Leo van Vliet, wielrennen eigenlijk psychische zaak Voet bals upporters niet chagrijnig r ‘Ol )r piekeren in dit vak” ,,Je moet niet teveel MH Te eerzuchtig voor blijvende rol als door Pieter Heerkens Oog om oog Ex-midvoor Winschoten I si Jt Ut „knecht” 26 - 742 zijn entree aan de top een feit werd. Een auto- ongeluk op weg naar zijn trainingskamp in Tsje- cho-Slowakije gooide medio februari zijn voorbe reiding op dit seizoen overhoop, maar Leo van Vliet is nu al weer zo ver dat hij zich bij de favorieten mag rekenen. Met Olympia’s ronde, viert Leo van Vliet zijn afscheid van het grotere werk bij de amateurs. Nog wat kleinere koersen en dan wordt hij beroepsrenner in de ploeg van Joop Zoetemelk. Met die beslissing hield Leo van Vliet zich aan een uitspraak die hij deed in interviews na zijn verrassende triomf in Olympia’s ronde van 1976. Leo van Vliet had toen trouwens meer inte ressante opmerkingen die een inzicht gaven in zijn ontwikkeling als wielrenner. Een jaar later, aan de vooravond van zijn laatste Olympia’s ronde, con fronteerden we hem met een aantal van die toen gedane uitspraken. ssend joncei jgstre- r/erras In de Nederlandse amateurwielrennerij geldt Leo van Vliet als een van de grootste talenten. Hij woont in het Westlandse Honselersdijk, hij is 21 jaar oud en bezig aan zijn derde seizoen bij de amateurs. Zijn grote kracht is zijn vermogen om de wielerklasse die hij heeft, uit te buiten in alle specialiteiten. Leo van Vliet is een sterke tijdrij- der, hij beschikt over een vlijmscherpe sprint, hij kan goed solo-rijden en ofschoon zijn ontwikkeling in het klimmen en het dalen nog lang niet voltooid is, staat wel vast dat hij zich over zijn mogelijkhe den op deze onderdelen weinig zorgen hoeft te maken. Zijn stijl is die van de rouleur en zijn instelling als wielrenner wordt gemarkeerd door duidelijke eerzucht. Volgende week donderdag start Leo van Vliet in de rij van degenen die nadrukkelijk kanshebbers zijn in Olympia’s Inter nationale Wielerronde door Nederland (kortweg: Olympia’s ronde) die hij vorig jaar won, waarmee sas >ed: <om „Ik geloof dat ik in de cols redelijk Jan Mulder I mogen moet beter worden. In de Ronde van Noord-Holland heb ik dat gemerkt toen ze met z’n allen tegen mij zaten te koersen. Daar heb ik me erg over opgewonden. Achter af zeg'ik: wat zij deden was begrijpe lijk en dat ik zo reageerde kwam alleen omdat ik me nog niet op m’n sterkst voelde. De irritatie kwam dus door de twijfel en daar moet ik vanaf. Je moet niet te veel piekeren in dit vak, maar het is nu eenmaal zo dat allerlei voorvalletjes je aan het denken zetten. Dat is de moeilijke kant van het wielrennen”. „Ik heb nog nooit in het hooggebergte gereden. Mis schien hoop ik daarom zo vu rig dat ik in de Tour de l’A- venirkan rijden. Daar kan ik mezelf als klimmer testen „Ik heb nog wat te leren. Ik rijd wel eens onattent en dan zit ik te ver van achteren”. der de andere twee”, herinnerde hi] zich. En wie bent u dan eigenlijk, vroeg ik „Jan Mulder” zei hij bescheiden. die manier zit ik er meestal toch bij als de slag valt, wat niet wegneemt dat ik soms toch iets te makkelijk van achteren blijf hangen”. „Nee, iemand die ik ken uit Winscho ten”, was het antwoord. Jan Mulder werd indertijd rechtstreeks vanuit Winschoten (WW) naar Anderlecht ge transfereerd. Wal beweegt iemand om zich helemaal vanuit Winschoten naar Amsterdam te begeven, als een Brus selse en een Hamburgse club een wed strijd spelen die toch op de televisie komt? Het antwoord is iedere voetbal- insider duidelijk: er speelde een ex- Winschoter mee, Arie Haan! maar voorlopig ben ik niet ontevre den. Ik weet nu wel dat het ver schrikkelijk afzien is in de bergen, maar tja: daar hangt de hele wieler sport van aan elkaar. En de risico’s? Och, daar moet je niet bij stil staan. Maar ik kan wel zeggen dat ik in de kleine tour dikwijls blij was als ik dreigt Arie