VLIEGTUIGBOUWERS VERBETEREN DE WINDMOLEN
]y
ii
Bon
fl
Bezoek
de Voorlichtingsavond f
in uw regio
f
ra
f <9
NU
km
Ti
9
6
9HW
JÉ
-4
JJ3
few*,.
Pl
Spreek mee over de toekomst
Mi
1
I
■O
I
((III
OB
ZATERDAG
2
APRIL
19 7 7
4
Z A
I
- door Rien Polderman -
a®*
Naam:
Adres:
Plaats:
U hebt er waarschijnlijk al
over gelezen: de ministers van
Verkeer Waterstaat en van
Volkshuisvesting Ruimtelijke
Ordening hebben hun plannen
op het gebied van Verkeer
Vervoer samengevat in een
zogenaamd “structuur
schema”.
Het gaat hierbij om een
voorlopig standpunt. Tot 1
september krijgt u de gelegen
heid daarover uw mening te
geven.
12 april a.s., 20.00 uur
Concertgebouw
Lange Begijnestraat 13
Haarlem
De brochure “Verkeer Vervoer”
zou ik graag ontvangen.
De bon in open envelop inzenden aan “Verkeer Vervoer”,
Postbus 51, Den Haag. Frankeren als drukwerk.
Als u zich goed wilt oriën
teren, kunt u terecht bij alle
gemeentehuizen, provinciale
griffies, openbare leeszalen en
Kamers van Koophandel in
Nederland. Daar ligt alle in
formatie tot 22 juni ter inzage.
U kunt ook een brochure
aanvragen waarin de kern
punten zijn samengevat. Daar
voor hoeft u alleen de bon
maar even in te vullen.
En verder bent u welkom op
de Voorlichtingsavond in uw
regio.
Publikatie van. het
Ministerie van Verkeer Waterstaat
Het gaat hierom:
als gevolg van de stérk ge
stegen mobiliteit in ons land,
nemen ook de problemen toe.
Door het massale auto
gebruik. En ook bij het open
baar vervoer, waar steeds
meer geld bij moet.
Wat de overheid daaraan op
langere termijn wil gaan doen,
staat in het structuurschema.
Dat vertelt waarmee we tot
het jaar 2000 rekening moeten
houden voor het hoofdwegen
net en de spoorwegen.
a
1
J
altijd en overal, iedereen leest de krai
B
mee
mak
SR
p L iedereen leest de krant altijd^en overal, iedereen leest de krant
ONZE GROO’rtviOEDERS maalden
ziph het lazarus, maar wij drukken om
koffie te malen alleen maar een knop
in. En het domme van dat alles is ook
nog dat we tijd lang hebben geloofd dat
we wijzer waren dan onze grootmoeders.
Onze domheid is te ontbinden in twee
factoren. In de eerste plaats kosten het
indrukken van knoppen, het bedienen
van tip-toetsen en het intrappen van het
gaspedaal ons veel te weinig lichaamsbe
weging. Ons lichaam is op zo weinig
beweging niet gebouwd. We mishandelen
het dus eigenlijk en dat wreekt zich met
spierverslapping, vervetting en hartin-.
farcten. Laten we dit aspect verder bui
ten beschouwing.
ii
-
8 li
- 7-
- “L
-
i
Een land vol ,roomkloppers
of terug naar de koffiemolen
37. 3 M
W IND
30 M
ER ZIJN TWEE soorten windturbines:
rol
ASPECT
dus sinds de tweede
Verkeer&Vervoer
16927VV2
Or
7/Z8S&
OLIE IS IN DE LOOP Van vele dui
zenden jaren ontstaan uit plankton, dat
duizenden jaren geleden in onze oceanen
is gegroeid. Vele duizenden jaren gele
den groeide in Nederland ook oerbos. De
in de loop van duizenden jaren ontstane
lagen plantenresten werden in een pro
ces van duizenden jaren tot steenkool
samengeperst.
stand bedienbare t'v’s en elektrische kof
fiemolens.
van enkele eeuwen geleden. Bij de mo
derne toepassing van windenergie zullen
we moeten denken aan torenhoge stalen
gevaartes. Of aan velden verspreid opge
stelde „roomkloppers”, van huizenhoge
afmetingen. Het landschap zal er met
deze windmolens windturbine is een
beter woord bepaald niet fraaier op
worden.
