Nederlands Filmmuseum geeft overzicht hciarlcm amsterdam Cavalcanti: experiment ging vooraf aan grote speelfilm film I F’ NAAR ROMAN VAN MARGUERITE YOURCENAR Nieuwe cursussen Dramatische Vorming „Een stille liefde” gaat naar Cannes 1' VRIJDAG 1 8 MAART 19 7 7 ■■M ■■■MH 'W Charles Boost Misdaadklucht Marx Brothers Joris Ivens Retrospectief. Sylvia Kristel Ontwikkeling. Jean Renoir The Enforcer. import is nu eenmaal eenzij dig gericht op de Tiroler pret en het betere werk komt hier uitsluitend 'in de bioscopen via een uitgesproken succes op een der filmmanifesta- ties. Zie Fassbinder, zie Schlöndorff. IN HET BEGIN van de jaren twintig mengde de jonge Brazili aan Alberto de Almeida- Cavalcanti zich in het roerige Parijse kunstleven. Hij was op 6 februari 1897 in Rio de Janeiro geboren, studeerde rechten en architectuur in Zwitserland en kwam bij een bezoek aan Parijs in aanraking met de uiterst vitale film-avant-garde, waar hij zich direct thuis voelde. De vruchtba re experimentele beweging groe peerde zich toen voornamelijk rond Marcel l’Herbier en als diens assistent maakte Cavalcan ti als eerste bijdrage aan de „nou velle vague” van tussen beide wereldoorlogen de decors voor ,,lTnhumaine”(1923) en „Feu Mathias Pascal” (1924). DE INTERESSANTSTE première van deze week kan men in het Leidseplein The ater vinden, waar Volker Schlöndorff’s „Der Fangs- chuss” in première gaat, een film die vorig jaar in Utrecht al sterk de aandacht trok. „Der Fangschuss” („Het Genadeschot”) werd direct na „Die verlorene Ehre der Katharina Blum” gedraaid en is de 13e film van Schlön dorff. Daarvan hebben we er maar enkele onder ogen gekregen want de Duitse Schlöndorffs Genadeschot indrukwekkend en zinvol 9 Alberto Cavalcanti karakteristieke werken die tenminste zijn volledig geestelijk eigendom waren”. J’Année Sainte” heet hier „Twee zware Jongens, waarmee Jean Gabin en Jean- Claude Brialy bedoeld worden, twee ont snapte gevangenisboeven die het Heilige Jaar gebruiken om naar Rome te reizen waar de buit van een laatste kraak in de buurt van een kapelletje begraven ligt. Hoe de reis naar de Eeuwige Stad ver loopt met de beide boeven als geestelijken vermomd in een vliegtuig dat bovendien nog gekaapt wordt levert voldoende stof om er een aardige comedie mee te vuUen. Dat het toeval gewild heeft dat „Twee zware Jongens” de laatste film van Jean Gabin werd, geeft alleen aanleiding tot de opmerking dat men deze prachtige acteur graag een waardiger afscheid gegund had. The Enforcer in Cineac Damrak 1 en Rembrandtplein theater is een met veel vaart door Jareg Fargo gemaakte politie film. En natuurlijk wordt het produkt helemaal gedragen door Clint Eastwood. Tenslotte brengt Calypso een misdaad klucht die „Harry and Walter go to New York” heet en waarin James Caan en Elliott Gould twee kruimeldieven spelen die in de gevangenis een meester in de misdaad leren kennen, gespeeld door Michael Caine en dan een bevlieging krij gen de zaken ook wat groter en gevaarlij ker aan te pakken. Ze ontsnappen uit de nor met een aan Caine ontstolen blauw druk van een super-kraak die in een niet eindigende stroom van vergissingen, ver mommingen en hindernissen verloopt en uiteindelijk de inmiddels ontslagen Caine alleen maar voordeel bezorgt. Een ver moeiende en overladen klucht van Mark Rydell die enkele geslaagde komische fragmenten bevat. rite Yourcenar, door Schlöndorff’s vrouw Margarethe von Trotta voor de film bewerkt, speelt zich af in 1919 toen in de Baltische landen Estland en Letland de landadel ach terhoedegevechten voerde tegen de oprukkende communistische legers. De vrouwelijke hoofdfiguur, gra vin Sophie von Reval (opnieuw Margaretha von Trotta) bevindt zich in haar slot Kratovice tussen de strijdende partijen, wordt verliefd op een vriend van haar broer, de Duitser Erich von Lohmond die meestrijdt aan de kant Van de Est- landse adel en in dit mannelijk bedrijf geen tijd en interesse voor Urich en Sophte von Reval m Het Genadeschot Een poging om in zijn geboorteland een gezonde