David Wise kritiseert in onthullend boek de misdaden van CIA en FBI Spionage-affaire „Het rode orkest" laat vragen open Ervaringen van dierenoppassers in leuk boekje b I SPANNENDE GESCHIEDENIS ANARCHISME IN AALST Het leven van Frans Nienhuys MEMOIRES VAN LEOPOLD TREPPER 70 55 >g! „DE AMERIKAANSE POLITIESTAAT" Roman van Ustinov Louis-Paul Boon schreef De Zwarte Hand I 101. ■eau 7 NU ALWEER ENIGE tijd geleden, in juni van het vorig jaar, werd William King Harvey begraven Bill voor zijn vrienden, en dat waren er niet zoveel. Bill Harvey, een man met een kogelrond hoofd, een rood opgeblazen gezicht, een vadsig lijf, dat hij op grote platte voeten en doorgaans gehuld in een rommelig pak, verplaatste. Een geweldige drinker, die bij de lunch achteloos een viertal Martini’s opslokte en ooit voor het diner een achttal glazen van dit mengsel van gin en een zeer klein beetje vermouth ledigde. Moorden in serie 1*2 I Politiestaat I XQRIEK ‘^1® Wis! (WW bibliotheek i Doordat de So v j et-archieven nog HENK J. MEIER ■s H.R. P. A. W. ■lespuit- ing en 5 e dagen K.R.R Ml <1 tuur (Van onze correspondent in Washington, Henk Kolb) rault had toen zij het zonder succes ook al contact met Trepper gehad. Doordat zijn verhaal soms veel te gedetailleerd, dan weer veel te summier KORT VOOR MIJN elfde verjaardag heb ik met een aantal medestanders een organisatie opgericht die zich De Zwar te Hand noemde. Wij voorzagen ons van houten zwaarden, betaalden drie cent contributie in de week en richtten een „hol" in, geheel naar het voorbeeld van de toen zeer populaire Pietje Bell- boeken Bestemming: Castro. De mafia nam er zijn deel in om weder am voet te kunnen krijgen in de casino’s van Havanna, waaruit zij door Castro was verwijderd. Toen het later op getuigen aankwam waren de belangrijkste mafia-getuigen vermoord. De FBI probeerde de Zwarte volks held dominee Martin Luther King de nek te breken. Hij werd afgeluisterd, bedreigd, en aan journalisten werden afschriften van conversaties in motelka mers gegeven waaruit zou moeten blij ken dat King een wild seksueel leven leidde. Want altijd mikt men bij ver dachtmakingen in deze sfeer op het in wezen puriteinse karakter van de Ame rikaanse middenmoot. En tenslotte was er dan Watergate, de zaak die uiteindelijk de luiken zou weg breken van de vensters die gesloten had den moeten blijven. Het boek van David Wise leunt zwaar op al bekende gegevens, en men behoeft zijn nogal sombere mening niet te delen om zijn waarschuwing te verstaan. Het gaat uiteindelijk niet om de vraag of de Koerdische rebellen mochten worden bedrogen, of het een schandaal is dat de CIA koning Hoessein van vrouwen voor zag en zelf porno-films produceerde waarin een op Soekarno gelijkend heer ambitieus tekeerging, en dat er miljar den dollars meer aan de inlichtingen dienst werden uitgegeven dan het Con gres werd voorgehouden. „Citeindelijk”, zegt Wise, „kunnen wetten worden gebroken en richtlijnen vermeden. Wat het volk wil dat Ameri ka is, zal bepalen of de machinerie van de politiestaat onder controle kan wor den gebracht of dat die zal groeien en uiteindelijk de wettige staat zal door trekken en overnemen”. „De Amerikaanse politiestaat” is een welsprekend pleidooi voor een beter beheer van de staat, die zijn vrijheid niet mag beschermen door wetten te breken, want „als we de methoden van de vijand overnemen, worden we die vijand”. Bill King Harvey, „de Ameri kaanse James Bond", hoofd van ZR- Rif Ie. moge dan ook in vrede rusten. Clarence M. Kelley, de directeur van de FBI, die nu wederom waarschuwend door het land trekt, heeft openlijk bepleit dat het raadzaam zou kunnen zijn sommige vrijheden op te geven teneinde het restant te kunnen bescher men. Dat restant is dan uiteindelijk wel niet zo veel meer dan de auto’s, de super- En