Haan, nu hij in België speelt, ook voor het Nederlands elftal te worden vergeten Of niet? Rensen- brink, en zelfs Jan Ruiter, zijn toch ook niet vergeten! Heeft Hans Kraag, in zijn korte bestaan als Ajax-trainer, zich vergist toen hij Arie Haan voor een verhoudingsgewijs luttel bedrag naar Anderlecht liet gaan, omdat hij uitgeblust was? Wat Aries spel in de eerste helft betreft zeer zeker. We za gen toen enkele keren, en op de juiste momenten, zijn handelsmerk uitge speeld: de lange pass, naar de linker- of rechtervleugel, of recht door het mid den. Hij speelde toen heel nuttig, de bal steeds goed afschermend met zijn beresterke lichaam: het andere han delsmerk van hem dat ik mij nog herin nerde Maar in de tweede helft zakte hij toch weg met de rest van Anderlecht Toen openbaarde zich ook een nieuw trekje: de rücksichtsloze tackle. Na het eerste doelpunt van HSVouw ging hij een keer zozeer als een dolle stier op een tegenstander in die hem in doods nood nog maar net wist te ontwijken -, dat scheidsrechter Partridge (meneer Patrijs dus) hem er, volgens mij, een onopgemerkte gele kaart of waarschu wing voor gaf Het spel ging namelijk door, omdat Aries torpedo zijn doel gemtst had. maar Partridge zei intus- „Het is altijd mijn doel geweest om met m’n 21e beroepswielrenner te zijn. Natuurlijk zit er een bepaald risico aan verbonden wanneer je zo jong overgaat, maar dat neem ik er wel bij. Ik wil gewoon proberen het maximale te bereiken en dat zie ik niet gebeuren wanneer je zo lang bij de amateurs blijft hangen dat je alle rondas een keer of tien gedaan hebt. Natuurlijk heb je bij de profs ook je grenzen en doe je daar na verloop van tijd ook voor de zoveelste keer een bepaalde koers, maai' ik vind dat toch anders liggen. Het is dan een beroep en dat kun je niet verge lijken met een hobby wat het bij de amateurs toch is. Over m’n kans van Dat verdraag ik van mezelf niet. Dat wil zeggen: nu niet. Wie weet veran der ik van mening door dat prof- schap. Dat is iets wat ik moet af wachten. Hetzelfde geldt voor de gevaren van dopinggebruik. Nu zeg ik: daar begin ik nooit aan. Dat meep ik uit de grond van m’n hart. Als ik stimulerende middelen nodig heb om te kunnen koersen dan hoeft dat vak voor mij niet. Maar hoeveel hebben er dat vóór mij al niet geroe pen terwijl het anders uitpakte en ze nog steeds wielrenner zijnIk wil maar zeggen: je weet nooit hoe zoiets zich ontwikkelt” slagen maak ik me geen grote zor gen. Ik zie wel. Als het mislukt kan ik zo in het vrachtvervoerbedrijf van m’n vader aan de slag. Ik ben in geen geval van plan om als wielren ner door te blijven modderen wan neer zou blijken dat ik er niet echt bij kan horen. Dan stop ik. Ik ben te eerzuchtig om te blijven koersen als ik geen succes heb. Wat dat betreft is het voor mezelf nog een vraag of en hoe ik een rol als knecht kan accep teren. Natuurlijk is het logisch dat ik bij Zoetemelk als waterdrager begin te werken maar voor mezelf heb ik als uitgangspunt dat dat een leer school is. Een tijdelijke zaak dus, geen definitief bestaan als knecht. -ONTA- resp. <1.50K evr. He en. Iel doodstraf wordt gehanteerd en door de tegenstanders wordt verworpen (hoge re straffen schrikken wel af. of schrik ken met af), maar het zou mij niet verbazen als het in dit geval wel op ging Want hoe voorzichtig zijn prof voetballers tegenwoordig niet met het neerleggen van tegenstanders binnen het strafschopgebied, omdat de zwaar ste spelstraf een penalty, er onherroe pelijk op volgt? Zodra er geen penalty gegeven kan worden, buiten het straf schopgebied, trekken de verdedigers echter gretig aan de noodrem. Zij hou den de zwaarte van de mogelijke straf, zelfs tn het vuur van het spel, dus wel degelijk in het oog En dat zou dus pleiten voor 10 wedstrijden schorsing. STOPPER itie v.a, akkers, R.W.T reg 85, 1 in één 50. Tel, i barbe ogd ei rookt 1(X 023 Je kan veel kwaad zeggen