Wt
een
Nede
iets i
het 1
de 1
fami
waar
mam
b
M
st
m
D;
ge
pa
Pi
ee
er
TOEPASSING op kleine schaal lijkt
al wel goed mogelijk. Op het platteland,
bij eenzame boerdrijen zouden windtur
bines kunnen worden geplaatst. Een lan
ge en dure ’transportleiding naar een
boerderij is dan niet meer nodig. Verder
zouden dergelijke molens kunnen wor
den geplaatst bij kassen, voor direkte
omzetting van windenergie in warmte of
van elektriciteit. Landschappelijk zou dat
ook niet zo bezwaarlijk zijn, omdat kas
sen zelf al een landschapsaantasting te
weeg brengen. Ook zouden windturbines
kunnen worden geplaatst op hoge flat
gebouwen en dergelijke.
vlakte moeten 'liggen, ver van alle be
bouwing af. Bovendien zou een dergelij
ke „centrale” zich over een grote opper
vlakte moeten uitspreiden. Een en ander
zou landschappelijk weinig fraai zijn. De
wijde ruimtevan het Hollandse land
schap waarvan hoe langer hoe minder
over is door de verstedelijking, zou er
nog erger door worden aangetast.
4 T.'
VOORUITLOPEND OP de herontdek
king van de handgedraaide koffiemolen
hebben Provinciale Staten van Noord-
Holland de mogelijkheden van de aloude
windmolen weer eens onder de loupe
genomen. Dat is deze week gebeurd in
een gezamenlijke vergadering van de
commissies voor ruimtelijke ordening,
milieuhygiene en de raad van toezicht
op het provinciale elektriciteitsbedrijf.
NU BETEKENT het feit dat de wind
turbines in staat zijn gebleken elektrici
teit op te wekken nog lang niet dat ze
zonder problemen zijn in te schakelen in
de elektriciteitsvoorziening. Nog tal van
problemen moeten worden opgelost
voordat men daaraan zelfs maar kan
gaan denken. Een elektriciteitscentrale
bijvoorbeeld moet liefst zo dicht moge
lijk bij bevolkingsconcentraties staan.
Het stroomverlies als gevolg van trans
port over grote afstanden moet tot een
minimum worden beperkt.
FRAPPANT GENOEG bleek op deze
vergadering dat de vliegtuigindustrie, de
bouwer van fossiele brandstofvreters bij
uitstek, ver gevorderd is met het onder
zoek naar de windmolen als brandstof-
bespaarder. Aan de andere kant is dat
niet zo verwonderlijk. Want een wind
molen doet in feite precies het omge
keerde van wat een vliegtuigmotor doet.
Een vliegtuigmotor schroeft zich door
middel van propellors een weg door de
lucht. De draaiende beweging van de
motor wordt zo omgezet in een rechtlij
nige beweging. Bij, een windmolen wordt
de rechtlijnige beweging van de lucht
(we noemen dat wind) door de wieken
omgezet in een draaiende beweging.
EEN „WINDCENTRALE” kan echter
onmogelijk tussen de bebouwing worden
geplaatst. Zo’n centrale zou op een open
Ook een dergelijke aanvullende
voor de windenergie zou al een zeer
ernstige ingreep in het landschap mee
kunnen brengen. Voor tien tot twintig
percent van de huidige elektriciteitspro-
duktie zouden al vijfduizend windmolens
in ons landschap moeten worden neerge
zet. En dat grote aantal zou dan nog
maar drie percent van de totale huidige
energieproduktie kunnen leveren. Wel
licht dat die cijfers nog iets omhoog
zouden kunnen worden gebracht, wan
neer men bij storm, tijdens perioden van
gering elektriciteitsverbruik, de verkre
gen energie in batterijen zou opslaan.
