filmhuizen
hcicirlem
amsterdam
TANNERS SPEELFILM DEBUUT IN FILMHUIS VELSEN
Wereldpremière „Een brug te
heeft toch in Deventer plaats
ver’'
■M
21
Het Melkwoud
Silent Movie
Malaise-toestand
Onaangepast
Jl
Nachtvoorstellingen
VRIJDAG
2 9
APRIL
19 7 7
.....I
W.
F’”
Er is de laatste tijd bij herhaling
geschreven over de opmerkelijke
bloei van de Zwitserse film, resul
terend in een reeks films, niet
alleen van de productieve Alain
Tanner, maar ook van zijn vriend
Claude Goretta („L’Invitation”,
„Pas si méchant que ca”) en van
rtrand van Effenterre („Erica Mi
nor”). Films die ook in het buiten
land aanspraken en in korte tijd
de Zwitserse film tot een duidelijk
begrip maakten. Het Film
huis Velsen beëindigt volgende
week dinsdag en woensdag zijn
belangwekkende retrospectief
van het werk van Alain Tanner
met het in ons land nog niet ver
toonde speelfilmdebuut van de re
gisseur, „Charles Mort ou Vif”.
J
zich dankzij actuele problematiek
Comencmi verfilmde de jonge jaren van Casanova in zijn ..Giacomo Casanova Veneziano
Zwitserse cinema onderscheidt
Nieuw op dit programma van prolonga
ties en reprises is onder andere „De Vrouw
in het Götakanaal”, een verfilming van een
roman van het bekende Zweedse echtpaar
Sjöwall en Wahlöö dat ook de stof leverde
voor „De verschrikkelijke Man uit Saffie”,
de voortreffelijke politiefilm van Bo Wi-
derberg.
Dom deLouise, Marty Feldman en
Mel Brooks in „Silent Movie”.
Ook „De Vrouw in het Götakanaal” Ci-
nétol biedt een spannende intrige. Het lijk
van een buitenlandse toeriste wordt in het
Maar nu die relatieve, materiële zeker
heid een feit is, dient de problematiek van
het talent, van originele scenario’s en van
een pakkende vormgeving zich aan. Tan
ner en Goretta zijn zeker geen profeten die
in eigen land geëerd worden, maar hun
films draaien in het buitenland en op festi
vals en er wordt over de Zwitserse film als
over een zelfstandig fenomeen geschre
ven. Ook Nederlandse films brengen op
een enkele uitzondering na hun geld in
eigen land niet op, maar ze hebben ook
weer in de meeste gevallen geen kans
op buitenlandse roulatie omdat ze te veel
speculeren op onmiddellijk succes in
’t kleine Hollandse kringetje en daardoor
oninteressant worden voor buitenlandse
consumptie. Dat ze bovendien ook nog de
kans lopen in het Hollandse wereldje niet
Götakanaal gevonden en wordt aanleiding
tot een minitieus politie-onderzoek waar
bij vooral gebruik gemaakt wordt van de
vakantiekiekjes die zowel door het slacht
offer als door haar reisgenoten tijdens het
verblijf in Zweden gemaakt zijn. Wonder
lijk genoeg is de film jarenlang op de
plank blijven liggen en pas te voorschijn
gehaald toen Widerbergs film een succes
werd waarop ingehaakt kon worden.
aan te slaan hebben desastreuze misluk
kingen als „Bloedverwanten” en „De Peet
moeder” de laatste maanden bewezen. Het
feit dat de volledige Nederlandse inzen
ding naar Cannes „en bloc” door de selec
tiecommissie ter plaatse is afgewezen,
spreekt in dit verband ook boekdelen.
gehuldigd wordt voor een inspirerend be
leid waaraan hij part noch deel heeft
gehad.
