INRICHTINGEN SLECHTS VOOR KLEIN DEEL ZWAKZINNIGEN Geestelijk gehandicapten wonen in bungalows met eigen voordeur FILOSOFIE VAN HERBERT READ I Z1 5^: ng door Pieter Taffijn do< Nu een jaar geleden werden de eerste pupillen in het centrum voor geestelijk gehandicapten Reigersdaal in Heerhu- gowaard opgenomen. Voordat het zo ver was, kende men al een geschiede nis van twaalf jaar. Want het was in 1964 dat het bestuur van de Stichting Psychiatrisch Centrum St. Willibrord in Heiloo het initiatief nam een instituut voor zwakzinnigen op te richten. O In voor maa aan maa naar voor een nam Dit i Phili vanv een ge d were is"gi de f< ze f" Mé z als geïs erg zoa mei eigt zij i hui ra. stul stei Gri ver niet hin „Tc vee me bij sch ven krii het zak wo< Ik op wa: Zu: zei bec nie wa ste we Ma zet we nie als „T. mc juf vai zei sel we wa we eei HL Contact nodig Deskundigen nemen aan, dat ongeveer twee percent van de Nederlandse bevolking in enigerlei mate zwakzinnig is. De opnamecapaciteit voor zwakzin nigen in heel Nederland bedraagt 26.000. Deze inrichtingen zijn niet bepaald evenredig verdeeld over ons land. Gelderland, Noord-Brabant en Limburg blijken veel te veel inrichtingen te hebben. In Groningen, Friesland en Noord- Holland is er duidelijk sprake van een tekort. In de laatste provincie wordt de nood wat gelenigd door nieuwbouw, onder meervan Reigersdaal in Heerhu- gowaard Wij spraken daar met medisch directeur K. Bijl, verpleegkundig directeur P. J. M. Koopman en directeur algemene zaken drs. F. M. Post. Samenleving Integratie Bevolkingsopbouw. Eigen voordeur. Verpleegkundigen. Klein gedeelte - Ik Tl A I Een van de vertrekken, waar arbeidstherapie wordt gegeven Een leefruimte in een van de bungalows c „KENT UZELVEN”. Het is een oude Griekse uitspraak, aan Thales van Milete toegeschreven. Er zijn verschillende toe voegingen. Eén ervan is „zo zult u de góden kennen”. Naar het verhaal wil is het de inscriptie boven de ingang van de beroemde tempel van Delphi, waar de Pythia in orakeltaal de wil der góden meedeelde, door de priester voor de hulp zoekende tempelbezoeker vertaald. Als men de „góden”, of zo men wil de louter abstracte Platonische idee, wil zien als de eerste oorzaak van deze kosmos, komt men ook terecht bij ontstaan en groei van het menselijk bewustzijn. Dan is er de evolutie en de daaruit voortvloeiende menselijke cultuur. Die „eerste oorzaak” was een creatief gebeuren. Alle creativi teit is in feite daarvan afgeleid. Daarom moet de creatieve mens tot het Kent Uzelven geraken om te beseffen waarom hij kunst bedrijft. Het legt een grote verantwoordelijkheid op de schouders van de kunstenaar. Read, die indertijd velen aan zich heeft verplicht met zijn „Moderne schilder kunst”, een inmiddels klassieke beschou wing. Nu is er zijn „Filosofie van de moderne kunst”, in 1951 reeds in Enge land uitgekomen, maar nu in ons land verschenen bij Meulenhoff in Amsterdam in de vertaling van Nelleke Fuchs-van Maaren 24,50). Het is niet geïllustreerd, want het is in zekere zin een vervolg op het vorige boek, eerder een serie los van elkaar staande essays dan een chronologische kunsthis torie. Het boek is dan ook ontstaan uiteen aantal lezingen, wel in tijdsorde gebun deld met inzichten over kunst vanaf 1850 Vele onmachtigen in de beeldende kun sten hebben de laatste jaren een woord als „inspiratie” taboe verklaard. Inspiratie stamt in eigenlijke zin uit dat Kent Uzel ven, als