RUDIE KOOPMANS:
Populariteit
van
Cruijff in Parijs
i
Ongeslagen middengewicht
5
V.
uw
ies
i
IRIEI
I
door Pieter Mul
1737
Geen show
u
In Duitsland
ng
Paalvoetbal
Kaiser DiMaggio
Speedo-toga
Mirakel
)0 a- j
Minter voor mij nu drie maanden en tien dagen zonder
gevecht, ’t Is jammer maar niks aan te doen. Het heeft wel
weer het voordeeltje dat ik nu ook Wissenbach als
sparringpartner heb. Die jongen bokst volgende week bij
de zwaarwelters om de Europese titel tegen Hope. Dus
kon die zich tegen mij niet volledig geven. Dat kan nu wel.
En dat is toch van belang want net als Minter is hij
rechtsvoorstaand”.
Ja, liefst had Rudie Koopmans de afgelopen week
natuurlijk nog in de ring gestaan. Het is immers al twee
maanden geleden dat de blonde bokser tegenstander
Bunny Sterling kansloos liet. De oud-Europees kampioen
was de laatste slagboom die de doortocht van Koopmans
naar een titelgevecht belemmerde. Op 9 mei zou de
regerende middengewicht van ons continent, Alan Minter,
zijn titel vrijwillig verdedigen tegen de ongeslagen Neder
lander. Maar drie weken geleden ontving de Engelsman in
diens bloedeigen Londen een afstraffing van de onbeken
de Amerikaan Ron Harris. Blessures dwongen tot uitstel
van het Europese titelduel. En Koopmans zat met de
gebakken peren. Na 23 duels als profbokser ongeslagen
te zijn gebleven had-ie ten langenleste voor een top-
gevecht aan de bak gekund. En nou dit.
„Ik ben een week in training geweest bij mijn manager
Zeller in West Berlijn. Toen ben ik maar weer terug gegaan
naar Leeuwarden want 8 juni was nog een eind weg. Dat
is nu de nieuwe datum voor het gevecht. Maar het blijft
natuurlijk jammer. Ze zijn nog bezig geweest om een
gevecht voor me te organiseren maar d’r was geloof ik pas
een zaal vrij op 10 mei. Nou, dat is uiteraard tekort voor de
partij met Minter. Daarom zitten er tussen Sterling en
SS»
‘1W
i
MHi
i
I K
>80
moet je het
alleen doen
is
ii
1!
STOPPER
t
15
juni Koopmans van het lijf weet te.houden.
Toch al geen gemakkelijke opgaaf, maar
zeker niet als je net een pak slaag hebt
gehad. Minter ontvangt voor zijn vrijwilli
ge titelverdediging echter honderdduizend
gulden, of daaromtrent. Koopmans moet
het met ongeveer een kwart van dat be
drag doen. „Het is echt niet zo dat ik nu het
grote geld heb”, spreekt de Fries sugges
ties in die richting tegen. „Pas als ik die
titel pak kan het interessant worden. Maar
ik hou er niet van over geld te praten. De
mensen denken zo gauw dat je enorm veel
verdient. Van m’n gage is een derde voor
mijn manager die in ruil daarvoor een
Kijk, als ik zo rijk was geweest als
Ajax-fan Maup Caransa dan zou ik
natuurlijk niet geaarzeld hebben om de
ene zondag naar Barcelona thuis, en de
andere zondag naar Ajax thuis te gaan
toen eerst Johan, en daarna Johan naar
FC Barcelona was overgeheveld, maar
ik ben nu eenmaal niet zo rijk als Maup
Caransa, al scheelt het niet veel. Ik heb
Barcelona de afgelopen drie jaar dus
maar een enkele keer zien spelen, en
Johan Cruijff daarnaast alleen in het
Nederlands elftal zien acteren en rede
neren. Zou ik mij dan een zo in de
schoot geworpen geschenk laten ont
gaan? Ik moet toegeven dat ik even
geaarzeld heb, zeker nadat ik de Fran-
ceSoir gelezen had, want die schreef:
Johan Cruijff d Parisc ’est un
événement”.
