Van Huiskes tot
Pfrommer
f
f
Wielerwereld kan niet meer om Ben van Erp heen
04
2
M
w
Collectief
Voorjaarsrenner
Deel eigen programma
Methode
Wim de Graaff
Kabouter Puntmuts
Joop Vervoon
Door Wim Geesing
i
J|
^4
1
I
V
r
1
F
w
Toine van de Bunder
eg 150
r
Mi
Bert Scheuneman wint de ronde van Zuid-Holland.
STOPPER
re
n-
s-
n-
sr
ar
Het Europese kampioenschap brengt
meteen al enkele, nog bescheiden suc
cessen: Liebrechts vierde, Schenk vijf
de en Verkerk achtste. Óp het daarop
volgende wereldkampioenschap wordt
Schenk derde, Liebrechts zesde en Ver
kerk tiende.
resultaten
blijven.
Wim de Graaff pikt nog wel wat
succesjes mee, maar het is toch niet
meer wat het geweest is. Het Europees
x kampioenschap 1967 wordt onder er
barmelijke omstandigheden in het Fin
se Lahti verreden, Ard Schenk komt op
de 500 meter ten val en eindigt in de
eindrangschikking als 15e en welis
waar wordt Kees Verkerk Europees
kampioen, maar de sjeu is er toch een
beetje af Bartling wordt negende, Not
tet tiende, Liebrechts twaalfde Maar
het wereldkampioenschap 1967 in Oslo
trekt ae verhoudingen toch weer recht
Verkerk één, Schenk twee. Nottet ne
gen, Jorritsma dertien Dat begint er
weer op te lijken.
Enfin, de rest van de schaatshistorie
is nog recent genoeg om niet te hoeven
worden opgehaald Harm Kuipers werd
wereldkampioen, en we leven nu in net
tijdperk van Piet Kleine en Hans van
Helden Leen Pfrommer naaide zijn
grote successen met, via en ook dankzij
den, maar dat wil niet zeggen, dat hij
vanaf nu z’n eigen gang mag gaan.
graag en vaak met succes toepaste Ik
heb echter ook gemerkt dat de spelers
niet met hem wegliepen, en ook in
spelersenquêtes scoorde hij meestal
laag. Een van de dingen die de spelers
irriteerden was geloof ik, dat hij voort
durend de indruk maakte te lachen.
Dat is fout natuurlijk, voetbal is een
bloedemstig spel, waarbij weinig gela
chen dient te worden. Ik ken trouwens
geen enkele sport die zich er toe leent
dat er tijdens het spel wordt gelachen.
Alleen na afloop, of even na een doel
punt of zoiets, mag er uitbundig wor
den gedaan, maar voor het overige is
concentratie en grimmigheid geboden.
Joop Vervoort liep als een lachende
derde tussen al die ernst en grimmig
heid door, en dat viel niet zo goed.
Bovendien is zijn grondfout, dacht ik,
dat hij een hang heeft naar originali
teit. Hij ziet zich graag als de man die
het beter en daardoor anders ziet dan
de grote massa, met het noodlottige
gevolg dat zijn blunders ook meteen
kapitale blunders zijn. In de wedstrijd
PSV-FC Amsterdam was hij royaal
met een penalty ten gunste van de
thuisclub, en grensde zijn beslissing
om FC Amsterdam geen strafschop te
geven aan idiotie. Interessant nu is, dat
niemand in zijn geval over omkoping
heeft gesproken, terwijl, als dit een
Spaanse of Italiaanse scheidsrechter
was overkomen, de verdenking van
steekpenningen door het Phihps-groot-
kapitaal automatisch boven zou zijn
gekomen Maar nee, niemand peinst
daarover, iedereen neemt voetstoots
aan dat Joop Vervoon zulke blunders
geheel belangeloos maakt Je vraagt je
af wal erger is
riE
ten
s
17
en ra
i st. t
Tel.:a
Hij kan voor een deel zijn eigen
programma bepalen, maar ik be
paal zelf in welke klassiekers hij
voor ons uitkomt. Dat levert geen
enkel probleem met hem op. De bui
tenwereld zal het misschien niet ge
loven, maar Van de Bunder is een
van de gemakkelijkste renners in de
ploeg. Dat hij graag in criteria wil
uitkomen, mag hij van mij. Hij weet
echter ook, dat ik van oordeel ben
dat dit soort wedstrijden weinig met
hardfietsen te maken heeft".
