van
Veertien dagen in de greep
de Chinese vriendelijkheid
KJ
Rochelen, vriendelijkheid, harde zakelijkheid en
vertroeteling in het spoor van Beatrix en Claus
B
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
II
WOENSDAG
1 8
M E I
19 7 7
-Geen lieve wereld
Zoetekouwen
Informatie
Verschillen
Geld
ssisai,
t.
Politieke herrie
Geld werpt vragen op.
Vragen over sparen, lenen, beleggen,
hypotheken...
De ABN is ervoor om die
vragen te beantwoorden. Om u te
adviseren. Over geld net zo goed
als over verzekeringen en vakanties.
Vragen staat vrij bij de ABN.
Komt u daarom eens praten.
(Door Tony van der Meulen)
SHANGHAI. Het meest typerende geluid van de Chinese volksre
publiek is het adembenemende gerochel dat je de hele dag om je heen
hoort. Waar je ook gaat of staat, overal hoor je mensen hartgrondig de
keel schrapen, waarna een stevige fluim met een klakkend geluid in
U kunt mij helpen door uw brochure over alle diensten O
van de ABN toe te sturen.
Dhr./Mevr./Mej.:
Straat:
Plaats:
Heeft reeds een rekening bij de ABN: ja/neen.
Zo ja, bij ABN-kantoor:
In ongefrankeerde envelop zenden aan: Algemene Bank
Nederland, Afd.O.D 50,Antwoordnr 1555. Amsterdam.
een kwispeldoor belandt. Hiervoor staan ten gerieve, van de gehele
bevolking overal een soort emaille po’s opgesteld. Ook de grote
voorzitter Hoea Kwo-feng heeft er eentje bij zijn stoel.
k
Tijdens een reis door China behoort men met stokjes te eten, ook al vergaat dat minder goed dan men hoopt. Zo ook Prinses Beatrix en
Prins Claus, die al aardig met de „stokken" overweg konden
(ADVERTENTIE)
(ADVERTENTIE)
Geld is vaak niet
het enige probleem
CO
ABN Bank
Maar wat is dit een groot land. Alleen al
die steppen van Binnen-Mongolië zal ik
nooit meer vergeten. Onafzienbare licht
groene vlaktes met hier en daar een kudde
paarden. De wereld op een van de eerste
scheppingsdagen, een landschap waar je
eindeloos in zou willen lopen. Je voelt je
daar als op een wadlooptocht. Alleen het
geluid van de wind plus wat paardenge
hinnik.
Op dit moment zit ik zo'n 1000 kilometer
zuidelijker, boven in een uiterst luxe hotel
in Shanghai. De Chinese gastheren span
nen zich zeer in je voortdurend te vertroe
telen. Om u een indruk te geven: hier in
Shanghai bezit ik een joekel van een slaap
kamer, een ruime badkamer, een overdekt
balkon, een eetkamer en een werkkamer
met open haard, een groot bureau, twee
vers geslepen potloden met gum op het
uiteinde, een kroontjespen en twee potjes
inkt. Een vriendelijke bediende draagt
versnaperingen aan.
Je moet hier vaak en langdurig uit het
raam kijken om het contact met de werke
lijkheid niet te verliezen. Hier onder me
ligt een wereldstad met tien miljoen inwo
ners. Je ziet fabrieksschoorstenen roken,
je hoort auto’s toeteren. Wat weet je na 14
dagen van deze mensen?
Ik heb geen enkele echte doorsnee Chi
nees gesproken. Je beheerst de taal niet, ik
weet nu alleen dat „piedsjoe” bier bete
kent, en „kampe” proost, maar dat is een
kwestie van lijfsbehoud. Je enige contac
ten zijn je vaste begeleiders. Je voelt je zo
langzamerhand een gevangene van de Chi
nese vriendelijkheid.
Intussen moet je wel zorgen dat je ogen
goed blijven werken. Want dan zie je dat
ook hier ongelijkheid is. Chinezen hebben
officieel wel allemaal dezelfde kleren aan,
maar het Mao-pak kent zowel dure als
slonzige uitvoeringen. In het China dat ik
gezien heb leven geen mensen in karton
nen dozen zoals in veel andere landen in de
Derde Wereld. Maar er is wel armoede, er
zijn wel bedelaars. Voor zover je dat kunt
bekijken zijn de inkomensverschillen hier
minder groot dan in de westerse wereld.