Er werd aan toegevoegd dat de be
faamde Nederlandse voetballer niet
over zijn eventuele transfer naar Paris
Saint-Germain kwam praten, maar om
te voetballen. Zoveel als Barcelona
hem kon betalen kon de Parijse club
hem immers niet bieden, en ook de
vriendschap tussen de voorzitter van
Paris Saint-Germain, Daniel Hechter,
en Cruijff woog toch niet op tegen het
salaris dat Barcelona hem kon bieden.
U ziet, elk land heeft wel een club die
af en toe de mogelijkheid laat'door-
schemeren dat Johan Cruijff Zelf, in
Eigen Persoon, wel eens genegen zou
kunnen zijn z’n laatste jaren bij die
club te slijten
Koopmans raakte in Duitsland verzeild
toen hij eind 1971 begon bij de amateur
club Mülheim. Vergoeding van alle onkos
ten was een appetijtelijke basis voor zijn
vertrek uit Amsterdam waar hij sinds 1967
had gewoond. In de hoofdstad wonen nog
altijd zijn voormalige echtgenote en hun
garantieloon geeft plus kost en inwoning
als ik in Berlijn ben.
te. Het gaat om de prestaties in de ring en
wat dat betreft komen de mensen niets
tekort. Zo is het toch? Ik zoek ook nooit
naar excuses, die zul je van mij niet horen.
Verlies ligt niet aan de manager. Die man
hoeft van training of conditie niets te we
ten. In de ring moet je het zelf maken. Een
bokser staat alleen. Dat weet je en daar
moet je naar handelen. Het trainen is daar
om ook geen opgave voor me. Het hoort er
gewoon bij. Voor de conditie mag ik al een
paar jaar bij Cambuur mee doen. Die
jongens moeten veel meer doen als ik erbij
ben. Logisch want in een groep kun je je
altijd wel verschuilen. De trainer kan niet
alles in de gaten houden. En mensen ver
slappen nu eenmaal snel. Als ze stevig
worden aangepakt hoor je die voetballers
ook kankeren: oh, die bokser is er zeker
weer bij”.
Niet alleen voor conditietraining maar
ook voor medische begeleiding kan Rudie
Koopmans altijd bij Cambuur terecht.
Koopmans is er dankbaar voor en heeft op
dat terrein recent nog een lesje gehad. Vier
dagen voor het duel met Sterling ried
Cambuurs clubarts hem af tegen de En
gelsman in de ring te komen. Een schou-
derontsteking plus griep leidden tot dat
advies. Koopmans raadpleegde ook de
huisarts, slikte pëniciline en ging nog te
rade bij de Bredase sportarts Simons
een oude bekende. Via vitaminen kreeg
deze de bokser op de been. Koopmans
voelde zich goed, bokste' en voelde zich
beroerd. Hij won weliswaar maar halver
wege het gevecht had hij zijn reserves
verbruikt. Tegen de gewoonte mocht het
eerste uur na het duel niemand in de
kleedkamer komen. Koopmans gaf over
en voelde zich als een dweil. „Dat over
komt me niet meer. Ik dacht echt dat ik
weer okay was, anders was ik de ring niet
in gegaan”.
Regelmatig laat de Friese middenge
wicht zich medisch keuren. Voor blessures
heeft hij tot nu toe slechts een keer de
chirurg nodig gehad. Dat was voor een
gebroken middenhandsbeentje waardoor
hij in 1974 maar twee gevechten leverde.
„Boksen is niet gevaarlijker dan andere
sporten. Daar vallen ook doden. Boven
dien leer je niet alleen aanvallen maar ook
verdedigen en incasseren. Als je goed
hij in West-Duitsland en een groot deel
van Europa even populair als deze bei
de Amerikaanse sterren in de Verenig
de Staten waren.”
