Mr. Mathijssen gelooft in de Europese zaak
2
h ra
MISSCHIEN WEL BELANGRIJKSTE DAT EEG NA TWINTIG JAAR NOG BESTAAT
BIJ ACTIE VOOR CHANDPUR
door Bert Brevoord
Taak in eigen land
door Jan Gerritsen
De „eur”
Dramatisch
4*
„Het is veel gemakkelijker een idee te lanceren dan het in de praktijk
uit te werken. Je kunt het vergelijken met het afwerken van een groot
als eenmaal de fondamenten zijn gelegd en de eerste
gebouw
verdieping gereed is gekomen, is het voltooien van de volgende
verdiepingen een tamelijk eentonig werk. En daar geeft men zich
doorgaans te weinig rekenschap van”.
«ft
Doodergeren
Niet zo soepel
U
ftaf
B
I
ft
ft
■Bz
1
T
ft' ft*
Ontwikkelingspro j ekt
vraagt enthousiasme
wij
ito-
ins
jit
en
Bengaalse vrouwen waren vol hoop voor de toekomst, toen zij juichend de bevrijding begroetten, later stonden ze in de rij voor arbeidsbureaus omdat er geen
..Het economisch samengroeien heeft tot
k 4
buil
4
Mensen die niet in Europa geloven, horen
hier niet huis”.
staande de gelweldige economische crisis
van de afgelopen drie jaar. Niet vergeten
mag worden dat de opbouw van de Ge
meenschap in de eerste tien, vijftien jaar
plaats had in een meer enthousiaste perio
de van groeiende welvaart".
gevolg gehad dat de Gemeenschapsdenk-
wijze is ontstaan. De Europese instellingen
bestaan zo'n 25 jaar. Een hele generatie
ambtenaren uit de lidstaten van de Ge
meenschap heeft kennis gemaakt met
Brussel en wat veel belangrijken is, met
collega’s uit andere landen. Wat wist een
Nederlands ambtenaar vroeger van het
bestuur in Rome of Parijs? Nu kent hij zijn
collega's en weet hij waar de problemen
zitten. Zo is men op fantastische wijze tot
elkaar gegroeid”.
Het „uiteindelijke doel" van de Europese
samenwerking kan vooralsnog slechts glo
baal aangegeven worden. Mr. Mathijsen:
„De staatshoofden van de Negen hebben
dat doel de Europese Unie genoemd. God
zij dank kan niemand precies vertellen
wat zo’n unie precies is, al begrijpen,we
allemaal wat eronder wordt verstaan. De
ze situatie is duidelijk anders dan in de
eerste vijftien jaar van de Gemeenschap
toen ging het om uitvoering van maatrege-
Begin 1973 ontstond in de Zaanstreek de Werkgroep-Chandpur, ressorterend onder de
Nationale Stichting Koppelgemeenten Bangladesj (NSKB), een lichaam dat de supervisie heeft
over een aantal dorpsprojecten in de provincie Koestia in het noordwesten van Bangladesj. De
Zaanse werkgroep adopteerde een project in het straatarme dorpje Chandpur. Het pad van de
aanvankelijk uit vijftien leden bestaande groep ging niet altijd over rozen. Niet in de laatste
plaats als gevolg van het ontbreken van adequate informatie uit het projectdorp, werd nogal
eens een rem gezet op het enthousiasme van de groepsleden. De vijf mensen die nu de
Werkgroep Zaanstad-Chandpur vormen, zoeken naar nieuwe wegen om het geadopteerde
project (de totstandkoming van een school) nieuw leven in te blazen. Het gaat hier om een zaak
op -wellicht zeer- lange termijn, iets wat overigens ook de bedoeling is. De doelstelling van de
NSKB is namelijk de plaatselijke bevolking niet in ijltempo een pasklare school voor de
verbaasde neuzen te toveren, maar het accent duidelijk te leggen op zelfwerkzaamheid van de
plaatselijke bevolking, op betrokkenheid bij het te realiseren project.
