Onderzoek gedrag van dieren boeiende tak van wetenschap o «u 1 B ILLUSTRATOR DIE INSPIRATIE ZOEKT IN NATUUR Sprookjes uit Scandinavië I’ door Hans Rombouts r L* J Elfen-sprookje Cameron is een „vogelaar”. Van jongs af aan trekt hij met een notitieboekje op zak naar buiten. Nu nog elke dag kan men Cameron zwervend aantreffen in de buurt van zijn woonplaats Vuren, een pluk huizen langs de Waal in de buurt van Gorinchem. Hij is lid van de vogelwacht Alblasserwaard, verricht daarvoor regelmatig tellingen: hij neemt deel aan de knotwilgenacties en staat op de bres voor het milieu. Gedragspatronen. l\ 3 r- u s, Afbraak natuur. Wl!l vogeltekenaar in „De wereld van de vogels" bij Elsevier en heeft er prompt internationale naam mee gemaakt. Het boek, dat tekst bevat van de Oxford-hoogleraar Perrins, is al verschenen in een Frans-, Engels- en Japanstalige uitgave. De voor hem waardevolste reactie kreeg de achtendertigjarige Cameron van Rein Stuurman, een begrip voor liefhebbers van natuurboeken. Vanuit het Rosa Spiershuis liet Stuurman zijn aanmerkelijk jongere collega weten, dat de tekeningen voortreffelijk waren. Hij proefde er duidelijk kennis van en liefde voor lü ■I ff jk. /c2 i'yr~ - Ad Cameron verfijnd tekenaar van vogels s 1 9 HEIN STEEHOUWER HANS ROMBOUTS ,w i i i te ir Dit onder redactie van prof. Klaus Immelmann samengestelde boek wil antwoord geven op een aantal vragen, maar bovenal een overzicht geven van de stand van zaken en dan zo toegankelijk moge lijk gebracht (dat dat niet iedere medewerker lukt, omdat hij zo zit ingebakken in vakjargon, is een andere zaak). In het algemeen is men zeker in die opzet geslaagd. Natuurlijk is het samenstellen van een overzicht van de ethologie een immens werk. Alles kan ook uiteraard niet besproken worden. We noemen hieronder een aantal van de eenenveertig onderwerpen (die dan zelf weer uitgesplitst zijn), die aan de orde komen: de geschie denis van het gedragsonderzoek. Behalve kleurenfoto’s vindt men in het boek veel tekeningen, die teksten over wetenschappelijke Zo zullen tal van lezers veel ple zier kunnen beleven aan sprookjes uit de cultuurkring van de Germa nen en latere Scandinavische volke ren. In „Scandinavische sprookjes” vindt de lezer of eigenlijk liever de vóórlezer aan kinderen koste lijke verhalen. Ze zijn verzameld door Milos Maly en voor Ankh- Hentnes bewerkt door Marijke van Raephorst. De vele illustraties, ook in kleur, zijn knap door Josef Lies- ler getekend. Het is een boek in groot formaat van 25,-. Met Scandinavische sprookjes, althans met de wat boerse sfeer. zijn we allemaal wel min of meer vertrouwd. De oude motieven zijn door latere schrijvers naverteld en verzameld, zoals de gebroeders Grimm dat bijvoorbeeld deden. Oorspronkelijk behoorden ze tot de Germaanse schat aan sagen. Ze zijn dus heel oud, maar later telkens aangepast aan nieuwere omstan digheden om voor kinderen begrij pelijk te blijven. Toch hebben ze in dit boek veel van de oude adem en volkswijsheid behouden. r t 1 Cameron heeft natuurlijk toch wel een praktische natuurstudie achter de rug. Alles wat hij ziet legt hij vast in tekst of tekening. Hij doet dat zo uitstekend, dat men de werkwijze bij De wereld der vogels hééft omgedraaid: de tekst van Perrins is nu aangepast aan de tekeningen van Cameron. De man uit Vuren heeft vooral aandacht voor het i' l I g i i- i j 1 i i i- e k n n