Maar het is bepaald niet zo dat alle Chine
zen hetzelfde verdienen. Arbeiders zijn
ingedeeld volgens een puntensysteem. Een
acht punts boer verdient minder dan een
tien punts boer.
De lonen zijn de laatste drie jaar niet
verhoogd, de prijzen trouwens ook niet.
Maar ook tijdens die banketten kreeg je
de indruk dat de mensen het hier niet
breed hebben. Vooral tijdens de royale
diners in kleinere plaatsen ten plattelande
bleek dat het lekkere eten ook voor de
hogere ambtenaren een uitje was. Er werd
stevig gebunkerd. Vrij snel na het begin
van de maaltijd was vaak een aantal pak
jes sigaretten op onnaspeurlijke wijze van
tafel verdwenen.
bezoek uit Nederland werden aangericht,
is het heel gewoon dat je na een verrukke
lijke eend een taartje krijgt, waarna de vis
wordt opgediend. Vervolgens arriveert de
kippesoep. De vriendelijke Chinezen die je
aan tafel omringen reiken voortdurend
hapjes aan. Als je niet oppast plonzen ze
een mierzoet taartje opgewekt tussen de
kip die nog op je bord is achtergebleven.
lijkheden. Van Chinese zijde zijn de stan
daardvragen: „Is dit uw eerste bezoek aan
de Volksrepubliek?” en „Bevalt het eten
u?”. Ik vertelde avond na avond dat ik hier
vooral getroffen ben door het imponeren
de irrigatiesysteem en de enorme woning-
bouwactiviteiten. Hierop barstten de Chi
nese gastheren steevast los in een lofzang
op de grote voorzitter, die in dit alles de
hand heeft. Snel daarna heb je het dan
over de actuele Chinese politiek en met
name over het grote onderwerp van dit
moment: de verachtelijke radicale bende
van vier van de weduwe van Mao.
Weinig zachtmoedig leek me de Chinese
maatschappij op het punt van de menselij
ke verhoudingen. Het gebeurt nog al eens
dat een man in een andere stad werkt en
woont dan zijn vrouw. Twintig dagen per
jaar mogen ze naar elkaar toe, de staat
betaalt de reiskosten.
En de hele dag die politieke herrie aan je
hoofd. Uit luidsprekers op straat, uit de
bakelieten radio, via borden langs de w<eg
en in fabrieken. Zouden Chinezen daar net
zo opreageren als wij op neonreclame en
STER-spots: op een gegeven moment hoor
en zie je het niet meer.
De kans is echter groot dat je op den
duur je hotelkamer vol hebt liggen met
sjalotten, kroten en verse sla, en nog niks
bijzonders weet over dit grootste volk ter
wereld
blauw Mao-petje voor mijn zoontje en een
aardig lapje zijde voor mijn vrouw. Maar
met in mijn hoofd een warboel aan tegen
strijdige reacties op dit land. Veertien da
gen lang heb ik geprobeerd informatie te
vergaren over een land waarin je voortdu
rend omringd wordt door een vriendelijke
soort VW-directeuren. Urenlang kunnen
ze je haarfijn uitleggen welke gemummifi
ceerde heer in die of die tombe ligt, of hoe
slecht de weduwe van Mao in elkaar zit.
Maar als je vraagt hoeveel hier vandaag de
dag een kilo suiker of een pond peren kost,
krijg je om te beginnen het antwoord dat
nog weken in mijn oren zal natuiten: ik zal
het voor u vragen. In veel gevallen hoor je
nimmer de uitslag.
Het rochelen is niet alleen bij oudere
heren in zwang. Het gebeurt je hier ook dat
je naar een aardig Chinees meisje staat te
kijken, dat dan plotseling met een inzet
begint te schrapen die elke schoonheid
doet verbleken, ’s Lands wijs, ’s lands eer,
maar het nare is dat het nimmer went.
