BOROBUDUR IN RIJKSMUSEUM
Toon Ninaber
overleden
Circuspiste als kleurige
foyer in De Egelantier
Fantasierijke Eroica
onder Eugen Jochum
t
951
Ringwereld: een spannend
science-fiction verhaal
f
II
r*
i
J™?' 1L
u
ISMi
jib®
Ganymedes I, een
jaarboek over
science fiction
t
Wlenboom”
Oude f
■MM
BREDE KLANKBASIS BIJ ORKEST
Brabantse kunstschilder
Multifunctionele ruimte voor Perspekt en Muziekschool
AMUSANTE STALEN RAT DIE DE WERELD REDT
Regenten
^u(,erge
t artairu:
onver woest [var jï
n
DONDERDAG
2 1
APRIL
19 7 7
13
KUNST
12
(Van onze kunstredactie)
üanoubs
s
jf
taoftplraat 204 - feaulpoort -
GTelrfoon 023 376741
DT
ieiei
o
„DE STOETERIJ’ of
„DE LANDAUER”
voor het geval u iets te vieren
heeft
Wüstelaan 75 Santpoort
tel. 023 - 37 22 26
voor uw exclusieve etentje in rus
tieke omgeving
Iedere Zondag
„BRUNCH’
van 11.30 tot 2.30 uur
11 19 I
Anne
dat
hartje haorlem
in
*aar j
HAARLEM. Twee beeldend kunstenaars, Pieter Zwaanswijk uit
Haarlem en Willem Snitker uit Heemstede, hebben samen een ontwerp
gemaakt voor de inrichting van een foyer voor Pierrots Paradise, het
try out-theatertje van Perspekt in De Egelantier. De foyer zal ook
gebruikt worden door de Haarlemse Muziekschool als wachtruimte
voor leerlingen of de ouders van dezen. Snitker en Zwaanswijk kregen
de opdracht voor hun ontwerp van Perspekt en de muziekschool. Het is
de bedoeling dat de ruimte multi-functioneel wordt, dat er bijvoor
beeld lezingen kunnen worden gehouden, maar ook op kleine schaal
voorstellingen kunnen worden gegeven.
(ADVERTENTIE)
Pieter Zwaanswijk (links) en Willem Snitker bij hun maquette.
(ADVERTENTIE)
I
3
'4*1
bibliotheek
k
We vonden het leuk om het plan in handen
van kunstenaars te geven”.
1,5
ngs-
J-
De afmetingen van de twee in elkaar
over lopende ruimten zijn 10x3 en 7x8
meter. Eerstgenoemde ruimte dient als een
soort voorportaal, waar een kassa voor
kaartjes voor het theater komt, waar enke
le tafeltjes met stoelen en een garderobe
zullen komen. Onder het verhoogde gar-
derobeplateau is plaats voor een soort
paardestal en een verlichte kijkdoos waar
in een clown zich aan het schminken is.
Het is een circusachtig geheel geworden,
vol vrolijke kleuren, niveauverschillen en
bonte Pierrotfiguren. Perspekts Chris de
Jong, in gezelschap van de twee kunste
naars, vertelt over de foyerplannen: „Na
dat Pierrots Paradise begin van dit jaar
geopend werd, was bij ons al vlug het plan
gerijpt dat er ook iets aan de ruimte daar
voor moest gebeuren. De beheerscommis
sie van De Egelantier zag er ook wel wat
in, maar stelde dat ook de muziekschpol
over de ruimte moest kunnen blijven be
schikken. Na overleg met de directie daar
van bleek dat zoiets best te combineren is.
Willem Snitker: „De eis was dat er een
behoorlijk aantal wachtende mensen in de
beschikbare ruimte zou kunnen, dat het er
gezellig uit zou zien, met zitmogelijkheden,
leesmateriaal. Pieter en ik zijn uitgegaan
van het circusidee. Dat sluit aardig aan bij
theater en het is niet al te gedateerd. Als
contrast met het bestaande theatertje, dat
vooral om budgettaire redenen stemmig
zwart gehouden is, kunnen we hier een
vrolijke kleurrijke ruimte van maken. De
maquette die we nu hebben is vooral op
aanwijzing van de heer Nuyten, directeur
van de muziekschool tot stand gekomen”.
Bij Perspekt staat nu de maquette die
Snitker en Zwaanswijk vervaardigden.
„Ringwereld” heeft alle kenmerken
van een goed sf-verhaal. Het is spannend,
grappig, uitstekend verteld en dermate
goed onderbouwd in technisch opzicht
dat het geloofwaardig blijft, al schuwt
het speciale en kenmerkende sf-kunst-
grepen niet zoals het ten tonele brengen
van merkwaardige ruimtewezens als de
„poppenspelers” en de „kzinti” en fan
tastische planeten in diezelfde ruimte als
de ringwereld, om de mysteries waarom
het in dit verhaal gaat.
