Opwinding bij theaterminnend publiek in Moskou
Garcia Marquez: glashelder proza
Paardenboek
onvoldoende
I
Eindeloze nood in Bangladesj
I
E» <’.v O
é'-.-JJl
'rf-
h f
^4
VRIJDAG
6
19 7 7
M E I
13
KUNST
A- 5
Nieuwe lente?
Waterkanonnen
^expositie door een dertigtal gerenom-
MOSKOU. Onder de toneel
liefhebbers in de Sovjet-hoofd-
stad heerst sinds enkele weken
enige nervositeit. Het gaat daarbij
voornamelijk om de vraag „hoe
komen we aan kaartjes?”. De op
winding en begeleidende schaar
ste aan kaartjes wordt veroor
zaakt door het toneelstuk „De
meester en Margareta” van Mi
chael Boelgakov dat wordt opge
voerd in het Taganka-theater. Het
verhaal werd in 1938 geschreven.
Boelgakov stierf in 1940. Dertien
jaar na de dood van Stalin, die
zo’n verstikkende invloed gehad
heeft op de Sovjet-cultuur, werd
het boek voor het eerst gepubli
ceerd in de Sovjet-Unie (1966).
(Van onze correspondent in Mos
kou, Koen Corver)
U ziet, redenen te over om de komende
week een feestelijk bezoek te brengen aan
VEN - HAARLEM. Niet alleen voor onze
reeds ingeschreven klanten, maar ook,
natuurlijk geheel vrijblijvend, voor alle
koopbevoegde ondernemers die kennis
willen maken met het modernste groot-
handelcentrum in hun omgeving!
Worsteling
Teruggang
meerde fabrikanten zoals o.a. Beuk,
Boas, Calvé-De Betuwe, Celtona, Dépa,
Frenzli zuurwaren, Frico, Friesche Vlag,
Hak, Knorr, Lever Industrial, L.F.E. import
wijnen, Luycks, Mars, v. Olffen, Sleutels,
IhL Smith, Unox, Vrumona, Zwan.
Drankenafdeling, Tel. 023 - 3204 24
Horeca-slagerij, Tel. 023 - 32 41 01
W-
Het riante VEN groothandelcentrum,
Jan van Krimpenweg 1HAARLEM, met
- een uitgebreide levensmiddelenafdeling -
een komplete drankenlijn met een selektie
voortreffelijke wijnen en gedistilleerd - een
interessante non food afdeling - een hyper
moderne horecaslagerij - gaat zijn gast
vrijheid (waar VEN zo bekend om staat)
een-hele-week-lang ekstra aksentueren
met een verrassende kombinatie van
kijken, keuren en kopen tijdens onze'
speciale GASTHEERWEEK.
talrijke surprises, allerlei smakelijke
demonstraties en een keur van prak
tische informatie.
zeer speciale aanbiedingen met een
regen van gratis guldens door middel van
spektakulaire cheque-akties.
F’
van maandag 9-5 t/m v
■kV,*» vrijdag 13-5-1977
voor winkelier,
horecaondernemer en
grootverbruiker
Sf
SE
(ADVERTENTIE)
DE DUIVEL OP HET
SO VJET- TONEEL
BERT BREVOORD
bibliotheek
ELI VLESSING
J.P.B
De duivel zelf blijkt zeer verbaasd te
reageren, wanneer hij verneemt dat de
Moskovieten aannemen dat er noch een
god maar evenmin een duivel bestaat.
„Wat is dit voor een land”, zo vraagt de
duivel zich af. „Waar je ook naar vraagt,
het lijkt niet te bestaan”. Het zijn allemaal
elementen in een geheel dat de theaterbe
zoeker zelden voorgezet krijgt. Het is dan
ook geen wonder, dat er zo’n grote belang
stelling bestaat voor het stuk. Zo’n grote
belangstelling zelfs dat men buiten het
Taganka-theater dranghekken heeft moe
ten plaatsen om tijdens kassa-uren enige
orde te handhaven.
Er zijn zelfs kunstuitingen die buiten de
officiële organisaties enige bestaansmoge
lijkheden genieten. Men vindt bijvoor
beeld onder de schilders nogal wat mensen
die verstoten zijn uit de officiële schilders-
bond. De belangrijkste oorzaak daarvan is
het niet voldoen aan de eisen die gesteld
worden door het „socialistisch realisme”
Niettemin kunnen deze schilders hun werk
blijven voortzetten, ook al moeten ze uiter
aard zelf zien hun produktie aan de man te
brengen.
