Schitterende regie en verbijsterende toeren met de camera Te brave orkestdirectie onder Heinz Friessen Mastroianni en Scola Een buitengewone dag met eminente Loren Van Oorschot krijgt eerste Costerprijs Beethovendag Kunststijlen in vogelvlucht HHI Farm liesene Concertgebouw geen succes Verdienstelijk uitgever van Nederlandse boek S Wistudatwij W gratis uwgordijnen op maat maken, ook velours. Bs 2 0 V R IJ D A G M E I 19 7 7 19 KUNST Door Pieter van Lierop Assepoes 5 X. I NOORDHOLLANDS PHILHARMONISCH ORKEST Concertgebouw Haarlem zondag 22 mei 1977 EEN VAN DE uitvloeisels van de hippiebeweging in het Ameri ka van de jaren ’60 was een trek van de stad naar de natuur. Het geürbaniseerde leven werd ont vlucht, de verworvenheden die het grote stadsbestaan zo aan trekkelijk hadden gemaakt voor miljoenen plattelanders, bleken voor andere bevolkingsgroepen niet langer meer van waarde. De meer gevestigde burgerij bleef weliswaar in de buurt van het werk wonen, maar trok er in het weekeinde op uit met camper of dormobile. Wie een grotere af keer van de stad had, ging er definitief uit. Geestdriftig CANNES. Twee weken per jaar wordt de bevolking van het mondaine Rivièra-stadje Cannes van 60.000 tot ruim 100.000 inwo ners opgevoerd. Dan vindt in Can nes het filmfestival plaats, waar van de belangrijkste activiteiten zich onttrekken aan de aandacht van de buitenstaander, omdat ze plaats grijpen in het donker van de 25 betrokken filmzalen, of op hotelkamers waar zaken worden gedaan of journalistieke werk zaamheden verricht. Maar voor iedereen zichtbaar is het tumultu euze randgebeuren, dat vooral de riante boulevard van Cannes, de Croisette, stevig in zijn greep houdt. tL X f wi ADVERTENTIE) G A VAN OORSCHOT De hele stad is uitgelopen, alleen Asse t ADVERTENTIE) OCHTENDPROGRAMMA, aanvang 10.30 uur: entrée f 7,50 CJP geldig t entrée f 12,50 CJP geldig AVONDPROGRAMMA, aanvang 20.30 uur: RADIO FILHARMONISCH ORKEST o.l.v. Hans Vonk Groot Omroepkoor koor: bibliotheek Abonnement- en kaartverkoop aan de kassa van het Concertgebouw, Lange Begijnestraat 13, van 10-15 uur; telefonisch 023-320994 van 12-15 uur. Symfonie no 1 in C gr.t op. 21 Symfonie no 2 in D gr.t op 36 Symfonie no 3 in Es gr.t. op. 55 (Eroica) Symfonie no 4 in B gr.t. op. 60 Symfonie no 5 in c kl.t. op. 67 Symfonie no 6 entrée f 15,- CJP geldig Abonnement gehele dag f 25,— CJP geldig Noordhollands Philharmonisch Orkest o.l.v. André Vandernoot Noordhollands Philharmonisch Orkest o.l.v André Vandernoot Het Brabants Orkest o.l.v. Hein Jordans Noordhollands Philharmonisch Orkest o.l.v André Vandernoot Het Brabants Orkest o.l.v. Hein Jordans Als naslagwerk is dit boek vrijwel on bruikbaar. Er ontbreekt een register en voor specifieke termen bestaat geen lijst je met verklaringen. Wie bepaalde stijl- Geen notie kon Carradine er vorig jaar nog van hebben dat die Woody-Guth riefilm dit jaar in Cannes zou worden gepresenteerd als officiële Amerikaanse inzending voor de competitie, onder de titel „Bound for Glory”. Het is nu dan ook onmogelijk geworden voor David om zich even onopgemerkt door het festivalgewoel te bewegen zoals hij het vorig jaar nog kon doen. En helemaal niet meer nu „Bound for Glory” inmiddels is vertoond, want deze door Hal Ashby (die in '74 met „The last detail” de acteursprijs binnensleepte voor Jack Nicholson) geregisseerde film is zeer geestdriftig ontvangen. Meest indrukwekkend aan de film is de magistrale landschapsfotografie van Has kel Wexler (ook met een Oscar onderschei den), naast Carradine’s vertolking van Guthrie: ongecompliceerd, hartelijk, hulp vaardig, rusteloos en ongebonden, met grote betrokkenheid van de sociale misere anno 1936 Mogelijk een kandidaat voor de acteursprijs van Cannes, maar veel zin nigs