Oude luister in stijl vol
opgeknapte museumzalen
Toneelstuk van Bernlef over mensen in de gevangenis
Wat is er toch
met Coster
aan de hand?
Nu bij 3 Suisses
Ontwapenende charme
bij Anja van Wijk
b'
k
©SUISSES
King-pepermunt
heb je altijd bij je
g £z 14,3/0 Vl z
S ZOMERKORTING fi
4 GULDENS VOORDEEL
Kennismakingsconcert slecht bezocht
■■Ufl
Tekening Rembrandt
brengt bijna ton op
Veranderde inrichting geeft chronologische samenhang aan
Ontwikkeling naar abstract-expressionisme
DINSDAG
1 9
APRIL
19 7 7
13
11
KING
Op zak, in tas of autokastje.
BERGEN (NH). Willem Snitker
blijkt zich de laatste jaren volle
dig te concentreren op het onder
werp paard. Ook zijn huidige ex
positie in het KCB op het Plein in
Bergen laat werk zien met louter
paarden als thema. Snitker komt
in het Kunstenaarscentrum ech
ter verrassend voor de dag met
een verscheidenheid aan tech
nieken en veel variatie in stijl
zodat er geen sprake is van eenzij
digheid of monotonie. Ets, acryl;
olieverf, tekening, gouache en
aquarel in verschillende, soms
zeer grote formaten, zijn in over
stelpende hoeveelheid aanwezig.
Er mag dan ook gesproken wor
den van een expositie die een
breed overzicht geeft van het
werk waarmee Snitker thans be
zig is.
Maar je gebruikt
deze „instant verkwikker”
pas als het ogenblik
daar is - voor een
frisse mond en
frisse nieuwe energie.
U op 3 Suisses breigarens, S
0 op sokken, kousen, anklets H
Zj of Fitalon X
gezondheidsondergoed. 4
11 Kom tijdig profiteren S
Snitker verrast
met actueel
overzicht
P. ZWAANSWIJK
CEES STRAUS
Grote Houtstraat 120, Haarlem
Deuren geeft stof tot nadenken
(ADVERTENTIE)
Natuurlijk zijn er de etsen te zien waar
mee de Heemstedenaar de laatste jaren
zijn grootste bekendheid verwierf. Het zijn
de prenten waarin hij het paard nog het
dezer dagen al verwezenlijkt. Verantwoor
delijk daarvoor is de nieuwe conservator
oude kunst dr. Peter Biesbroek, zoals be
kend een specialist op het terrein van de
Haarlemse landschapsschilderkunst in de
17e eeuw. Met name waar het gaat om de
18e eeuwse kamer en de Empirezaal heeft
hij getracht de sfeer die in Haarlem in de
diverse perioden heeft bestaan, weer terug
te krijgen. Althans voorzover dat mogelijk
was met wat al aanwezig was, zowel in de
betreffende zalen als in depot. Beide zalen
hebben parket op de vloer gekregen, de
wanden zijn opnieuw geschilderd, het vele
glaswerk werd opgeknapt en waar nodig
werd de poetsdoek gehanteerd. Het resul
taat. is uitermate verhelderend: het zomer-
ameublement in de 18e eeuwse kamer
Snitker heeft nooit geschroomd het
paard uit te beelden op een wijze die dwars
vital*
natuurzuivere
De zangeres rondde haar programma af
met de vijf „Mélodies populaires grec-
ques” van Maurice Ravel. Over het geheel
genomen liederen van verschillend karak
ter en sfeer, die door de benadering van
Anja van Wijk, ingetogen, mild en beschei
den, onder een vrijwel onveranderde noe
mer van expressieve sfeer gehouden werd,
niet alleen door een van emotie vrijgehou-
Anja van Wijk heeft zich door het gerin
ge aantal der toehoorders niet laten intimi
deren, maar zich geheel gegeven om hen
met haar fijn-gevoelige, intiem geaarde
zang in contact te brengen met de muzika
le essentie en de vele facetten van uitdruk
king, gereflecteerd in de liederen van haar
programma, dat in zijn geheel afgestemd
was op de romantische liedkunst.
I
Op deze veiling kwamen ruim 140 hand
tekeningen uit de collectie van de onlangs
overleden Engelse tandarts C. R. Rudolf
onder de hamer. In totaal brachten de
tekeningen voor de erfgenamen 640.000
op.
AMSTERDAM (ANP). Een tekening
van Rembrandt, voorstellende Nathan en
David, heeft maandagavond op de veiling
door Sotheby-Mak van Waay in Amster
dam 90.000 opgebracht, ongeveer 50 pro
cent meer dan de getaxeerde waarde. De
tekening, 13 bij 15 cm. groot, kwam in het
bezit van een Amerikaanse verzamelaar
uit New York.
