amstcrdam Wrangler Produktie van Ate de Jong brengt Nederlandse cinema in verlegenheid „Blindgangers”: hoe in 1977 een film tot stand komt Haarlem filmhuizen t NAARJE WRANGLER SHOP VOOR ZO'N GIGANTISCH GROTE POSTER... JE HEBT KEUS UIT DRIESTUKS WEL VLUG BESTELLEN VÓÓR DAT ZE WEGZIJN. ÉÉN POSTER KOST MAAR F. 2.50. VLIEGEN DUS KI VRIJDAG 6 M E I 19 7 7 21 12 Praatstuk Universele waarde I 12 De nieuwe Nederlandse film „Blindgangers” van Ate de Jong die deze week in drie steden Amsterdam, Den Haag en Gro ningen gaat lopen, stelt het pro bleem van de debuterende Neder landse filmer op een wijze aan de orde, alsof de filmende debutant een nieuw verschijnsel is in onze nationale filmproduktie. Als we de periode van voor de oorlog even vergeten dan zijn we globaal gesproken een dertigtal jaren in gespannen bezig zo’n nationale produktie van de grond te krijgen. Dat is dan op de meest uiteenlo pende manieren gebeurd, met of zonder een produktiefonds, met eigen geld of uit particuliere fond sen, met projecten van meer dan drie miljoen of met films die iets meer dan een ton gingen kosten. ■■i F ii 10 9 iii XJog even, en u drinkt ’s avonds IX ’n whisky bij de open haard op ’t Zandvoortse strand... rFi 6 2 6 Charles Boost “3 Peter Finch speelde vlak voor zijn ver- (ADVERTENTIE) Maar goed, het publiek krijgt een film met een zeer wezenlijke en eigentijdse inhoud, weliswaar aangepast aan de Ame rikaanse situatie maar, zoals gezegd, ook 10 9 8 Pierre Clementi in „L’Affiche Rouge” van Frank Cassenti van meer universele waarde. Naast Peter Finch en William Holden zien we onder meer een sterk aangezette rol van Fay Dunaway als een aan de tv. verslaafde programmaleidster die zelfs voor moord met voorbedachten rade niet terugdeinst als het erom gaat de kijkcijfers te redden. Palace heeft „Network” op zijn program ma geplaatst en daarmee een film ge- ntroduceerd die ongetwijfeld grote aan dacht zal trekken. MM (ADVERTENTIE) VLIEG!!! Men zou zo denken dat er na die paar honderd Nederlandse films die sind 1945 tot stand zijn gekomen er al werkend en filosoferend een schema van activiteiten zou zijn ontstaan waarbinnen niet alleen de continuïteit van de nationale filmpro duktie een zekere garantie zou hebben gekregen, maar het ook uitgesloten zou moeten zijn dat een nieuwe film via zijn eigen publiciteit begrip vraagt voor moge lijke tekortkomingen op basis van een minimale budgetering. Men kan alle sympathie opbrengen voor beginnende filmers die zo goedkoop moge lijk willen werken om in godsnaam maar aan het werk te kunnen blijven. Bovendien is er geen reden om argwanend naar een „low-budget” te gaan kijken, het verband tussen dure produkties en kwaliteitsfilms is nooit aangetoond. Maar wel wordt een zekere achterdocht opgewekt als in pers mededelingen en interviews de lage pro- duktiekosten als excuus gehanteerd wor den voor het eindresultaat. Het is natuurlijk het een of het ander. Of men maakt een redelijk succesvolle film en gebruikt later met gerechtvaardigde trots het bedrag van anderhalve ton pro- duktiekosten als verdienstelijk nevenver schijnsel, óf, de filmer krijgt de financie ring van zijn project niet rond voor de film die hij zich gedacht had en dient dan in zijn eigen belang of in dat van de Neder landse filmerij te wachten tot het benodig de geld wel bij elkaar te schrapen is. Dat is natuurlijk gemakkelijk neerge schreven, maar het blijft een eeuwige schande dat de subsidiërende instanties wel voor tientallen tonnen geïnteresseerd zijn in een spectaculair project waarover een lid van de Koninklijke familie het beschermheerschap op zich genomen heeft en met een belachelijk klein bedrag hun vertrouwen uitdrukken in een enthou siast en begaafd filmer als Ate de Jong. Na die duidelijke begaafdheid bewezen te hebben in zijn bijdrage