Bekroond met de veelbegeerde sf-prij-
zen Nebula en Hugo Award is „Ringwe
reld”, een meesterwerkje van de betrek
kelijk jonge sf-auteur Larry Niven. Het
boek verscheen in 1970 en is nu, uitste
kend vertaald door Pon Ruiter, verkrijg
baar in de Elsevier sf-reeks.
Een boek dat veel meer naam heeft dan
het vorige, dat zelfs te boek staat als een
„klassieker”, is „Slan” van A. E. van
Vogt, voor het eerst verschenen in ’40.
Het werd uitgegeven door Meulenhoff.
De enige reden die ik zou kunnen verzin
nen waarom dit boek dan wel zo be
roemd is, ligt misschien in het feit dat
Van Vogt een van de eersten was die
gespeeld heeft met het thema van de
strijd, die tussen mensen zou kunnen
ontstaan als een mutatie zou optreden als
door hem omschreven.
„Met dat publiek, daar willen we iets
mee doen”, zegt Snitker. „Daar willen we
een soort regentenverzameling van ma
ken, mensen die nu in Haarlem leven en
voor iedereen herkenbaar zijn. Zoals
Frans Hals in zijn tijd gedaan heeft. Dat is
een gedachte die volstrekt terzijde staat
van de rest van het plan, maar misschien is
het uitvoerbaar. Zou erg leuk zijn”.
Zowel Snitker als Zwaanswijk munt bij
zijn ontwerp uit in een speels zoeken naar
decoratie. Zo komt er in reliëf ook een
de grotere beelden door meer dan twee
balken gedragen moesten worden. Dit
hield uiteraard beperkingen bij de opstel
ling in, maar de inrichters zijn erin ge
slaagd toch een goed afgewogen geheel te
maken. De tentoonstelling oogt veel
smaakvoller dan in Brussel waar ze in het
Paleis voor Schone Kunsten een rommeli
ge indruk wekte.
circusorkestje. De achterwand van de gro
te foyerruimte krijgt een doorzicht-projec-
tiescherm. Daarop kan een muurkrant ge
projecteerd worden, maar wachtende kin
deren kunnen er met een tekenfilmpje
worden verrast. Verder is er ruimte voor
een bar en een rek voor lectuur.
Twee verhalenbundels ook verschenen
bij Meulenhoff: één samengesteld door
Mark Carpentier Alting, met schrijvers
als Lafferty, Silverberg, Leiber en Van-
Om het circusidee zoveel mogelijk te
benadrukken hopen Zwaanswijk en Snit
ker op inventieve wijze gebruik te kunnen
maken van reeds aanwezige luchtkokers,
waarin bijvoorbeeld een trapeze-werker
kan verdwijnen. Middenin de grootste
ruimte komt een paal die een dak van
tentzeil omhoog houdt. Ook het voorpor
taal krijgt een soortgelijk velum en derge
lijke plafondvoorzieningen zullen onge
twijfeld bepalend zjjn voor de sfeer van
een circusruimte.
BOXTEL (ANP). De kunstschil
der en glazenier Toon Ninaber is op
80-jarige leeftijd dinsdag in Boxtel
overleden. De laatste tien jaar leefde
hij in een verzorgingstehuis. De begra
fenis heeft vrijdag plaats.
Antonius Cornelis Ninaber van Ey-
ben in 1896 te Scheveningen gebo
ren gaf na zijn opleiding aan de
Haagse academie aanvankelijk les tot
hij als eerste belangrijke opdracht
kreeg een communiebank te ontwerpen
voor de kerk van de Heilige Agnes in
Den Haag.
Ninaber is vooral bekend geworden
nadat hij zich toelegde op emailleren,
het maken van ramen en illustreren;
dat laatste onder andere als medewer
ker aan het letterkundig en cultureel
tijdschrift De Gemeenschap van Anton
van Duinkerken en Jan Engelman. In
ons land wordt in veel kerken, kloos
ters, scholen, raadhuizen en andere ge
bouwen werk van Toon Ninaber aange
troffen: gebrandschilderde ramen, mo
zaïeken, muurschilderingen, tegelta
bleaus, keramische werken en email-
toepassingen. Ook schilderde hij veel
portretten en kregen het vrije schilde
ren en de grafiek zijn aandacht.
o
BRASSERIE
„HET CHALET'
hartstikke gezellig!