In een aantal artikelen wil onze redacteur buitenland Bert Brevoord het project van de
Werkgroep Zaanstad-Chandpur begeleiden. Op deze pagina eerst een duik in het verleden van
de groep en de situatieschets van het moment.
Ei- volgden gesprekken met diverse in
stanties over het steunen van een project
in Bangladesj, zoals Terre des Hommes, de
X-Y-beweging en Amnesty International.
Met een imniddels in Chandpur in het
leven geroepen plaatselijk comité werd
door de veldwerkers een akkoord bereikt
over een plan van 28.000 taka. (de plaatse
lijke munteenheid, één taka is ongeveer
twintig cent). De eerste projectfase zou
moeten bestaan uit het bakken van de
benodigde, stenen. De brandstof die hier
voor nodig is moet speciaal warden aange
schaft. Inmiddels was het augustus 1976
De werkgroep, die veel aandacht be
steedde aan het meedenken met het lande
lijke (NSKB-) apparaat, kreeg de afgelo
pen maanden weer ’t gevoel in ’n impasse
te raken. Mede door ’t lezen door de leden
van de werkgroep van Albert Stoi’s boek
„Hoop en wanhoop in Bangladesj” kwam
de discussie over de doelstelling en de
activiteiten van de Werkgroep Zaanstad-
Chandpur weer op gang.
„In de nieuwe eenheid zal dus de totale
financiële en economische situatie van de
Gemeenschap tot uitdrukking komen”,
zegt mr. Mathijsen „En dat betekent ge
weldig veel: de „eur” is de voorganger van
de munt van de Europese economische en
monetaire unie".
„Ik kan me indenken", vervolgt mr. Ma
thijsen, „dat er mensen zijn die zeggen dat
de laatste jaren niet veel is gebeurd. Maar
het tegenovergestelde is waar: er is ontstel
lend veel gebeurd. Misschien is we] het
belangrijkst, dat de Europese Gemeen-
4
Een aspect van de Europese samenwer
king dat in de dagelijkse actualiteit maar
zelden aandacht krijgt, is dat van rechts
bescherming die het Europese hof van
justitie aan de burgers uit de negen landen
van de Gemeenschap biedt. Mr. Mathijsen:
„Je zou zelfs zeggen dat de Europese bur
gers dubbele rechtsbescherming genieten;
nationale en Europese. De Europese wet
geving inzake concurrentie en mededin
ging is uiteraard vooral van belang voor
bedrijven. Tegenover’ concurrentieverval
sing, in bijvoorbeeld Italië, stond je vroe
ger toch totaal machteloos?”
Maar mr. Mathijsen zegt ..Wat de verdra
gen zeggen, interesseert me weinig De
vraag hoe we ons werk moeten opvatten,
kan niet worden beantwoord op basis van
hetgeen destijds werd vastgelegd Maar je
moet rekening houden met het uiteindelij
ke doel van de Europese samenwerking,
en daarop dient alle Activiteit gericht te
zijn".
len om de douane-unie te verwezenlijken
en een gemeenschappelijke markt tot
stand te brengen Over hoe het erna verder
moet, is in het Verdrag van Rome niets te
vinden".
Het project is beslist niet van de baan,
integendeel, maar ik moet wel toegeven
dat er de nodige twijfels zijn. De informa
tie vanuit Chandpur is nog altijd vrij
schaars en mede daardoor blijven er vra
gen. Bijvoorbeeld over de samenstelling
van het plaatselijke comité. Zijn dat uitein
delijk toch weer, laat ik het zo maar noe
men, de notabelen, die daarin de dienst
uitmaken? Wat komt er nu eigenlijk pre
cies op gang? Uiteindelijk zit je hier in
Zaanstad met een bepaald gevoel van
machteloosheid. Daarom zoeken we zo uit
drukkelijk naar nieuwe wegen, die de aan
dacht van de mensen richten op de proble
matiek van de straatarme mensen in een
dorpje als Chandpur. Mensen die zo ge
baat zijn bij het realiseren van een project
waarmee we ons nu bezig houden, maar
wat een uiterst moeizaam proces is. Dat
hebben we de afgelopen jaren wel ge
merkt".