Een deel van deze produktie wordt gre
tig gekocht door buitenlanders die in Mos
kou wonen; diplomaten, handelsmensen
en journalisten Maar een deel gaat ook grif
weg naar Sovjet-burgers, onder hen voor
namelijk dichters, schrijvers, artsen en
bijvoorbeeld wetenschapsmensen, aldus
de Griek George Costakis die een van de
grootste schilderijencollecties van Moskou
bezit Costakis is een Griek die in 1912 in
Moskou werd geboren en onder andere als
tolk werkt op de Canadese ambassade in
de Sovjet-hoofdstad. Maar hij is in Moskou
bekend als de man die tientallen Kandins-
ki’s, Chagalls en verder vele schilderijen
van Malewich en bijvoorbeeld Rodchen
kos in zijn appartement heeft hangen
Maar ook een toneelbewerking elf jaar
daarna, bleek geen zaak zonder voetan
gels en klemmen bij een verhaal dat voor
een deel draait om de veroordeling en
kruisiging van Christus en waarin verder
de duivel optreedt. Daar doorheen speelt
het verhaal van een schrijver (de meester)
die het aan de stok krijgt met de censor en
ten slotte in een psychiatrische inrichting
verdwijnt. Zijn vriendin Margareta krijgt
hem van de duivel terug, nadat zij heeft
willen optreden tijdens een „bal voor de
doden”. Op het toneel gebeurt dit half
naakt met de rug naar het publiek.
Het valt te betwijfelen of paardenmin-
nend Nederland erg gelukkig moet zijn
met de uitgave van Het Wereldvenster
die vertaald uit het Engels de verwach
tingsvolle titel meekreeg „De wereld van
het paard" Welgeteld 168 pagina’s waar
van er nog geen 25 zijn gevuld met tekst.
Tekst over drie algemene en vijf meer
gespecialiseerde onderwerpen.
Men heeft hier waarschijnlijk te maken
met uiterlijke verschijnselen van een wor
steling tussen de officiële cultuurbonzen
en een deel van de artistiek creatieven dat
zich niet geheel kan of wil voegen in het
politieke keurslijf en dat niet ingeschakeld
wil worden bij het „politieke opvoedings-
proces” van de bevolking. Dat leidt ertoe
De laatste tijd komen er wat optimisti
scher berichten uit het door oorlog, over
stromingen, honger, ziekte en armoede
geteisterde Bangladesj. Maar er zullen
verstrekkende maatregelen nodig zijn
om eindeloos veel nood van dit moment
te lenigen. Een apart hoofdstuk is het
uitzicht dat hulp op langere termijn voor
de bevolking kan bieden.
Het resultaat is een groot aantal (om
precies te zjjn: 26 korte, boeiend ge
schreven impressies. Impressies, waarin
inderdaad sprake is van een melange van
geëngageerdheid met de Latijnsameri-
kaanse problematiek en meer amuseren
de documentatie. Het accent ligt vooral
op twee landen, Brazilië en Colombia.
Als toegift serveren beide auteurs een
„gids” voor diegenen, die meer willen
weten over het continent dat hen beiden
na aan het hart ligt, zowel voor de geïnte
resseerde niet-deskundige als de specia
list (Het Wereldvenster-Baarn).
Nog voor Lenins dood in 1924 was er een
teruggang te bespeuren, die onder andere
leidde tot de terugkeer van Kandinski en
Chagall naar het Westen na een kortston
dig verblijf in de Sovjet-Unie waartoe ze
waren overgehaald door Loenacharski.
Steeds meer werd de kunst in alle vormen
en verschijningen onderworpen aan de
partij. „Het belangrijkste doel van de soci
alistische culturele revolutie is de comple
te geestelijke vernieuwing van de maat
schappij gebaseerd op socialistische en
communistische beginselen”, aldus de hui
dige officiële formulering die men kan
vinden in het jaarboek van het Sovjet-
persagentschap Novosti.
Dat de Latijnsamerikaanse literatuur
in steeds bredere kring aan populariteit
en erkenning wint, is niet in de laatste
plaats de verdienste van de Colombiaan
se schrijver Gabriel Garcia Marquez.
Zijn naam behoeft na zijn veelbesproken
romans „Honderd jaar eenzaamheid" en
„De herfst van de patriarch" (afgelopen
najaar verschenen en door de auteur
aangekondigd als zijn voorlopig laatste
boek) nauwelijks nog introductie.