s- P- re et jf n- el it ir ig et d Aan de grote dierenencyclopedie van de befaamde Bernhard Grzi- mek zijn nog drie extra delen toege voegd, omdat men algemene zaken toch nog eens apart en dan uitvoeri ger onder de loep wilde nemen. Na „Oorsprong en ontwikkeling” en „Milieu" is nu „Gedrag” uitgeko men. Zoals met alle boeken van Grzimek betekent dat dat er vele, interessante gegevens worden aan gedragen door een leger deskundi gen en specialisten. In dit kader noemen we drie belangrijke weten schapsmensen: de Nobelprijswin naars Konrad Lorenz, „onze” Niko Tinbergen en Karl von Frisch. Als we dan ook nog de naam van Otto Kohier noemen zal het de enigszins ingewijde duidelijk zijn, dat hier de ethologie (het gedrag van dieren) op verantwoorde wijze wordt behan deld. gevoelige plaat, die als het ware tegen je voorhoofd is aangeplakt bij het bekijken van iets. Dat is een zaak van lijntjes op de juiste plaats zetten. Nee, het gaat om de span ning”. 3 ‘t r it ‘g n, JF )f le al ‘F II n e o VAAK HERBERGEN sprookjes u>aardevolle symbolische wijsheid op het niveau van een goed verteld en boeiend verhaal. Soms zijn sprookjes kinderlijk, vaak ook niet en meestal voor jong en oud. Als het om oersprookjes gaat is dat laatste zeker het geval, maar met sommige cultuursprookjes in het heden geschreven met oude motie ven als achtergrond kan dat ook zo zijn. Er zijn ook cultuursprookjes, die in een antiek pakje worden gesto ken. Die worden nu bedacht, maar de auteurs bedienen zich van de „aloude” motieven. Zo ook Conny Sluysmans in „Het elfje dat maar één vleugeltje had”, een uitgave van Omniboek in Den Haag, heel mooi en kleurrijk geïllustreerd door Toon van de Ven. Het is een lief verhaal om voor te lezen, maar het mist de kracht van het oorspronke lijke oude volkssprookje. De goed getroffen modernere toon vergoedt dat echter weer. korte routes (100 a 200 km te vol gen). Spoedig zal men gebruik gaan maken van satellieten, zodat men routes in beeld kan gedragspatroon van dieren en plan ten. „Neem nou eens de fuut. Zijn gedrag is zo gevarieerd, dat je daar wel een heel standaardwerk vol mee kunt vullen. Dat was'eigenlijk de moeilijkheid bij het samenstel len van het boek. Uit honderden tekeningen moest een kleine keuze gemaakt worden. Ik maak de eerste aanzet buiten, als ik de vogels bezig zie. Daarna werk ik dat groter uit in een schetsboek, in zwart-wit of in kleur, met waterachtige inkt”. Die grote schetsboeken zijn juweeltjes op zich. Geen wonder dat Elsevier die wilde kopen en er een vorstelijk aanbod op deed. Maar Cameron is er niet op in gegaan. ,Jk ben er erg aan gehecht. Bovendien heb ik daar jaren waarneming en studie in zit ten. En dat zou ik dan in één klap verspelen. Nee, voor geen miljoen verkoop ik die schetsboeken”. „Met dat tekenen moet je de geluksfactor niet uitschakelen. Je kunt natuurlijk alles wel vastleg gen. Maar het gaat juist om de gespannen lijn, zoals ik het noem. Een tekening krijgt dan een ondefi nieerbare spanning. Het is geen kwestie van reproduceren van een Met die ethologie is het eigenlijk een wat merkwaardige zaak geweest. Aanvankelijk werd dit aspect van de biologie genegeerd, zelfs weggehoond, maar langzamer hand kwam men er dankzij o.a. Kohier achter dat gedragsbestude- ring een nuttig en onmisbaar ele ment in de wetenschap is. En zie: momenteel staat de ethologie hoog aangeschreven. Nu is het soms zaak