Bill Harvey was leider van een speciaal project, getiteld „Executive Order” (opdracht van de uitvoerende macht) dat de officiële codenaam ZR Rifle (geweer) kreeg, met als voornaam ste werktuig een Europese huurmoorde naar, die als QJ-Win geboekt stond. Offi cieel heette het een onderzoek te zijn naar de ontwikkeling van middelen voor het afzetten van politieke leiders in het buitenland, inclusief de mogelijkheid om die leiders eenvoudig te vermoorden. Daartoe was QJ-Win gehuurd. Binnen dat raam werd tegen Castro samenge zworen en vergif moest het middel zijn dat Castro om het leven zou brengen of tenminste belachelijk zou maken. (De CIA had plapnen gereed om thallium op Fidels schoenen aan te brengen als zij in een hotel werden gepoetst opdat daarna zijn befaamde baard zou uitvallen). Maar zoals Wise haarscherp onthult: het was niet alleen maar in het buiten land dat de machtsapparaten van de Amerikaanse president werkten, vrijwel ongecontroleerd door mensen met vol doende moreel besef om er de waanzin van te begrijpen. John J. Ragan, de persoonlijke expert op het gebied van elektronika van de Amerikaanse presi dent, klom in een telefoonpaal voor het huis van de columnist Joseph Kraft om verbindingen te leggen die afluisteren mogelijk moest maken. Kraft was er maar één van de lange lijst van vijanden, die Nixon en zijn medewerkers hadden opgesteld. President Kennedy werd te Dallas vermoord onder nog steeds raadselach tige omstandigheden, vrijwel op het zelfde moment dat een hoge Cubaanse regeringsfunctionaris te Parijs een vul pen met een git'naald in ontvangst nam. s sch 161 James Bond van de CIA sleet zijn laatste dagen in een betrekkelijk obscure posi tie op het hoofdkwartier, en de enige die nu althans in de buitenwereld zijn gehei men nog weet, is zijn vrouw. Harvey’s papieren zijn verbrand, maar na zijn dood is er al tweemaal ingebroken door mensen die ernaar tochten. Zodoende leeft William King Harvey toch nog voort na de dood in een tijd vol moeilijke problemen voor de CIA, die als in het geniep werkende organisatie, met uitgebreide vertakkingen over de gehele wereld, en die zich maar moeilijk wil laten vangen in het dwangbuis van moreel besef, betrekkelijke openbaar heid en beleidsbeslissingen, hetgeen de onthullingen voor de senaatscommissie noodzakelijk heeft gemaakt. Bill Harvey was een sleutelfiguur in de samenzwering om Fidel Castro van het leven te beroven, hij had de supervisie over het graven van een tunnel naar Oost-Berlijn in de jaren ’50 om telefoon gesprekken van Russen en Oostduitsers te kunnen af luisteren, hij werkte in Kopenhagen, was hoofd van de CIA in Rome en werd vanwege zijn drinkge woonten van die post verwijderd. De Er is onlangs een boek verschenen over de CIA, de FBI, de belasting dienst en het bureau voor nationale veiligheid, dat eenvoudigweg heet: „De Amerikaanse politiestaat”. Ondertitel: „De regering tegen het volk”, uitgave van Random House, New York. „De auteur, David Wise, onthult daarin een overvloed van feitenmateriaal, waar mee hij wil aantonen dat de Verenigde Staten geen politiestaat zijn in de zin van nazi-Duitsland of de Sovjet-Unie, maar een geheel eigen Amerikaanse vorm ervan, die het zonder KGB of Gestapo kan stellen, omdat wordt vol daan aan een woordenboekdefinitie van politiestaat: „Een staat met een regering die ernaar streeft politieke oppositie te intimideren en te onder drukken door middel van de politie, in het bijzonder een geheime nationale politieorganisatie”. En dat, zegt Wise, is precies wat de FBI en CIA hebben gedaan. De FBI hield niet alleen al van voor de Tweede Wereldoorlog de socialistische arbeiderspartij onder controle en infil treerde op brede schaal (onlangs is dit werk gestaakt toen deze socialisten defi nitief als niet-staatsgevaarlijk