bdbi
’Controle op politie moet
in gemeenteraad blijven
f
i
I
M
4
MET DE POLITIE OP STAP iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiinininiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiinimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii^
BEW
Van Agt vindt
agent te veel
maatschappelijk
werker worden
Eu
BURGEMEESTER HENK VONHOFF:
door Harm van den Berg
door Pieter van de Vliet
Niet centraal
Hulpverlening
Voorbeelden
Contact
Voorbeeld
■i
1
fill
ri
ders, een beter inzicht in het alledaags maatschappelijk gebeuren.
1 1
apt
Is
NMNNNwmHWiiiminiiiinHiimwimaimiumiiimiim iiimmiiiiiiiiiiiiihiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiihuiiiihiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Drie pantserwagens rijden dag en
nacht door Bonn Kris-kras door die
kleine stad in Duitsland. De schijn
wordt gewekt dat het er meer zijn Een
peloton. De politie laat zich erg demon
stratief zien. Utrechts burgemeester H.
Vonhoff is niet zo dol op zulke intimida
tie Hij voelt zich er bepaald niet veili
ger door
Ook een door politie te paard
omzoomde weg versterkt zijn gevoel
van veiligheid niet. Dit machtsvertoon
viel hem in New York te beurt, toen hij
als ere-secretaris van een internatio
nale consumentenorganisatie een
maaltijd had genuttigd in het fameuze
etablissement Tavern in the Green
Vonhoff was toen de gast van lady Bird
Johnson, hetgeen de aanwezigheid
van het politielegertje verklaarde
Laurenz Veendrick is medewerker van het Criminologisch Instituut van de
rijksuniversiteit in Groningen. In 1975 reed hij voor een onderzoek naar het
aanhoudingsbeleid op straat twee maanden mee in een surveillance-auto van de
gemeentepolitie. Veqrtig uur per week, voornamelijk avond-, nacht- en weekend
diensten. Dat onderzoek resulteerde in het boekje „Met de politie op pad”. Op
basis van wat hij en een collega hadden gezien, deed Veendrick toen al de
aanbeveling om de opleiding van politieagenten belangrijk te wijzigen Meer
aandacht voor de omgang met het publiek, de achtergronden van wetsovertre-
„Een politieman overziet van tevoren lang niet altijd alle kanten van een zaak.
En als hij dan al denkt dat de boel uit de hand kan lopen, komt er vanuit die
onzekerheid een spanning. Bijna vanzelf wordt hij dan teruggeworpen op zijn
uniform. Dat geeft gezag, zekerheid. Wanneer de omstanders of degene die
werd aangehouden hem dan ook nog behandelen als een snotaap, wordt dat als
een aanval ervaren. De agent wijkt uit naar de formele opstelling en gaat als het
ware op zijn strepen staan”
BW
F
Meer aandacht besteden aan
sociale vaardigheid
1
Lauranz Vaandrick
Burgamaestar Vonhoff
■■Mi
ige-
/er-
ook
be-
een
•rsi-
uit
Veldslagen zoals in het Westduitse
Brokdorf komen hier nog niet voor.
Daar werden helikopters, pantserwa
gens en chemische middelen gebruikt
tegen antie-kemenergiedemostranten
Veel kritiek was er op de militair
aandoende actie van de politie tegen
het Zuidmolukse kamp in Vaassen.
Hetzelfde gold voor de grootscheepse
actie tegen een luttel aantal illegale
bewoners van het woonwagenkamp in
Huis ter Heide.
het werk uit De sociale dienst van de
Utrechtse politie pakt een hele hoop
gevallen op, vaak veel ernstiger dan een
burenruzie Het zou een slechte zaak zijn
als deze goede ontwikkeling zou worden
teruggedraaid”
Vonhoff meent dat het voor een goede
hulpverlening noodzakelijk is dat de poli
tie in de burgerij is verankerd Gemeente
politie is persoonlijk, vindt hij. Je hebt er
als gemeenteraad ook een greep op.
Staatspolitie is te ver weg, ongrijpbaar. Ze
kan een eigen leven gaan leiden
De straatsurveillance is het begin van
de carrière. En aangezien het politiekorps
vergrijsd is, wordt die belangrijke afde
ling hoofdzakelijk bemand door jonge
mensen. Dat twee agenten van 20 jaar
samen dienst doen, is geen zeldzaamheid.