Maar erg veel zou dat dan nog niet uit
maken.
HET SOORT MET de horizontale as.
Onze vertrouwde windmolen van vroe
ger is daar een voorbeeld van. De mo
derne windmolen is op een stalen toren
geplaatst en heeft niet vier, maar twee
Wieken. Deze wieken (of liever de
tweebladige rotor) draaien ook veel
sneller dan de wieken van de klassieke
windmolen. Het profiel van de wieken is
na tests in een windtunnel zo gun
stig mogelijk uitgekiend. Proefondervin
delijk is gebleken dat windturbines met
een rotordiameter van vijftig meter op
een toren van dertig meter momenteel
het meest bedrijfszeker zijn. (Ter verge
lijking: de wieken van onze grootste
windmolens hebben een lengte van der
tig meter). In Amerika, Duitsland,
Frankrijk, en Denemarken zijn dergelij
ke windturbines met wisselend succes
beproefd. In Amerika bestaan plannen
voor een serieproduktie van deze winde-
nergieapparaten.
HOEWEL ongetwijfeld veel Nederlanders een klap van de molen heb
ben, zullen er onder ons maar weinigen zijn, die werkelijk eens onzacht
met een molenwiek in aanraking zijn gekomen. Niet alleen de nog in ons
landschap resterende overblijfselen van het windmolentijdperk, maar
ook uitdrukkingen als „een klap van de molen hebben” wijzen op de
belangrijke plaats, die deze windenergie-machines in onze samenleving
hebben gehad. Tot aan de tweede helft van de vorige eeuw was in Neder
land de wind de belangrijkste leverancier van energie. Omstreeks 1850
stonden ongeveer negenduizend windmolens in het Nederlandse land
schap. Elk dorp en elke stad had wel een windmolen, vaak meer dan één.
De molens zetten de in de wind aanwezige energie om in mechanische
energie voor het bemalen van polders, ht zagen van hout, het malen van
koren en wat al niet meer.
EEN TOTALE omschakeling op wind-
centrales zou een totaal ander energie
beleid vereisen en een totaal ander dis
tributiesysteem en ook een totaal ande
re, veel compactere, ruimtelijke orde
ning. Omschakeling op windmolens zou
stellig inhouden dat men veel zuiniger
met energie 'kal moeten omspringen dan
thans. En ongetwijfeld zal men daarbij
weer een beroep moeten gaan doen op
de oude handkoffiemolen, die nu op
zolder staat. Heeft u er nog zo een?
Bewaar hem dan maar goed.
WAT IS ER NU ruim een eeuw gele
den gebeur^i? We hebben toen met zijn
allen een enorme klap van de molen
gehad, lijkt het wel. De windenergie, die
onbeperkt in voorraad is, hebben we als
energiebron afgeschaft. En als gekken
zijn we onze beperkte voorraad fossiele
brandstoffen gaan opgebruiken. En nu,
nog geen anderhalve eeuw later, realise
ren we ons met schrik dat onze voor
raad brandstof in een ontstaansproces
van duizenden jaren gevormd inder-
daag bijna op is.
DE MOLENS ZOUDEN bovendien
stuk voor stuk moeten worden omheind.
Een klap van een dergelijke windmolen
zou niemand overleven. Verder zijn ér
nog problemen als de storing van de
televisie. Tijdens een belangrijke voet
balwedstrijd zou men de turbines eigen
lijk moeten kunnen stilzetten, maar dan
zou de elektriciteit uitvallen, waardoor
TV-kijken helemaal onmogelijk zou
worden.