valt daar nog niet over te zeggen, aangezien het festival nog maar op de helft is. Zo moeten we onder meer nog eens bezien hoe Keith Carradine het er straks af zal brengen, die een hoofdrol speelt in „The Cuellists”, de Britse inzending. Wel curieus anders, dat twee zoons van vete- raan-acteur John Carradine in Cannes om een onderscheiding concurreren. identiteit te ontdekken is de belangrijk ste reden om hem te lezen. CEES STRAUS prijs en de boekenmarkt zijn activiteiten van de Stichting Haarlem Boekenstad. De ze stichting heeft zich ten doel gesteld om Haarlem een grotere bekendheid als boe kenstad te geven. (Van onze kunstredactie) HAARLEM. De bekende uitgever Geert van Oorschot uit Amsterdam krijgt de Laurens Jansz Coster 1977 die dit jaar voor de eerste keer zal worden uitgereikt. De prijs is voor diegenen bestemd die zich op bijzondere wijze verdienstelijk voor Nederland hebben gemaakt Van Oorschot heeft met name een lang durig pleidooi voor de Nederlandse klas sieken als Couperus en Multatulli, Menno Ter Braak en Jacob Israël de Haan, gehou den. Daarnaast geeft hij al jarenlang op soms moeizame wijze een tijdschrift voor literatuur en polemiek uit (Tirade) en sti muleert hij jonge en veelbelovende schrij vers op hun literaire pad. Minder bekend is dat Van Oorschot ook zelf boeken schrijft. Hij publiceert in die hoedanigheid onder de naam R J. Peskens. De jury die de Costerprijs aan Van Oor schot heeft toegekend, bestond uit Michel van der Plas (journalist en schrijver van vele boeken op het terrein van de religie), Harry Prenen (tekenaar, schrijver en Haarlem-kenner) en Nico Scheepmaker (journalist bij de Gemeenschappelijke Pers Dienst). Van Oorschot krijgt de prijs uitgereikt op donderdag 2 juni om 12 uur in de Gravenzaal van het gemeentehuis van Haarlem uit handen van loco-burge- meester P. W Voskuilen, wethouder van onderwijs en recreatie. De uitreiking gaat vooraf aan de ope ning van de boekenmarkt die dat weekein de in de Grote Kerk wordt gehouden. De Symfonie no 8 in F gr.t. op. 93 Symfonie no 9 in d kl.t. op. 125 solisten: Annette de la Bije - sopraan Marianne Dieleman - alt Anton Trommelen - tenor Henk Smit - bas Noordhollands Philharmonisch Orkest in F gr.t. op. 68 (Pastorale) o.l.v. André Vandernoot Symfonie no 7 Het Brabants Orkest in A gr.t. op 92 o.l.v. Hein Jordans Er ontstond een rage in „overleven”, hoe met weinig middelen toch een nieuw, op de natuur afgestemd bestaan kon worden opgebouwd. Niet vreemd voor deze beweging was de belangstelling voor de milieucrisis. Er werd stelling gekozen voor macrobiotisch voedsel, zelf kleren maken, eigen energie opwekken en vooral tegen het opschroeven van het overdadige comsumptiepatroon. Tot de geestelijke bagage van deze beweging behoorde niet langer Jack Ke- rouae’s „On the Road” of Mailer’s protest tegen de oorlog in Vietnam, maar een oud boekje waarin de schreeuw naar het pure „oerbestaan” zo treffend wordt ver kondigd: de bundel Grashalmen van Walt Whitman. Deze Whitman, die een eeuw tevoren in de Verenigde Staten had geleefd, vertegenwoordigde voor deze beweging zowat alles waar ze naar zocht: de christelijke deugden die nog voor een beetje rechtvaardigheid in de in hun ogen primitieve maatschappij konden zorgen. Zo kwam Walt Whitman terug als een nieuwe profeet, een heilsbezorger, in een rol die hij waarschijnlijk nooit zelf had willen vervullen. Want wie Whitman leest, vindt weliswaar een profetische visie die misschien nog actualiteit bezit, maar uit alles bij deze man spreekt een bescheidenheid die hem niet in de voor hoede van welke beweging dan ook zou hebben gebracht. Whitman is anders dan in Amerika in ons land een onbekende dichter. Voor Walt Whitman, veertig jaar oud naar een gravure van Charles