filmindustrie op te bouwen mis lukte maar hij maakte er wel de hier nauwelijks bekende „O Canto do Mar” die op dinsdag 26 april vertoond zal worden. Enkele jaren later, in 1958 kwam in Italië zijn „La Prima Notte” tot stand, een onderhoudende liefdesgeschiedenis met veel fantasie en humor gemaakt, mede dank zijn enkele voortreffelijke medewer kers als cameraman Gianni di Venanzo (later bekend door zijn fotografische bij drage aan films van Antonioni, Fellini en Rosi) en acteurs Vittorio de Sica, Claudia Cardinale, Jacques Sernas. Hoezeer de filmrealiteit hem tenslotte bezighield valt af te leiden uit zijn grote compilatiefilm „Film and Reality” die in 1942 ontstond. Beide begrippen worden aan de hand van fragmenten uit speel films en documentaires op de meest aan schouwelijke manier verduidelijkt. Na de oorlog is Cavalcanti’s naam verbonden aan enige opvallende speelfilms als „Went the Day well?” (de tijdelijke bezetting van een Engels dorp d,oor Duitse parachutis ten), de episodenfilm „Dead of Night”, waarvan „Cav” de raamvertelling ver zorgde, de Dickensfilm „Nicholas Nickle by” en de in Oostenrijk omstreeks 1956 gemaakte Brecht-film „Herr Puntilla und sein Knecht Matti”. De film speelt in een denkbeeldige stad, Timuka, waar de mensen een onbegrijpe lijke (en door Bergman ontworpen) taal spreken. Het land bevindt zich op de rand van een oorlog, de mensen zijn angstig en onrustig en door de zomerse hitte hangt een drukkende sfeer in de stad. In deze omgeving stranden twee vrouwen, de zus ters Esther en Anna, resp. gespeeld door Ingrid Thulin en Gunnel Lindblom, en het zoontje van Anna die door de ongewone omstandigheden sterk op elkaar aange wezen zijn. In de nachtvoorstellingen van Studio vin den we de fraaie Marx Brothers-klucht „Go West” die ook op het maandagpro- gramma van dit theater voorkomt. Ande re nachtfilms zijn de tekenfilm „Tarzoon” in Lido, de racefilm „Duivels van de weg” met Robert Redford in Palace en „Jona than Livingstone Seagull”, een poëtische vogelfilm in Roxy. Voor de jeugd „Sjors, Sjimmie en de Piratenkoning” bij Studio en „De Zoon van de Piratenkoning,, in Palace. In het voorprogramma van Luxor wordt de kor te Nederlandse film „Het Verlies” van Olga Madsen vertoond, een begaaft cine- aste, die al naam maakte met „De Straf”. Het Filmhuis Velzen vertoont op 18 maart een keuze uit de films van Joris Ivens. Men kan kiezen tussen pakket 1 („De Wigwam”, „De Brug”, „Branding”, „Indo nesia Calling” en „Le Ciel et la Terre”) waarvan de vertoning om 22.30 uur begint en pakket 2 („Nieuwe Gronden”, „Spanish Earth”) dat om 20.30 uur aan de beurt is. Op woensdag en donderdag 23 en 24 maart gaat de beklemmende Franse film „Mais ne nous délivres pas du Mal” van Joel Séria waarin twee opgroeiende meis jes als reactie op de strengste opvoeding die ze in een nonnenschool krijgen, zich gaan verdiepen in het kwaad en besluiten iedere dag tenminste een slechte daad te stellen. Gruwelijke dingen weet het twee tal te bedenken achter een facade van onschuld en kinderlijkheid. Vooral de Franse keuring heeft het moeilijk gehad met deze openlijke opstand tegen de hypo crisie en de quasi-deugdzaamheid van haar omgeving, wat de eigenlijke motor is van de onkinderlijke gedragingen van de meisjes. Dat dit wat geforceerde modernisme en snobistisch vertoon van filmvernieuwing de meer spontane Braziliaan in wezen niet lag bleek kort daarop uit zijn eerste zelf standig gemaakte film, „Rien que les Heu- res” waarin gezocht werd naar een vorm van realisme bij de beschrijving van een dag uit het leven van de Franse hoofdstad. „Rien que les Heures” gold jarenlang als voorbeeld van poëtische stadsdocumen taires, een genre dat veelvuldig in de komende tijd door de internationale film- avant-garde zou worden beoefend, door Walter Rutmann in „Berlin, Symphonic einer Groszstadt”. Dat is nu allemaal historie, maar Caval canti leeft nog als krasse tachtigjarige en aan zijn werk wordt, te beginnen op 22 maart uitvoerige aandacht besteed in het Nederlands Filmmuseum. In die