werden bestempeld), maar de binnenlandse politie-organisatie brak ook met een fre quentie van eens per drie tot zes weken in bij de bond van jonge socialisten in New Yorks Manhattan. En geen verhaal illustreert beter hoe waanzinnig groot het net van in het geheim werkende agenten was, dan toen in 1975 bekend werd dat per dag in New York meer dan 10.000 auto’s rondreden van figuren die tersluiks en niet herkenbaar medebur gers in de gaten hielden. Bill Harvey is dan ook een uiterst gewone dood gestorven: op 60-jarige leeftijd door een hartaanval. Hij ver dient te worden herinnerd, omdat hij vele jaren en op allerlei plaatsen in de wereld de hoeksteen is geweest van vele CIA-ondememingen, die naderhand bij hun onthulling door senaatscommissies zulke stormen van verontwaardiging door de wereld en door Amerika zelf hebben gejaagd. Al eerder heeft Boon zich beziggehou den met opstandige bewegingen in Vlaanderen men denke aan zijn beide boeken over Jan de Lichte en diens zoon, en aan het omvangrijke Pieter Daens, dat de sociale strijd in Aalst tot onder werp heeft. De Zwarte Hand vormt van dit laatste boek min of meer .de onder grondse tegenhanger; het is of de naza ten van Jan de Lichte door de sociale opstandigheid weer tot activiteit zijn gekomen. DE schrijver heeft zien ook nu weer omstandig gedocumenteerd, onder meer in de kranten en krantjes uit de jaren ’80 markten, de vrijheid om te kunnen con sumeren, maar dat zijn problemen waarover mensen als Kelley zich blijk baar eerst in laatste instantie het hoofd gaan breken. Wat dat begrip „zwarte hand” nu eigenlijk betekende, vroegen wij ons niet af. Wij waren de schrik van de buurt en dat was ons genoeg. Merkwaardig is dat recentelijk twee boeken zijn verschenen waarin de herkomst van dit huiverin gwekkende symbool wordt nagegaan. Ab Visser vertelt in zijn Mafia-boek dat het een herkenningsteken was van dit Italiaanse misdaadsyndicaat. Daarente gen wordt het in Louis-Paul Boons nieuwste boek, „De zwarte hand, of het anarchisme in het industriestadje Aalst (Arbeiderspers), toegeschreven aan de anarchisten. ik moet zeggen dat ik in de literatuur over het anarchisme (bijvoorbeeld in het laatste deel van de De Socialisten van Qkack, of in De dageraad der Volksbe- vrijding van Vliegen) nooit het symbool van de Zwarte Hand ben tegengekomen. Dat is misschien iets exclusief Belgisch, of Aalsts Want het anarchisme dat Boon hier beschrijft, heeft al heel weinig te maken met wat je daarover in andere boeken leest. steeds ontoegankelijk zijn, bleef er rond het Rode Orkest een extra waas van geheimzinnigheid hangen. Dat resulteer de in een aantal weinig geloofwaardige boeken en artikelen, tot Gilles Perrault met zijn boek „L’Orchestre Rouge” de hele handel en wandel van deze firma List Bedrog uitstekend in kaart bracht. Een aantal jaren geleden wijdde de Duitse televisie aan het Rode Orkest een zeer boeiende, maar op sommige punten onhistorische, serie die ook in ons land op de buis kwam. In de laatste aflevering relativeerde Perrault een aantal overdrijvingen van de Duitse TV en corrigeerde hij sommige fouten. Per en ’90, maar ook in justitiële archieven. In een enkel geval kon een hoogbejaarde Aalstenaar hem nog wel iets vertellen. Zijn boek is naar de vorm een kroniek van gebeurtenissen in een ellendig, sme rig stadje, dat in rap tempo is geïndustri aliseerd en waar het verpauperde fabrieksproletariaat leeft op de rand van de verkommering. Is het een wonder dat in een dergelijk oord een beweging ontstaat die de sociale ongelijkheid door middel van de misdaad wil corrigeren? Of er inderdaad een dergelijke anarcho-criminele beweging is geweest, wordt overigens uit dit relaas niet duide lijk. Boon moet zelf vooral geïntrigeerd zijn geweest door het raadsel: waar kwam die misdaadgolf