Kunst en volk moesten dichter tot elkaar
gebracht worden en dat leidde soms tot
.boeiende experimenten met straattheaters
en zelfs tot een symfonie voor fabriekssire
nes. Al gauw bleken alle probeersels en
experimenten op een steeds grotere weer
stand binnen de communistische partij te
stuiten.
Deze weglatingen in de toneelbewer
king, maken duidelijk dat de censor nog
steeds het laatste woord heeft. Maar het
feit dat desondanks „De meester en Mar
gareta” toch op het repertoire is versche
nen kan als een opmerkelijk feit be
schouwd worden. Een opmerkelijk ver
schijnsel dat overigens niet alleen staat in
het culturele leven in grote steden als
Moskou en Leningrad.
Hij begon na de oorlog Russische avant-
garde te verzamelen, nadat hij was uitge
keken op zijn verzameling Hollandse oude
meesters en zilver Er bleek nog veel te zijn
uit de opzienbarende tijd vlak na de revo
lutie. Er werd in die periode veel geëxperi
menteerd en vele kunstënaars hoopten dat
er werkelijk een tijd van grote ver
nieuwing aangebroken was Velen van hen
schaarden zich dan ook met enthousiasme
achter de nieuwe machthebbers.
Gabriel Garcia Marquez keert terug
naar zijn oude liefde, de journalistiek.
Maar het is niet meer dan toeval, dat zijn
grootste journalistieke succes tot dusver,
„Verhaal van een schipbreukeling”, on
langs op de markt kwam. Het verhaal is
opgetekend uit de mond van de Colombi
aanse marinier Luis Alejandro Velasco,
die, na van een torpedobootjager te zijn
geslagen, tien dagen ronddreef op een
vlot in de Caraïbische Zee, voordat hij
uitgeput aan de kust van zijn vaderland
aanspoelde.
Het tot in de kleinste details opgeteken
de relaas verscheen in 1955 in het dag
blad El Espectador. In glashelder proza-
uit-één-stuk (meer dan eens dringt een
vergelijking met een ander beroemd
worden maritiem drama, „De oude man
en de zee” van Ernest Hemingway, zich
op) heeft de schrijver de ervaringen van
Velasco op papier gezet. Het fenomenale
geheugen van de schipbreukeling vorm
de de belangrijkste basis voor het epos,
dat destijds in veertien afleveringen in El
Espectador verscheen.
Pikant detail is, dat de aanvankelijk als
een held vereerde marinier later in onge
nade viel bij de regering van dictator
Rojas Pinilla, omdat hij tegenover Gar
cia Marquez toegaf, dat het vergaan van
de torpedobootjager niets te maken had
met het plotseling opsteken van een
storm (de aanvankelijke officiële lezing),
maar het gevolg was van het schuiven
van een ondeskundig gestuwde lading
smokkelwaar. Niet alleen Luis Alejandro
Velasco viel als gevolg van zijn openhar
tigheid in ongenade Enkele maanden na
het publiceren van de successtory (de
Herman Vuijsje en Jan Roelofsen com
poneerden notities uit Latijns-Amerika
onder de titel „Een bedelaar op een bank
van goud”. De schetsen die zij in het
boekje publiceerden, zijn gebaseerd op
artikelen die verschenen in NRC/Han-
delsblad, Haagse Post en Nieuwe Revu.
Vuijsje en Roelofsen hebben met succes
geprobeerd een mengeling te vinden tus
sen het vlotte reisverhaaltje en de door
wrochte, van vakjargon bol staande spe
cialistische verhandelingen die voor niet-
insiders nauwelijks te pruimen zijn.
In haar boek „Bangladesj, berusten wij
erin?” doet Eva den Hartog, die als ma
joor van het Leger des Heils in het land
heeft gewerkt, de schrijnende toestanden
uit de doeken Hééft gewerkt, want zij is
Geen wonder dat er weinig belangstel
ling bestond voor allerlei werk uit die
eerste jaren vlak na de revolutie, en zo kon
Costakis dan ook nog een hoop op de kop
tikken. „Niemand in oost of west had er
enige belangstelling voor”, aldus de Griek.
Later verzamelde hij ook nog werk uit de
periode 1953-1966 die men wel de „tweede
avantgardistische periode” noemt. Dat
was de tijd na Stalins dood, toen
Chroesjsjov enige experimenten toestond
die een enkele maal slaagden.