aan de vierluik- film „Alle dagen feest”, een verfilming van enige verhalen van Remco Campert, zou bij een logisch filmbeleid deze op z’n minst veelbelovende debutant de volledige kans gegeven moeten worden zijn talent in een door hem gekozen richting te ontplooien. Die kans is hem nu maar ten dele gegeven. Na de voor hem teleurstellende ervaring met „Alle dagen feest” is Ate de Jong gaan In een artikel van Guusje Prent in het nieuwste nummer van Skoop zegt Ate de Jong die een jaar geleden de niet aan te vechten stelling verkondigde dat een bud get van 500.000 niet als een „low-budget” maar als een „no-budget” beschouwd moest worden, dat hij zijn „Blindgangers” meer als een leerproces wil beschouwen. Nu heeft hij zijn acteurs 50% van een normaal honorarium kunnen aanbieden met een percentage in de winst; de bijrol len werden zelfs met cadeaubonnen be taald. Het scenario was berekend op twee bestaande locaties en voor de rest was men op de goodwill van anderen aangewezen Of om een slagzin van Matthijs van Hey- ningen te citeren „Hoe minder geld je hebt, hoe meer je loskrijgt”. Dat klinkt allemaal avontuurlijk en romatisch maar in het betreffende artikel dat „Geen biefstukken buitenshuis en de regisseur kwam op de fiets” heet, verzucht Ate de Jong toch wel dat hij een volgende keer over wat meer geld zou willen beschikken al was het alleen maar om zijn mensen, technische crew en spelers niet in een dwangpositie te brengen. Ook in het publiciteitsmateriaal dat „Ho rizon Films” rondstuurt komt het woord „low-budget” voor. Er wordt gesproken over een kleine, bescheiden film bewust voor zeer lage kosten gemaakt. Er wordt gezinspeeld op het enthousiasme van de medewerkers die bereid waren een deel van hun salaris in de film te investeren en op het forse bedrag dat Ate de Jong zelf in zijn film stak. Ter vergelijking met de 170.000 gulden van „Blindgangers” wor den nog enige getallen genoemd: vier mil joen voor „Soldaat van Oranje”, zeven ton voor „Het Debuut”, zeven ton voor „Een stille Liefde”, en een bedrag van zeven tot acht ton voor „De Peetmoeder”. Olga Mad sen, Frans Rasker en Ate de Jong conclu deren hoopvol: „Bij een „low-budget” film als „Blindgangers” hoeft niet persé gegokt te worden op het grootst mogelijk denkba re publiek, en aan de persoonlijke inhoud hoeven geen concessies te worden gedaan. Er bestaat een grotere kans op continuï teit: voorwaarden die in nabijgelegen lan- NA MET „CHARLES MORT OU VIF” de Zwitserse filmserie afgesloten te heb ben, vervolgt Filmhuis Velsen telkens op woensdag en donderdag zijn programma met enige hoogtepunten uit Film Internati onal van dit en vorig jaar. 11 en 12 mei zijn in dit verband gereserveerd voor ,,1’Affi che Rouge”, een inmiddels algemeen er kend meesterwerk van de Franse filmpro duktie en met recht een hoogtepunt uit het dit jaar van 10 tot 19 maart gehouden Rotterdamse filmfestival. De film is van Frank Cassenti die als opgroeiende jongen (hij werd in 1945 in het Marokkaanse Rabat geboren) getuige was van de Marokkaanse en later van de Alge rijnse onafhankelijkheidsoorlog. Tijdens zijn studies in Lille begon Cassenti korte films te maken over de agressie en over de oorlog in Algerije. In 1976 kreeg hij de kans zijn eerste lange film te maken die zich concentreert op het verzet van in Frankrijk wonende Algerijnen tijdens de Tweede Wereldoorlog, met name op de groep Manouchian, 22 mannen en een vrouw die op 21 februari 1944 geëxecu teerd werden. Een reconstructie van het gebeuren via filmfragmenten en in de Commedia dell’ Arte-stijl gespeelde ontmoetingen tussen heden en verleden, geeft een indrukwek kend beeld van gevangenneming, onder vragingen, proces en executie van de bui- Ans Beentjes en Derek de Lint spelen in „De Blindgangers” van Ate de Jong het verhaal van