Hoe zou u het vinden, als u rechter
was en u was verplicht uw toga van een
bepaald merk te betrekken omdat het
ministerie van Justitie door dat merk
gesponsord wordt? En als dan bleek
dat die toga aan een stuk door kriebel
de in uw nek? Hoe zou u het vinden, als
u rechter was en u verdomde het om die
aan u opgedrongen toga te dragen, dat
dan zou blijken dat u als rechter ner
gens anders terecht kunt dan bij dat
ministerie van Justitie, die de lakens
en de toga’s uitdeelt? U zou zich grote
lijks belazerd voelen.
1
Enfin, France-Soir schreef dus:
„Ieder seizoen dat voorbijgaat wordt
de kans kleiner dat Cruijff een jaar
voor Paris S-G komt spelen. Om Daniel
pets
iferer-
:tirsus-
;taw
Nederlanders zijn te kritisch, zeker de
Amsterdammers, maar zelfs de Alk-
maarders. Ik had overigens wel gelijk
gehad, vertelde Yvonne de volgende
dag. Het was een typische zomeravond-
wedstrijd geweest, en Neeskens was na
twintig minuten al uitgevallen. Er wa
ren trouwens maar een man of tiendui
zend in het stadion. We moeten de
Franse begeerte naar Johan Cruijff
blijkbaar ook weer niet overdrijven!
Het vervult me overigens wel met
enig leedvermaak, dat de Duitsers
straks in dezelfde situatie komen te
verkeren als Franz Kaiser naar Ameri
ka verhuist om de Yankees uit te leg
gen hoe je voetbalt. Want ze hebben
daar natuurlijk geen idee wat dat is,
voetbal met je voeten. De International
Herald Tribune heeft het aan zijn le
zers proberen uit te leggen, en met
name de betekenis van „Kaiser Franz"
in dat merkwaardige voetenspel:
„Zijn vloeiende, rimpelloze speelstijl
ook als hij onder druk staat is gelijk
aan de manier waarop Joe DiMaggio en
Willie Mays baseball speelden. Ook is
asthee t
I Meet
Cruijff en Franz Beckenbauer op één
lijn mogen stellen. In één opzicht won
Beckenbauer het zelfs van Cruijff: hij
bleef altijd gentleman in het veld, zo
zeer zelfs, dat het bijna stuitend werk
te als hij bij wijze van hoge uitzonde
ring ook eens een hartgrondig weg
werpgebaar tegen een scheidsrechter
lijke beslissing maakte. Het eeuwige
gekrakeel rond Cruijff miste je bij hem,
en daar was ik nooit rouwig om. Daar
staat tegenover dat ik ervan overtuigd
ben dat Cruijff vrij duidelijk zou win
nen, als hij en Franz Beckenbauer in
een afgeladen stadion en voor het oog
van tientallen miljoenen televisiekij
kers een partijtje paalvoetbal tegen
elkaar zouden spelen. Weliswaar zou
Beckenbauer de bal vaker van verre
afstand over Johans hoofd heen pre
cies op de paal mikken, maar Cruijff
zou hem nog vaker langs de grond
passeren en de bal tegen de paal drib
belen. Ik schat de eindstand, na twee
maal een half uur paalvoetbal, op 18-14
voor Cruijff.
zoontje Bernard dat regelmatig bij zijn
vader in Leeuwarden is. Koopmans maak
te bij Mülheim zoveel furore dat de Ham-
burgse manager Wiene hem een jaar later
overhaalde professional te worden. Een
stap die bij Koopmans nooit als Heilig
Ideaal voorop heeft gestaan omdat hij de
bedragen niet aantrekkelijk genoeg vond
Problemen met de Nederlandse Boks
Bond, die amateurs en beroeps overkoe
pelt, naar aanleiding van zijn status bij
Mülheim droegen het nodige bij tot het
aanvragen van een proflicentie. Drie jaar
bokste de blauwogige Fries in Duitsland
en Oostenrijk voordat hijin december
1975 zijn eerste profgevecht in Nederland
leverde.