vandaan? Waren de verdachten, die af en toe werden opgepakt, inderdaad de daders? Handel den zij uit politieke overtuiging? En wat voor een duistere rol speelde de politie? Veel hangt hier, bij gebrek aan concre te gegevens, in de lucht. De politieman Dabbers, die niet van de vrouwen kan afblijven, belandt zelf achter de tralies. Hoe is zijn verhouding tot de al dan niet georganiseerde bende van dieven en inbrekers, die het stadje in rep en roer brengt? Of is er zo’n bende nooit geweest, is alles het werk geweest van provocateurs, die het symbool van de Zwarte Hand hanteerden om de sociale strijd van die dagen in opspraak te brengen? Af en toe moest ik bij het lezen van dit boek denken aan het proefschrift van mr. W. H. Nagel, „De criminaliteit van Oss”: ook daar een stadje dat door een tot misdaad vervallen bevolkingsdeel wordt geterroriseerd. Met dit verschil dat de misdaad in Oss in de jaren ’30 vrijwel is uitgeroeid en dat er van dubieuze praktijken van politiemensen nooit iets is gebleken. Zo’n alles ophelderende afronding heeft de beweging in Aalst nooit gehad. De Zwarte Hand is een boek dat voor een groot deel in de raadselachtigheid blijft steken. Maar dat maakt de lectuur niet minder spannend, integendeel. HANS VAN STRATEN Bijna 40 jaar lang en onder het bewind van zeven regeringen, zo klaagt Wise aan, hebben inlichtingen- en politieorga nisaties van de regering de wet gebro ken. Zodoende kon een politiestaat ont staan, die ter zijde van de democratie opereerde met afluisteren, inbraken, openmaken van post, onderscheppen van telegrammen, volgen van personen, clandestien lastigvallen, verklikkers, lijsten van staatsgevaarlijke personen en politiek misbruik van belastinggege- is, roept hij meer vragen op dan hij beantwoordt. Wezenlijk interessanter dan de beschrijving van de activiteiten van het Rode Orkest is het onuitgewerk te verhaal van de overtuigde communist die ondanks de „zuiveringen” van de jaren dertig niet alleen in het communis me maar ook in de Sovjet-Unie bleef geloven. De uiteindelijke teleurstelling in dat laatste geloof is voor ontelbare commu nisten zo traumatisch geweest dat ze zich óf van de politiek afgekeerd heb ben, óf zelfs hebben ontwikkeld tot McCarthy-achtige communistenj agers Trepper reageert wat dat betreft wat afstandelijker, zij het heel begrijpelijk zelden zonder emotie. Voor de geschiedschrijving ware het echter te wensen geweest als Trepper zijn memoi res in twee delen had gesplitst. Daarbij zou het verhaal van het Rode Orkest in samenwerking met Perrault (die op dit gebied nog steeds studieus actief is) geloofwaardiger en beter uit de verf zijn gekomen. Bill Harvey was voor, zijn superieuren een wapen: altijd geladen, altijd klaar om te doen wat anderen nodig vonden voor een niet nader op zijn wezenlijke waarde getoetst „landsbelang”. Dege nen die dat landsbelang bepaalden waren ook de verantwoordelijken voor de politiestaat: de Kennedy’s, Johnson, Nixon, andere presidenten, hebben al dan niet onder de dwang van extreme omstandigheden zoals oorlog of veron derstelde communistische dreiging dan wel infiltratie hun macht misbruikt om met de meest geraffineerde en moderne technieken af te luisteren en na te gaan wat zich in de slaapkamers en kantoren van een toen nog niets vermoedend volk afspeelde. dierenparken” niet onvernoemd. Het wordt ze, denk ik, vaak op de boterham gegeven door bezoekers en natuurbe schermers. Veel oppassers hebben veel liever te doen met dieren dan met men sen. Zoals één van hen in het boekje zegt: „In de loop der jaren verlies je door dit werk langzamerhand het vertrouwen in de mensheid”. Het boek „Je had met ’n vogel moeten trouwen” (uitgegeven door Keesing, prijs ƒ19,50) bevat schitterende foto’s van Mattheus Engel. EX-VERZOEKPLATENPRO- GRAMMA