Steeds kijk je nog weer ontdaan op als een
reisgenoot stevig ophaalt. Hij lacht dan
vriendelijk terug.
Tijdens een bezoek
aan Tachai rookte
PRINS CLAUS met
enkele autochtonen
een pijpje mee
steem verschilt van commune tot commu
ne, maar meestal is het zo dat alleen voor
de gezinsleden die werken de gezondheids
zorg gratis is. Een werkende vrouw (in
China werken de meeste vrouwen) die
haar kind naar een crèche brengt, moet
daarvoor flink betalen.
g
I
Chinezen zijn trouwens enorme zoete
kouwen. En daarbij valt op dat ze voor ons
gevoel alles door elkaar eten Op de grote
banketten, die voortdurend voor hét hoge
Alle auto’s zijn van de staat, de huizen in
de steden ook. Maar op het platteland is er
eigen-woningbezit. Los van hun commune
mogen de boeren er ook zelf wat kleinvee
houden. Maar bij verkoop gelden vastge
stelde prijzen. Alle gereedschap, de tracto
ren, de kruiwagens, maar ook de kunst-
mestvoorraden zijn van de gemeenschap.
Evenals een klein snoepwinkeltje, waar je
frisse zuurtjes uit stopflessen kunt krijgen.
Veertien dagen lang ben ik door de
Volksrepubliek China getrokken in het
spoor van prinses Beatrix en prins Claus.
Welke indruk ligt helemaal bovenaan in je
geheugen? Ik denk de zo vriendelijke tolk-
begeleider, over wie ik vermoedelijk nog
een keer heel naar zal dromen. Met grote
innemendheid wist hij in de meeste geval
len te voorkomen dat ik iets meer zag dan
de 1 procent van dit immense land dat
voor buitenlanders is opengesteld. Ik heb
de etalage van China gezien, soms een
klein hoekje van de winkel, maar nimmer
het achterhuis.
Sinds de grote aardbevingen zijn in al
lerlei steden naast de flats hutjes gebouwd
voor mensen die, zolang er nog bevingen
kunnen komen, niet meer in de flat dur
ven. Je hoort hier verhalen dat die hutjes
echter ook dankbaar worden gebruikt
voor stiekeme gezinsherenigingen. Wij
westerlingen hebben de neiging om het feit
dat de eigenaren van hun hutjes veelal
fraaie bouwwerken maken, te verklaren
vanuit de menselijke neiging tot bezitsvor
ming.
Je schrikt overigens wel als je in een
kleuterschooltje kleine peuters politieke
liedjes hoort zingen, waarbij ze met grote
verbetenheid de bende van vier symbo
lisch op de grond vertrappen. Maar de
peutertjes hadden wel schone kleren aan.
ze hadden geen dikke oedeembuiken van
de honger. De grote vraag waar je hier
steeds weer tegen aan loopt: was om het
Chinese volk te voeden dit grote gebrek
aan vrijheid nodig? Aan de andere kant:
onder de keizers van voor de revolutie had
de doorsnee-Chinees ook niks te vertellen,
maar daarnaast had hij ook niet te eten.
Waar praat je aan tafel over op die
momenten dat je niet ingespannen bezig
bent een doperwtje of een stukje taart
tussen de eetstokjes te klemmen? Een keer
is een maal nagenoeg zwijgend verlopen,
omdat niemand van de mij omringende
Chinezen een woord Engels sprak. Je lacht
mekaar dan op gezette tijden bemoedi
gend toe en toost regelmatig op de ver
broedering van beide volkeren. Dat toos
ten gebeurt met een ongemeen pittig
drankje met een alcoholpercentage van
ruim 60 procent. Het is de bedoeling dat je
het borreltje in een keer achteroverslaat
en elkaar dan glunderend het lege glaasje
laat zien. De eerste keer voel je je slok
darm geheel wegschroeien en breekt het
zweet je uit. Maar na veertien dagen wip je
die dingen geroutineerd naar binnen. Het
lichaam schijnt zich aan te passen.