Koopmans: „Als ik Duitser was geweest
had ik het allang gemaakt. Je kunt dan wel
ongeslagen zijn maar in Berlijn of een
andere stad over de grens, blijf je toch een
buitenlander. Kijk ook maar naar die don
kere boksers in Engeland. Al zijn ze nog zo
goed, echt aantrekkingskracht voor het
publiek hebben ze toch niet. Daarom ben
ik naar Nederland gekomen. Ik ben in die
zestien maanden redelijk populair gewor
den, denk ik. Dat zag je op dat laatste gala
in Carré. Ik heb toen geen gevecht gele
verd en er waren toch zo’n zeven- a aeht
honderd toeschouwers minder dan an
ders”.
Rudie Koopmans ten voeten uit. Nuchter
reagerend op tegenslag, rustig uitkijkend
naar nieuwe mogelijkheden. Een serie van
23 overwinningen zonder een enkele ne
derlaag sinds hij in december 1972 be
roepsbokser werd. Waaraan een amateur-
tijd van even over de honderd gevechten
vooraf ging met een stuk of acht nederla
gen. De Europese Boks Unie, het beheren
de lichaam voor de boksers die voor brood
en beleg van hun vuisten afhankelijk zijn,
heeft Koopmans tot nu toe nimmer als
uitdager willen aanwijzen. Duitsers, En-
gelsen, Italianen en Fransen maken in dit
gezelschap de niet altijd sportieve dienst
uit. En een Hollander die op een Duitse
licentie bokst is natuurlijk een vreemde
eend in de bijt. Profboksen draait aller
eerst om geld en bij titelgevecht zelfs om
veel geld. Het circus moet draaien en daar
om is het ook niet zo verwonderlijk dat
Alan Minter de vierde man is die binnen
twaalf maanden tijd de Europese kroon in
het middengewicht mag dragen. Februari
vorig jaar boksten de Duitser Reiche en
Sterling om de vacante titel. Daarna
sierden de Italianen Jacopucci en Valsec-
chi zich met het kampioenschap. De laat
ste ging drie maanden geleden knock out
tegen Minter.
„Die Italianen waren zallefies”, aldus
Koopmans. Een oordeel dat voor Minter
bepaald niet geldt. Na het veroveren van
een bronzen medaille op de Olympische
spelen van München werd de Engelsman
prof. Van de 33 gevechten die hij sindsdien
leverde verloor hij er vijf. De laatste tegen
Harris betekende de eerste afgang voor
Minter die maar moet zien hoe hij op 8
Moet u horen wat me vorige week
dinsdag overkwam, toen ik met mijn
vrouw (die in de vele jaren dat we, hè
jasses, een 1-2-t je vormen niet meer dan
drie keer mee is geweest naar een voet
balwedstrijd, de ene keer zaten we on
overdekt en goot het, de andere keer
zaten we overdekt en ontstond er vlak
bij ons een vechtpartij, en de derde
keer is ze vergeten) voor een korte
vijfdaagse vakantie in Parijs in het
hotel bij de balie incheckte. Yvonne
heette de juffrouw achter de balie die
ons hielp. Toen ze merkte dat we Ne
derlanders waren, vroeg ze, in zuiver
Nederlands: „Gaat u naar Johan
Cruijff kijken, vanavond?’’. Ik vroeg
verheugd (want het was een hotel met
televisie op de kamer), of er een wed
strijd op tv kwam. „Nee, in het Pare des
Princes”, zei ze. „Barcelona speelt
vriendschappelijk tegen Paris Saint-
Germain”.