Danielle en Mark, die geen beslissing durven te nemen over het conti nueren van hun verhouding. Uit deze beknopte informatie blijkt al dat „Blindgangers” meer situatie dan han deling is, meer praatstuk dan actiedrama. Het blijkt voor Ate de Jong een te zware opdracht te zijn geweest deze weinig „be wegelijke” situatie van een vastgelopen liefdesverhouding te animeren. Hij blijft te geconcentreerd op de beide hoofdperso nen om met neven-intriges en kleine type rende incidenten de film te vullen en visu eel attractiever te maken. Het tweetal krijgt geen aandeel in de hen omringende wereld, vinden geen achtergrond en blij ven geïsoleerd. Dat maakt „Blindgangers” voor de toeschouwer een wat „kale” film. Hij herkent de handelende figuren, en eventueel hun problemen, maar ze gaan voor hem niet leven. Hij is te weinig met hun lot betrokken om zich hun lot aan te trekken. Toch blijkt duidelijk dat Ate de Jong een verhaal kan vertellen en, zeker in de gegeven omstandigheden, een film op het doek weet te brengen waar met wisse lende belangstelling naar gekeken kan worden. Een film die ook technisch goed in elkaar zit. „De gegeven omstandigheden” moeten nu goed maken wat er aan herstelbare tekorten ontstaan zijn: het te magere draaiboek, het weinig overtuigende spel (hoewel Ansje Beentjes zich als een bijzon der bruikbare actrice ontpopt) de ontbre kende „Umwelt”, de weinig suggestieve dialogen, enzovoort. Tekorten die met een langere en intensievere voorbereiding waarschijnlijk verholpen hadden kunnen worden Maar zo'n voorbereiding kost geld en alles moest al op een koopje zoekt in een geraffineerd plan om Carrie op het jaarlijks bal ten aanschouwe van de hele school te ridiculiseren. Tot zover ontwikkelen de gebeurtenis sen zich nog tot een redelijk drama over de kille wreedheid van meisjes die zich supe rieur, ook wat hun „stand” betreft voe len. Maar dan laat de auteur van het boek en mèt hem Brian de Palma alle logica varen en rust Carrie uit met bovennatuur lijk gaven, waardoor zij een hels antwoord kan geven op de vernederingen waaraan zij tijdens het schoolbal wordt blootge steld. De danszaal en de hele school gaan verloren in een alles vernietigend vuur. Daarna volgt een afrekening met haar moeder die doorzeeft wordt door messen dank zij tele-kinese, Carrie’s macht om dingen te laten bewegen. Met bloed, tranen en zelfs een hand die uit het graf reikt eindigt de film die alle kansen tot een sterk psychologisch drama onbenut laat in de opwinding van steeds meer gruwelef- fecten. Dat is vooral jammer voor de actrice Sissy Spacek (bekend uit „Bad Lands”) die een aandoenlijke Carrie speelt zolang ze niet door de duivel bezeten is. ,gdertl849 Gierstraat 52-56 Haarlem Tel 023-3129 92 werken aan een eigen filmverhaal, eerst gebaseerd op 20.000 gulden eigen gespaard geld, later aangepast aan grotere mogelijk heden die vrienden in het filmbedrijf hem in het vooruitzicht stelden. Met een verto- ningsgarantie van het City Concern voor enkele steden in ons land plus een finan ciële bijdrage kon verdere subsidie aange vraagd worden bij het Productiefonds. Op een uiterst scherp gecalculeerde begroting van 170.000 kwam de subsidie af, nadat de filmer zich verzekerd had van een goe de producent, in dit geval „Horizon Films”, waarachter de namen Olga Mad sen en Frans Rasker schuil gaan. Op basis van een dergelijk bedrag moet niet alleen uiterst zuinig gedraaid worden maar moet ook het filmverhaal eenvoudig van constructie zijn, wat natuurlijk op zich geen bezwaar hoeft te zijn. „Blindgangers” gaat over twee jonge mensen, Daniëlle en Mark, die na een toevallige ontmoeting in het Leidseplein Theater een vriendschap beginnen die al gauw tot een verhouding uitgroeit. Binnen twee jaar gaan zich echter ver schillen in karakter en in uiteenlopend