Na dit openhartige gesprek voor de tele
visie is er voor Charles Dé geen ander
alternatief dan te verdwijnen. Zonder eni
ge aankondiging verlaat hij fabriek, gezin
en de directeurwoning. Hij duikt eerst in
een goedkoop pension onder, maar trekt
dan in bij een jong alternatief stelletje dat
van de hand in de tand leeft en waar hij de
rust en de inspiratie vindt om de dingen te
doen waartoe hij nooit is gekomen, zoals
lezen, nadenken, debatteren met mensen
die er andere ideeën op nahouden, zijn
eigen dag indelen.
Charles Dé in Tanners speelfilmdebuut
„Charles Mort ou Vif”.
Met twee sterk uiteenlopende premières
is er wat leven en variatie gekomen in de
Haarlemse filmagenda. Palace heeft even
als Lido gekozen voor een oorlogsavon-
tuur en Studio parodieert in „Silent Mo
vie” op geestige manier een vroeger film
genre.
Enkele boeiende reprises zijn er te vin
den in Frans Hals waar Sidney Lumet’s
„Serpico” draait, een politiefilm met Al
Pacino als een gecamoufleerde recher
cheur die achter een heroïne-syndicaat
aanzit; en in Roxy waar men nog eens
„Midnight Cowboy” kan zien, een indruk
wekkend drama dat zich aan de zelfkant
van New York afspeelt met Jon Voight en
Dustin Hoffman als maatschappelijke
mislukkingen. John Schlesinger die daar
na onder meer „The Day of the Locust” en
„The Marathon Man” zou maken, regis
seerde in 1969 de sindsdien tot een begrip
geworden „Midnight Cowboy”.
1
Gebleven zijn in Luxor Disney’s „Asse
poester” op de matinees en „A Star is
born” met Barbra Steisand voor wat de
avondvoorstellingen betreft, terwijl Pala
ce de jeugd op zaterdag, zondag en woens-
dag-middag tracteert op een Popeye-festi-
val.
Uiteraard wordt bij beschouwingen over
de Zwitserse film ook de situatie in ons
land betrokken en de voor de hand liggen
de vraag gesteld waarom bij ons niet kan
wat in het kleinere Zwitserland aan de
lopende band mogelijk blijkt. Het gedeel
telijk hierop passende antwoord zou kun
nen luiden dat door co-productie met
Frankrijk en in samenwerking met de
Zwitserse televisie een financiële basis
voor een min of meer continue productie
in Zwitserland gelegd kon worden.
Zijn baas, dierecteur Sid Ceasar is er wel
voor te vinden als laatste redmiddel om
zijn filmmaatschappij voor de ondergang
te behouden. Als enige voorwaarde stelt
hij dat er acteurs met goed klinkende
namen bij de film betrokken zullen wor
den maar daarvoor is nu juist geen geld.
den. Een privé-detective, die hij in de arm
neemt, bevestigt na korte tijd zijn bange
vermoedens: vader Charles is debiel of
seniel geworden en moet voor zijn eigen
bestwil in een inrichting voor geestelijk
gestoorden worden opgenomen.
Met cynische humor vertelt Alain Tan
ner dit komisch-droeve sprookje uit een
welvaartsstaat, het fantasieloze, geregle
menteerde, dood-georganiseerde Zwitser
land dat tegelijk model staat voor elk
ander voorspoedig Westeuropees kapita
listisch bolwerk waartegen een verontrus
te jeugd zonder veel illusies omtrent verbe
tering bij herhaling stormloopt.
Het gegeven is boeiend en vol relative
ring ter discussie gesteld en opnieuw
vraagt men zich af waarom geen Neder
landse film enige vorm van actuele proble
matiek of eigentijdse discussiestof bevat.
Durft de aankomende filmer met zijn be
roep op het Productiefonds de polemiek
met het establishment niet aan of ont
breekt hem de fantasie een pakkende
vorm voor de vragen van deze tijd te
vinden? We blijven hier ongeordend en
ieder op eigen gelegenheid voortmodde
ren, terwijl het politieke en sociale tegen-
front in Zwitserland, zij het vaak met grote
moeilijkheden de ene film na de andere
laat verschijnen die ver boven de lokale
belangstelling uitstijgt.