et sch
tijksstr
023
ter elk jaar opnieuw of ik die vorm
kan vasthouden. Meestal val ik zo
rond Olympia’s Tour terug. Daarom
voel ik er ook niets voor om mij van
nu af te gaan sparen voor Olympia’s
Tour. Niemand kan mij de garantie
geven dat ik die terugslag dan niet
zal krijgen. Daarnaast ligt mij die
ronde door het hoge tempo waarin
vanaf de eerste kilometer wordt ge
reden toch al niet zo goed”
Gelet op die voor wielerbegrippen
toch wel degelijk buitensporig hoge
financiële verlangens, althans voor
een coureur, die het bewijs van zijn
kwaliteiten in feite nog moet leve
ren, is het ook niet zo verwonderlijk,
dat zich nog geen kandidaatsponsor
in IJzendijke heeft gemeld. Veron
dersteld althans mag worden dat de
ploegleiders inmiddels wel op de
hoogte zijn van de kwaliteiten maar
ook van de vraagprijs van Toine van
de Bunder.
Met twee klassieke triomfen in
zijn bagage zal het Toine van de
Bunder de komende weken ook be
trekkelijk weinig moeite kosten zijn
ploegleider te overreden hem voor
een aantal klassiekers niet te selec
teren. Ben van Erp echter: „In on
derling overleg is in januari de af
spraak gemaakt, dat Van de Bunder
zou streven naar een vroege vorm.
Daaraan heeft hij zich keurig gehou-
Anderzijds is Van de Bunder ech
ter ook een coureur, die het finan
ciële gewin ten minste gelijkwaardig
stelt aan de sportieve triomf. Van
daar ook dat de Zeeuw jaarlijks zo’n
50 criteria rijdt, waarin hij de ver
diensten nu eenmaal niet hoeft te
delen met zijn ploegmaats. Ter illus
tratie: in het voorbije paasweekein-
de kwam Van de Bunder maar liefst
vier dagen achtereen in actie, maar
meed daarbij wel de klassieke Ron
de van Drente. De Zeeuw lijkt dit
seizoen de schade te willen inhalen
voor de gederfde wielerinkomsten
van vorig jaar, toen hij door een
vroege val en zijn uitzending naar
Montreal nauwelijks in criteria kon
uitkomen. De nasleep van die val
resulteerde in het najaar in 42 visites
aan een fysiotherapeut.
Leen Pfrommer is er blijkbaar op
gebrand zijn tienjarig jubileum als
schaatscoach van de KNSB vol te ma
ken, dus dan kunt u nagaan hoe lang
het al weer geleden is dat Anton Huis
kes schaatscoach was! In de zomer van
1964 nam Huiskes, oud-wereldrecord-
houder op de 3000 meter, de plaats in
van coach Henk Lamberts, en in zijn
boek „Van Jaap Eden tot Ard Schenk”
wijst Klaas Peereboom erop dat Huis
kes in dat jaar rekening diende te hou
den met een wereldranglijst waarop de
Noren Per Ivar Moe en Knut Johanne-
sen de plaatsen één en twee innamen,
gevolgd door de Zweed Jonny Nilsson
op de derde plaats, de Noor Aaness op
de vierde plaats en Rudi Liebrechts op
de vijfde. De eerstvolgende Nederlan
der was in dat jaar Kees Verkerk, met
een 24e plaats op die wereldranglijst.