U kunt zich voorstellen hoe dank
baar mijn vrouw voor die mededeling
was. Ik aarzelde. Hoe vaak heb ik niet
geschreven, en hoeveel vaker nog heb
ik niet gedacht, dat ik in de glorietijd
van Ajax met Johan Cruijff voor mijn
eigen bestwil ELKE thuis- en uitwed
strijd van Ajax had moeten gaan bekij
ken, om toch maar vooral geen snipper
Cruijffovisme te missen. Maar ja, hoe
gaat dat, een mens is lui en onverstan
dig, dus hij spoort niet naar NAC—A-
jax, of hij prefereert Feyenoord—PSV
boven Ajax—BW, en pas als het te
laat is, als Cruijffie zijn biezen heeft
gepakt naar Barcelona, ontdekt hij dat
hij met hetzelfde knagend schuldge
voel rondloopt als de Amsterdamse
kunstliefhebber in 1670, die er nooit toe
gekomen was helemaal naar de Rozen
gracht te lopen om die Rembrandt van
Rhijn een keertje op te zoeken.
Beslist geen grootspraak van de 29-jari-
ge Fries wiens spraak overigens een klare
Amsterdamse tongval verraadt. De man
met het kortgekapte en magere hoofd is
wars van iedere vorm van poeha of show.
Bij het voorstellen in de ring is hij altijd
weer zeer snel in zijn hoek verdwenen. Hét
noemen van zijn naam kan Koopmans er
nog net toe bewegen zijn onderarmen in de
lucht te steken maar triomfantelijk is het
beslist niet. Z’n hoofd is dan tussen de
schouders weggetrokken, een lach kan er
niet van af. De middengewicht is al volle
dig in concentratie en met bravoure rond
dansen is er niet bij. Als je niet beter wist
zou je z’n houding uitleggen als gebrek aan
zelfvertrouwen
„Aan show heb ik helemaal geen behoef-
Het Duitse weekblad Der Spiegel is
er helemaal van in de war geraakt. En
dan doel ik niet eens op deze exclama
tie: „Sinds Hendrik IV met blote voe
ten in de sneeuw in Canossa stond te
wachten, sinds Ludwig H in staat van
krankzinnigheid ging baden in de
Stamberger See en sinds Wilhelm der
Zwote in Nederlandse ballingschap bo
men omzaagde, is in het bewustzijn een
natie geen majesteit zo diep gezonken
als „Kaiser Franz”.
Ook kan ik nog vrij ver meegaan met
de mening van Der Spiegel dat Becken
bauers overstapje van het internatio
nale voetbalparket van het Olympia
Stadion in München naar de Hillbilly
prairie in Amerika voorde Duitse voet
balliefhebbers even shockerend is als
het voor balletomanen zou zijn wan
neer Noerejev zijn sprongen in een tin
geltangel aan de Reeperbahn zou gaan
vertonen, maar wat me enigszins ver
baast is te lezen dat die Duitsers in
volle ernst denken dat Franz Becken
bauer de „Welt bester Fussbailer” is, de
man met de „glansrijkste voetbalcar
rière aller tijden", „de elegantste,
ideeënrijkste en voor oog en verstand
oordeelkundigste voetbalkunnen van
de laatste tien jaar”, want toevallig is
hij dat niet, maar onze Jopie. Hoewel,
ik wil niets af doen aan het talent van
Beckenbauer, want ik heb altijd met
veel plezier naar hem gekeken.
Als ik alles bij elkaar optel en van
elkaar aftrek geloof ik, dat we Johan
I
het tos
mode’,
iken.