Costakis wordt dit jaar 65 en gaat Mos
kou verlaten. Het grootste deel van zijn
kunstverzameling schenkt hij via de staat
„aan het Russische volk”. Hij zegt er altijd
van overtuigd geweest te zijn, dat er weer
een tijd zou komen dat de kunst die hij
verzameld heeft weer officieel geaccep
teerd zou worden. Geaccepteerd als ge
schenk wel, maar het zal nog wel even
duren voordat ook het Russische volk ken
nis kan nemen van de kunstuitingen van
vlak na de oktoberrevolutie waarvan dit
jaar de 60ste verjaardag plechtig wordt
gevierd.
Wat overblijft zijn foto’s die door ge
bruik van een te fijn offsetraster niet
goed doortekend overkomen en boven
dien aan waarde inboeten door gebruik
van afdrukken van vieze en beschadigde
negatieven
Dat het wezen „paard" zich mag ver
heugen in een niet te stuiten populariteit
is verheugend Jammer is het dat die
belangstelling wordt misbruikt met pu
blicaties als deze pennevrucht van de
Engelse schrijfster Daphne Machin
Goodall. Het taalgebruik in de tekst is
aanvechtbaar. De foto-onderschriften
zijn voor het merendeel algemene kreten
waarvoor evenzovele andere hadden
kunnen worden ingevuld
y W
Jan van Krimpenweg 1Haarlem,
Tel. 023-31 9319
na een conflict met de leiding van het
Leger tijdens haar verlof in Nederland
niet naai' Bangladesj teruggekeerd. Dat
is jammer, want een derde deel van de
opbrengst van het boek zou ten goede
komen aan haar werk daar. Men kan nu
alleen maar hopen dat mede door dit
geld de hulpverlening in haar geest zal
worden voortgezet.
Want Eva den Hartog heeft ontegen
zeglijk met haar team veel tot stand
gebracht, met name op het gebied van
huizenbouw, voedselverstrekking, poli
klinische hulp en landbouwhulp. Ook
daarvan geeft het boek door tekst en veel
illustraties een respect afdwingende
indruk
Het boek (prijs f 19,90) is van een voor
woord voorzien door de directeur alge
mene zaken van het Nederlandse Rode
Kruis en van een nawoord door minister
Pronk voor ontwikkelingssamenwer
king. De uitgave werd verzorgd door T.
Wever, in Franeker.
Kijken,
keuren
en kopen...
In de eerste regering belastte Lenin Loe
nacharski met het beheren en behartigen
van de culturele zaken. Loenacharski ging
met groot enthousiasme aan het werk
oplage van de krant was nagenoeg ver
dubbeld) werd El Espectador door de
regering tot sluiten gedwongen.
Eveneens bij Meulenhoff verscheen
„Octaëder” achthoek) van de vooraan
staande Argentijnse auteur Julio Corta-
zar, een man die evenals Garcia Marquez
en schrijvers als Borges, Paz en Neruda
voor de opbloei van proza en poëzie uit
Latijns-Amerika heeft gezorgd. Octaë
der is de eerste verhalenbundel van Cor
tazar na zijn opvallende roman-troika,
waarvan het in 1963 verschenen „Rayue-
la: een hinkelspel” voor het vestigen van
zijn wereldreputatie zorgde.
Het werk van Cortazar kenmerkt zich
sinds jaar en dag door een uiterst geraffi
neerde en intelligente mengeling van fan
tasie en realiteit, waarbij de realiteit hoe
dan ook centraal blijft staan. De taalvir
tuoos Cortazar is naar mijn mening in
deze bundel op zijn best in „Liliane
huilt”, het eerste van de acht verhalen die
garant staan voor de naam van zijn
jongste werkstuk.
Aan de Nederlandse editie is een ver
slag toegevoegd dat Cortazar maakte
van een in 1970 in Parijs gehouden dis
cussie over de plichten van de politiek
geëngageerde schrijver, onder de titel
„Reis rondom een tafel”.
Een nieuwe lente met een nieuw cultu
reel geluid? En culturele „dooi” als tegen
spraak en ontkenning van de verhalen
over een harde cultuurpolitiek via-onge-
makkelijke cultuurbonzen die hun partij-
richtlijnen direct uit het Kremlin ontvan
gen? Dat is zeker te veel gezegd. In de
eerste plaats moet men daarbij bedenken,
dat de producenten van „De meester en
Margareta” (Ljoebimov en Djachin) hun
concessies hebben moeten doen om het
stuk op het toneel te krijgen. De scherpe
kritiek van Boelgakov op bijvoorbeeld „of
ficiële schrijvers” vindt men in de toneel
bewerking niet terug. Evenmin als het huis
waar de duivel tijdelijk z’n intrek neemt en
waar dan allerlei lieden op mysterieuze
wijze spoorloos blijken te verdwijnen. Een
duidelijk verwijzing naar de praktijken
van de geheime politie gedurende het
Stalin-tijdperk.