Het zal niemand verbazen dat zij niet
altijd opgewassen zijn tegen een gespan
nen, misschien agressieve situatie. Juist
voor hen geldt het citaat aan het begin van
dit verhaal. De zaak komt volgens Lau-
Opdat het met minder vooroordelen zou
worden bekeken. Want ook dat werd in
het boekje duidelijk aangetoortd: de poli
tie zit met dezelfde vooroordelen als de
gemiddelde burger. Vandaar dat jongeren
met een wat rommelig uiterlijk en afkom
stig uit arbeiderswijken, harder aange
pakt worden dan leeftijdgenoten die er in
de ogen van de agenten een beetje accep
tabeler uitzagen, terwijl ze dezelfde delic
ten hadden gepleegd.
„Dat is niet zo erg als de actie gerecht
vaardigd is. Maar bij een minder glanzend
optreden van de politie is het heel belang
rijk dat er direct op kan worden gerea
geerd. Dat kan in een gemeenteraad Ik
kan me voorstellen dat een gemeente
raadslid in Amsterdam, naar aanleiding
van de jongen die in de cel overlijdt (na bij
een vechtpartij te zijn gewond), vragen
stelt over de instructies volgens welke is
gehandeld Daar kan snel en indringend
op worden gereageerd Die directe politie
ke controle op een machtsapparaat als de
politie is van wezenlijk belang”
Volgens Vonhoff kan de politie het best
functioneren in korpsen van 800 tot 1000
man. Daarin kunnen alle taken tot hun
recht komen. Vooral ook de hulpverle
ning.
controle op naleving van de wet”. Het
begin ligt in de opleiding.
„Negentig percent van de tijd en de
energie wordt besteed aan het uit het
hoofd leren van wetsartikelen, technische
zaken en aan sport. De overblijvende 10
percent wordt dan, zoals het zo mooi heet,
gebruikt voor vorming. Als je kijkt wat
dat precies inhoudt, blijkt het voorname
lijk te gaan om etiquette. Wanneer mag
het uniformjasje uit, wanneer moet de pet
op, enzovoort”.
Ook worden nog regelmatig exercities
gehouden. Veendrick stelt voor om een
flinke hap van dit lesprogramma te laten
schieten en de vrijkomende uren te beste
den aan lessen over achtergronden van
delinquent gedrag. „Agenten-in-opleiding
zouden enige tijd in een huis van bewa
ring of gevangenis kunnen doorbrengen.
Verder zouden ontmoetingen met alterna
tieve hulpverleners op het programma
moeten staan. Dit alles om ook bij aanko
mende agenten de sterk ingebakken voor
oordelen weg te werken”.
„De bedoeling hiervan is, hen zekerder
te maken in omgang met het publiek.
Zodat die neiging om direct op de strepen
te gaan staan, zich te verschuilen in de
anonimiteit van het apparaat, verdwijnt”.
Bij dat rollenspel zou gebruik kunnen
worden gemaakt van audio-visuele mid
delen, zodat de jonge agent zijn eigen
optreden kritisch kan bekijken. Het Gro
ninger politiekorps wil blijkbaar niet
wachten tot die opleiding is aangepast. En
op het Criminologisch Instituut vinden ze
dat prima. „We willen van harte aan zo’n
cursus meewerken. Maar dan moet van
tevoren duidelijk zijn dat de surveillance
dienst voldoende speelruimte krijgt. En
dat niet een hogere chef steeds zegt dat ze
maar beter kunnen stoppen met die „half
zachte” aanpak. Eigenlijk zou het wel een
goede zaak zijn als de politiestaf zelf deel
nam aan die vaardigheidstraining”
Vonhoff: „Die ruimere bevoegdheden
om te fouilleren, vergroten de rechtsonze
kerheid Maai tegelijk mogen, volgens de
nieuwe Wapenwet, mensen op wie een
illegaal vuurwapen wordt gevonden niet
in verzekering worden gesteld, zodat de
effectiviteit wordt verminderd Dat vind
ik volstrekt met elkaar in strijd”
onnodig, en er ontstaat als vanzelf weer
stand”.
Een andere vraag is, of de surveillance
altijd in uniform moet worden gedaan.
„Waarom zou de agent-in-burger zijn taak
niet kunnen waarmaken?”, vraagt Veen
drick zich af. Alleen wanneer het inder
daad uitsluitend om controle op naleving
van de wet gaat, bestaat het gevaar dat
mensen zich agressief gaan gedragen,
omdat ze zich bij aanhouding door een
burger genomen voelen. Aan de andere
kant wordt de afstand ook weer belang
rijk verkleind.
Dan zijn er de vele activiteiten binnen
het korps. Sport bijvoorbeeld. Deelname
door burgers is uitgesloten. Waarom iso
leert de politie zich? Het werk speelt zich
nota bene midden in de samenleving af.