laatste In Studio kan men onze Sylvia Kristel bewonderen in een onnozele intrige die bondig „Julia” heet. Julia is een puber- meisje dat zich geneert voor haar maagd- schap en van die zorg zo snel mogelijk af wil komen. Als het met zoon Patrick, een vakantievriendje niet lukt, wordt Pa te hulp geroepen en mag Patrick zich troos ten met pa’s vriendinnetje, enz. enz. Te kinderachtig voor woorden. INGMAR BERGMAN’S „De grote Stil te” dateert uit 1964 en is een van de meest aangrijpende films die de Zweedse mees ter gemaakt heeft over de eenzaamheid, een geliefd thema bij Bergman. De avant-garde was dood, voor filmex- perimenteri was er geen geld meer, maar Grierson die in dienst van de GPO (Gene ral Post Office) een film-unit had kunnen samenstellen beschikte over een grote mate van bewegingsvrijheid en eigen initi atief en betekende dus een uitkomst voor een aan vrijheid gewende cineast. „Voyage of the Damned”, hier „Reis der Verdoemden” geheten, behandelt de tra gische odyssee van een passagiersschip vol Europese Joden die in 1939 tevergeefs probeerden een vluchthaven in Noord- of Zuid-Amerika te vinden. Zij kregen geen permissie aan land te komen. Een aan klacht tegen de westerse wereld en een pijnlijk gegeven, bijna te pijnlijk om het in een speelfilm vol sterren (Fay Duna way, Max von Sydow, Oskar Werner, Orson Welles, James Mason) te behande len. Wat men eventueel in City I kan constateren. de liefde heeft. Doordat zij zich door hem vernederd voelt, kiest zij de revolutionaire partij en ver vreemdt zich steeds meer van haar omgeving. De strijd tussen de twee werelden die door de gravin en de Duitser Erich vertegenwoordigd wordt, wordt tenslotte beslist als Sphie von Reval bij haar „landver raderlijke” praktijken betrapt en op haar verzoek door Erich geliqui deerd wordt. Het programma ziet er als volgt uit: dinsdag 22 maart „Feu Mathias Pascal” (regie l’Herbier, decors Cavalcantie); op woensdag 23 maart Cavalcanti’s eerste Engelse film uit 1925, „The little People” en zijn bekendste Franse film „Rien que les Heures”, 24 uur uit het leven van een wereldstad en op donderdag 24 maart drie films met Catherine Hessling, „Yvette”, „En Rade” en „La petite Lilie” (waarin ook Jean Renoir aanwezig is), aangevuld met de satirische grap „Nous ne ferons jamais de Cinéma”. James Brolin en Jill Clayburgh spelen de titelrollen in „Gable en Lombard” naar het leven van Clark Gable en Carole Lom bard. canti öf onder zijn producentschap tot stand kwamen. Bekende grafische filmers als Len Lye en Norman McLaren hebben in die tijd onder Grierson en Cavalcanti gedebuteerd. TUSCHINSKI HEEFT zijn voddige bij drage aan de Nederlandse filmproductie, „De Peetmoeder” geheten snel naar Corso af gevoerd en heeft overhaast twee nieuwe films ondergebracht in zijn vijfdelig thea ter, „l’Année Sainte” van Jean Girault en „Gable en Lombard" van Sidney J. Furie. DAN MAAR TERUG NAAR „Dr No” uit 1963 met Sean Connery als de onover winnelijke geheimagent 007. Palace brengt de film, waarschijnlijk uit gebrek aan beter, weer terug op het programma. En ook Lido deinst niet terug voor een greep in het verleden wat in dit geval „El Condor” met Lee van Cleef opleverde. In Luxor nog eens „Moord in de Oriënt Express”, een stijlvolle verfilming van een misdaadromanetje van Agatha Christie in een formidabele rolbezetting. week van maart en doorlopend tot het einde van april wordt een vrijwel volledig Cavalcanti-retrospectief gegeven dat zijn Franse en Engelse films omvat. Want kort na zijn bezoek aan ons land in 1933 toen hij Ter Braak weer ontmoette, ging Caval canti op uitnodiging van John Grierson naar Engeland om er de gelederen van de Engelse documentaire school te ver sterken. Er zit erg veel vaart in de film, maar helaas maar weinig spanning en dat zou toch wel het belangrijkste bestanddeel behoren te zijn. Alle politiefilm- ingrediënten zijn weliswaar ruimschoots voorradig, woeste achtervolgingen over daken, vuurgevechten en de nodige doden, maar alles is vrij lauw verwerkt. Op deze manier