maatschappelijk milieu wreken. Er moet een besluit genomen worden of de onbe vredigende relatie zal worden voortgezet, maar geen van beiden durft de beslissende stap tot een scheiding te nemen. Over die uiteindelijke fase in hun verhouding die zich over drie dagen uitstrekt, gaat de film. In die paar dagen overweegt Daniëlle, die zwanger is maar dit voor Mark verzwijgt, een abortus, terwijl Mark die achter Da- niëlles toestand is gekomen, geen woorden vindt om haar duidelijk te maken dat een kind voor hem een reden zou zijn de relatie op een andere basis te continueren. Maar Daniëlle en Mark blijven elkaar ontwijken als het gaat om gevoelens en het zich bloot geven. BEHALVE DE NEDERLANDSE film „Blindgangers” van Ate de Jong die in City 2 te zien is en waarover elders op deze pagina uitvoerig bericht wordt, heeft Am sterdam deze week nog een tweede pre mière; een stevige sensatiefilm van Brian de Palma die om nog niet geheel verklaar bare redenen als een tweede Hitchcock is ingehaald. „Carrie” luidt de onschuldig klinkende titel van zijn meest recente film die voorafgegaan werd door „Sisters”, „Greetings”, „Phantom of the Paradise” en „Obsession”. Films die hier wel snel zullen volgen als „Carrie” een kassucces blijkt te zijn. Dat komt me intussen hoogst onwaarschijnlijk voor. Want behalve enkele wat al te bedachte schrikeffecten die in zijn vorig werk dermate hard zijn aangekomen dat De Palma vroegtijdig Hitchcocks eretitel „Master of Suspense” overgedragen kreeg door sommige critici moet de toeschou wer een hoop nonsens doorworstelen, ont leend aan een griezelroman van Stephen Kin. Het is het soort onzin over duivels, boze geesten en bovennatuurlijke machten dat „Carrie” in de categorie van „The Exorsist”, „The Omen” en „The Sentinel” plaatst. Een categorie van films vol met gemakkelijke effecten waartoe de angst- realist Hitchcock bepaald niet gerekend kan worden. Carrie is de dochter van een hysterisch- godsdienstige evangeliste die druk de bij bel hanteert en waaraan zij al haar kennis en wijsheden ontleent. Door haar eenzijdi ge opvoeding en geïsoleerde jeugd is Car rie een schuw meisje geworden dat door haar klasgenoten belachelijk gemaakt en uitgestoten wordt. Als ze na sportles in de gezamenlijke doucheruimte haar eerste menstruatie krijgt en daarop gillend van angst reageert, is de boot helemaal aan. Als nooit tevoren wordt Carrie gehoond en vernederd en de gymlerares straft de hele klas voor dit grove optreden De minach ting van de meisjes verandert in een ge meenschappelijke haat die haar uitweg beurtenissen een actuele belevenis kunnen worden. Geen betere herdenking van het verzet in het algemeen dan via „L’Affiche Rouge". TOT VOOR TWEE jaar was er in Haar lem weinig te merken van een aktieve vrouwenbeweging, althans voor de buiten wereld. Sinds enkele maanden laat de be weging zich echter krachtiger horen. De laatste initiatieven behelzen de totstandko ming van een Vrouwenhuis en een stich ting Blijf van mijn Lijf. Het Filmhuis Het Melkwoud (Zijlstraat 63, Haarlem) steunt de vrouwenbeweging in Haarlem en maakt in de mei-uitgave van zijn Filmschrift gewag van het voorne men om elke maand een vrouwenfilm in het programma op te nemen. Vrijdag avond 6 en zaterdagavond 7 mei (voorstel lingen om 9 uur en half twaalf) draait de eerste rolprent in deze reeks, namelijk „India Song” van Marguerite Duras. Aan door vrouwen gemaakte films wordt tot op heden te weinig aandacht besteed. Dit komt veelal doordat ze afwij ken van het stereotiepe beeld ten aanzien van de vrouw, want ze beogen juist een doorbraak van de rolbevestiging. Het fil men van Duras is progressief, niet omdat ze een politieke situatie doorlicht, niet om dat India Song roldoorbrekend werkt, maar door de vorm waarin ze dat doet. In haar filmische