Charles Dé is een vijftigjarige directeur
van een goed lopend horlogebedrijf, dat
van vader op zoon is overgegaan en nu aan
zijn 100-jarig bestaan toe is. Charles wordt
geïntroduceerd als hij het gerespecteerd
middelpunt is van een kleine huldiging
door het personeel. Maar terwijl de jongste
werknemer halverwege zijn van papier
opgelezen feestrede is, wordt het Charles
opeens te machtig; hij verlaat onder de
verbaasde blikken der aanwezigen de kan
tine en gaat zich in het toilet opfrissen. Als
kort daarop de televisie komt om hem een
interview af te nemen, zijn zijn antwoor
den nietszeggend en raken zij de kern van
de zaak niet.
Maar een dergelijk onaangepast gedrag
kun je niet ongestraft in een geordende
maatschappij blijven volhouden. De zoon
van Charles Dé moet weten waar zijn
Zijn zoon, die al in de startblokken staat
om hem op te volgen, is heftig verstoord
over de gemiste kans om uit de tv-reporta-
ge gezonde publiciteit te halen. Maar de
onderlinge verhouding wordt nog vijandi
ger als Charles contact zoekt met de tv-
maatschappij, zijn eerste interview annu
leert en zich bereid verklaart tot een uit
voerig en onthullend gesprek met de ver
slaggever. En als dat tweede gesprek
wordt uitgezonden geeft het een onthul
lend beeld van de malaise-toestand waarin
Charles zich bevindt. Hij heeft in het begin
van de oorlog een bloeiend bedrijf overge
nomen van zijn vader en nauwelijks iets
hoeven te presteren om de zaak aan de
gang te houden. Maar hij heeft ook nooit
de tijd genomen om van zijn leven iets te
maken. Hij is in een gareel blijven lopen, is
dagelijks achter het directiebureau gaan
zitten, heeft kortom gedaan wat van hem
verwacht werd en ontdekt ineens dat hij
In het Filmhuis Het Melkwoud, Zijl
straat 63, Haarlem, draait vanavond en
morgenavond de fameuze rolprent „His-
toire Immortelle”, van Orson Welles, die
zowel de hoofdrol als de regie voor zijn
rekening nam. Na „Het Proces” en „Flas-
taff” is dit de derde keer dat Welles een
beroep deed op zijn favoriete actrice en
ontdekking, Jeanne Moreau, zonder wie
hij naar eigen zeggen deze film niet
had kunnen (en willen) maken.
In zijn riante landhuis brengt een schat
rijke koopman, Clay (Welles) de laatste
nachten van zijn leven in chronische slape
loosheid door. Zijn secretaris Levinsky
leest hem voor om de tijd te doden; hij
vertelt hem op een nacht echter het ver
haal van een oude, rijke maar oude man,
die een jonge matroos huurt om met zijn
eveneens jonge vrouw naar bed te gaan,
teneinde de oude man een erfgenaam te
bezorgen. Het is een mythe, die onder
zeelieden wordt vertelt, maar Clay besluit
om de mythe voor tenminste één zeeman,
werkelijkheid te doen worden.
Meer vrolijkheid heerst er in Studio dat
„Silent Movie” (“Stomme Film") op het
programma heeft genomen, een waanzin
nige parodie op de tijd dat de film nog niet
kon spreken en er met tussentitels gewerkt
moest worden om duidelijk te maken
waarover de acteurs spraken. Het lijkt de
aan lager wal geraakte regisseur Mei Funn
(Mel Brooks) een goed idee dat oude procé
dé van filmmaken als een nieuwigheid te
brengen in de hoop dat het verwende pu
bliek van nu er hartelijk om zal lachen.
