pagina VARA-REGISSEUSE ELLEN BLAZER: ■Ste A;; Lelijk Spannend Ld Spelletjes Kijkcijfers k.p.r y k. 1 I I I I I I I I I I I I I I I I 'I I I I I I I I I I I I I Eng Komrij en de tv Ir t i ’Ik ben nogal oppervlakkig LLLLlt I I I I Blazer: „Mij heeft het ook verbaasd. We hebben de kijkcijfers laten analy seren en daaruit blijkt dat het pro gramma het best wordt beoordeeld door kijkers met de minste opleiding. Hoe dat komt? Misschien uit een soort Komt zo’n idee niet gewoon tussen het, overige werk door, en dan bij voorkeur op een ongelegen moment? Ellen Blazer: „Soms, maai’ meestal niet. Het is voor een groot deel denkwerk. Ik ga er echt voor zitten en noteer alles wat in me opkomt. Daat zit de grootste onzin bij. Soms krijg ik een bruikbare ingeving Ach, ik weet eigenlijk niet hoe het werkt”. „Ja. Klinkt gek hè? Hahal. En toch is het zo Een regisseuze die regisseren het ergste van haar vak vindt? bij te brengen dat er nog iets anders bestaat. En verder moeten de mensen zelf maar kiezen”. Voorzitter Kloos ziet het wat strak ker. In een vraaggesprek zei hij ons eens dat hij de mensen per sé wil verheffen, of ze dat nou willen of niet. Ellen: „Ja ja. Nou, dat is dan fijn. Tja, ik zou het ook wel leuk vinden als je de mensen kon verheffen, maar je moet het ze niet opdringen. Ook als je iets zelf wel aardig vindt, moet je niet gaan roepen: Dit is ontzettend mooi. Ik geloof niet in een van boven opge legd dictaat”. Ellen: „Nee. Nou. ik ben er mis schien wat nieuwsgieriger naar. En Eigenlijk vindt Ellen Blazer haar werk ook een beetje eng. „Ja, het is dnL. Ellen: „Het was de voornaamste re den, ja. Maar ja, het was ook wel een idee&nverslindend programma, dat daardoor toch geen lang leven be schoren was. Er was ook maar een heel kleine groep van enthousiaste mensen, die ernaar keek. Toch vind ik dat zo’n programma moet kunnen. Het is inderdaad wel zo dat in dit geval het beleid gebaseerd is geweest op de kijkcijfers, ja”. van verbazing. Zo van: Goh, hoe is het mogelijk dat iemand dat weet, dat iemand dat zo vlug vindt. En er zit inderdaad een gok-element in. De mensen thuis kunnen dat woord vin den, ook zonder die kennis”. Tegen de tijd dat Twee voor Twaalf weggaat wanneer dat ook zal zijn wil Ellen Blazer een nieuw program ma bedenken voor Joop Koopman. „Ik zou best de tijd willen hebben om daarover na te derjken. Maar daar moet ik een beetje rust voor hebben. In de zomer misschien, als het mooi weer ik r r rr r „Ja, en wat Kloos zegtJe hebt niet voor niets zo’n omroep als de VARA. Als je je afvraagt waarom die omroep er is, dan ben je er al. Pro gramma’s als De Ombudsman, Ko- ning Klant en Haagsche Kringen spreken duidelijke taal. Ikzelf zou niet eens kunnen zeggen dat ik socia listisch ben, maar ik wil wèl wat met televisie. Ik bedoel, zo’n Alles of Niets van de TROS zou ik absoluut niet doen. „Ik ben niet tegen spelletjes inte gendeel, ik ben gek op spelletjes en het kan een noodzaak en een op dracht zijn, programma’s te maken die drie cent kosten. Maar je kunt de mensen ook wezenlijke dingen laten zien in eên wat luchtiger verpakking. En mijn programma’s zijn inderdaad meestal erg luchtig. Dat is niet ver wonderlijk. Ik ben een vrij oppervlak kig mens. En ik werk dan ook op de verstrooiende afdeling”. In het jaar dat de televisie 25 jaar in Nederland de huiskamer in bedwang hield, 1976, kreeg het van het NRC- Handelsblad wel een heel speciaal ca deau: Gerrit Komrij. Van januari tot en met december keek Komrij dagelijks naar de tv, of zoals hij dat liever zegt, de treurbuis. Al gauw bleek dat Komrij niet veel affiniteit met het medium had ei als je het boek Horen, zien en zwijgen" (verzamelde tv-kritieken) na de laatste bladzijde dichtslaat dan kan je maar tot één conclusie komen: Kom rij haat de tv. In zijn inleiding schrijft de auteur: „De beste manier om ons van de televisie te bevrijden is haar bela chelijk te maken. We hoeven, te dien einde, haar programma’s slechts nauw keurig te beschrijven: ze is zelf al bela chelijk!. Hoe het ook zit: dit zijn niet slechts toernooien met de logge, domme olifant die televisie heet, het is een boek geivorden waarin creativiteit en literatuur wraaknemen op de fanta sieloze Gooise slaappil, WRAAK Eén van de vragen die bij de tv- recensies gesteld kan worden is na tuurlijk of het allemaal wel zin heeft. Journalist Wim Klinkenberg kon er