Een experimentele windturbine met
horizontale as, ontworpen door de
NASA. De molen staat op een toren
van dertig meter hoog. De beide wie
ken hebben samen een lengte van
vijfeneenhalve meter. Bij een wind
snelheid van acht meter per seconde
heeft de turbine een vermogen van
honderd kilowatt.
DE MET BEHULP van de moderne
vliegtuigtechniek ontworpen windmolens
zien er - echter wel een stuk minder
gemoedelijk uit dan hunvoorgangers
SINDSDIEN
helft van dfe vorige eeuw is ons
energieverbruik schrikwekkend gestegen.
We lezen niet meer bij kaarslicht, maar
ons hele huis moest zonodig elektrisch
verlicht. We vervingen onze kantoren,
waar licht en verse lucht door hoge
ramen naar binnen konden treden, door
die zo ver van het daglicht afl'iggen, dat
de TL-verlichting de hele dag moet
branden. We kunnen onze ramen niet
meer openzetten, maar zijn voor de
„frisse” lucht aangewezen op de aircon
ditioning. We bouwden onze nieuwbouw
wijken zo ruim, dat we met de auto om
een pakje pijptabak moeten. En we
moesten zonodig allemaal elektrische
tandenborstels, afwasapparaten, op af-
Toen kwam de stoommachine, later
gevolgd door de verbrandingsmotor en
de electromotor. Onze oude droogmake
rijen als de Purmer, de Schermer en de
Wormer dankten hun bestaan nog aan
de windwatermolen. De droogmaking
van de Haarlemmermeer echter werd
met stoomgemalen aangepakt. En lang
zaam verdwenen de windmolens van
onze einder en uit onze dorps- en stads
gezichten. De weinige overgebleven mo
lens werden monumenten. En de beelte
nis van de windmolen werd naast de
tulpen en de klompen bijgezet in de
souvenir-kast voor de Amerikanen.
De klassieke windmolen heeft het Hollands landschap mogelijk gemaakt en maakt er sinds het ontstaan een onlosmaakbaar
deel van uit. Tot aan de tweede helft van de vorige eeuw waren zij de voornaamste motoren van de economie, toen kwam
de stoommachine
DE ANDERE SOORT turbines hebben
een vertikale as. Deze turbine heeft geen
wieken maar een rechtopstaande .hoe
pel”, die om een vertikale as draait. De
„hoepel” bestaat-uit twee bladen, die
halfrond zijn gebogen en met beide
uiteinden aan de horizontale as zijn
bevestigd. Er is. ook een type met drie
bladen, die onder gelijke hoek ten op
zichte van elkaar zijn geplaatst. Deze
laatste rotor ziet er uit als een giganti
sche roomklopper. Fokker heeft in hei
kader van het nationale onderzoekspro
gramma windenergie al uitvoerige
proefnemingen gedaan met deze soort
windturbines. In april is een groot mo
del turbine, met een rotordiameter van
vijf meter, bedrijfsklaar.
VOORLOPIG’ LIJKT voor de winde
nergie als elektriciteitsopwekker slechts
een aanvullende rol weggelegd. Inscha
keling van windcentrales zou kunnen
betekenen dat de gewone, op fossiele
brandstoffen werkende, centrales op die
brandstof zouden kunnen bezuinigen.
WE ZIEN HET AL gebeuren dat we
en masse onze auto’s in de bermen van
onze snelwegen moeten parkeren. En
slechts enkele geluksvogels onder ons
zullen, als zij na een lange voettocht
thuis zijn geraakt, op hun zolder nog
een vergeten, met de hand bedienbare
koffiemolen vinden.
dl
van onze
ons ener-
waar
wer-
HET TWEEDE
domheid heeft te maken met
giegebruik. De elektrische energie,
onze huishoudelijke apparaten op
ken, wordt opgewekt in elektrische cen
trales. De dynamo’s worden aan het
draaien gebracht met motoren die op
aardgas of olie lopen. Of op steenkolen.
Aardgas,' olie en steenkolen heten met
een verzamelnaam fossiele brandstoffen.
v.
Bal