(Tot en met 28 april, dagelijks van 10.30-
12.30 uur en van 14-17 uur, op zondagmor
gen gesloten).
meest figuratief benadert, met een alles
doorbrekende anti-estethiek. In deze bla
den is Snitker de renaissancist bij wie
dolende ridders, Don Quichottes op hun
paarden tot een karikatuur verheven, tot
leven komen. Iets van het barbarisme uit
de jaren ’50 is in een schilderende Snitker
terug te vinden, een orgie van vorm en
kleur die in een tomeloze expressiviteit
lijkt te zijn neergezet. Met nog een gering
behoud van figuratie en een zekere toeken
ning van een symbolische waarde aan de
kleur is Snitker ongeremd in het weerge
ven van zijn emoties.
(ADVERTENTIE)
ken van het museum, een fraai achtkantig
theepotje van Giljaart uit 1746. In dezelfde
kast staan zogenaamde Jezuïeten bordjes
zowel als het befaamde Chine de Com-
mande-porselein. De hele zaal is represen
tatief voor een chique ingerichte huiska
mer die een Haarlemse inwoner in de
tweede helft van de 18e eeuw kan hebben
gehad.
Dat geldt ook voor de Empire-zaal, een
periode weliswaar die iets later ligt, name
lijk van 1790 tot 1810. Empire is zoals
bekend een Franse stijl, in Duitsland
enigszins bekend als Biedermeier.
De Franse toets is dan ook zeer wel
aanwezig, ook al gaat het hier voorname
lijk om meubilair dat in Holland is ver
vaardigd. Er staat een prachtig ameuble
ment dat waarschijnlijk in Paviljoen Wel
gelegen heeft gestaan en dat in opdracht
van Lodewijk Napoleon is gemaakt. Van
dezelfde vorst hangt in deze zaal een por
tret dat gemaakt is door Charles Howard
Hodges. Deze Engelsman heeft in Haarlem
gewoond en gewerkt en zijn werk was hier
zeer in trek. Het Frans Halsmuseum heeft
het een en ander van deze schilder, getuige
ook een tweetal portretten van Paulus
Roelof Cantzlaar en zijn echtgenote, date
rend uit 1810.
Even bekend als Hodges was in dezelfde
tijd Wijbrand Hendriks die naast schilder
ook conservator („kastelein”) van het Tey-
lers Museum was. Hendriks is met enkele
sublieme doeken vertegenwoordigd in een
stijl die hem op zijn best laat zien.
Overigens: de dame en de heren die door
de schilders werden uitgebeeld zijn op hun
„paasbest” zodat tevens iets van de mode
aan het begin van de 19e eeuw kan worden
geleerd.
Naast deze portretten zijn ook weer en
kele topografische schilderijen opgehan
gen zodat een compleet beeld van de schil
derkunst gedurende deze periode in Haar
lem kan worden verkregen.
pé en een bijbehorende stoel in dezelfde
stijl. Links aan de muur een portret van
Bolomeij, rechts een behangselschildering
van Barbiers.
Anja van Wijk koos hiervoor liederen
van Johannes Brahms, doortrokken van
haast ascetisch geuite liefdesgevoelens;
liederen van Mahler met een zelfde voor
zichtige benadering daarvan, liederen van
Hugo Wolf, in wezen directer en feller. Na
de pauze liederen van Debussy, beschrij
vingen van natuur-romantiek in klank en
woord, drie liederen van Alphons Diepen
broek over liefdestragiek, vergeefse dro
men over idealen en over het mysterieuze
wezen van onze katten.
Met een recente serie heel licht gewassen
penseeltekeningen, hier en daar met wat
verf ingevuld, wordt de lijn doorgetrokken
van het figuratieve etsen, via de expressio
nistische olieverven naar een stijl die al
bijna abstract gaat worden. Naast de grote
olieverven vormt die serie „Onheilsbode”
het hoogtepunt van de tentoonstelling.
Hier is eigenlijk in kort bestek het hele
verloop van Snitkers stilistische ontwikke
ling aan te geven en ze laat ook zien waar
hij tenslotte is uitgekomen.
oogt nu een stuk beter dan ooit voorheen
het geval is geweest.
In dezelfde kamer hangt nu een in lange
tijd niet geëxposeerd portret dat Benjamin
Samuel Bolomey - erg geroemd in Haar
lem aan het einde van de 18-eeuw - heeft
gemaakt van Laurentia Clara Elisabeth
van Haeften. Het dateert uit 1785 en
wordt geflankeerd door een viertal doek
jes uit ongeveer dezelfde tijd: een heel
aardige Ouwater boven een Hubertus
Prins en een Hendrik Spilman met een
Hendrik Meijer. Deze vier schilderijen la
ten goed de verschillende schildertech
nieken zien, zoals die in de tweede helft
van de 18e eeuw werden gehanteerd. Het
zijn topografische werken, opgehangen in
chronologische volgorde en ze geven een
indruk van de Haarlemse architectuur.