Maar de opleiding berust op instituten die
buiten de bewoonde wereld liggen en
meestal in intemaatsverband. Ook binnen
de politie groeit de weerstand daartegen.
Waarom kunnen burgers en politiemen-
Ook in de sfeer van hulpverlening en in
crisissituaties kunnen agenten volgens
Van Haaren goed werk doen. Ze moeten
er dan wel ruim de tijd voor nemen.
Rustig luisteren, een menselijke benade
ring, inschakelen van anderen, zoals fami
lieleden of professionele hulpverleners,
dat geldt ook voor directe conflictsitua
ties, waarin iemand in paniek is geraakt.
Dan is wel nodig, om met Laurenz Veen
drick te spreken, dat de politieman weet
wat er in de wereld te koop is. Een deel
van de surveillancegroep is daar voldoen
de van op de hoogte, en Veendrick heeft ze
meermalen moeilijke toestanden zien
oplossen. Maar een deel reageert er ave
rechts op En dan loopt de zaak uit de
hand Kortom, die training in sociale vaar
digheid is eigenlijk voor alle partijen een
goede zaak
sen niet een aantal gezamenlijke activitei
ten opzetten?
In het Algemeen Politieblad wordt
sinds enige tijd ook aandacht besteed aan
de sociale vaardigheid van de politieman.
In een zeer leesbaar artikel haalt de
heer W. P. M. van Haaren, officier bij de
rijkspolitie in Groningen, een aantal situa
ties aan waarin een goed contact tussen
burger en agent erg belangrijk is.
Veendrick haalt een Engels onderzoek
aan, waaruit bleek dat vrouwen van poli
tiemensen zich sterk geïsoleerd voelen.
„En uit de gesprekken die ik hier gevoerd
heb, weet ik dat de agent het zelf ook zo
voelt. Hij is nooit een gewoon mens, altijd
politieman. Zelfs op familiefeestjes”.
De agent moet zich in een dergelijke situa
tie kunnen inleven. „En trachten zonder
vooroordelen te begrijpen wat in de hulp
vrager leeft en wat zijn moeilijkheden
zijn”.
Van Haaren vindt het normaal dat de
agent de aangehoudene begroet en zijn
eigen naam noemt. „Hij treedt daarmee
uit de anonimiteit van de organisatie”,
aldus Van Haaren, die er aan toevoegt:
„Hij neemt de verantwoordelijkheid voor
het gesprek op zich”.
er-
aal
aar
we
lis-
Eïet
de
;en.
ed-
)bi-
oor
ren
i te
„Ik zie niet veel in centrale recherche
diensten De meeste zware misdrijven
worden lokaal opgelost De verdachte van
de moord op de oude man m de Utrechtse
Admiraal van Gentstraat is in de trein van
Antwerpen naar Roosendaal aangehou
den. Dat is een uitzondering”.
Veendrick is van mening dat het accent
bij het politieoptreden te sterk op die
corrigerende taak is gelegd. Afgezien van
het instituut „wijkagent” is de hulpverle
ning aan de kant geschoven. „Ook al heb
je dan overal wijkagenten rondfietsen,
voor de surveillancedienst moet die hulp
verlening net zo belangrijk zijn als de
Hij behandelt zowel het corrigerend
optreden als de hulpverlening. Een voor
beeld in de eerste categorie: een wegge
bruiker heeft een overtreding begaan.
Door het rode licht gereden. Van Haaren
zegt: „Allereerst kan de vraag opkomen
hoe de weggebruiker dient te worden aan
gesproken. Volgens de huidige opvattin
gen is het gebruikelijk dat onbekenden
elkaar met „u” aanspreken. Beneden de
leeftijd van 16 jaar zal dat veranderen in
„je” of „jij”. Deze u-vorm zal aan iemand
die gewend is met jij of jou aangesproken
te worden, het gevoel geven geaccepteerd
te worden en als mens gerespecteerd.
Gaat de surveillant iemand tutoyeren die
daarvan niet gediend is, dan is de opstel
ling van de weggebruiker vanaf het begin
al hetzij licht agressief, hetzij terughou
dend”.
et
k-
ek
en
in
ils
ik
at
>te
is-
de
or
ht
rit
en
ijk
en
ke
en
ets
jrs
an
ven
ze
ieb-
>rm
ees
ten,
zijn
ig
le
el
te
id
P-
ri-
n:
>P
en
op.
tele
eeld
ka-
het
ege-
hun
c te
op,
aur-
zil”.
niks
roet
een
ken
dier
loei-
tme
•r zo
af-
jke
telt
an
ze
om
dat
i te
ela-
en
Voorkomen moet worden dat de
Nederlandse politie het machtsver
toon van onze oosterburen tot norm
verheft. Daarom moet controle op
politieoptreden snel en goed worden.