Gerard Oosterop: „We zijn ons de afge
lopen maanden gaan realiseren dat onze
taak momenteel meer in eigen land ligt. Ik
dénk dan aan het verstrekken van infor
matie, aan het op gang brengen van een
bewustwordingsproces bij de mensen
waar het gaat om de situatie in Bangla
desj. We willen, vooral met behulp van de
publiciteitsmedia, de mensen wijzen op de
situatie zoals die in Bangladesj, en in ons
geval dan natuurlijk met name in een
plaats als Chandpur, bestaat. Echte activi
teit is er op het ogenblik in Chandpur niet
Mr. Mathijsen, die aan de Nijmeegse
universiteit Europees recht doceert, toont
zich „Europeser dan Europees" in zijn
interpretatie van de betekenis die aan de
verdragen van Rome moet worden toege
kend. In de dagelijkse Brusselse praktijk
worden de verdragen voortdurend gehan
teerd als gold het kannunieke geschriften
Enige weken geleden werd mr. Mathij
sen benoemd tot directeur-generaal voor
regionale politiek, een van de begeerde
topfuncties in de Brusselse bureaucratie.
Onder de kleine 10.000 Europese ambtena- schap stand heeft gehouden, niettegen-
ren die in Brussel de Europese Commissie
(het „dagelijks bestuur” van de Gemeen
schap) terzijde staan, constateert mr. Ma
thijsen de laatste jaren een toename van
mensen „die hier komen werken omdat dit
hun carrière ten goede komt of omdat het
beter betaalt, maar die niet in Europa zijn
geïnteresseerd. Dal vind ik schokkend
Chandpur dat er beslist geen zestigdui
zend gulden nodig was. Met andere woor
den: het werk raakte in een impasse.
Besloten werd het geld onder te brengen
in een stichting. Duidelijk werd dat de
werkgroep uitbreiding nodig had, want na
de succesvolle inzamelingsactie had een
aantal medewerkers de groep verlaten.
Geprobeerd werd de activiteiten af te
stemmen op die van andere groepen in
Noord-Holland (Berkhout, Purmerend,
Alkmaar) en de groep kwam tot de conclu
sie dat zij aan het werk diende te gaan met
„doelgroepen" als kerken, scholen, poli
tieke partijen en vakbonden. De groep
ging op zoek naar andere projecten, omdat
immers duidelijk was geworden dat
Chandpur geen zestigduizend gulden no
dig had, maar niet meer dan twintigdui
zend.
krachtig: er kwam een douane-unie,
een gemeenschappelijke, markt met
vrij verkeer van industrie- en land-
bouwprodukten. Maar een econo-
misch-monetaire unie, als onontbeer
lijke stap naar de politieke eenwor
ding, bleef vooralsnog een ideaal dat
een illusie naderbij komt.
In een vraaggesprek met onze Brus
selse correspondent Jan Gerritsen
maakt een Nederlandse Europese amb
tenaar een balans op. Mr. Pierre Ma
thijsen trad in 1953 als ambtenaar in
dienst bij de Europese Gemeenschap
voor Kolen en Staal, de eerste supra
nationale Europese organisatie, waar
in dezelfde zes landen samenwerkten.