De Sovjet-staat die abstracte schilderije-
n
accepteert van de Griek Costakis en ook
de opvoering vn het toneelstuk „De mees
ter en Margareta”, zijn verschijnselen die
een scherp contrast vormen met de be
ruchte septemberzondagmiddag in 1974
toen waterkanonnen een einde maakten
aan een openlucht-tentoonstelling van
niet-realistische kunst.
Enkele weken later vond toen een derge
lijke tentoonstelling plaats met een wat
normaler en rustiger verloop. En dat lijkt
elkaar sindsdien af te wisselen. Nu eens
wordt een kleine privé-tentoonstelling
door een politie-inval verstoord en beëin
digd en dan weer mag een handjevol Sov-
jet-schilders een deel van hun niet-socialis-
tisch-realistische werken officieel aan het
publiek tonen. Happenings waarvoor bij
de bewoners van bijvoorbeeld Moskou en
Leningrad zeer grote belangstelling
bestaat.
In een oppervlakkige beschouwing als
deze kan men slechts vluchtig enkele van
de verschijnselen aanduiden, die aantonen
dat er blijkbaar ook binnen de groepen die
het in de Sovjet-Unie voor het zeggen
hebben niet altijd eenvormig gedacht
wordt over de cultuur. Een ander ver
schijnsel daarvan was een artikel dat vorig
jaar in de Pravda verscheen en dat in
lovende bewoordingen sprak over Andrei
Zdanov, wijlen de ideoloog en culturele
strateeg van Josef Stalin. Zdanov stierf in
1948.
Hij heeft verscheidene hoogst negatieve
campagnes gevoerd tegen kunstenaars
van allerlei verschillende richtingen en
artistieke disciplines. Zo hebben bijvoor
beeld de componisten Sjostakovitsj en
Prokofiev het met hem aan de stok gehad,
evenals de dichteres Anna Achmatova
Een nieuwe lente met een nieuw cultureel geluid in de Sovjet-Unie? Vaak is dat maar
schijn. Het ene moment wordt een privé-tentoonstelling door een politie-inval ver
stoord, dan weer mag een handvol schilders hun niet-socialistische werken officieel aan
het publiek tonen. In september 1974 maakten waterkanonnen een einde aan een
„illegale" openluchttentoonstelling, terwijl enkele weken later duizenden Moskovieten
naar het Ismailovsky Park kwamen om een soortgelijke tentoonstelling te bezoeken,
zonder dat de autoriteiten ingrepen. Hier (foto) verklaart een van de kunstenaars zijn
werk.
dat de grauwe artistieke dagelijkse werke
lijkheid van tijd tot tijd wordt verlicht
door een verschijnsel of een toneelopvoe
ring of toneeluitvoering waarover ieder
een spreekt.
Even snel als men dan spreekt van een
„terugkeer naar een stalinistische cultuur
politiek”, spreekt men bij sommige opmer
kelijke afwisselingen in het Sovjet-cul-
tuurleven van een „ommekeer in de Sov-
jet-cultuurpolitiek”. Die ommekeer lijkt
echter allesbehalve in zicht. Waar de con
flicten die uitbreken tussen overheid of
partij en sommige kunstenaars wel op
duiden, is het feit dat er ondanks bijna 60
jaar cultureel Sovjet-bewind toch altijd
nog een opmerkelijke creatieve artistieke
potentie is overgeblven die meer wil of
anders wil dan is toegestaan. Dit is een
realiteit van het artistieke en culturele
leven van de Sovjet-Unie die verborgen
blijft voor de kortstondige bezoeker.
Die krijgt de traditionalistische perfectie
van het Bolshoi-ballet voorgezet, het cultu
rele visitekaartje van de Sovjet-Unie. Of
schoon ook prima-ballerina Plicetskaja
onlangs openlijk geklaagd heeft over de
grote vormverstarring bij dit beroemde
ballet. Hetzelfde geldt voor andere ballet
ten en voor bijvoorbeeld muziekopvattin
gen en theaterprodukties die schreeuwen
om vernieuwing. Een duivel op het toneel
blijft daarbij een uitzondering die de grau
we dagelijkse culturele regel bevestigt. En
daarom ook zoveel opwinding veroorzaakt
onder het theaterminnend publiek.
[gastheer
meek
auteur Gabriel Garcia Marquez ziet.