3 Rali)
i primi
9 bevi
Jiden
7YOT1
ixe. b
00. In
Hunze
Ben van Erp is ook de stellige
overtuiging toegedaan, dat Toine
van de Bunder nimmer zal besluiten
de overstap naar de beroepsrenners
te maken. De Tilburger zou het trou
wens ook niet zo'n verstandige daad
vinden. „Ik geloof niet, dat hij het bij
de profs zal redden. In mentaal op
zicht heeft hij te veel nadelige eigen
schappen om bij de profs een kans
van slagen te hebben”. Toine van de
Bunder over die regelmatig terugke
rende profspeculatie: „Het is echt
niet zo, dat ik per se niet wil, maai’ ik
zou alleen een contract tekenen
wanneer ze mij een inkomen garan
deren van zo’n 30 tot 35 mille. Voor
minder doe ik het beslist niet. Mijn
Ben van Erp noemt de tot dusver
bereikte resultaten ook op de eerste
plaats het succes van het collectief
en verwijst pas daarna naar de indi
viduele kwaliteiten van Toine van
de Bunder. Dat collectief staat bij
hem ook voortdurend centraal. Gaf
dat aanvankelijk nog wel eens aan
leiding tot interne strubbelingen
(Bruessing), de renners onderwer
pen zich nu ook zonder uitzondering
aan de door Van Erp gehanteerde
koersformule. „In principe wil iede
re coureur het ’t liefst op zijn eigen
manier doen. Dat is nu eenmaal in
herent aan een individuele tak van
sport. Maar als ploeg kun je alleen
tot successen komen wanneer de
een.ongeacht wie, ook bereid is zich
voor de ander op te offeren. Dat
loopt nu gesmeerd. In combinatie
treedt Anton Huiskes begin 1966 terug
en wordt opgevolgd door Wim de
Graaff.
Bartling. Wilt u overigens geloven dat
Frits Bartling me in de loop der jaren
geheel ontschoten was? Tijdens het
feestelijke diner na afloop in de Deven
ter Schouwburg raakt mevrouw Huis
kes in conflict met een autoriteit van
de KNSB, Anton Huiskes verlaat met
zijn vrouw voortijdig het dineren wei
gert mee te gaan naar Davos, waar
recordwedstrijden zullen worden ge
houden. Op aandrang van het Neder
landse volk reist hij later zijn ploeg
alsnog achterna
Die kwaliteit is in de ploeg ruim
schools aanwezig en wordt vooral
vertegenwoordigd door renners als
Ad Tak, Peer Maas, de zich knap
ontwikkelende Bert Scheuneman en
Toine van de Bunder. In de elf tot
dusver door hem gereden individue
le wedstrijden ging de inmiddels 25-
jarige Zeeuw maar liefst negen keer
als winnaar over de eindstreep,
waaronder die in de Omloop van de
Baronie en Nederlands zwaarste
amateurklassieker, de Hel van het
Mergelland. Een opmerkelijke sco
re. Echter niet voor Van de Bunder,
die zijn overwinningen grotendeels
terugvoert op het vroege tijdstip
(half december) waarop hij de trai
ning begon. „Doordat het weer in
januari uitzonderlijk slecht was, zijn
de meeste renners daardoor pas la
ter aan de training begonnen. In
feite lig ik daarom nu een maand op
de meesten voor".
Maar ook zijn tegenstanders, en dat zijn er nog altijd velen,
hebben niet kunnen verhinderen, dat Ben van Erp vier jaar na zijn
entree in de wielersport aan het hoofd staat van een der
machtigste wielergroeperingen bij de amateurs. Ofschoon het
seizoen amper op gang is gekomen, kan Ben van Erp nu reeds
bogen op twee klassieke triomfen (voor Van de Bunder en i
Scheuneman) en het merkenkampioenschap. Die opmerkelijke
overwinningsbalans mag de wat snobistische Brabander terecht
beschouwen als een bewijs van erkenning, nadat de ploeg zich
vorig jaar met liefst 92 individuele triomfen reeds had gemanifes
teerd op de veruit succesvolste wielerbrigade bij de liefhebbers.
Nog nagenietend van die voor
hem zo waardevolle merkentriomf
in Bladel is nu ook het laatste restje
twijfel bij hem weggenomen: „Hoé
ze ook over me mogen denken”, oor
deelt Ben van Erp, „ze kunnen vanaf
nu in elk geval niet meer om me
heen. In de 'voorbije weken hebben
we duidelijk aangetoond op dit mo
ment de absoluut sterkste te zijn.
Met een klein beetje mazzel zouden
we in Bladel zelfs alle vier onderde
len hebben gewonnen. Voor de ho
mogeniteit van de ploeg komt dit
vroege succes ons uitstekend van
pas. Daarop hebben we ook bewust
gemikt, omdat ik er weinig vooi’
voelde in de eerste wedstrijden als
pietsnot mee te rijden”.