3rote s
SChr
i Leve
laar
dus
talen
outwe;-
ssens'
t ,4
1-N.,
Jostzï
rtoor
tot 1|
i N
Hechter te citeren: „De Stad Parijs zou
hem aan ons moeten aanbieden”. Toen
Yvonne aan de balie dus vroeg: „Of
bent u niet in voetbal geïinteresseerd?”
heb ik haar onthuld dat ik zelfs een
boek over Cruijff geschreven had, maar
dat ik toch maar niet ging. Net in
Parijs en dan alweer meteen naar voet
ballen, een mens kan het ook overdrij
ven, nietwaar? En zo’n vriendschappe
lijke wedstrijdBovendien was de
volgende avond BorussiaDynamo
Kiev op de televisieIn zijn geheel,
want daar zijn ze niet kinderachtig in,
in Frankrijk.... Nee, ik zag er maar
vanaf, ’s Avonds laat waren waren er
nog wel een paar flitsen op het scherm,
de Parijzenaars maakten een prachtig
combinatiedoelpunt, maar toen Cruijff
kort voor tijd van buiten het straf
schopgebied een terugspringende bal
met wat geluk in de bovenhoek dreef,
stond de linksback van Paris Saint-
Germain te applaudiseren, en de
nieuwslezer schudde ongelovig la
chend zijn hoofd, want zoiets mirakels
had hij nog nooit van zijn leven gezien!
Wat een wonder van vernuft was die
Cruijff toch! Frankrijk, dat zou geloof
ik een goede voedingsbodem zijn voor
een verouderde Cruijff, daar weten ze
een oude maestro nog te waarderen! De
IS
C,
1!
’Als bokser
bokst hoef je van klappen die door komen
maar zestig tot tachtig procent te nemen.
En van hoofdpijn na een gevecht heb ik
nog nooit last gehad”. Maar dat heeft uiter
aard te maken met het feit dat de Fries nog
nimmer in ernstige moeilijkheden is ge
weest. Slagen tegen het hoofd heeft hij
nauwelijks gehad.
Minter zou de eerste moeten zijn die
Koopmans vloert maar de Brit heeft op dit
moment moeite genoeg zijn zelfvertrou
wen te hervinden. Rudie Koopmans is in
dat opzicht in het voordeel. En als hij zou
verliezen, wat dan? „Dat kan natuurlijk
altijd. Sommige boksers zie je na één ne
derlaag niet meer. Maar ik probeer het
gewoon opnieuw. Weglopen dat ligt me
niet”. Rudie Koopmens is de eerste Neder
landse bokser sinds Bep van Klaveren die
in eigen land gaat proberen de Europese
titel te veroveren. De pugilist uit Leeuwar
den treedt op 8 juni in Ahoy aan tegen de
Engelse middengewicht Alan Minter,
sinds drie maanden Europees kampioen.
Van Klaverens poging vond in 1955
plaats toen hij de kampioen in het welter-
gewicht Idrissa Dione uitdaagde. Deze
bleef via een puntentriomf na vijftien ron
den in het bezit van zijn kampioenschap.
Van Klaveren was op dat moment al 46
jaar en ver over zijn hoogtepunt. Dat
lag al voor de Tweede Wereldoorlog. Om
precies te zijn op 17 juli 1938 toen hij
Europees kampioen in het middengewicht
werd na een overwinning op titelhouder
Edouard Tenet. Ook die ontmoeting vond
in Rotterdam plaats. Vier maanden later
was Van Klaveren reeds onttroond toen
hij in Amsterdam verloor van Antoine
Christoforidis.
De enige kampioen van Europa met de
Nederlandse nationaliteit is nadien de An-
tiliaan Edwin Nikodemus Alberto ge
weest, beter bekend als Fighting Mack. Hij
veroverde de Europese titel bij de welters
in augustus 1968, een glorie waarvan hij
vijf maanden daarna al weer was ontdaan.
Beide keren was zijn tegenstander een
Italiaan die Mack in diens land ontmoette.
Nederlanders die vergeefs prof kampi
oen van Europa probeerden te worden
waren onder anderen Luc van Dam, Har-
ko Kokmeyer, Wim Snoek en de gebroe
ders Lubbers.