wat af te remmen. Voor de mens is het namelijk moeilijk om het gedrag van dieren nuchter en zake lijk te benaderen. Het gesprek met Ad Cameron, die geboren werd in Vlissingen en daar een deel van zijn jeugd doorbracht, komt natuurlijk op de afbraak van de natuur rond om ons heen. „Als ik nu in Zeeland kom, zie ik dat er zoveel veranderd is. De mooie wegen door de duinen zijn verdwe nen. Overal zijn doorgangen naar zee. Als je op de dijk gaat staan zie je bijna geen koeien meer, wel ten ten en caravans. De boeren hebben de nieuwe geldbron aangeboord. Als jongen stroopte je de duinen af, zoekend naar planten en dieren. Ik zag er de nachtzwaluw, kon er uren naar kijken. De jongen draaiden hun kontjes buiten het nest als ze nodig moesten. Op het laatst lag er een kalkcirkel rond het nest. Die nachtzwaluwen zijn daar weg. Ik houd van water, van moerasgebie den. Daarom woon ik ook hier langs de rivier”. In het rivierengebied is het al niet anders dan in de rest van het land. Voor je het weet is er weer een mooi stukje natuur onder het afval van de moderne wereld verdwenen. „Er was hier vlak bij een prachtig riet- veldje met allerlei mooie planten en volop dieren. De fabriek (van Durox, HR) heeft dat vol gestort. Als ze een miskleun hebben kost dat bij wijze van spreken een stuk natuur. Maar ja, werkgelegenheid is ook belangrijk. Iets anders: het Brakelse Gors is een prachtig stuk moerasweiland met van die ouder wetse weidebloemen. Ik telde er op één middag 1200 rietorchideeën. Er werd een hoofdwaterleiding door getrokken. Ik vind nu nog maar 200 orchideeën terug. Ad Cameron hoopt nu maar dat zijn tekeningen er wellicht iets toe kunnen bijdragen dat de liefde voor de natuur toeneemt. „Al is het maar voor eigen belang. Het gaat niet om één bloemetje of één vogeltje meer of minder. Het gaat er om dat we de grond onder ons zelf weggraven. Maar ja, ook al zit de mensheid straks tot zijn neus weggezakt in de drab zonder levend wezen, dan zegt ze nog, dat er niets aan de hand is. Kijk maar naar dè rivier. Hoeveel rotzooi wordt daar niet in gespuid. Er wordt al jaren gekletst. Maat houdt men op met lozen? Welnee toch”. Als we vertrekken pakt Ad Cameron zijn notitieboekje en gaat naar de rivier. De kieviten duikelen al. De baltstijd is aangebroken. I Dwalend door de uiterwaarden, langs de rietschoten, turend naar wolken en vogels heeft Ad Came ron de betrekkelijkheid van de menselijke bedrijvigheden ontdekt. Hij werkte lang en hard als recla- metekenaar, als free-lance. Maar wanneer het even kon ging hij er een paar maanden tussen uit, op vogelexcursie naar het buitenland. Om de druk te ontlopen van de pijlsnelle, veeleisende reclamewe reld. „Ik heb een collega van 33 jaar zien sneuvelen aan een hartinfarct. Anderen vergeten dat gauw. Maar ik heb dat niet los gelaten. Ik wilde er zo niet onder door gaan”. Toen hij naar Ethiopië was geweest om een studie en natuur lijk tekeningen te maken van stootvogels (roofvogels zoals havi ken en valken) trok hij met zijn getekende buit, voorzien van bijbe horende tekst, naar Elsevier. Of men er een boek in zag. Men was enthousiast over de illustraties. De stootvogels moesten echter voorlo pig blijven rusten. Elsevier had andere plannen met hem. Men wil de een internationaal vogelboek introduceren. Dat werd aanvanke lijk Wereld der dieren; het werd ook gemaakt maër Ad Cameron advi seerde de