Hine in de derde druk van Leaves of Grass. stotend karakter, maar Whitman moet ook niet vanwegen een goed taalgevoel worden gelezen. Zijn volstrekte eigen IN „KUNSTSTIJLEN in kleur’’ geeft Bjame Jomaes de ontwikkeling weer die de kunst sinds de oudste tijden tot op heden heeft doorgemaakt. Vijfduizend jaar komen daarbij ter sprake: van het Egypte van 3000 tot 500 jaar voor Chris tus, via de Islam, de Vikingentijd, de barok en art nouveau tot de periode van na 1940. Het aantal van 218 pagina’s illustraties en tekst gelijkelijk verdeeld geeft al een aanwijzing van het karak ter van het boek. Het is de kunstge schiedenis in vogelvlucht, waarbij al leen het meest essentiële wordt aangege ven en dan nog heel oppervlakkig. Druk is het overal, maar hier en dapr vinden extra intrigerende samenklonterin gen plaats. Een groep Catalaanse acroba ten staat met een huiveringwekkend hoge, menselijke pyramide reclame te maken voor een of andere Spaanse film. Ergens anders zit een academie-leerling een zak cent te verdienen door met onmiskenbare gaven en kleurkrijtjes een kopie van de Mona Lisa op het plaveisel aan te brengen. Hij heeft het geluk dat het even niet regent. Honderd meter verderop staat zomaar een meisje dat graag „ontdekt” zou willen worden, te poseren voor fotografen. Ze heeft geen draad meer aan haar lijf en met een als wulpse glimlach bedoelde grijns verstard op haar snuitje, wordt ze het zielige middelpunt van een hand over hand stuitender wordend tafereel. Ze is ontdekt, maar niet door een filmproducent die tijden zijn voorbij - maar door een stuk of vijftig dagjesmensen, die met ver hitte koppen de cassettes van hun instama- tics op haar leegschieten. Maar de mooiste dingen voor de mensen doen zich ’s avonds voor, als de gala-voor- stellingen een aanvang gaan nemen en vanachter dranghekken en een haag motoragenten men heuse filmsterren uit een Rolls Royce kan zien stappen. Donderdagavond ging er wild gejuich op toen Marcello Mastroianni zijn entree maakte, gevolgd door de nog altijd bloed mooie Sophia Loren. Ze zijn de sterren van Ettore Scola’s film „Una giornata par ticolare”, waarin dat „bijzonder dagje” gedateerd wordt op 6 mei 1938. als Adolf Hitler in Rome Benito Mussolini met een bezoek komt vereren Walt Whitman is, zo blijkt uit deze vertaling die heel serieus is opgezpt, geen dichter volgens „gangbare” patronen. Hij schrijft in vrije versregels zijn liefde voor zijn land neer, getuigend van een haast mystieke liefde voor het gewone leven. Maat en ritme hebben vaak een Jornaes, wiens boek oorspronkelijk bij een Deense uitgever verscheen voordat Moussault en de Standaard-uitgeverij het door Mieke Hartveld-De Jonge lieten vertalen, heeft zich in hoofdzaak beperkt tot de bouwkunde en de toegepaste kunst. Geen beeldende kunst dus, maar wel afbeeldingen op bijvoorbeeld meubi lair, serviesgoed, kleden of anderszins. Ook interieursituaties en wat de hoofd moot vormt: goed gekozen gevels van kastelen, paleizen, kerken of andere ge bouwen. De illustraties aquarellen van Otto Frello laten weinig te raden over en ogen bijzonder aantrekkelijk. De kleuren zijn over het algemeen vrij goed en wer den bewust niet extra artistiek aangedikt zoals in sommige boeken van dit soort nog wel eens het geval is. gezin bedoelde serie met name ook de jeugd) afgestemde programmasamenstel- ling van het totaal poes Loren moet thuisblijven omdat ze als sloofse moeder van zes kinderen huishou delijke plichten dient te betrachten. Maar ze loopt in het uitgestorven flatgebouw haar tragische prins tegen het lijf in de persoon van Mastroianni, als een radio reporter die zojuist ontslagen is onder ver denking van homoseksualiteit en gebrek aan enthousiasme voor de fascisten. Loren en Mastroianni