Gerard Oosterop, een van de vijf leden
van de leden van de werkgroep Zaanstad-
Chandpur: „De doelstelling moest wel
worden gewijzigd, dat kon moeilijk an
ders. We bleven zitten met de nodige onze
kerheden. En we trokken de nodige con
clusies. Eén daarvan was: we kunnen op
dit moment weinig met het geld doen. Een
meteen daaraan gekoppelde vraag was
natuurlijk wat te doen met het geld dat
Chandpur niet, althans niet direct nodig
heeft. En natuurlijk bleef de vraag wat nu
te doen, centraal staan"
Een niet geringe domper kwam kort
daarna in de vorm van informatie uit
Bangladesj. De veldwerkers die voor de
Nationale Stichting Koppelgemeenten
Bangladesj en de diverse actiegroepen in
Nederland de begeleiding van de projec
ten in de provincie Koestia verzorgen,
lieten weten dat het in Bangladesj alle
maal niet zo soepel liep als men mogelijk
had verwacht. De werkgroep kwam tot de
conclusie dat weinig anders restte dan een
pas op de plaats: afwachten tot men in
Chandpur toe was aan het treffen van de
nodige voorbereidingen. Een tweede niet
geringe domper op het door het succes van
de actie aangewakkerde enthousiasme
was de mededeling van de veldwerkers in
De werkgroep Zaanstad-Chand
pur bestaat momenteel uit de vol
gende leden: de dames Elsbeth van
Braam en Free Ratelband en de he
ren Gerard Oosterop, Hans
Barends en Amédée Scharten.
Met deze vergelijking wil een Europees
ambtenaar-van-het-eerste-uur tegenwicht
geven aan de scepsis, en zelfs de somber
heid. waarmee de herdenking van de 20e
verjaardag van de ondertekening van de
verdragen van Rome onmiskenbaar ook is
omgeven. Mr. Pierre Mathijsen werd na
een blauwe maandag bij het toenmalige
Haagse ministerie van oorlog in 1953
dus ruim voor de totstandkoming van
de Romeinse verdragen ambtenaar bij
het Europese hof van justitie, dat moest
toezien op de naleving van het in 1952
gesloten verdrag in zake de Europese ko
len en staalgemeenschap (EGKS).
Zes Europese landen onderteke
nen de verdragen over de Europese
Economische Gemeenschap (EEG) en
de Europese Atoomgemeenschap
(EURATOM). Op 1 januari 1958 wor
den ze van kracht. De Zes (Nederland,
België, Luxemburg, Frankrijk, Duits
land en Italië) zetten een belangrijke
stap op weg naar een politieke unie -
dat is althans de hoop van de „vaders
van de Romeinse verdragen”.
Twintig jaar later is er geen reden
voor een euforische stemming, zoals
destijds bij de ondertekening in de
historische omgeving van het Romein
se Capitol. De Europese Economische
Gemeenschap bleek weliswaar levens
in die periode kwam eindelijk een
plan met een begroting uit Chandpur voor
de bouw van een school en gemeenschaps
huis. Kosten: zestigduizend gulden. De
groep ging met de nodige gretigheid aan
de slag, maar kreeg al snel een nieuwe
dreun te verwerken toen de veldwerkers in
Bangladesj andermaal lieten weten dat de
begroting toéh veel te hoog was en dat het
plan in geen enkele verhouding stond tot
de werkelijke directe behoeften van de
allerarmsten in Chandpur.
Ze]f leeft hij nog steeds met de „Europe
se verwachting”, zoals die alom bestond in
de „heroïsche tijd” in het begin van de
jaren ’50 in Luxemburg, waar de eerste
Europese instellingen werden gevestigd.
Hij zegt: „De Europese eenwording is nog
steeds het enige politieke idee dat waarde
heeft. Ik erger me dood aan mensen die de
gedachte aan de unificatie als een afgeda
ne zaak beschouwen, of die zeggen dat de
integratie in het slop is geraakt Er is
bovendien geen alternatief".