Van staatspolitie wil Vonhoff niets
weten „Ik vind het een verontrustende
gedachte Het is belangrijk dat het deel
van de samenleving waar de politie
optreedt onmiddellijk daarop kan rea
geren
De aangehoudene moet ook de kans
krijgen zijn naam te noemen, om in het
verdere gesprek daarmee aangesproken
worden In zo’n situatie moet volgens deze
politieofficier direct duidelijk gemaakt
worden dat er een overtreding is begaan
en dat daarvan proces-verbaal wordt
opgemaakt. Zodat later, aan het eind van
een kat-en-muis-spelletje („Weet u waar
om we u lieten stoppen?”), geen onnodige
agressie ontstaat. Als iemand haast heeft,
bijvoorbeeld om naar een ziekenhuis te
gaan, moet de zaak door de agent snel
worden afgehandeld.
De meest directe democratische contro
le kan volgens Vonhoff door de gemeente
raden worden uitgeoefend Die staan als
bestuursniveau het dichtst bij de burgers.
„Neem het gerechtvaardigde politieop
treden in Wijk bij Duurstede (openbare
verkoping bij een weigeraar van de
milieubelasting) Daar is fors opgetreden
Er was kritiek op dat optreden Een
Kamerlid stelt er vragen over De minister
van Justitie wendt zich tot de generaal
van de rijkspolitie en die speelt de vragen
door naar de districtscommandant en die
naar de groepscommandant Daar gaan
wel zes tot zeven weken overheen”.
Veendrick wist daar niets van, maar wil
er best aan meewerken. Voor zover hij
weet, zal de cursus in september van start
gaan. „Maar dan moeten we met de hoofd
commissaris en de andere officieren wel
eerst praten over de voorwaarden. Er is
eigenlijk nog niets zinnigs over te zeggen”.
Wel heeft Veendrick een aantal ideeën
over de bijzondere onderdelen van het
surveillancewerk, waar een normale
omgang met het publiek hard nodig is.
Die ervaringen en aanbevelingen, en
enkele gesprekken met hoofdcommissaris
Heyink van het Groninger korps, leidden
tot de gedachte meer aandacht te beste
den aan sociale vaardigheid. De mensen
van het Criminologisch Instituut dachten
daarbij aan wijziging van het leerpakket
op de opleidingsscholen. De Groninger
politieleiding zoekt het blijkbaar in eerste
instantie in een eigen cursus.
Als de nieuwe Politiewet in werking
treedt, worden de commissarissen van de
koningin de baas van de regionaal opge
deelde politie.
Vonhoff: „Ik zou dat een ramp vinden.
Ze zijn er niet toe uitgerust. Stel dat de
nieuwe provinciale indeling die vind ik
op zichzelf al rampzalig van kracht
wordt, dan moet de commissaris van de
koningin in bijvoorbeeld de provincie
Gooi-Eemland zich naast legio andere
zaken bezighouden met de politie in ste
den als Amersfoort, Hilversum en Bus-
sum. Het overleg kost hem zoveel tijd, dat
zijn politiewerk onherroepelijk wordt
overgenomen door ambtelijke functiona
rissen Terwijl het duidelijk een taak is
van een bestuurlijke functionaris”
„Bovendien zie ik die controlerende
taak van Provinciale Staten niet zo zitten.
In de gemeenteraden zijn de fractievoor
zitters deskundig op het gebied van poli
tiële aangelegenheden. In de Provinciale
Staten niet. Verder wonen deze gemeente
raadsleden in dezelfde stad waar de
gemeentelijke politiemensen optredeh.
Dat hoeft in de Staten niet het geval te
zijn. Die geringere betrokkenheid is
gewoon een nadeel”.
De neiging bestaat de bevoegdheden
van de politie uit te breiden. Met een
ruimere mogelijkheid tot fouilleren, wat
aantasting van de persoonlijke vrijheid
betekent, moet het illegale wapenbezit
Worden bestreden. Een zo groot mogelijke
controle op doen en laten van de politie
lijkt gerechtvaardigd.
Ook voor de praktijk heeft Veendrick
wel een aantal praktische vragen bij de
hand. „Moet er altijd gesurveilleerd wor
den in auto’s? Als ze hun werk te voet
doen of op de fiets, verandert er direct al
iets ten goede. Iedere politieman moet
regelmatig te voet surveilleren in de bin
nenstad. Ze vertelden mij dat in die tijd
het contact met het publiek veel beter en
intensiever is. Optreden vanuit een
surveillance-auto vergroot die afstand
De minister vreest dat de politie te
weinig aandacht gaat besteden aan
het verzekeren van veiligheid en orde.