tekeningen groter te bren gen. Het boek werd opnieuw samengesteld, nu onder de titel „De wereld van de dieren”. Zo kon het gebeuren, dat Cameron een fraai boek in zijn bezit heeft dat nooit in die vorm is uitgegeven. De illustra tor uit Vuren, die het schetsen van wooninterieurs kon staken „ik heb nooit een hekel aan het recla- metekenen gehad, maar ik moet nooit iets te lang doen” heeft nu de ideale combinatie werk-hobby gevonden. Hij is al weer druk bezig aan een tweede vogelboek, nu een, waarin alle families zijn opgeno men en waaraan zo’n veertig auteurs meewerken. Cameron is benieuwd of hij één van hen ooit spreken zal. „Dr. Perrins uit Oxford heb ik nog nooit gezien, hoe gek dat ook mag klinken voor twee man, die samen een boek hebben gemaakt. Ik heb alleen via Elsevier schrifte lijk contact met hem gehad. Hij gaf aanwijzingen voor eventuele veran deringen in de tekeningen zoals een kleurtje iets lichter aangeven. Hij is een bioloog. Ik heb geen biologie gestudeerd. Men moest dus een keus maken. Voorop stond het weergeven van fundamentele feiten en vraagstel lingen van de gedragswetenschap, complete Bij specialistische onderwerpen brengen, nam men duidelijke, belangrijke en aansprekende voorbeelden ter toe lichting. En vandaaruit lichtte men gedragsvormen toe. Allerlei facto ren, die bepalend zijn voor het gedrag zoals ecologische samen hang en fysiologische grondslagen doel en methoden daarvan, zintui- worden behandeld. Ter gerust- gen van dieren, vogeltrek, echopei- stelling: achter in het forse boek ling (met natuurlijk de onderzoe- vindt men een woordenlijst met kingen bij vleermuizen), prikkelpa- vaktermen, die in het kort worden tronen, hormonen, leer- en speelge- uiteengezet. drag, de balts, broedzorg, het In het bestek van een bespreking gedrag van huisdieren, dierentuin- yan een dergelijk omvangrijk boek- ethologie, signalen, zenuwstelstels. werk is het onmogelijk diep op de betekenis van alle aspecten in te gaan. Laten we zeggen, dat uiteen zettingen en toelichtingen vooral teksten over als de praktische proeven met die- proeven illustreren. De redactie van ren aan de orde komen zeer boei- deze Nederlandse editie (uitgegeven end en onthullend zijn. Tenslotte door Het Spectrum) was in handen worden de modernste technieken van dr. A. Sevenster-Bol en dr. M.’t toegepast om gedragspatronen te Hart. De prijs van dit zeker ook als ontrafelen en te bestuderen. Een „los” boek aantrekkelijk werk is voorbeeld: rond de vogeltrek zijn er 99.50 nogal wat raadsels. Men is al bezig om via minuscule zendertjes vrij op Inul /ck.. De grootste vogel» van da wereld. int heden en verleden, worden ongetroffen onder de riet vliegende soorten Naast aommige lijkt de men» maar klein De men op deze afbeelding, de tekenaar Ad Cameron, is ongeveer 1.80 meter leng De hoogten van de volgende soorten zljm (1) De Anthroporms, een uitgestorven pinguïn, 1,5 meter. (2) Keizerspmguln Aptenodytes forsteri. 1,2 meter; (3) Helmcasuari» Casuarius cesueriu», 1.5 meter. (4) de uitgestorven Dietrym», 2.1 meten Emoe Dromaius novaehollsndiae. 1,8 meter; (6) hot grootste lid van de uitgestorven familie van de moa’e, Ornom» maximus, 3.1 meter; (7) Struisvogel Struthlo camelus. 2.4 meter; en (9) Aepyornis maximus. het grootste lid van de uitgestorven familie van de olifantsvogel».

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1977 | | pagina 25