In deze 18e eeuwse kamer hangen ook
een tweetal behangselschilderingen van
Pieter Barbiers uit 1785 waarvan er een
binnenkort moet worden gerestaureerd.
Deze doeken die ooit in het pand Spaarne
58 hebben gehangen, maar al in 1900 aan
de gemeente werden geschonken, hangen
ter weerszijde van de nieuw ingerichte
keukenkast. Hier wordt een gedeelte van
het Haarlems zilver uit eigen bezit geëxpo
seerd waaronder een van de vele topstuk-
Gevangenenbewaarder Veenstra (Wim Kouwenhoven) geniet van een toneelstukje dat
de gevangenen opvoeren ter ere van zijn zilveren jubileum.
(fotop Bob van Dantzig).
men is draagt daar veel toe bij. Maar de
auteur heeft in Deuren stof bijeen geschre
ven die ruim voldoende inhoud heeft voor
meer dan één avondvullend stuk. Met an
dere woorden, hij heeft teveel samen ge
bundeld om in enkele uurtjes goed uitge
werkt te kunnen laten zien. Daar komt bij
dat het stuk momenten van grote spanning
kent, maar ook scènes die te lang duren.
Bij dat laatste denk ik aan het verblijf
provincie. In de Toneelschuur in Haarlem
komt het op 24 en 25 mei.
In Deuren heeft Bernlef een visie op de
wereld van de gedetineerde en de
gevangenbewaarder geschreven Vooral
vanuit het beroep cipier, of zoals dat in zijn
stuk zo mooi heet: Bejegeningscoördina-
tor. Zonder meer levert dit toneelwerk
boeiende stof tot praten en de produktie
die onder de Theaterunie tot stand geko-
(Van onze kunstredactie)
HAARLEM. De inrichting van de za
len met oude kunst in het Frans Halsmu
seum in het Groot Heiligland in Haarlem
zal na de komende zomermaanden een
aantal ingrijpende veranderingen onder
gaan. Gepoogd zal worden om verschil
lende stijlperioden, zowel wat de schil
derkunst betreft als de kunstnijverheid,
een sterker chronologisch verband te ge
ven. Daarnaast zullen de restauraties
worden voortgezet van een aantal, nu
toch zeer gehavende doeken, die tegen het
einde van het jaar door middel van een
aantrekkelijker presentatie beter onder
de aandacht van het publiek worden ge
bracht.
Een klein gedeelte van de plannen is
(ADVERTENTIE)
P 12,5% h
Voor de liederen, waar deze mogelijkhe
den van betekenis hadden kunnen wor
den, hebben de voortreffelijke, ja meester
lijke, geladen begeleidingen van de pianist
Tom Bollen een doeltreffende compensa
tie geschonken. Ik denk hier bijvoorbeeld
aan Wolfs verrukkelijke liederen „Klinge,
klinge mein Pandero” en „Sagt, seid Ihr es
feiner Herr”, Diepenbrocks „Les chats” en
Ravels liederen.
Voor andere liederen-vertolkingen zorg
de Tom Bollen voor een uitnemende aan
passing aan de voordraehtstrant van de
zangeres, hetgeen leidde tot bijzondere
hoogtepunten van dit kennismakingscon
cert.
Maar een andere klap kwam harder aan.
Als Veenstra thuis is herinnert hij zich de
opmerking van de gedetineerde Kees Bra-
kels: „Vijfentwintig jaar, dat betekent dat
jij hier langer zit dan wij allemaal samen!”
En toch, Veenstra heeft het goed willen
doen. Hij was de beroerdste niet. „Zou jij
gevangenenbewaarder willen worden?”
vraagt Veenstra later aan Brakels. „Ben je
gèk, mensen opsluiten, dat is toch geen
beroep”,antwoordt deze.
De schrijver J. Bernlef heeft van sep
tember 1972 tot en met augustus 1974 sa
men met de kunstschilder Diet Zuyder-
land gevangenissen, huizen van bewaring
en rijksasielen bezocht. In eerste instantie
leverde dat het boek Bajesmaf op met
tekst van Bernlef en illustraties van Zuy-
derland. Nu heeft Bernlef ook een toneel
stuk over mensen in de gevangenis ge
schreven. Onder de titel Deuren gaat het
tot 7 mei in de Brakke Grond, daarna in de
I
HAARLEM. Met een van idealisme
getuigende volharding gaat de directie
van het Haarlemse Concertgebouw door
jonge Nederlandse vocalisten en instru
mentalisten gelegenheid te geven om op
zogenoemde kennismakingsconcerten in
drukken te geven van de resultaten van
hun artistieke en technische vorming. Een
kennismakingsconcert kan zo mede de in
zet worden van een nog op te bouwen
kunstenaarsloopbaan, zelfs wanneer de
belangstelling hierbij ondervonden mini
maal genoemd moet worden, zoals het
geval was op het concert, dat de jonge
mezzosopraan Anja van Wijk uit Leid-
schendam maandagavond in de Tuinzaal
van het Concertgebouw heeft gegeven.