De bewindsman wijst op het toegeno
men wapenbezit en de toegenomen
bereidheid die wapens te gebruiken.
Maar anderen beweren dat de
bevoegdheden van de politie zo wor
den verruimd, dat razzia’s naar bij
voorbeeld verboden wapenbezit zon
der voldoende controle door de burge
rij mogelijk worden.
„En dan noemt hij een gevaarlijk
woord: „rollenspel”. Bij de politieoplei
ding, die veel te zeggen heeft over de gang
van zaken op de opleidingsscholen,
bestaat nogal wat aversie tegen de zgn.
„sociale-academieaanpak”. Het rollenspel
waar Veendrick op doelt heeft daar niets
mee te maken.
Wat is veilig? Vanuit de Utrechtse raad
zijn een aantal malen vragen gesteld,
waarin ongerustheid over die veiligheid
doorklonk.
Vonhoff daarover: „Utrecht is een veili
ge stad. Op elk uur van het etmaal kun je
veilig op straat lopen. Je moet natuurlijk
niet de pech hebben op een groep dronke
lappen in te lopen. Maar dat is een risico
dat je overal loopt”.
„In de kranten krijgt de zware crimina
liteit veel aandacht. Onevenredig veel
aandacht. Dat verklaart misschien het
gevoel van onveiligheid bij sommigen; de
roep om meer politie. Toch is de zware
criminaliteit een gering percentage op het
geheel van misdrijven Burenruzies
komen vrijwel nooit in de krant. De taak
die de politie wat dat betreft heeft, wordt
zwaar onderschat”
„Die dienstverlenende taak van de poli
tie, het bemiddelen, sussen, helpen. Daar
kun je natuurlijk erg schamper over doen,
maar het maakt wel 80 tot 90 procent van
renz Veendrick al heel anders te liggen
wanneer een oudere collega, „zeg 27 of 30
jaar”, mee op surveillance gaat. Want dat
een ontmoeting tussen burgers en politie
uit de hand loopt, ligt niet altijd aan de
agenten. „Het publiek benadert hen vaak
met grote reserve. Vooral als ze jong zijn.
Men accepteert gewoon niet dat het gezag
door mensen die pas volwassen zijn,
wordt uitgeoefend”. Dat geldt overigens
niet alleen waar het gaat om corrigerende
of controlerende taken Ook de hulpverle
ning wordt daardoor erg moeilijk.
Minister Van Agt vindt dat de poli
tieman te veel een maatschappelijk
werker wordt. Vooral in de grote ste
den is men het daar niet mee eens.
Burgemeester Henk Vonhoff van
Utrecht zegt dat die welzijnstaak niet
mag worden onderschat. André van
der Louw, burgemeester van Rotter
dam, wijst erop dat veel stedelingen
zich verloren voelen en vervreemd
van hun omgeving. Ze zoeken steun en
hulp bij de politie. Daarom moet die
hulpverlenende functie worden uitge
bouwd, zegt hij. Eindhovens burge
meester J. van der Lee meent dat
jonge politiemannen aanzienlijk meer
maatschappelijke vorming moeten
krijgen. De Haagse hoofdcommissaris
van politie C. Peijster is het daarmee
eens. Hij is trouwens hard bezig met
de vermaatschappelijking binnen zijn
korps.
„De gulden regel om te mogen fouille
ren, is dat er een vermoeden van een
misdrijf of ernstige overtreding bestaat.
Een voorbeeld van jaren terug. Ik reed
met de auto in Amsterdam Ik had niets
gedronken, hield me precies aan de
maximum-snelheid en reed keurig rechts.
Toch werd ik op vermoeden van rijden
onder invloed aangehouden. Toelichting
van de politieman: u reed zo pijnlijk
nauwkeurig, dat ik dacht: die zal wel een
borreltje op hebben. Misschien dat je in
Amsterdam met 90 km per uur over de
Overtoom moet zigzaggen Hij had me
ook kunnen fouilleren Want dat vermoe
den kun je kennelijk breed interpre
teren”.
„Omdat ik vertrouwen in het politie
apparaat heb, moeten alle daden van de
politie de toets van een directe democrati
sche controle kunnen doorstaan. Of het
nu fouilleren, arresteren, bewaken of wat
dan ook betreft Daarom moet die contro
le zo dicht mogelijk bij de burger blijven”,
vindt Vonhoff.
Dus in de gemeenteraad.
aai