van de Duitsers, maar als voetbalsupporters zijn ze niet chagrijnig na afloop van een wedstrijd. Die indruk kreeg ik al thans sterk na afloop van de finale om de Europa-Cup II. Persoonlijk zou ik voor zo’n beker tweede klasse niet hele maal naar het buitenland afreizen, maar dat ligt misschien aan het Ajar- verleden dat iedere Nederlander nog aankleeft. Hebt u wel eens beseft dat onze laatste Europa-Cup, in Belgrado veroverd op Juventus, nu alweer vier jaar achter ons ligt? Het was op 30 mei ■1973, kinderen die daarna geboren wer den gaan al naar de kleuterschool! Het leven gaat snel voorbij Weet u nog wat er op 31 mei 1972, dus nu alweer bijna vijf jaar geleden, gebeurde? Ajax won in het Feyenoordstadion zijn mooiste Europa-Cupfinale, tegen Inter Milan. En herinnert u zich nog wat er op 17 juni 1972, dus twee en een halve week later gebeurde? Inderdaad, er werden in Washington vijf man gearresteerd voor een inbraak in het Watergate-ge- bouw. Bijna vijfjaar geleden alweer, je sterft van ouderdom voordat je het weet! Ik begreep, toen Arie Haan zo f urieus op zijn tegenstander instormde, ook beter het recente Belgische voorstel om hem net zo lang te schorsen als de tegenstander, die hij vorige week in de laatste wedstrijd van Anderlecht voor de finale grof onderuit haalde, gebles seerd zou blijven. „Een aardig voor stel”, zei ik tegen Jan Mulder „Maar wel een typisch Belgisch voorstel”, vond deze. Aardig maar naïef dus. Voor zo’n oog-om-oog, tand-om-tand-justitie liggen de grenzen waarschijnlijk ook te vaag Moet je iemand dan niet schor sen als zijn charge achteraf geen blij vende schade heeft berokkend9Moet je de ongelukkige sliding die een tegen stander vijf wedstrijden uitschakelt doordat hij ongelukkig kwam te vallen en bovendien kwetsbare enkels heeft, met vijf wedstrijden schorsing voor de overtreder bestraffen, terwijl deze vrij uit zou zijn gegaan als de ander als kind meer kalk door zijn melk had gekregen9 Het is inderdaad een moeilijk pro bleem. Jan Mulder zag meer heil in een schorsing van tien wedstrijden bij een zware vuile free-kick Dan was het gauw afgelopen Het is een argument dat ook vaak door voorstanders van de „Ik weet niet wat dat is, maar er zijn er die in het peloton steeds bij de eerste tien kunnen rijden maar mij lukt dat niet. Dat is gewoon een minpunt van me. Na Olympia’s ron de van vorig jaar ben ik er bewust mee bezig geweest om dat te veran deren en ik geloof ook we) dat ik erin verbeterde maar helemaal zoals het moet is het nog niet. Steeds wan neer ik verrast ben denk ik: dat gebeurt me niet meer en dan ineens ontdek ik dat ik toch weer te weinig attent was. Misschien komt het ook omdat ik over het algemeen goed genoeg rijd om een vergissing te herstellen. Ze fietsen me door zo’n misrekening zelden of nooit echt he lemaal weg. Een kwestie ook van meer ervaring en durf die ik het laatste jaar kreeg. Vroeger was ik bang als ze in de waaier gingen rijden, maar van die angst ben ik af. De geïmproviseerde persruimte in het Olympisch Stadion (er zijn verge „Me echt helemaal leegrijden, dat total-loss zijn, had ik nog nooit mee gemaakt voor ik op die laatste dag van Olympia’s ronde de trui pakte door mezelf tot het uiterste te geven in die tijdrit. Bij de nieuwelingen en aspiranten had ik wel eens jongens gezien die zich zo uitputten dat ze als wezenloos over de streep gingen; dat vond ik nooit nodig. Maar bij de amateurs kom je daar niet onderuit; er staat meer op het spel. Omdat ik het nog nooit had gedaan, voelde ik me in de finale van die Olympia’s ronde onzeker. Gewoon de vraag: kan ik dat wel?! Sindsdien heb ik daar geen last meer van Leegrijden hoort er nu bij Als het echt moet, dan kan ik het goed maar ik blijf het een opgave vinden. Datafzien watje dan moet... Dat is iets versehrikke lijks. Ik heb voor mezelf een manier tje gevonden, door in zo’n situatie steeds te denken: aan alles