schrijfwijze gaan woorden, stemmen, geluiden, bewegingen, een oogopslag van mensen samen in een intieme volledigheid die met poëzie en muziek is te vergelijken. De stemmen en klanken blijven los staan van wat er met grote ingetogenheid in de beelden gebeurt. De suggesties die Marguerite Duras aan biedt zijn van een ongelofelijke schoon heid. scheiden een indrukwekkende rol in „Net work” van Sydney Lumet. Een aangrij pende film over de macht van de kijkcij fers. In Luxor kan men kijken naar een histo risch getrouwe reconstructie van de beslis sende slag tussen Amerika en Japan om de hegemonie op de Stille Zuidzee die in 1943 bij het eilandje Midway werd uitgevoch ten. Luxor kan dankzij bepaalde voor zieningen de film „sensurround” laten zien, dat wil zeggen met geluidseffecten die de toeschouwer bij de handeling be trekken. Prolongaties in Roxy met „Mid night Cowbow” overdag en Fellini’s R„Ro- ma” in de nachtvoorstellingen, verder in Studio waar nog een week „Silent Movie” vertoond wordt en ’s nachts het prachtige testament van Luchino Visconto, „L’Inno- cente”. Voor de jeugd is er deze week in Palace een nieuwe Tarzan onder de titel „Tarzan de Onoverwinnelijke”. DE FILM VAN DE WEEK is (en zal dat voorlopig wel blijven) „Network” van Syd ney Lumet, die op een scenario van Paddy Chayefsky een vernietigend oordeel uit spreekt over de macht en het machtsmis bruik van de televisie. Uiteraard over de Amerikaanse toepassing van de tv. die echter in sommige aspecten, bijvoorbeeld in de overwaardering van kijkcijfers gelij kenissen met andere landen, onder andere ons eigen land oproept. In grote trekken zal men na alles wat al over „Network” is gezegd en geschreven het verhaal kennen dat Lumet ons in vaak fascinerende beelden vertelt. Centrale fi guur in de intrige die zich voor een groot deel in de studio’s en kantoren van een groot televisiebedrijf afspeelt, is Howard Beale, gespeeld door de kort na de opna men overleden Engelse acteur Peter Finch. Beale is een beroemd nieuws-commenta- tor (zoiets als de bekende Walter Cronkite van de CBS), maar zijn kijkdichtheid be gint af te nemen en van zijn vriend en leeftijdsgenoot Max Schumacher (William Holden) hoort hij van de plannen hem op non-actief te plaatsen. Als Beale inder daad zijn ontslag krijgt kondigt hij in een van zijn laatste uitzendingen als een maca bere grap aan dat hij de volgende week ten aanschouwe van zijn miljoenen kijkers zelfmoord zal plegen. Bij dit sensationele vooruitzicht stijgen onmiddellijk de kijkcijfers van Beale’s uit zending en zijn maatschappij besluit hem aan te houden en door te laten gaan met zijn woedende commentaren op de mis vormde samenleving van het ogenblik, een praatje voor de vuist weg waarin hij in middels zijn politieke commentaren ver anderd heeft. Maar dit is allemaal nog maar het begin van intriges en strijd ach ter de schermen met Beale en de machts positie van enige hoge heren als inzet. Die dramatische verwikkelingen waarvan Beale ten slotte toch het slachtoffer wordt leveren stof voor een spannende en in zijn soort perfect gemaakte film die bij tijd en wijle in dezelfde verwerpelijke vormen van sensatie en strijd om de gunst van het publiek vervalt als veroordeeld wordt in de televisiewereld. ADVERTENTIE) 'iSK den als Duitsland, Frankrijk en Zwitser land tot nieuwe filmstromingen hebben geleid”. Men mag hun dat optimistische toe komstbeeld niet ontnemen, maar ik zou daar zachtjes tegenover willen stellen dat deze beleidspolitiek van het zuinige begin tien of twintig jaar geleden zin zou hebben m gehad, maar niet meer van toepassing is in tenlandse verzetslieden en is tegelijk een 1977. voorbeeld hoe tot historie verstarde ge- F F O* i* 1 F F 1 F MOSCOW 8 5 3 7 5

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1977 | | pagina 21