„De Adelaar is geland” („The Eagle is
landed”) in Palace vertoont overeenkom
sten met „The Day of the Jackal” waarin
een complot tegen het leven van de toen
malige president van de Franse Repu
bliek, Charles de Gaulle tot in finesses
werd uitgewerkt. Bij „De Adelaar” gaat
het om niets meer of minder dan om de
ontvoering van Churchill die Himmler, op
instigatie van Hitler dood of levend in
handen wil krijgen. Een groep Duitse pa
rachutisten wordt daartoe gedropt in de
buurt van Churchill’s vakantieverblijf na
dat eerst Donald Sutherland (nu weer in
het nieuws door zijn vertolking van Casa
nova in Fellini’s gelijknamige film) als een
met de Duitsers collaborerende Ier alle
voorbereidingen op de grond getroffen
heeft.
zich aan een oorlogsgegeven waagt en ui
teraard daarbij veel aandacht besteedt
aan de avontuurlijke, gewelddadige en
spectaculaire kant van dit thema. We heb
ben daaraan de vorige week uitvoerig aan
dacht besteed.
Het plot zit goed in elkaar en ook al weet
de toeschouwer bij voorbaat dat de kid
napping van Churchill in feite nooit heeft
plaatsgehad, regisseur John Sturges houdt
er de spanning in daarbij gebruikmakend
van zijn ervaring op het gebied van de
wildwestfilm. Michael Caine speelt de aan
voerder van de Duitse paratroep als een
gedesillusioneerde militair die niet meer in
Hitler en niet meer in de „Eindsieg” ge
looft, maar nog wel zin heeft in een levens
gevaarlijk avontuur. In kleinere rollen
zien we Donald Pleasence als Himmler en
Anthony Quayle als Canaris en dat al die
Duitsers van hoog tot laag met diverse
accenten Engels spreken is een onvermij
delijk inconvenient dat bij de meeste oor
logsfilms lichtelijk irritant werkt. Dat
geldt ook voor „Cross of Iron” in Lido
waarin heel toevallig eveneens een wes-
tem-regisseur, namelijk Sam Peckinpah
Donald Sutherland staat in het brandpunt van de belangstelling. In Fellini’s Casanova
speelt hij de hoofdrol, in „De Adelaar is geland” de rol van een met de Duitsers
collaborerende Ier
Een rustig weekje in de Amsterdamse
bioscopen waar niettemin de „afwachten
de” bezoeker nog altijd bijvoorbeeld „Net
work” in Alhambra en Nöggerath, Felli
ni’s „Casanova” in Calypso en Saskia,
Tati’s „Jour de Fête” in City 3, Kazans
„The last Tycoon” in het Leidseplein Thea
ter, „Grey Gardens in The Movies, „Mara
thon Man” in Tuschinki 4 en „Cria Cuer
vos” van Carlos Saura met diens echtgeno
te Geraldine Chaplin in de hoofdrol in De
Uitkijk kan zien. Om nog maar te zwijgen
van Hitchcocks „Notorious” in Rivoli, Vis
conti’s „Rocco en zijn broers” in Studio K
en Jancso’s „Loflied op de Zonde” („Vices
and Pleasures”) in Kriterion.
Comencini heeft vooral getracht een
beeld te geven van het Venetië van die
dagen en van een sociaal leven dat van
invloed geweest moet zijn op de jonge
Casanova. We maken hem mee van op
groeiend jongetje, vroegtijdig vaderloos
en in de hoede van een moeder van twijfel
achtige zeden tot een priester-onderwijzer
zich het lot van het zwaar verwaarloosde
kind aantrekt, hem op een seminarie weet
te plaatsen, waar hij zich als beginnend
pater de macht van zijn stem en van zijn
taal op mooie vrouwen bewust wordt. En
wie het vervolg wil weten kan dan in
Calypso of Saskia terecht
In Cinétol een film van de nieuw „ont
dekte” Luigi Comencini, bekend Italiaans
regisseur uit de jaren kort na de oorlog
(„Liefde, Brood en Fantasie”) maar her
ontdekt op het Rotterdamse Film Interna
tional waar een retrospectief aan hem ge
wijd werd. Een van de aardigste films die
toen vertoond werd, was „Giacomo Casa
nova Veneziano”, een sierlijk verzorgd
beeld van de jeugd van Casanova wiens
verdere ontwikkeling we bij Fellini te zien
krijgen.