is het geen probleem om I een heel dozijn Dirty Harry-films vol te maken, maar het risico dat er er dan dertien in een dozijn worden, is wel erg groot. (Van onze kunstredactie) AMSTERDAM. Het Instituut voor Dramatische Vorming gaat beginnen aan het derde activiteitenprogramma van dit seizoen. Het IDV organiseert cursussen en weekends op het gebied van mime, dans, toneel, creatief spel, creatief taal gebruik, poppenspel en tai chi. Over het algemeen is eerdere ervaring met activiteiten op het gebied van drama tische vorming niet noodzakelijk. De minimumleeftijd om deel te nemen ligt op I ongeveer zestien jaar. Het adres van het IDV is N.Z. Voorburg- wal 292 Amsterdam. Nadere inlichtingen over de cursussen verstrekt Han van H Duren van het IDV, tel. 020-255706. Cavalcanti’s debuut liep wekenlang in de Ursulines, een van de Parijse filmkunst-theatertjes die toen in opkomst waren en de filmer kon zich terecht verba zen over de belangstelling voor een film zonder intrige en zonder praalvertoon. „Men moet wel geloven dat de smaak van het publiek hoe dan ook veranderd is”, schreef hij hoopvol in een Parijs blad en verwees daarbij naar een uitspraak van Lilian Gish, de befaamde Amerikaanse actrice van die jaren die in een interview verklaard had dat noch de intrige, noch het uiterlijk vertoon of de decoratieve kwaliteiten van het beeld het publiek wer kelijk treffen, maar enkel en alleen de ontroering die men de „cinégrafische emotie” zou kunnen noemen. En ze spreekt er de hoop bij uit dat de toekomst aan de filmers de mogelijkheid zal laten om de wetten van die cinégrafische ont roering te leren beheersen. Zulke idealisti sche overwegingen en toekomstdromen bestonden er nog in die hoopvolle jaren twintig. Ook in ons land waar de in 1927 opgerichte Nederlandse Filmliga druk doende was onbekende filmexperimenten uit verschillende landen te verzamelen om ze aan haar leden voor te zetten. Het was niet toevallig dat het eerste programma van de nieuwe filmclub voor een groot deel aan Cavalcanti was gewijd. Ter introductie van het begrip avant- garde kon men zich geen betere vertegen woordiger indenken. De filmer was per soonlijk aanwezig om zijn werk in te lei den dat toen bestond uit „Rien que les Heures” (40 min), „La petite Lilie” (15 min.) en „En Rade” (55 min.). Aan dit eerste bezoek aan ons land waaruit Caval canti blijvend een emotionele binding met Nederland heeft overgehouden, heeft dr. Menno ter Braak destijds herinneringen opgehaald toen de filmer zes jaar later opnieuw naar Amsterdam kwam:Nu stond hij weer voor mij, uiterlijk nog vrijwel geheel dezelfde, maar met een voortdurende strijd tegen het filmnoodlot achter zich. Wij praten, wij herinneren ons de hoopvolle dagen van de oude Liga, toen er in Amsterdam 45 leden waren en de lezingen met spanning verwacht wer den, toen er door ons misschien meer geestelijk kapitaal in de ontwakende film kunst belegd was dan nu. Hij weet nog merkwaardig veel van dat eerste bezoek aan Amsterdam, waar toen „En Rade”, „Rien que les Heures” en „La petite Lilie” werden vertoond, die typisch trage, voor zijn enigszins slome temperament zo Van filmexperiment voor de happy few tot speelfilms voor een groot publiek, zo kan men Cavalcanti’s filmontwikkeling omschrijven, een- ontwikkeling die vele genres en stijlen doorlopen heeft en een boeiend panorama van filmmogelijkhe den heeft achtergelaten. In de komende weken geeft het Filmmuseum in Amster dam volop de gelegenheid met dit werk kennis te maken en een toegewijd filmer te ontmoeten. Clark Gable (1901-1960) en Carole Lom bard (1908-1942) waren twee Hollywood- sterren die vooral in de jaren dertig geschitterd hebben, Gable als „he-man” in drama’s en kluchten („Gone with the Wind”, „It happened one Night”), Lom bard als een zeer persoonlijke comedien ne („My Man Godfrey”, „To be or not to be”). Bovendien vormden zij in het dage lijkse leven (als dat tenminste bestond in het Hollywood van die dagen) een liefdes duo dat de verbeelding van de „gossip writers” sterk