wijze van spreken in 24 uur toegepast, in
Italië soms na vijftien jaar nog niet”
Met groot gevoel voor symboliek, dat bij
ijveraars voor de Europese integratie on
ontbeerlijk mag heten, wijst mr. Mathijsen
op de betekenis van de nieuwe rekeneen
heid die de Europese Gemeenschap vanaf
volgend jaar, in het 21e jaar na het Ver
drag van Rome, gaat gebruiken. De „eur"
(Europese rekt neenheid) wordt uitgedrukt
in de gemiddelde waarde van de nationale
munten van de Negen De huidige Europe
se rekeneenheid was, al weer vele jaren
geleden, gekoppeld aan de prijs van het
goud
De werkgroep Zaanstreek-Bangla-
desj-van het uitgeselecteerde project
Chandpur was in de prilste fase nog
geen sprake - kwam tot stand als
reactie op een reeks minder plezierige
gebeurtenissen in het vroegere Oost-
Pakistan. Behalve door een afschuwe
lijke oorlog, die tot het stichten van de
nieuwe staat Bangladesj leidde, werd
het land met een moedeloos makende
regelmaat getroffen door natuur
rampen.
De werkgroep verdeelde haar activitei
ten in drie groepen, respectievelijk gericht
op scholen, kerken en de persmedia. De
werkgroep besteedde ongeveer een jaar
aan, wat nu genoemd wordt, de eerste fase.
Een fase die bestond uit het verspreiden
van informatie via scholen, kerken en de
plaatselijke pers. In enkele scholen werd
een project georganiseerd voor Bangla
desj en in de kerken werd geld ingezameld
voor de bouw van huizen en een school in
Chandpur, dat inmiddels het project van
de Zaanse werkgroep was geworden.
Na een jaar kreeg de werkgroep te ma
ken met een eerste, niet geheel onvoor
ziene impasse. Het aantal leden van de
groep slonk, niet in de laatste plaats als
reactie op het feit dat er, afgezien van de
acties in kerken en scholen, weinig of in
het geheel niets concreets gebeurde.
In oktober 1974 nam de werkgroep con
tact op met mevrouw Elsbeth van Braam,
over wie in het dagblad De Typhoon een
artikel verscheen naar-aanleiding van een
door haar ondernomen actie voor de nood
lijdende bevolking in Bangladesj. Het con
tact tussen de werkgroep en mevrouw Van
Braam resulteerde in het besluit de kl ach
ten te bundelen en de actie een nieuwe
impuls te geven. Die actie bestond uit een
huis-aan-huis-collecfe, die uitmondde in
een bijeenkomst in De Speeldoos te Zaan
dam aan het eind van de actieweek, begin
februari 1975 De nieuwe activiteit, gericht
op de bouw van een school, een gemcen-
schapshuis-anncx apotheek en huizen
bouw, zou moeten resulteren in het bijeen
brengen van een bedrag van tachtigdui
zend gulden. Voor de werkgroep beteken
de het nieuwe „werkterrein" een geweld!
ge injectie.
Uiteindelijk werd een bedrag van zestig
duizend gulden ingezameld. Een resultaat
dat mede tot stand kwam dankzij belange
loze hulp van de kant van kunstenaars,
musici, schooljeugd en de mensen van de
werkgroep. Met dit bedrag kon het door
armoede in de breedst mogelijke zin ge
teisterde dorpje Chandpur althans enigs
zins geholpen worden, zo was de begrijpe
lijke reactie van de werkgroep na het
opmaken van de balans. Fase twee was
een doorslaggevend succes geworden; met
het resultaat daarvan kon verder worden
gewerkt.
Terug naar de ambtelijke gang van za
ken bij de Europese integratie. Het ver
schil in ontwikkelingsniveau tussen de lan
den en regio’s binnen de Gemeenschap
treedt niet het minst juist op ambtelijk
niveau aan het licht. Mr. Mathijsen noemt
het „dramatisch”, dat juist Nederland en
West-Duitsland, de rijkste onder de Negen,
relatief het meest geprofiteerd hebben van
gemeenschapsfondsen, „alleen omdat hun
administraties zo goed werken. Een Brus
selse maatregel wordt in Nederland wij
1 j
e
w 1
ft ft' ftW
W’
ft?
ft:’
^'ft ft Wè’