Die mutatie is de slan, de mens met
bijzondere geestelijke (telepathische) ei
genschappen. De manier waarop Van
Vogt zijn thema behandelt heeft mij noch
de adem doen stokken, noch die maar
een moment benomen.
Veel aardiger vind ik het soort sf dat
Harry Harrison schrijft: Bij Meulenhoff
verscheen zijn dubbelroman „De stalen
rat redt de wereld” en „Planeet der ver
doemden”, respectievelijk uit ’72 en ’62.
Vooral de „Stalen rat” heeft mij best ge
amuseerd, zijnde het werk van een
schrijver die met vaart en verve een
spannend verhaaltje opbouwt maar tus
sendoor steeds met een knipoog naar
zichzelf en de lezer de hele zaak aardig
objectiveert.
Nog meer Van Vogt valt te halen in de
Bruna sf-reeks: „Rebellie in de ruimte” is
een boek uit ’65, heeft het al bijna klas
sieke thema van het ruimteschip, dat
wegvlucht van de ondergang en van de
aarde, op zoek naar nieuwe werelden.
Bij dezelfde uitgever verscheen Clif
ford Simaks „Moeder Aarde NV”, een
vrij recent verhaal van Simak, die zonder
veel kwasi-diepgravende theorieën of ge
wichtigdoenerij boeiende sf brengt met
een verrassend slot als lekker hapje toe.
PETER WOLFSBERGEN
AMSTERDAM. Eugen Jochum de
ze week gastdirigent bij het Concertge
bouworkest zorgde gisteravond voor
een fantasierijke interpretatie van Beet
hovens „Eroica". In een afwijkende
podiumopstelling van de strijkers, waar
bij de celli (die in deze symfonie direct het
eerste thema voordragen) van plaats ver
wisselden met de altviolen, kreeg je een
extra brede klankbasis. De manier waarop
Jochum zijn Beethoven plastisch in klank
boetseert is bijzonder indringend. Deze
Derde Symfonie kreeg dan ook wel opti
maal haar karakter. Bij behoud van klas
siek evenwicht in de opbouw, werd op
ouderwets-contrastrijke wijze (met uiter
sten in dynamiek) aan de nastreving van
het klankschoonheids-ideaal een emotio
nele noblesse verbonden.
In aanwezigheid van prins Bemhard zijn
gisteren in het Rijksmuseum in Amster
dam de deuren opengegaan van de ten
toonstelling „Borobudur” met als onderti
tel „Kunst en religie in het oude Java". De
expositie, die tot en met 3 juli is te bezich
tigen, geeft tal van aspecten te zien van
Hinduïstische en Buddhistische kunst uit
Indonesië. De nadruk valt op de Borobu-
dur, het indrukwekkende heiligdom op
Midden-Java dat ongeveer duizend jaar
oud moet zijn. Momenteel wordt de Boro-
budur gerestaureerd waarbij vrijwel elke
steen die door erosie is aangetast, van zijn
plaats komt. Een groep reliëfs, afkomstig
van het monument, een vijftal Buddha's
en enkele vitrines met bronzen en zilveren
voorwerpen die deels afkomstig zijn van
andere tempels en deels uit Javaanse mu
sea komen, vormen de kern van de exposi
tie. Daarnaast is door educatieve afdeling
van het museum een foto-expositie inge
richt die een beeld geeft van de vorderin
gen van de restauratie die over ongeveer
vier tot vijf jaar moet worden afgerond.
Bij de inrichting in het museum heeft de
staf rekening moeten houden met het
enorme totaal gewicht, namelijk ruim 17
duizend kilogram. Na overleg met de
Rijksgebouwendienst werd besloten dat
Gezellige Bodega om zo maar eens bin
nen te wippen voor een drankje of een
hapje zoals o.a „Raclette en „Jeu de
Viande" Dagelijks geopend tot des
nachts 1 uur
De conceptbegroting voor dit foyerplan,
wijst 53.000,- aan. Zij is voorgelegd aan
de wethouders Mensink (financiën) en Van
de Water (cultuur). Chris de Jong: „Ze
waren enorm enthousiast. We hebben be
slist de indruk dat de wil aanwezig is dit
plan te realiseren. Wat dat betreft zijn we
toch weer een beetje gelukkig met
Haarlem”.