leveren eminente acteerprestaties. Maar de grootste bewon dering voelen we voor Scola, die verbijste rende toeren uithaalt met zijn camera regie, zoals het in een shot vanaf een binnenplaats Lorens flat uitkiezen, om daar via het raam binnen te dringen en vervolgens nog een rondgang door het interieur te maken. Ik heb geen notie hoe men zoiets voor elkaar kan krijgen. En dan dat geraffineerde kleurgebruik: de film lijkt zwart-wit te zijn, maar alles wat groen of rood is zoals de Italiaanse vlag heeft wel een beetje kleur. Heel aangrij pend werkt het, dat gedurende het roeren de samenzijn van de twee eendagsmin- naairs, via een op de binnenplaats door de conciërge ingeschakeld radioapparaat de marsmuziek en hysterische commentaren van de fascistische parade blijven door schetteren. Een subliem gebruik van con trastwerking. Maar de film blijft naar mijn smaak toch een beetje in het formele machtsvertoon van acteurs en regisseur steken. Alhoewel het stellig een prima film is. Instinctief voel ik meer sympathie voor „Le vieux Pays ou Rimbaud est mort”. De door Jean-Pierre Lefebvre (bekend van de Cinemanifestatie met l’Amour blessé) tot stand gebrachte geschiedenis van een „Quebecois” die in Frankrijk gaat zoeken naar de wortels van zijn eigen achtergrond in de verdrukte minderheid van Frans- Canada. Het levert hem veel teleurstellin gen op, totdat hij uiteindelijk in de Proven- ëe pas de hartelijkheid, echtheid en onge compliceerdheid ontdekt die hij altijd as socieerde met de dichter Rimbaud en de schilder Cézanne en waarvan hij placht te veronderstellen dat het typisch Frans was. Een sobere, maar heel warme film Vorig jaar heb ik vanuit Cannes verslag gedaan van een merkwaardig voorval naar aanleiding van een baardige Ameri kaan die onder mijn terrastafeltje naar een weggeschoten jojo kwam zoeken. Die Amerikaan was toen bij nadere beschou wing de van de tv-serie Kung Fu bekende David Carradine gebleken, die in het toen gevolgde gesprek had aangekondigd te zullen gaan spelen in een film over het leven van folksinger Woody Guthrie Het boek is vooral geschikt voor een publiek dat een geringe kennis heeft van kunststijlen, maar dat in het buitenland toch snel wil weten of een bepaald ge bouw in de Middeleeuwen tot stand kwam of tweehonderd jaar later en dat die kennis niet al te diepgaand hoeft op te nemen. Het krijgt daarvoor een keurig verzorgde uitgave, met een geplastifi ceerde kaft, met behoorlijk papier en een aardige, smaakvolle lay-out. CEES STRAUS Het vorige week door het Nederlands Kamerorkest gegeven eerste concert in dit kader, gaf alleen maar bij ons volk nu eenmaal niet al te populaire muziek van eigen bodem te horen. Dat was al iets dat bij veel „familieleden” een zekere tempe ring van het enthousiasme voor het geheel zal hebben opgeroepen. Het programma van het tweede concert, dat afgelopen woensdag voor rekening kwam van het Rotterdams Philharmonisch orkest, ver meldde wat dat aangaat heel wat vertrou wenwekkender namen. Maar dan is het kwaad al geschied en krijg je het bezoeker saantal niet meer omhoog. kenmerken geïllustreerd wil zien om te bepalen tot welke periode ze behoren, krijgt in de onderschriften bij de plaatjes maar een heel summiere toelichting. In het tekstgedeelte loopt die informatie dan misschien wel synchroon, maar het zal voor de doorsnee-geïnteresseerde toch een hele opgave zijn om het verschil tussen twee stijlen binnen een bepaalde periode te vinden. Te betreuren is ook het ontbreken van een behandeling van de „tijdgeest”, die op elke stijl van in vloed is geweest. Te veel wordt hier met termen en begrippen gegoocheld, te wei nig wordt gemotiveerd. Dat er op dit tweede concert aan de vooravond van Hemelvaartsdag bekende namen op het programma