aansprak. Of dat voldoende reden is om over het tweetal een film te maken wordt niet door Furies film aange toond. Maar een kijkje achter de scher men van Hollywood in zijn glansperiode wil er vandaag de dag altijd wel in. Van daar deze film die uiteraard zwaar te lijden heeft van het niet te vermijden probleem dat James Brolin niet op Clark en Jill Clayburgh niet op Carole lijkt. Het geheel wordt dus nu het dolle liefdesavon tuur van twee vrijgevochten inwoners van de filmmetropool die toevallig bekende namen dragen. In haar gedwongen verblijf in een hotel in Timuka onthullen de zusters zich in hun erotische pre-occupaties, daarbij nauwelijks acht slaande op het jongetje dat al dwalend door het hotel met veel onbegrijpelijke dingen geconfronteerd wordt. Destijds zal de keuring wel hier en daar al te suggestieve scènes bekort of geëlimineerd hebben, maar nu draait „De grote Stilte” ongecoupeerd in Roxy wat alleen maar verhelderend kan werken bij het opspeuren van de bedoelingen die Bergman bij het maken van dit haast surrealistische werk gehad moet hebben. Geholpen door een, in het begin door Harry verafschuwde, vrouwelijke agent, lukt het hem echter het spoor van de misdadigers te volgen. De bende, die zich de revolutionairen van' het volk noemt, maakt het helemaal te gek als zij de burge meester van San Francisco ontvoeren. Via zijn onderwereldconnecties komt onze koene inspecteur er achter waar de burgemeester zit: op het voormalig gevan geneneiland Alcatras. In een vuurgevecht, waarin zelfs gebruik wordt gemaakt van raketwerpers, weet Dirty Harry de hele bende uit te schakelen. Helaas heeft ook zijn vrouwelijk hulpje het loodje moeten leggen, maar de burgemeester is gelukkig weer vrij. Opnieuw is het de Duitse filmer na zijn indrukwekkende verfilming van Heinrich Böll’s „Die verlorene Ehre der Katharina Blum” gelukt een aangrijpende en zinvolle film te maken die ook technisch bijzonder gaaf overkomt. Het verhaal dat ont leend is aan een roman van Margue- Bovendien had Cavalcanti zich al vrij gauw van het vrijblijvende experiment afgewend en was onder invloed van Jean Renoir wiens vrouw, Catherine Hessling hij enige malen rollen in zijri films had laten spelen (o.a. in „La petite Lilie”) tot een poëtisch realisme overgegaan dat al in zijn „Rien que les Heures” bespeurbaar was. In die zin was zijn overgang naar het Engelse documentaire front nauwelijks een verrassing te noemen. En in hoeverre er nog geëxperimenteerd kon worden met\ beeld en geluid laten films zien als „Pett and Pott”, „N. or NW” „Nightmail” eh „Coal Face” die öf onder regie van Caval- Clint Eastwood blijft maar als Dirty Harry door de straten van San Francisco draven op zoek naar misdadigers. Ook in The Enforcer, nu al de derde film in deze serie, is Harry, vergezeld van zijn befaam de Magnum Force, weer de eigenzinnige politie-inspecteur die zijn stad wel eens van al het misdadig schuim zal ontdoen. Dirty Harry maakt het in deze film echter zo bont, dat hij wordt geschorst. Maar de politieman is eigenwijs genoeg om toch nog jacht te blijven maken op de misdadi gers, die bij een overval op een wapenfa briek zijn collega hebben neergeschoten. DEN HAAG (ANP). De film „Een stille liefde” van René van Nie is aange meld voor het filmfestival van Cannes. Het festival wordt van 12 tot 27 mei gehouden. Minister Van Doorn (CRM) heeft besloten de film aan de autoriteiten van Cannes voor te leggen. „Een stille liefde” is een speelfilm, die 25 februari van dit jaar in première is gegaan. Hoofdrollen worden gespeeld door Cor van Rijn, Sem de Jong, Mariëlle Fiolet, Dore Smit en Chris Lomme. De film verhaalt over een gescheiden man die zijn zoon die aan de moeder is toegewe zen, ontvoert. De film werd over het alge meen goed beoordeeld en is in verscheide ne bioscopen geprolongeerd. Een beklemmend drama, in zwart-wit opgenomen, waarin Schlöndorff al zijn kwaliteiten van intelligent en vakbekwaam filmer overvloedig demonstreert.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1977 | | pagina 19