geen goed woord voor over hebben. In een interview met Klinkenberg in „Hollands Diep” stond ooit te lezen: „Zo iemand als Gerrit Komrij vind ik een journalistiek misdrijf. Dat dit soort zelfbevuiling mogelijk is, is on voorstelbaar". Nico Scheepmaker is duidelijk wat gelukkiger: „Ik zelf ge niet altijd dubbelop: eerst van het tv- programma en de volgende dag van de vernietigende kritiek erop van Gerrit Komrij". De kracht van Komrij is het feit dat hij het algemeen geklaag van de Neder lander over het aangebodene via de televisie onderschrijft, met het ver schil dat de kijker misschien nog wel Ellen Blazer: „Er is heel lelijk over geschreven en er is heel aardig over geschreven. Ischa Meijer bijvoor beeld zag er niets in. Maar die aardige man (maakt gebaar dat een woest kapsel moet aanduiden)„Herman Hofhuizen ja, die heeft er heel lief over geschreven. En dat vind ik ook een heel aardige man. Dat komt dus wel overeen”. eens een aardig programma heeft ge zien- en Komrij in dat jaar helemaal geen aardig programma heeft gezien. Het Gooi sloeg terug. Nauwelijks had Komrij zijn vernietigende pen neergelegd of hij was te zien op de televisie in het programma rond de Boekenweek van dit jaar. Op die ma nier bestrijd je het kwaad bij de wortel, door de criticus zelf op de treurbuis te plaatsen. Tenslotte was het program ma met Komrij (en Nico Scheepmaker) niet om aan te zien. Gerrit Komrij weet in zijn boek zijn gevoelens af en toe meesterlijk neer te zetten: „Meteen toen ik me voor het toestel had genesteld en in de bode nakeek wat de avond had te bieden viel ik in slaap”. Om dan vervolgens de lezer zijn dromen te onthullen. Het Vergeetregister besluit het boek Komrij. Namen van bekende personen, die volgens de schrijver over vijf jaar grotendeels vergeten zullen zijn: „Joost den Draaijer: Discjockey. Ter wijl veel aardige, verstandige mensen in het gekkenhuis zitten, in een dwang buis, loopt hij vrij rond". Afgezien van de waarde die „Horen, zien en zwijgen" voor de tv-maker heeft (daarvoor gaat Komrij té rück- sichtlos te werk) is het een zeer prettig te lezen boek geworden. De vondsten van de auteur zijn vaak uniek en het valt te betwijfelen of erop deze manier ooit nog een tv-kritiek wordt geschre ven. Om te stellen dat het voorgoed een einde heeft gemaakt aan de tv-kritiek omdat nu eens en voor al de misère is beschreven van de Nederlandse televi sie, gaat te ver. Tenslotte staat er in negen van de tien huiskamers nog een toestel en zijn we waarschijnlijk voor de eerstvolgende 25 jaar van program ma’s verzekerd. Misschien dat Komrij dan weer eens een aanval mag wagen. (Gerrit Komrij) „Horen, zien en zwij gen", Synopsis, f 24,50) De vraag is of het voor de kijker te ten grondslag, namelijk dat je interessant is om iemand voor het denkt mensen wat mee te kunnen eerst van zijn leven, dus onwennig, te geven. Of dat op deze manier lukt, is zien kennismaken met kunst. Ikzelf heb er bijvoorbeeld geen behoefte aan om iemand zich te pletter te zien aardig vervelen tijdens een concert. aardig werk om te doen, maar ook heel erg griezelig. Het opnemen van die programma’s. Er zijn zoveel men sen bij betrokken en er zijn zoveel dingen die buiten je omgaan. Er kan zoveel fout gaan, terwijl je wel wordt geacht te weten wat je in zo’n geval moet doen. Het is van zóveel afhanke lijk, van de man achter de knoppen bijvoorbeeld, die slecht kan hebben gegeten, ruzie kan hebben gehad met zijn vrouw. Dat is allemaal merkbaar. En dan nog eens het uitzenden die twee dingen zijn eigenlijk het ergste van mijn vak!”. Het heeft me altijd verbaasd dat Twee voor Twaalf zo’n succes is, om- Over haar carrière kunnen we kort zijn: vijf jaar Wereldomroep en sinds dien alweer een jaar of twintig de VARA, waarvan de eerste tijd als script-girl. Ellen Blazer, inmiddels 45 jaar: „Er is geen duidelijke reden, waarom ik bij de omroep ben geko men. Op school wist ik, dat ik het wilde. En dus heb ik het gedaan”. De begintijd: „Een van de eerste opdrachten die ik kreeg, was een do cumentaire te maken mei de titel „De cumulatie van commissariaten”. Nou, ik wist niet wat cumulatie was en ik wist niet wat een commissariaat was, hahal Zo ging dat toen. Iedereen deed in die tijd alles. Dal was wel zo leuk. Nu kan dat natuurlijk niet meer. Te genwoordig heeft iedereen zijn sped alisme”. Haar specialisme beslaat een nog