De Olympische Winterspelen 1968 in
Grenoble brengen nog wel een paar
medailles (goud voor Verkerk en zilver
voor Schenk op de 1500 meter, zilver
voor Verkerk en brons voor Nottet op
de 5000 meter), maar de verrassing
schuilt dit keer toch in het rijden van
de Zweedse nieuwkomers Johnny
Hoeglin en Oerjan Sandler. Hoeglin
wint goud op de 10.000 meter, Sandler
brons. Zij zijn pupillen van de Zweedse
bondscoach.Anton Huiskes! Overi
gens komen Hoeglin en Sandler daarna
niet meer in het grote spel voor, ze
worden nog wel eens zesde of zo iets,
maar hun rol is eigenlijk uitgespeeld.
Een andere pupil van Anton Huiskes
neemt het grote werk van hen over en
met meer blijvend succes: Goeran
Claesson. Hij wordt derde op het Euro
pees kampioenschap 1969. achter de
Noor Fomaess en Verkerk (en voor
Schenk). Maar dan heeft Leen Pfrom
mer, die op Jan Bols als leerling kon
bogen, in het voorjaar van 1968 Wim de
Graaff al opgevolgd. De grote tijd voor
het Nederlandse schaatsen breekt dan
pas aan. Dankzij Ard Schenk vooral,
voor wie 1972 een memorabel jaar
wordt: Europees kampioen,
wereldkampioen en drievoudig Olym
pisch kampioen. Behalve Jan Bols ko
men nu Eddie Verheyen, Jappie van
Dijk en Harm Kuipers naar voren, ter
wijl Verkerk en Nottet langzaam weg
zakken
4
-
Een wel erg simpele verklaring
voor het machtsvertoon dat Van de
Bunder in de laatste klassiekers de
monstreerde. Van de Bunder op zijn
beurt: „Ik ben nu eenmaal een typi
sche voorjaarsrenner. Misschien
heeft dat te maken met de omstan
digheden waaronder ik in de winter
maanden werk. In die periode ben ik
hele dagen op de bouw van m’n
vader, waardoor ik misschien wat
beter tegen de kou kan dan anderen.
Aan de andere kant is het natuurlijk
ook heel goed mogelijk, dat ik net
iets meer voor m’n sport overheb
dan anderen. Mijn probleem is ech-
Het Europese kampioenschap van
1966, dat voor het eerst in Deventer op
Nederlands kunstijs zal worden gehou
den, wordt zoals gebruikelijk voorafge
gaan door conflicten. De KNSB laat
weten dat het bestuur en niet Anton
Huiskes de Nederlandse ploeg zal sa
menstellen. Huiskes had medegedeeld
dat zijn voordracht als volgt zou lui
den: Verkerk, Schenk, Liebrechts,
Bartling, Nottet en als reserve Jorrits
ma. Indien zijn voordracht zou worden
gewijzigd, zou hij aan het eind van het
seizoen ontslag nemen, had hij daar
aan toegevoegd. Dat laat de KNSB
zich natuurlijk niet twee keer zeggen,
en het bestuur haast zich de volgende
ploeg voor Deventer aan te wijzen:
Verkerk, Schenk, Liebrechts, Bartling
en de Deventenaar Eddie Verheyen
(die dus thuis speelde). Reserve: Peter
Nottet.
Huiskes noemt het opstellen van Ver
heyen in plaats van Nottet onaan
vaardbaar en deelt mee dat hij na de
kampioenschappen zijn ontslag wil,
ook al zou er een Nederlander winnen
Desondanks accepteert hij Verheyen
in zijn ploeg en het eindresultaat is
overweldigend: 1. Ard Schenk, 2 Kees
Verkerk, 8. Rudy Liebrechts, 14. Frits
T 127
5, pr
64
Ik heb Joop Vervoort goede en soms
ook uitstekende wedstrijden zien flui
ten, en dan bedoel ik dat hij goed en
soms uitstekend floot Hij was bijvoor
beeld iemand die de voordeelregel
U ziet het, het KNSB-bestuur heeft
zijn lesje wel geleerd, want op het
ogenblik staat het tamelijk pal achter
zijn bondscoach Leen Pfrommer. Je
kan dit echter ook anders interprete--
ren. Toen de rijders als één man achter
hun coach Anton Huiskes stonden, liet
de KNSB de coach vallen, en nu de
rijders als één man tegen hun coach
Leen Pfrommer in opstand zijn geko
men, handhaaft de KNSB hem met
bewonderenswaardige hardnekkig
heid. Polonius wist het al, in „Hamlet”:
„Though this be madness, yet there is
method in it”, oftewel: „Al is dit waan
zin, er zit toch methode in”.