Zijn Chinezen gelukkig, wilt u wellicht
weten. Ik heb er geen idee van, hoe zou je
na veertien dagen. De mensen in dat stukje
China dat voor ons werd geopend, zagen
er over het algemeen goed doorvoed en
goed gekleed uit. Maar of ze een prettig
leven hebben? Misschien is dat in een
Aziatische maatschappij ook typisch een
luxe vraag van een verwende Nederlan
der. Het enige dat je er met redelijke
zekerheid van kunt zeggen is dat je het zelf
vreselijk moeilijk zou hebben met dit grote
gebrek aan vrijheid en dit voor ons begrip
uiterst saaie en grauwe bestaan. Niet vrij
mogen reizen, voortdurend oppassen of je
nog wel op de goede partijlijn zit. Maar
Zat je aan tafel met Engels sprekende
Chinezen, dan begon het gesprek met het
doorgeven van een groot aantal vriende-
II
Het is me niet gelukt een langdurig tafel
gesprek te voeren over het punt dat mij in
China het meest heeft verrast: de harde
zakelijkheid van de maatschappij. De
Volksrepubliek lijkt me, voor zover ik die
gezien héb, geen lieve wereld vol attente
kameraden die voortdurend voor elkaar
klaar staan. „Wie niet werkt krijgt ook
geen geld”, verduidelijkte de tolk. Het sy
Op een openbare vergadering van het
produktieteam waarin je werkt wordt
jaarlijks vastgesteld hoeveel punten je
waard bent. Er is maar weinig geld onder
de mensen, met een maandloon van zo’n
honderd gulden mag je al dik tevreden
zijn. De tolk die 14 dagen lang de Volksre
publiek voor me heeft vertaald, heeft bij
voorbeeld ook een heel ander idee van geld
V dan wij. Toen ik hem vroeg wat de grote
voorzitter Hoea Kwo-feng maandelijks zo
al krijgt bij geschreven, zei hij op eerbiedi
ge toon: ik denk wel meer dan vierhonderd
gulden.
werd bezocht Beatrix bij dé hand en hield die diep ontroerd geruime tijd vast. De
Prinses genoot zichtbaar van de blijk van diepgaande bewondering voor haar.
ook bijna nergens een knus tuintje rond
een huis. Denkend aan China zie ik
vriendelijke mensen in een klein lemen
huisje, met aan de wand grote foto’s van
de wijze voorzitters Mao en Hoea en een
bosje kunstbloemen ervoor.
Wij helpen.
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I «M MB BM MM MB BBB MB M BM MB MB MB
Onze speciale verslaggever Tony
van der Meulen versloeg twee weken
lang het bezoek van prinses Beatrix en
prins Claus aan de Chinese Volksrepu
bliek. Hier volgen zijn persoonlijke
aantekeningen bij deze reportage.
Het is maar wat je in een land met elkaar
afspreekt. Bijna alle prijzen worden van
hogerhand vastgesteld. Een fiets, het grote
Chinese statussymbool, kost ongeveer
160. Daar moet je lang voor sparen, ze
zijn hier ook erg zuinig op hun fiets. Een
keer heb ik een fiets met een koplamp
gezien. De eigenaar had de verchroomde
lamp wel helemaal in plastic ingeplakt om
hem niet door de regen te laten aantasten.
De enige krant die je hier als westerling
mag kopen is het officiële Volksdagblad,
dat ook in Amsterdam verkrijgbaar is. Je
leest dan wel geen Chinees, maar plaatjes
kijken kan ook informatief zijn. Alle ande
re kranten, ook lokale blaadjes, zijn verbo
den lectuur voor de buitenlander, terwijl
daar juist de leukere dingen in kunnen
staan over het alledaagse leven. De enige
methode om die kranten op de kop te
tikken is naar de markt te gaan en vurig
hopen dat ze je groente verpakken in een
andere krant dan dat Volksdagblad.
Over een paar uur verlaat ik China,
richting Tokio, met in mijn koffer een
Tijdens hun bezoek aan de Chinese Volkrepubliek bezochten Prinses Beatrix en Prins
Claus het dorpje Tachai. Geheel spontaan pakte een vrouw uit het dorp, waar de woning