prijkten, bleek nog niets te zeggen van de artistieke kwali teit. Misschien dat het hier als uitsmijter gebruikte, inhoudsloze „Capriccio Espag nol” van Rimski-Korssakov overigens nog wel past op zo’n familieconcert, omdat het voor de jeugd een probleemloze orkestgids kan zijn, waarin de diverse instrumenten naar hun aard (maar dan met een kitsche rig Spaans kleurtje eraan) behandeld worden. Minder geschikt, ook voor het uithou dingsvermogen van diezelfde groep jonge bezoekers, was het langdradige symfo nisch gedicht „La jeunesse d’Hercule” van Saint-Saëns. Een werk dat het dan ook helemaal van orkestraal raffinement in de aanpak hebben moet. En de dirigent op deze avond, Heinz Friessen, heeft eigenlijk meer van de gedegen orkest-repetitor weg. dan dat je van een typische dirigentenna tuur zou kunnen spreken. Al leidde Friessen het RPHO overal keurig door heen; briljant was het beslist niet. En dat betekent bij dergelijke, niet al te inven tierijke muziek dat het dan meteen verve lend wordt. Merkwaardig was om in Stra- vinski’s vierdelige Eerste Suite voor klein orkest zo weinig de ware geest van de componist terug te vinden, door een te brave aanpak. Anders was het gesteld met het onder Friessens directie goed begeleid de Concertino in c, opus 26 van Weber, waarin klarinettist Henk de Graaf de solo partij blies. Weber geeft je als toehoorder het gevoel dat hij bij het schrijven van dit aangename concertino, het allervoorde- ligst uitkomen van de klarinet als uit gangspunt heeft genomen Aan alle opper vlakkige charme werd door Henk de Graaf, met instrumentaal-technische gaaf heid en gevoel voor profiel en klankkleur, kracht bijgezet. JOHAN VAN KEMPEN MIDDAGPROGRAMMA, aanvang 14.30 uur: Speciaalzaak in gordijnen en vitrages Kleine Houtstraat 42 Hijailerri lel.023 323925 - s Maandags geslotenw Haarlems! rtirdiinvnhiiis Walt Whitman opnieuw ontdekt het laatst verscheen in 1956 bij de We reldbibliotheek in Amsterdam een derde druk van een keuze uit Leaves of Grass in een tientallen jaren oude vertaling van Maurits Wagenvoort. Het heeft ruim 20 jaar geduurd voordat er een nieuwe ver scheen. Ditmaal werd uit een breder oeu vre gekozen en krijgt Whitman eindelijk de eer die hem toekomt. Uitgeverij Futile in Rotterdam waarbij eerder moet worden gedacht aan een „drukker in de marge” dan aan een regulier uitgever sbedrijf heeft zich aan de vertaling gezet van 83 geselecteerde gedichten of fragmenten van gedichten. Walt Whitman (1819-1892) was via moederszijde gedeeltelijk van Neder landse afkomst. Hij werd aanvankelijk bouwvakker in Brooklyn, later platte landsonderwijzer, journalist maar ook drukker, aannemer. In 1855 bracht hij met eigen middelen Leaves of Grass uit, toen een dun boekje met een twaalftal gedichten. Aanvankelijk was het succes gering maar na een aanbeveling van de wijsgeer en schrijver Ralph Waldo Emer son kreeg het boekje een breder publiek. Na een jaar kwan een vermeerderde uit gave op de markt en toen Rossetti het in Engeland uitbracht, was Whitman’s naam ook in Europa gemaakt. AMSTERDAM Van een groot succes kan men ten aanzien van de uit vier con certen bestaande „Familie-serie", die in het Amsterdamse concertgebouwf wordt gegeven, niet spreken. Dat het geheel uit- eindehjk tot de verkoop van zo’n dikke zevenhonderd abonnementen beperkt bleef - hetgeen iets meer dan een halfvolle zaal betekent - vindt allereerst zijn oor zaak in de onvoldoende op de brede lagen van het publiek (en dan in zo’n voor het !s, Prinses Gracia van Monaco en mrs David Niven in het bijzijn van Robert Le Bret, president van het International Filmfesti val, op weg naar de voorstelling van „Una Giornata Particolare"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1977 | | pagina 19