De melodische contouren werden scherp
getrokken en alle contra-puntische episo
des stonden als onwrikbaar. Zo werd het
geweld van het eerste deel op en top her
oïsch; het aansluitende adagio een aangrij
pende doodsklacht vol weemoed en ver
troosting in het „zangtrio”; het geheimzin
nige Scherzo boeiend van tegenstelling en
de levenskrachtige finale geladen met dra
matische spanning. Claudio Arrau, de so
list op dit twaalfde abonnementsconcert in
de B-serie van het Concertgebouworkest,
vertolkte Schumann’s Pianoconcert. In
dat eerste deel ervan kreeg je eigenlijk
meteen al spijt dat Beethoven-specialist
Arrau zich ook nu niet tot Beethoven had
bepaald. Bij een laag genomen tempo, dat
alle gelegenheid bood om krachtige en
hartstochtelijke spanningslijnen te trek
ken, werd door hem over alle essentiële
punten in dit lyrisch-dichterlijke stuk
haast onbewogen heengespeeld. Boven
dien leek er weinig souplesse in het contact
met Jochum en het orkest te zijn, terwijl de
vaak pinnige toon van Arrau’s toucher
Schumann’s poëtische gedachten ook al
moeilijk kon dienen. Bij de inzet van het
Grazioso echter, moest je gelukkig direct
van gedachten veranderen. Er ontstond
een juweel van een intieme dialoog tussen
solist en orkest. Eerst hier kwamen de
concerterende partijen tot een artistieke
eenheid, die ook in de bruisende finale
werd voorgezet.
JOHAN VAN KEMPEN
Uitgeverij Bruna, die al enige tijd gele
den de science fiction uit het fonds af
splitste en als reeks voortzette met een
goed herkenbaar, vaak bijzonder ge
slaagd omslag, is nu op de markt geko
men met een sf-jaarboek, geheel bestaan
de uit verhalen van Nederlandse en
Vlaamse schrijvers. „Ganymedes 1” heet
dit jaarboek, samengesteld door Bruna-
redacteur Vincent van der Linden. Een
dergelijk boek is geheel in de lijn van
deze uitgeverij, die al eerder de Neder
landstalige gevestigde en aankomende
schrijvers kansen gaf in bijvoorbeeld de
Pulpserie, die echter wat minder gericht
was op sf.
Naar mijn smaak zeer terecht wordt er
in een voorwoord bij Ganymedes 1 op
gewezen dat de Nederlandstalige sf in
aanzienlijke mate een weerspiegeling
vormt van de Angelsaksische, maar
„daardoorheen toont zij een heel eigen
gezicht, dat trekjes heeft van kneuterig
heid en tegelijk van echte menselijkheid,
die ervan doordrongen is dat er iets an
ders valt te winnen (of te verliezen) dan
grootheid, macht en rijkdom”.
Ganymedes bevat bijdragen van be
kende schrijvers als Wim Burkunk, Ef
Leonard, Eddy C. Bertin maar ook van
Gerald Williams met het bijzonder aardi
ge verhaal „De gestolen dief”, „Raffle-
sia” van Simon Rietveld en „Hart van
Steen” van Gerard van Schooten.
Een andere bundel in deze Bruna sf-
reeks is geheel gewijd aan de veelschrij
ver, hevig bewonderd en zwaar gekriti
seerd, A. E. van Vogt. Deze bundel, met
als titelverhaal „De volmaakte wens”,
werd samengesteld door Erik Lankester
en, evenals de andere boeken in deze
reeks, van omslagtekening voorzien door
Victor Linford.
ce, maar ook met minder grote namen als
Ken W. Purdy, James Triptree en George
Alec Effinger; de tweede bundel brengt
verhalen van de beroemde Jack Vance
en draagt als titel „Sulwens planeet”.
Deze bundel werd vertaald en samenge
steld door Warner Flamen.
Bij Elsevier tenslotte verscheen „Gale
rij der giganten 2”, samengesteld door
Robert Silverberg en gekozen door de
leden van de in ’65 opgerichte Science
Fiction Writers of Amerika Association.
Deze bundel telt zes verhalen van Van
Vogt, Lewis Padgett, Clifford Simak,
Frederic Brown, Arthur C. Clarke en
Judith Merril.
Niet als zodanig aangekondigd maar
toch ook een verhalenbundel is „De geïl
lustreerde man” van Ray Bradbury, ver
schenen bij Born. Een aantal van deze
verhalen was al eerder in vertaling ver
schenen en de titel van deze bundel slaat
eigenlijk alleen op de proloog en de epi
loog, waarin de geïllustreerde man op
treedt als wat je de verteller van deze
verhalen zou kunnen noemen
PETER WOLFSBERGEN
Objecten die van hout zullen worden ge
maakt door Zwaanswijk. In de grote foy
erruimte domineert pen verplaatsbare cir
cuspiste. Een deel van het zaaltje werd
trapsgewijs iets verhoogd, waardoor een
tribune-effect ontstaat. Tegen de wand
daarachter komt in houtreliëf publiek, dat
verdubbeld wordt door de wand daar te
genover, die geheel uit spiegels zal
bestaan