600 7
met al
■tcabrj
50.
0 Op
i GT’?
45(X
Jherry
ationca
)00 krr
uwsta;
res o.a
an bek
Co roll
V4 7(
VKeve
i
wen h
L bj. 7
62.00
f 1850
bj. 7(
at deui
i f 750
zonda;
Er is een tijd geweest, dat de exclusieve club van ploegleiders
in de amateurwielrennerij de naam van collega Ben van Erp het
liefst doodzweeg. De eigenlijk bij toeval in de wielersport verzeild
geraakte Tilburger werd bijna unaniem beschouwd als een lastige
indringer, wiens totaal afwijkende benaderingsmethoden boven
dien regelrecht indruisten tegen die van de gevestigde orde.
Meermalen werd hem ook het verwijt gemaakt, dat hij geen
constructieve bijdrage zou leveren tot de ontwikkeling van het
jeugdig wielertalent, maar dat hij louter een commercieel ver
lengstuk zou vormen van zijn naar publiciteit hunkerende spon
sor. Vooral in dat verband werd hem het aantrekken van de nog
door weinigen beminde ex-beroepsrenner Juul Bruessing nou
niet bepaald in dank afgenomen.
Ook tijdens het volgende
wereldkampioenschap 1966 in Goten-
burg zijn de Nederlandse successen
weer niet van de lucht: Verkerk wordt
wereldkampioen, Schenk tweede,
Liebrechts achtste, Nottet twaalfde
Nottet dus, niet Verheyen Als Huiskes
in zijn woonplaats Maam gehuldigd
wordt, laten de uitgenodigde KNSB-
bestuursleden verstek gaan, maar
Huiskes krijgt wel de gouden speld van
de KNSB. Omdat hij niet ook de door
hem gevraagde volmachten knjgt,
toekomst is nu min of meer verze
kerd, die zet ik niet op het spel voor
een onzeker bestaan als prof-
wielrenner”.
Sterkste ’lente-renner’
Schenk, Verkerk, Bols, Kleine, Van
Helden en Kuipers, en het is alleszins
redelijk te stellen dat Bols, Van Hel
den, Kleine, Kuipers, Schenk en Ver
kerk (in alfabetische volgorde) hun
successen met, via en ook dankzij Leen
Pfrommer hebben behaald. Maar het is
natuurlijk geen wet van Meden en Per
zen (en zelfs niet van Hollanders en
Noren) dat een schaatscoach na negen-
jaar niet „versleten” zou kunnen zijn.
Tenslotte zijn Schenk en Verkerk ook
niet meer wat ze geweest zijn. Toegege-
veji, de slijtage waaraan een schaats
coach onderhevig is, is op lichamelijk
gebied veel kleiner dan bij een top-
schaatser, maar er is natuurlijk ook de
geestelijke en mentale slijtage, en de
technische slijtage.
In het geval van Leen Pfrommer wil
ik trouwens de lichamelijke slijtage
ook niet uitsluiten, want negen jaar in
een hoek van negentig graden voorover
staan met de bips achteruit en dan ook
nog met zo’n wollen muts met bolletje
op de kop, zodat ik voortdurend denk
dat Leen Pfrommer er aankomt als in
werkelijkheid een Turkse of Marok
kaanse gastarbeider de hoek om komt,
lijkt me funest voor de lichamelijke
conditie Ik geef eerlijk toe dat ik als
schaatser ook murw geslagen zou wor
den als ik op de 10.000 meter na elke
ronde met grote zekerheid wist dat
kabouter Puntmuts daar weer zou
staan om mij aan te moedigen.
ll
i WC
met talent en kwaliteiten kunnen
dan onmogelijk uit-
F
K.
I
K
w
-