we althans liever niet in „inbla zing" - want dat betekent het woord - van buitenaf wil geloven. Het is eerder inge ving, liefst door wijsheid verkregen. „Wij zijn niet geïnspireerd", verklaren veel kunstenaars, „maar werken vanuit het verstand”. Ze schakelen daarmee de belangrijkste bronnen, het onderbewust zijn, het gevoelsleven en de intuïitie uit. Ze kappen de levengevende wortels af en je ziet de beeldende kunst dan ook allerwe gen verschralen tot minimale experimen ten. Tot verontschuldiging diene, dat de gehele maatschappij de kunstenaars in die richting dwingt. Ik schrijf dit mede namens de Engelse cultuurfilosoof en kunstcriticus Herbert BH De behandeling van zwakzinnigen is geheel anders dan bij psychiatrische patiënten. Daarom moeten deze groe pen niet samen op één grote hoop wor den gegooid. En ook binnen de zwak zinnigen zijn weer onderverdelingen herkenbaar. In medische termen wordt een driedeling gemaakt in idiotie (diep Zwakzinnig), imbecillitas (ernstig zwak zinnig) en debilitas (licht zwakzinnig). tot 1950. Het gaat dus niet om jaartallen en namen, maar om onderzoek van cultuur waarden in de beeldende kunst, alleen al sprekende uit een hoofdstuk-titel als „Het noodlot van de moderne kunst”. Als een der grondoorzaken van het cul turele verval ziet Read het feit, dat wij niet meer zien dat kunst en het esthetische vermogen van de mens een van de dwin gende factoren is geweest tot de menselij ke evolutie. Hij stelt dat juist het - veelal verloren gegane - creatieve vermogen van de mens deze heeft gebracht tot het leren kennen van zijn eigen wezen. „Kunst dwingt de mens tot het aanleggen van oordelen over uiterijke vormen, en tot het bewust maken van wat in zijn oordeel instinctief en onbewust is”, staat er letter lijk. En daarmee zijn we weer terug bij het begin van deze recensie, het Kent Uzelven als noodzaak tot werkelijk creëren. In zo’n (pessimistisch) hoofdstuk behan delt Read bijvoorbeeld de steeds groter wordende scheiding tussen kunst en maatschappij, tussen kunstenaar en beschouwer. Hij is het ook absoluut niet eens met de tegenwoordig opgang maken de stelling dat eigenlijk ieder mens crea tief is of zou moeten zijn. Daar gelooft hij niets van, evenmin overigens als de „ver hevenheid” van de kunst. Dat is allemaal wel voorbij, meent hij, en tot schade van de algehele cultuur. HEIN STEEHOUWER i. m De maaltijden worden vervaardigd in de centrale keuken en daarna rondgebracht. In elk huis zijn vijf slaapkamers (vooreen, twee of vier personen). Tussen woon- en slaapgedeelte zijn de toiletten en de badka mer. De nodige kasten ontbreken niet. Steeds zijn drie woonhuizen aangesloten Zwakzinnigheid wordt veroorzaakt door een storing in de ontwikkeling. Dat kan al gebeuren tijdens de be vruchting, tijdens de zwangerschap of zelfs tot het vierde of vijfde levensjaar. Er is een stoornis ontstaan in de ont plooiing van de geestelijke functies. De oorzaken van deze stoornis zijn veler lei: erfelijkheid, chromosonenafwijkin gen, infectieziekten of bloedgroepaf- wijkingen zijn enkele voorbeelden waardoor zwakzinnigheid kan ont staan. Bewezen is, dat deze en andere factoren er toe kunnen leiden dat de ontwikkelingen van de geestelijke functies (en met name het leervermo gen) worden gestoord. Het maximale, dat na lange tijd met veel inzet en opleiding kan worden bereikt, ligt meestal onder het normale gemiddelde. De zwakzinnige is een mens zoals