ingaat tegen de gangbare estethische op
vattingen. Niet de fluwelen glans van de
vacht heeft zijn voorkeur, maar de beende
ren, de knokkels die daaronder zitten. Hij
kiest de cirkel als een kernpunt waar alle
lijnen tezamen komen met volumineus
ronde vlakken daar tegen aangezet.
Het is niet de schoonheid van het uiter
lijk of de noblesse van het paardenkarak-
ter die Snitker interesseert, maar de dyna
miek die aan het mechanisme ten grond
slag ligt. Bij Snitker is niets treuriger dan
een stervend paard waar heel dat mecha
nische van zijn dynamiek is ontdaan. Eens
temeer is hij dan de anti-estheet die gevoe
lens van deernis om het opgeroepen wre-
dene afdwingt.
AMSTERDAM. De gevangenbewaar
der Veenstra viert zijn zilveren jubileum.
Een kwart eeuw cipier, dat betekent in de
sombere gevangenis enig tierelier. Een
toespraak van de directeur en een lintje.
De vier gedetineerden van Veenstra’s af
deling mogen het festijn via de intercom
volgen. Zij hebben voor hun feesteling een
toneelstukje ingestudeerd en zelfs slin
gers geplakt. Feest voor Veenstra: hij mag
een half uurtje eerder naar huis. Voor de
gevangenen betekent het een half uur min
der televisie en ook het licht gaat eerder
uit. Dat geeft gedonder en de bewaarder
komt gehavend thuis. Een pleister bedekt
de wond die hij opliep door de klap in zijn
gezicht.
van de uitgebroken gedetineerde Brakels
bij Veenstra thuis. Misschien had regis
seur Christiaan Nortier kunnen bekorten.
Maar goed, belangrijken is dat Bernlef
ongenadig scherp de uitholling van het
menszijn aantoont, zoals dat door het op
gesloten zitten wordt bewerkstelligd. In
Deuren breekt een gevangene los die nog
maar drie dagen heeft uit te zitten. Dat
begrijpt Veenstra niet, na een kwart eeuw
ervaring.
Onder regie van Christiaan Nortier
wordt Deuren realistisch opgevoerd. Dat
betekent herkenbare mensen, iets te gefor
ceerd misschien, maar volkomen aan
vaardbaar, geloofwaardig, in hun gedrag.
Zelfs Veenstra’s daad in een woede
aanval sluit hij zijn vrouw in een kast op
is verklaarbaar, al lijkt het absurd. „Ik
was mezelf niet meer op dat moment”, zegt
hij tegen Brakels en het antwoord luidt:
„Dat zeggen wij allemaal als we voor de
rechter staan”.
Deuren wordt opgevoerd in een prachtig
decor van Siet Zuyderland, een
gevangenisinterieur dat gemakkelijk in
een huiskamer verandert. Symbolisch
voor de situatie. Wim Kouwenhoven speelt
de bewaker Veenstra met grote zorgvul
digheid. Hij laat een mens zien die de wil
heeft vernieuwingen bij te houden, maar
zijn achtergrond niet mee heeft om daarin
te kunnen slagen. Ad Fernhout, Cor
Witschge, Pim vosmaer en Huib Broos
vormen een wat clichématig overkomend
groepje gedetineerden, al slagen ze erin de
gevangenissfeer explosief te houden. Een
voorstelling die je ook na afloop toch wat
langer bezig houdt.
KO VAN LEEUWEN
den zegging, maar ook door de sympa-
tieke, beminnelijke klank van haar door
ontwapenende charme en intieme klank
schoonheid uitmuntende stem. Daarvan
lijken nog andere, rijkere mogelijkheden
tot ontwikkeling gebracht te kunnen wor
den dan nu op dit concert aan de dag
konden treden, in het bijzonder wel in
dynamische zin.
y^gndworh ^ciaalzaak
Een blik in de vernieuwde 18e eeuwse zaal
van het Frans Halsmuseum. Op de voor
grond een zomerameublement in Holland
se stijl Lodewijk XV-XVI, gemaakt onge
veer in 1780. Op de achtergrond een cana-
Het laatste blad uit een kleine serie licht gewassen penseeltekeningen, „Onheilsbode"
genoemd, van Willem Snitker. Momenteel geëxposeerd in het Kunstenaarscentrum in
Bergen (NH).