman gevolgd in de geraffineerd knappe opbouw van zijn rol als Lorenzo de Medici. Met veel gevoel voor nuances en met oog voor elk dualistisch facet toont hij in deze creatie een veelomvattend talent. Naast hem staat Guido de Moor zijn mannetje als Alessandro. Hij maakt er een bruuske wellusteling van die met politiek weinig op heeft. Johan Schmitz, eindelijk eens terug in een rol die hem waardig is, laat de rechtschapen Strozzi zien als een zuivere, menselijke kerel en Lucas Dietens geeft zijn zoon Piero wraakgierig en doldriest gestalte. Een mooie, uiterst geslepen intrigant, is Eric van ïhgen als kardinaal Cibo. De vrouw speelt in Lorenzaccio een ondergeschikte rol. Maar Anne-Wil Blankers, Anne-Marie Heyligers en Anne Oostveen houden elk hun rol talentvol overeind. HAARLEM. Alwin Bar, leerling van onze stadgenoot, de bekende pedagoog Piet Vincent en verder als pianist voorna melijk ontwikkeld door (zoals hij het zelf noemt) autodidactische scholing, gaf zaterdagavond een recital in het Haar lemse Concertgebouw. Al in hét doorhem ter opening, in forse aanpak gespeelde „Menuet Antique” van Ravel, merkte je direct dat Bar grote aandacht schenkt aan het onderling afwegen en uit laten komen van de diverse verstrengelde stem men en tussenstemmen. Een hoedanig heid die bij Ravel in de - met de hoekig heid van de opzet contrasterende momen ten van weemoedige verstilling van bete kenis werd, maar die als pianistisch- artistiek verschijnsel evenzo een duidelij ke preoccupatie voor het Schumannspel inhoudt, waarbij het immers zo bijzonder op een dergelijke benadering van het genuanceerde lijnenspel (vol zogenaamde imitaties in het stemmenverloop) aan komt. effectvolle kleine accenten en vertragin gen bij bepaalde overgangen. Die pianistische coloratuur vond op meer romantische wijze - maar evenals bij Mozart - zonder enige neiging tot epateren toepassing in Beethoven’s Sonate opus 110. Zowel de weldadig aandoende bescheidenheid en ingetogenheid als de temperamentvolle kanten van Bar’s kun stenaarsnatuur verenigden zich hier in de praktijk tot een gevoelvol maar evenwich tig eindresultaat. Hoogtepunt van dit publiekelijk goed bezochte en enthousiast ontvangen piano recital was evenwel de sterk bewogen en geacheveerde verklanking van Alban Berg’s Sonate (opus 1). Een hoogst artis tieke en indringende weergave werd hier gebracht, in een spanningsvolle opbouw die de grote artiest verraadt. Naast een technische beheersing van het hoogste niveau, treft Alwin Bar door een uitzon derlijk spiritueel inlevingsvermogen. Een combinatie die zeldzaam is. JOHAN VAN KEMPEN betrekkelijks als een concert, daar beogen de strak in het pak zittende Monty Aléxander, John Clayton (bas) en Jeff Hamilton (drums) nauwelijks iets anders dan het verzorgen van een in dit geval nachtelijk brok entertainment. Niets meer, maar ook niets minder. Op zich is de easy-listening muziek best te verteren. Bij tijd en wijle swingt het geweldig en kun je getuige zijn van leuke spelmomenten of' knappe pianistische vondsten, maar in de grond van de zaak valt het trio van Alexander te typeren als zijnde een weinig spectaculaire combina tie van een snelle rechterhand en een zeker wat drummer Hamilton betreft gortdroge, nauwgezette en tamelijk con ventioneel opererende ritmesectie. Clay ton en Hamilton geven Alexander meestal ruim baan, bepalen zich tot eenvoudige maatsoorten en werken alleen dan tegen draads als je het kunt verwachten. Monty zelf toont tijdens zijn improvisa ties graag zijn vingervlugheid (al beperkt zijn linkerhand zich tot het noodzakelij ke), momenten van zeer snel staccatospel en veel tempowisselingen. Aardig, prikke lend soms, maar op den duur vervlakkend omdat het stramien telkens weer wordt nisch Orkest tenslotte klinken in de Twee de balletsuite „Bacchus et Ariane”, een weinig gespeeld werk van Roussel, dat deze componist van zijn sterkste symfoni sche kant laat zien (op de wagneriaans gekleurde slotmaten na), in een soort syn these tussen impressionisme, neo- klassicisme en romantiek. Fournet en het zeer gedisciplineerd spelende orkest deden Roussel niets te kort. JOHAN VAN KEMPEN Het ziet er dan ook naar uit dat, na de gerichtheid op Schonberg (Bar won in 1975 het internationale Schönberg Con cours) een nieuwe specialiteit bij deze Haarlemse pianist de kop op steekt. Een (bovenbedoelde) manier van musiceren die Alwin Bar weleens tot Schumann- vertolker bij uitstek zou kunnen doen uitgroeien. Behalve de Schumann- toegiften, klonk na de pauze de Eerste Sonate opus 11, in de tweede versie, met de destijds door de uitgever verlangde, virtuoze en uitgebreide finale. De staal kaart van aanslag mogelijkheden die Bar’s toucher in zich herbergt, kwam in