iedereen, met het recht om zoveel mo- gelijk mens te zijn, binnen de gemeen schap. Hij moet in contact kunnen ko men met zijn omgeving, mèt de mensen die hij waar dan ook ontmoet in de samenleving. Om dat te bereiken, gaat Reigersdaal uit van twee belangrijke behandelings-principes, de geneeskun dige behandeling en het ontwikkeling en relatieprincipe. Geneeskundige behandeling is het behandelen van lichamelijke afwijkin gen en de behandeling van meer psy chische aandoeningen. Dit principe is feitelijk de basisbehandeling. Het pro beert de pupillen in een zo goed moge lijke lichamelijke en geestelijke toe stand te brengen, waardoor het welbe vinden wordt vergroot. Het ontwikkeling- en relatieprincipe geldt als een duidelijke voortzetting van de geneeskundige behandeling. De grondslagen van dit principe zijn voor al terug te vinden in de dagprogram ma’s. Dat wil zeggen, dat bepaalde acti viteiten in deze programma’s het ont wikkelen van sociale mogelijkheden en van menselijke relaties moeten bevor deren. Enkele voorbeelden: creatieve activiteiten, bezigheidstherapie, ar- beidsactiviteiten Bij zijn overlijden heeft onze redacteur Hein Steehouwer nog enkele boekbesprekingen nage laten. Wij willen deze nog graag publiceren op een overdekte straat. Daar kan aan ontspanning worden gedaan, ook in de avonduren. Zo’n straat is meteen een hele goede gelegenheid om contact te onder houden met de bewoners van de andere huizen. Twee groepjes huizen zijn aan el kaar verbonden via een dienstencentrum: ruimten voor personeel, spreekkamers, verdeelkeuken, technische ruimten, Elk huis heeft zijn eigen tuin. Afgestemd op de wensen en mogelijkheden van de bewoners. Het niet-bebouwde terrein is bestemd voor wandelgebieden met bos plantsoen, weiden en heuveltjes. Het pol derlandschap wordt zoveel mogelijk ge handhaafd, er komt ook een sportveld. In totaal zijn er zeven groepen van elk zes woonhuizen gedacht. Voor de gehandicap ten die niet ambulant zijn is er een aange past paviljoen voor ongeveer honderd per sonen. De behandelruimten ontbreken uiteraard ook niet: leslokalen, arbeidsthe rapie, zwemonderwijs, bewegingsthera pie, polikliniek, röntgenafdeling, laborato rium, apotheek, fysiotherapie. De vooruitgang in de medische tech nieken heeft zowel een negatieve als een positieve invloed op het aantal zwakzinnigen. Aan de ene kant komen er meer zwakzinnigen omdat de kinder sterfte daalt en de gemiddelde leeftijd stijgt. Aan de andere kant kan men tijdens de zwangerschap vaak al vast stellen of een kind zwakzinnig zal zijn met als gevolg dat abortus provoca- tus het cijfer dan weer doét dalen. In ieder geval zijn er op dit moment nog inrichtingen nodig, evenals andere voorzieningen. In Reigersdaal gaat men er bij opname vanuit, dat de pupil niet elders kan worden geplaatst. In bijvoorbeeld een dagverblijf of een ge zinsvervangend tehuis. „Dat is, als de zwakzinnigen die mogelijkheid hebben, altijd beter” is het oordeel Het zal duidelijk zijn, dat veel maat schappelijke eisen die doorgaans wor den gesteld, voor zwakzinnigen moei lijk haalbaar zijn. In Reigersdaal is men ervan overtuigd, dat dit sociaal tekort schieten daarom duidelijk ver band houdt met het functioneren van de omringende maatschappij. Het is de samenleving die oordeelt dat de maat schappelijke aanpassing van de zwak zinnige en zijn gedrag ontoereikend zijn en dat er teveel wordt afgeweken van het gangbare patroon. Zwakzinnigen