presentator Frans Nienhuys heeft in zijn nu ruim 70-jarige leven heel wat meegemaakt. Zijn jeugd werd na de scheiding van zijn ouders vergald door zijn stiefvader, het scheelde geen haar of hij liep zijn grote wens acteur te worden mis en hij begon met het eerste verzoek platenprogramma in Nederland onder de titel „Men vraagt en wij draaien” (in 1935 bij de VARA). Daarnaast zag hij zijn later zo geliefde zendschip Veronica met zijn programma en al ten onder gaan en hij werd aan de kant geschoven door het weekblad Story, waar hij de rubriek „Men vraagt en wij antwoor den” volschreef. Tegenwoordig presenteert de bij velen geliefde ome Frans voor de TROS het programma Café Chantant, dat hij natuurlijk ook weer op zijn eigen specia le manier aan de man brengt. De één is er van gecharmeerd, de ander draait vlugger dan ooit de knop van de radio om. Het is natuurlijk maar waar je van houdt. Verleden jaar kreeg Frans Nienhuys van uitgeverij Centipress in Bussum het verzoek zijn levensgeschiedenis op papier vast te leggen, hetgeen resulteer de in het boek „Men vraagt en Frans Nienhuys vertelt” 9,90). In het boekje, verlucht met enige foto’s, vertelt ome Frans hoe het nou allemaal gekomen is, op zijn eigen manier, dus u bent gewaar schuwd. Bill Harvey was de Amerikaanse James Bond, 007, gemachtigd om te doden. Het moet voor president Kenne dy, die een enthousiaste liefhebber was van Ian Flemings boeken anno 1962, toch een teleurstelling zijn geweest, toen hij met eigen ogen wél eens wilde aan schouwen hoe de fantasieën van Fle ming zich tot werkelijkheid lieten verta len. De zwaar gebouwde man, die pas op het allerlaatste moment eraan dacht dat hij zijn revolver beter kon afgeven voor dat hij het ovale kantoor in het Witte Huis binnenging, de schuifelende gang en de dreunende stem hadden niets van de elegante boekanier die lan Fleming in het leven heeft geroepen. ■fi I Een aantal van hen werkte vrijwillig voor de Duitsers, een andere groep pro beerde (met succes) een driedubbelspel te spelen. Trepper bracht Moskou na zijn arrestatie door de Duitsers op de hoogte van de ware stand van zaken, zodat het „spel” dat de Duitsers met Moskou dachten te spelen in feite op niets uit liep. Ook in ons land probeer den de nazi’s die techniek, ongelukkig genoeg wèl met succes, zodat het „England”- of „Nordpol”-spiel vele slachtoffers in de Nederlandse illegali teit heeft gemaakt. Lumumba, Trujillo, de Chileense generaal Schneider, die ten koste van alles de grondwettelijke vrijheid wilde beschermen ook als dat de verkiezing van Salvador Allende zou betekenen, Allende zelf: slachtoffers van een gewelddadige dood, waarbij op de een of andere manier steeds de CIA uiteinde lijk betrokken bleek te zijn geweest. Trepper had weten te vluchten, was na de oorlog teruggegaan naar de Sovjet- Unie en daar onmiddellijk in de gevan genis beland. Hij werd onder Chroesjts- jov gerehabiliteerd en keerde terug naar zijn geboorteland Polen. Daar voelde hij de druk van het neo-anti-semitisme en probeerde te emigreren naar Israel, waar hij ook voor de oorlog jaren had gewoond. Dat is hem uiteindelijk gelukt en nu heeft hij zijn memoires geschre ven. Dat is jammer genoeg geen opzien barend boek geworden, wel een portret van Trepper. Sommige perioden in zijn leven doorkruist hij met zevenmijlslaar zen, dan weer staat hij minutieus stil bij relatief onbelangrijke korte incidenten. Veel nieuw licht op de activiteiten en achtergronden van het rode orkest werpt zijn boek „Het grote spel”, Elsevier-Amsterdam 29,50) niet. IN DE EERSTE jaren van de Tweede Wereldoorlog spioneerde Leopold Trepper in het door de Duitsers bezette West-Europa voor de Sovjet-Unie. Zijn netwerk van agenten kreeg later bekendheid onder de codenaam die de nazi’s eraan gaven: „Die rote