Schumann’s Sonate ten dienste aan een uitvoering, waarbij de technische verfij ning zich verbond met een steeds haar spanning behoudende innerlijke beleving. Ragfijne Weense pianistiek liet Alwin Bar horen in een helemaal in de intieme sfeer gehouden vertolking van Mozarts Rondo in D, KV 485. Zoals overal elders; ook hier een opmerkelijk rake tempokeu- ze met in de stijl passende maar heel AMSTERDAM Applaus en boe geroep hebben dezelfde (namelijk geen enkele) betekenis als ze door een publiek, zoals meestal, lukraak worden toegepast. Zo hoorde je gisteren op de matinee in het Amsterdamse Concertgebouw weer „boe” voor een prestatie waarbij alleen maar applaus past. herhaald. Bovendien missen de ritmische (calypso) afwisselingen het heilige vuur en mankeert er merkwaardig genoeg wel het een en ander aan de presentatie van het geheel Thema’s worden maar ten dele uitgewerkt. Tijdens soli bestaat dan ook een ogenschijnlijke vrijheid van hande len, zoals ook de maatvaste maar saaie Hamilton bewijst Eigenlijk produceert het trio van Monty Alexander muziek met een kop en een staart. Ook Alexander verkiest tijdens zijn improvisaties een grote vrijheid en in feite kunnen die improvisaties moeiteloos en zonder verdere problemen voor de structuur van de betreffende compositie worden bekort of verlengd. Daarbij HAARLEM. Zaterdagnacht bezoch ten slechts rond de honderd liefhebbers het eerste in wat mogelijk tot een reeks van nachtconcerten in het Haarlems Con certgebouw kan uitgroeien, want een tweede concert staat al voor 29 april aan staande op de planning. Dan zullen Art Blakey en zijn Jazz Messengers mogelijk voor wat meer vuurwerk, sfeer en niét- voorspelbare momenten kunnen zorgen dan waartoe het trio van de Amerikaanse pianist Monty Alexander afgelopen zaterdagnacht in staat was. Het instellen van nachtconcerten is voor mij het zoveelste bewijs dat de staf van het Haarlems Concertgebouw een aktief beleid voert en laten we wel wezen, zo hoort het ook in een stad waar de laatste jaren gelukkig weer wat meer te beleven is op muzikaal gebied. Overigens dwingt de onverwachte aanwezigheid van de Argentijnse componist Norberto Chavar- ri het initiatief tot een Haarlemse pre mière van zijn Concertboek van een toe schouwer was eveneens lovenswaardig je tot het trekken van een vergelijking. Daar waar Chavarri zich inspant om de concertbezoeker nu eens wat anders te laten doen dan het bijwonen van zoiets Eddy Brugman als Lorenzo de Medici in „Lorenzaccio" van Alfred de Musset. (foto: Kuno Grommers). DEN HAAG (ANP). Het hoofdbe stuur van het Algemeen Nederlands Ver bond (ANV) heeft de Visser- Neerlandiaprijzen voor 1976 toegekend. Inclusief de reeds bekend gemaakte prij zen voor televisiespelen belopen ze 102.000 gulden of anderhalf miljoen Bel gische franken. De prijzen worden 4 juni in de Grote Kerk in Veere uitgereikt. De prijzen voor persoonlijke verdien sten gaan naar: het echtpaar Hekdam- Damstra in Velsen, J. J. Dondorp in Hil versum, drs. Jozef van Overstraeten in Aalst en G. Spittael in Eeklo, respectieve lijk voor het zich beijveren voor de mede mens in nood, voor toewijding aan het geestelijk gehandicapte kind en begelei ding van ouders, voor de strijd voor de Vlaamse beweging en voor initiatieven voor wereldvrede en verzoening. Welzijnsprijzen zijn toegevallen aan: de Vereniging vrienden van de Emiliehoeve in Loosduinen, de Nederlandse Cystic Fibrosis stichting in Leusden en het Vrou wen Overlegkomitee in Antwerpen. Als waardering voor het geven van een nieuwe, eigentijdse toekomst aan de Gro te Kerk van Veere in het Vlaams-Zeeuws cultuurgebied krijgt de stichting Delta Cultureel, Veere, een van de zes culturele prijzen. De andere gaan naar: Service d’anima- tion culturelle en langues Germaniques in Braine le Comte, het Noord-Zuid contact centrum volksontwikkeling in Den Haag, de Stichting toernooi der lage landen in Mheer, de Brusselse Post in Brussel en het comité amateurtoneel België-Nederland in Moordrecht. maakt het gekreun waarmee hij zijn inspanningen gepaard laat gaan een wat geforceerde indruk. De 23-jange Franse pianist Pascal Devoyon was solist in Ravels aangrijpen^ de muzikale testament: het Concert voor de linkerhand. Je kreeg daarbij een staal tje van hoog ontwikkelde pianistiek voor geschoteld, maar nog niet de vereiste ver bondenheid ervan met een voldoende geestelijke gerijptheid om alle indringend-dramatische aspecten van dit meesterstuk over te dragen. De ingebouw de „stuwing” in deze compositie, die wèl in de orkestpartijen tot uitdrukking kwam, vond in het overigens technisch zeer knappe spel van dit jonge Franse talent geen beantwoording

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1977 | | pagina 11