zijn dus mensen, die vooral vertraagd zijn in hun verstande lijke en sociale ontwikkeling en die daarom op een lager niveau functione ren dan hun leeftijd zou doen vermoe den. Dat betekent, dat zwakzinnigheid geen ziekte is en een zwakzinnige geen patiënt. De zwakzinnige heeft wel een vertraagde geestelijke ontwikkeling met keiharde sociale aspecten. En daarop is de moderne behandeling, zo als in Reigersdaal, gericht. Wat Reigersdaal bij dit alles erg dui delijk voor ogen staat is, dat juist inte gratie met de omringende samenleving tot stand moet komen. Dat is onmis baar om een optimale behandeling te kunnen bereiken. Daarom wordt er ge- probeerd een „gewoon” onderdeel te zijn van de Schilderswijk in Heerhu- gowaard. In deze wijk werd een boekje verspreid waarin uitvoerig uiteengezet wordt wat Reigersdaal is en wat men er beoogt. Daarom zijn er geen hoge hek ken om de inrichting heen te vinden. Maar wel kinderen uit de buurt, die op het terrein van Reigersdaal naar de kinderboerderij komen of er spelen. Op tal van terreinen wordt samenwerking met de jonge wijk nagestreefd. Dat lukt. Daarbij wordt er wel op gelet, dat er niets wordt geforceerd. Want dan lukt het zeker niet. Nu zijn er in ieder geval goede contacten en wat dit be treft ziet men de toekomst zonnig tege moet. cielen en op idioot niveau, dat is aange wezen op instituten als Reigersdaal. In het psychiatrische centrum bevonden zich namelijk op dat moment ook zwakzin nigen. Een beeld, dat in het verleden niet ongebruikelijk was. Maar de inzichten ver anderden en ook die over zwakzinnigen en hun opvang. Dat die opvang zeker niet in psychiatrische ziekenhuizen moest plaats hebben, stond het bestuur in het jaar 1964 helder voor ogen. En daarbij kwam dan nog, dat ook in die tijd Noord-Holland in slechts geringe mate beschikte over voor zieningen voor zwakzinnigen. Heerhugowaard werd in 1966, in beginsel, gekozen als vestigingsplaats. Motieven die daarbij een rol speelden waren de centrale plaats die groeigemeente Heerhugowaard inneemt in de regio, de goede bereikbaar heid per trein, bus en auto en de goede mogelijkheden om de benodigde grond te kunnen aankopen. Als woongemeente voor de vijfhonderd personeelsleden was Heerhugowaard aantrekkelijk door de voorzieningen zoals huisvesting, onder wijs en recreatie die er te vinden zijn. De achtentwintig hectare grond vond men aan de Krusemanlaan. Tegen de Schil derswijk aan, aan de uitvalsweg naar Ob- dam en in de onmiddellijke nabijheid van gedachte voorzieningen als een park en een complex volkstuinen. Als bouwmees ter werd in 1967 prof.ir. P.H. Tauber uit Alkmaar aangezocht. Twee jaar later kreeg het bestuur het groene licht van het ministerie voor de plannen. Eind 1971 wer den daar de schetsontwerpen ingediend, de kosten werden geraamd op ruim zeven tig miljoen gulden. Omdat Reigersdaal heel wat anders werd dan .moeder’ St. Willibrord in Heiloo kwamen er een aparte stichting en een eigen directie. In februari 1976 kwam er een groep van 120 pupillen uit Heiloo naar Reigersdaal, vooral volwassen mannen. Later kwamen door hoofdzakelijk vrouwen en kinderen bij. Wat men nastreeft is een zodanige bevolkingsopbouw te bereiken, dat deze vergelijkbaar is met die van het hele land. Dat is geen eenvoudige zaak. Op de pro vinciale wachtlijst is tachtig percent van de pupillen waarvoor een plaats moet wor den gevonden jonger dan twintig jaar. Dit hoofdzakelijk, omdat