tamelijk ruim terrein: de afrtcTmg Ge varieerde Programma’s. De naam zegt het al. Een van de onderdelen: spelletjes. Ellen Blazer, die in haar begintijd al populaire quizzen van Theo Eerdmans regisseerde, heeft haar bijdragen op dat gebied gele verd, in de vorm van „Per seconde wijzer” en „Twee voor Twaalf” Ellen: „Spannend was dat, Per se conde wijzer. Berend Boudewijn was soms nog nerveuzer dan de kandida ten. We bedachten zelf de vragen en toen die na twee jaar waren uitgeput, zijn we ermee gestopt. Goed, er waren wel mensen die ons hielpen en we hadden nog wel meer mensen erbij kunnen halen, maar we hadden zo’n idee van: Als wij het niet meer weten, dan kun je niet meer bedenken". „Hetzelfde hadden we na een jaar bij Twee voor Twaalf. We dachten: Jammer, het programma is uitgeput. En toen andere mensen te hulp snel den: Nee hoor, dat kim niet. Heel eigengereid. Op het ogenblik is er een groep van mensen, die zich met het bedenken van vragen bezighoudt, want het kan natuurlijk wèl. Het is, geloof ik, inherent aan het maken van een programma. Je kunt heel moeilijk iets uit handen geven, maar als je het doet dan blijkt het programma ge woon door te kunnen gaan”. Twee voor Twaalf loopt inmiddels vijf jaar. Wordt het niet eens tijd om ermee te stoppen? Ellen: „Nou, ik zou het best leuk vinden om weer eens aan iets anders te beginnen, maar van mij mag Twee voor Twaalf nog wel even blijven. Ik kijk nog steeds met veel plezier. Kijk, je kunt niet altijd precies zeggen, hoe lang een programma moet duren. Bij Per seconde wijzer hebben we zelf gezegd: Nu moet het maar eens afge lopen zijn met het belonen van parate kennis. Twee voor Twaalf is daar wel degelijk uit voortgekomen. We zijn ervan uitgegaan dat mensen moeten kunnen winnen, die niet alleen over een grote parate kennis beschikken. Hier gaat het meer om handigheid, samenwerking en weten waar je iets kunt vinden”. Je programma „Spelen met mu ziek” is toch duidelijk op die cijfers gesneuveld. „Daarnaast is er een aantal mensen, dat zegt, dat ze het programma waar deert. De werkster, mijn moeder zx Mensen, wier oordeel ik belangrijk UflWSrinig vind. Aan Duizendschoon ligt mis schien een wat optimistische gedach- „De smaakmaakster van de VARA? Nee hoor, natuurlijk niet. Dat zou even grote onzin zijn als de smaakmakers van Calvé”. Ellen Blazer, ideeënrijke vrouw achter menig succesvol programma van de VARA, haalt glimlachend de schou ders op. „Ik lees telkens maar in de krant, dat ik dat mens ben dat zo ontzettend veel leuke programma's bedenkt. En dat dat een uitzondering zou zijn. Ik vind dat overdreven. Het bedenken van programma’s is gewoon een onderdeel van mijn vak. Meer niet”. Enkele van die programma’s: „Per seconde wijzer”, „Uit”, „Twee voor Twaalf”, „VARAs’ Internationale”, „Spelen met muziek” en „Duizendschoon”. Ellen Blazer, sinds haar middelbare schooltijd in het omroepvak, doet er niet dik over. „Kijk”, zegt ze, „dat ik zoveel bedenk en dat dat zo goed zou zijn, hoor ik alleen maar van de zijde van de pers. Niet van de zijde van de VARA-top. Begrijp je? Daar bedoel ik niets mee hoor, ik klaag daar niet over, maar het is wel zo. Ik' bedoel: ik sta hier op de loonlijst als regisseur-producer en meer weet ik er ook niet van, haha". Op het nieuwste programma van Ellen, „Duizendschoon” is heel ver schillend gereageerd. Het idee om mensen, die niet thuis zijn in de kunst, juist met die kundt te confronteren en dat uit te zenden, is niet bij iedereen even goed gevallen. voor mij nog een vraagteken”. Over de formule van dat program ma: „Mijn eerste taak is, een televisieprogramma te maken. Daar naast wordt een duidelijk bij-effect gevraagd. Kijk, ik verwacht niet, dat d de mensen direct naar de schouwburg bovendien: kunst kan heel vervelend hollen. Wel hoop ik mensen het besef zijn. Dan vind ik dat je best mag laten zien, dat dat van invloed is op degene die dat ondergaat”. We komen op het onderwerp kijk cijfers, een omstreden verschijnsel binnen de omroep. Ellen Blazer: „Het klinkt verwaand om te zeggen: Ze kunnen me niet schelen. En ze zijn ook niet belangrijk. Je maakt geen pro gramma voor twee kijkers. Maar je moet er geen beleid op gaan baseren”. dat het toch een betrekkelijk klfiine groep mensen is die erin, qua achter grond. aan bod komt x

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1977 | | pagina 23