APELDOORN (ANP). De stad Deventer heeft toch de première van de film „Een
brug te ver”. Op 14 juni heeft de wereldpremière van de rolprent plaats. Op 22 juni
wordt de film in Amsterdam vertoond.
Hoe het Mel Brooks met zijn vrienden
Marty Feldman en Dom de Louise lukt alle
moeilijkheden te overwinnen en Burt Rey
nolds. James Caan, Paul Newman, Liza
Minelli, Anne Bancroft en zelfs de panto-
mimespeler Marcel Marceau in zijn film te
betrekken, laat de door Mel Brooks gere
gisseerde klucht uitvoerig zien evenals de
absurde consequenties van het filmen zon
der geluid en menselijke stem en van de
methodes om toch duidelijk te maken
waar de handeling over gaat.
Dat alles is het resultaat van maandenlang keihard onderhandelen tussen de gemeente
en filmbaas Joseph E. Levine. Contractueel was de filmer verplicht de film het eerst te
draaien in Deventer. Op die voorwaarde zag de stad af van royalties en kreeg Levine
gratis de beschikking over het décor van de IJsselstad.
Toen de filmploeg vertrokken was, hoorden de bestuurders van Deventer niets meer van
Levine. Diens belofte om als dank voor alle moeite van de stad de Deventer
schouwburg te verbouwen, is evenmin nagekomen.
Het College van Burgemeester en Wethouders heeft nu de knoop doorgehakt: Levine is
niet langer welkom in de koekstad en Deventer huurt op eigen kosten de film.
Het Europees vertoningsrecht is in handen van het verhuurkantoor City dat een
recordbedrag van 1,25 miljoen gulden heeft neergeteld voor „Een brug te ver”. Na de
première in Amsterdam zal de film op 23 juni draaien in dertig Nederlandse steden.
In Palace worden de late bioscoopgan-
gers onderhoudend bezigggehouden met
„Russian Roulette” van regisseur Lou
Lombardo, de verfilming van een ingewik
kelde intrige waarin George Segal van de
Canadian Mounted Police de opdracht
krijgt tijdens een bezoek van Kosygin aan
Canada een anti-Russische agigator te
schaduwen Dat wordt begin van een reeks
onoverzichtelijke verwikkelingen waarin
de CIA en haar Russisch pendant, de KGB
het nodige bijdragen. Verder is in de
nachtvoorstelling het veel bewonderde
„Roma” van Fellini te zien, een uit jeugd
herinneringen, historische fantasieën en
actuele realiteit samengesteld fresco van
de Eeuwige Stad, te zien in Roxy. En in
Studio een ander Italiaans meesterwerk,
Visconti’s laatste rolprent, een rijk ver
zorgde costuumfilm naar een verhaal van
Gabriele d’Annunzio, een zedendrama uit
de vorige eeuw dat door aankleding en
spel tot het mooiste behoort wat deze emi
nente filmer op het doek gebracht heeft.
Een waardig testament van een der groten
uit de filmwereld
Ook Tanner en Goretta filmen vanuit
een Zwitserse situatie maar hun onder
werpen krijgen een meer universeel ka
rakter en blijken in de uitwerking raak
punten en overeenkomsten te vertonen
met situaties in het buitenland en maat
schappelijke ongenoegens. Tanner’s
„Charles mort ou vif” is daarvan het zo
veelste duidelijke voorbeeld.
vader uithangt om eventueel definitief als
S*'