de ouderen in het verleden zijn opgenomen in andere inrich tingen. Verspreid over het hele land. Men schat het aantal Noord-Hollanders dat elders is geplaatst op ongeveer vijf tienhonderd. Enige tijd geleden was de leus nog, dat deze allemaal naar de eigen provincie zouden moeten terugkeren. Met als groot voordeel, dat het contact met de familie veel gemakkelijker zou zijn. Niet iedereen staat daar nu nog even vierkant achter. Het belang van de pupillen wordt yoorop gesteld en velen van hen zijn ge hecht aan de plek waar ze al jaren vertoe ven. En zeker die moeten maar niet zo worden weggehaald en overgeplaatst naar een omgeving die ze onbekend is. Hoe mooi en functioneel de inrichting dan ook mag zijn Reigersdaal, zo zou je kunnen zeggen, is een woonwijk van Heerhugowaard Opge bouwd uit bungalows voor meestal twaalf personen, een aantal ervan ook voor acht of zestien bewoners. Ieder huis heeft zijn eigen voordeur. De inrichting bestaat uit een L-vormige leefruimte, daaraan gren zend een klein keukentje om een pot thee te zetten en dergelijke kleine activiteiten. In Reigersdaal werken verschillende soorten verpleegkundigen: A (algemeen). B (psychiatrie) en Z (zwakzinnigenzorg). Men hecht aan deze grote verscheiden heid, omdat er in het wijkje dat Reigers daal is allerlei soorten zorg nodig zijn. Het kost geen moeite om mensen te vinden. Dat ligt misschien aan de woonomgeving, maar ook aan het feit dat de inrichting nieuw is en de zorg voor de mensen de jeugd aanspreekt. Het is de bedoeling dat er aan eind van dit jaar ongeveer 450 plaatsen zijn gereali seerd. Ook de temporisering heeft in de zwakzinnigenzorg toegeslagen. Aan het eind van 1977 zal de nood opnieuw worden bezien en dan wordt beslist of er nog meer bouw zal plaatsvinden. Zwakzinnigheid kan het best worden aangeduid met een beneden het gemid delde verstandelijk functioneren, waarmee een aanpassings- en gedrags stoornis samengaan. Het accent van de behandeling ligt daarom op het veran derlijke, op datgene wat de zwakzinni ge kan aanleren. De vertraagde geeste lijke ontwikkeling maakt groei en door groei mogelijk tot ongeveer de vijfen twintigjarige leeftijd. Daarnaast biedt ook het sociaal bepaald zijn van de zwakzinnigheid veel mogelijkheden tot positief veranderen. Zwakzinnigheid is immers ook een niet kunnen voldoen aan de eisen van de samenleving en is daarom altijd (ten dele) een betrekkelij ke zaak, waarbij de verhouding een- ling-samenleving een rol speelt. Als echter wordt geprobeerd bij de zwak zinnige mogelijkheden te ontwikkelen, die hem in staat stellen meer sociaal te functioneren, meer in relatie te treden en als de maatschappij zich wil aanpas sen aan de geestelijk gehandicapte me demens, zal deze verhouding verande ren. Hierdoor ontstaat een wat roos kleuriger toekomstbeeld, waarin de geestelijke gehandicapte wordt geac cepteerd. Z» al t( jare van Dui Wal gaai iets bete wel Hiei weti om wer fiets doo prik De meeste zwakzinnigen zijn de bielen en zij kunnen, met enige be schutting of begeleiding, best in de maatschappij functioneren. Enkele de bielen en een groot deel van de imbe cielen hebben een dagverblijf, een ge zinsvervangend tehuis of een sociale werkplaats nodig om zich te kunnen handhaven in de vrije maatschappij. En het is maai’ een heel klein gedeelte van de zwakzinnigen, de ernstig imbe- eisre j.«fc

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1977 | | pagina 18