Kapelle”, het rode orkest. De organisatie werd praktisch in zijn geheel opgerold en een groot aantal agenten werd in concentratiekampen of de martelkel- ders van de Gestapo gemarteld en vermoord. Een aantal werd echter bewust gespaard. De nazi’s probeerden hen „om te draaien”: de zenders van het Rode Orkest bleven berichten naar Moskou sturen, bediend door de oorspronkelijke telegrafisten („pianisten”). Iedere telegrafist heeft een eigen „handschrift” en een verandering van ,1,pianist” zou Moskou achterdochtig maken. t ideale BAM xlem, massi lar keuze kwaliteit •antie op ■ektvanW* ijzen zijn1 onzalen: Q Houtweg rcissenst: 1 „Dagma* Zonnet*’ ij Amste< Geop v. tot 211 Bill Harvey was de enige getuige die voor de commissie uit de Senaat ver scheen van wie noch bij het binnenko men, noch bij het weggaan een foto werd genomen. Tegen die tijd was hij al een door de drank gehaald wrak, terugge trokken uit allerlei geheime operaties, met pensioen sedert 1969, zij het nog onveranderlijk vergezeld van zijn vuur wapen, dat hij zelfs binnen de muren van de CIA-veste in Langley bij Was hington placht te dragen. „Wanneer je zoveel geheimen kent als ik, leg je dat ding nooit weg”, zei hij eens vens. En, zo mag worden aangenomen, als dat zo uitkwam: moord. Zo kwam het tot het zogenaamde „Huston-plan”, dat met goedkeuring van president Nixon (1970) voorzag in inbra ken bij ambassades en andere misdrij ven. De politie werd bij voorbaat het zwijgen opgelegd voor het geval een oplettende burger alarm zou slaan. En, bittere ironie, op de zolder van Washing tons ministerie van justitie vond de trai ning plaats van de mannen die stilletjes hun gang moesten kunnen gaan: daar leerden FBI-agenten tevens hoe ze hun eigen inbrekerswerktuigen moesten maken EEN KOSTELIJK BOEKJE werd samengesteld door Dick Walda: „Je had met ’n vogel moeten trouwen”. De titel is ontleend aan een uitspraak van een dierenoppassers-echtgenote. Wat heeft Walda namelijk gedaan? Hij is naar dierentuinen gegaan in Nederland en België en voerde er gesprekken met oppassers. Dat gaf een serie alleraardig ste en vaak originele beschouwingen over de verhouding dier-mens. En dat vooral dan van de kant van de diergaa'r- debewoners gezien. De oppassers maken wat mee. Meer met de kijkers, met hun vaak uiterst onnozele vragen, dan met de dieren. Hoewel, er zijn oppassers, die de teke nen van de fauna met zich meedragen, zoals een leeuwenoppasser van Artis, die aan beide handen gepakt werd door een leeuwin. Die oppasser was als jon gen begonnen met suiker te geven aan de mieren (ook in de dierentuin). Het is erg interessant te lezen, wat er zich zoal aan de andere kant van hekken en veilig- heidsgrachten afspeelt. De oppassers laten ook het wat tere onderwerp: „dieren in vrijheid, niet in De condor, de grootste levende roofvogel ter wereld, voorkomende in het Zuid- Amerikaanse Andes-gebergte. Dat de bekende acteur Peter Ustinov niet alleen een uitstekend filmspeler is maar ook een verdienstelijk schrijver is vast te stellen na lezing van zijn roman „Krumnagel”, een boek dat zich opper vlakkig gezien aandient als een soort politieroman, maar veel meer is dan dat. Bart Krumnagel is inspecteur van politie, past als zodanig ook in de Ameri kaanse visie op law and order, maar raakt hevig met zichzelf in conflict als hem en zijn vrouw een wereldreis wordt aangeboden die hen naar Londen leidt. Krumnagel komt daar aan de voor hem verkeerde kant van de wet terecht. De manier waarop hij deze situatie ver werkt geeft Ustinov alle gelegenheid om, soms gemoedelijk spottend en soms cynisch, van zijn visie op mens en samenleving te getuigen. Het boek verscheen bij de Zuid- Hollandsche Uitgeversmaatschappij (Ad. Stok) in Baarn.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1977 | | pagina 15