komt een eind. Aan alles komt een eind... Aan alles komt een eind. Dat maalt dan door m’n hoofd. Zo moet je voor jezelf een af weer opbouwen. Wielrennen vind ik voor negentig procent een psychische zaak en in die zin geloof ik dat ik toch nog wel eens een twijfelaar ben. Zoals na dat ongeluk, begin dit jaar. Eerst de vraag: houd ik er niks van over en dan, toen ik door gemis aan training later in vorm kwam, spookbeelden in de sfeer van: zou ik m’n oude niveau wel halen? Kijk, als je in topconditie bent dan zit je niet te piekeren maar als je sukkelt dan maak je je tevoren zoveel zorg dat je bang op de fiets stapt. Zo is het met mij tenminste. Mijn incasseringsver- wel meer en andere koersen nodig om er helemaal achter te komen, beneden aankwam”. Trouwens: ik zoek het gevaar ook niet op. Er zijn er die iemand zonder pardon van de weg rijden om een plaats in deXvaaier te krijgen en dat kan meekomen. Er zijn natuurlijk is iets wat ik nooit zal doen. Dan maar liever in de wind voorbij. Op lecht had Inter Milan uitgeschakeld. Het was nog de tijd van Pol vanHimst, Trappeniers in het doel, Heylen achter, Puis linksbuiten. Arsenal won de Jaar beursbeker echter, want weliswaar won Anderlecht zijn eerste thuiswed strijd met 3-1, de uitwedstrijd in Lon den werd met 3-0 verloren. Wie maak ten de Anderlecht-doelpunten, vroeg ik mijn buurman. „Devrindt eentje. Mul- Hoe was-ie, Arie? Zoals Jan Mulder jarenlang als „officieus beste midvoor van Europa” in de schaduw van het Nederlands elftal een hier onderschat bestaan leidde (hij speelde maar vijf keer voor het Nederlands elftal), zo „Ik ben niet zo dat ik me eerst waar wil maken als amateur voordat ik prof word. Integendeel. Ik wil overstappen voordat ik op mijn hoogtepunt ben anders wek je valse verwachtingen. Die overstap is na het vol gende seizoen. Gebeurt het dan niet, dan komt het nooit” vorderde plannen om het Olympisch Stadion tot een sportcentrum te her scheppen, met een zwembad erbij, en andere faciliteiten, met inbegrip van een nieuwe lamp in de WC van de perskamer die dit hele seizoen al kapot is, zodat men of in het stikkedonker, of met de deur open zijn primaire behoef ten moet doen) was voornamelijk ge vuld met Duitse, Belgische en Neder landse journalisten. Blij verrast groet te Jan Mulder een mij onbekende aan wezige. Hij heeft zo lang in België gevoetbald, dat ik natuurlijkerwijze vroeg: „Een Belgische journalist?” gtót I del ma deur m, el raam I 3000 dt ca. 0 t 6 jaar gaat tot mulder Laat ik te midden van de circa 60 000 toeschouwers tn het Olympisch Stadi on nu uitgerekend komen te zitten naast de voormalige midvoor van An derlecht, die de verrichtingen van de paars-witte Brusselaars natuurlijk met meer dan gewone aandacht volgde! Hij bleek ook een keer een finale met An derlecht te hebben meegemaakt, of ei genlijk twee keer, want het betrof de Jaarbeursbeker, en die werd uiteinde lijk in een dubbelwedstnjd, eentje uit en eentje thuis, beslist. Het was, vertel de hij me in gebroken Vlaams, in april 1970 In de halve finales had Ajax het loodje gelegd tegen Arsenal, en Ander- sen iets tegen Haan, en even later, terwijl het spel nog steeds verder ging, zei hij ook iets tegen Anderlecht-aan- voerder Vandendaele over Arie Haan. Partridge wilde het spel kennelijk niet voor het trekken van de gele kaart onderbreken, maar hij wou de onbe suisde aanslag van Arie Haan evenmin over het hoofd zien omdat deze toeval lig mislukt was. Een uitstekende scheidsrechter dus, met originele op vattingen. MPEN, lokken, oendu- n vest- ck Pyr- 14 rd, „Ik wist eigenlijk niet pre cies wat ik kon. Ik ben er altijd een geweest die erg aan zichzelf twijfelde. Ik ge loof niet dat ik ooit over tuigd ben geweest van me- ?zelf. Maar dat is nu veran derd. In deze tijdrit heb ik mijn mogelijkheden ont dekt” «MM F gp: i

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1977 | | pagina 27