Dagje lijsttrekker Lachen met chauffeur Van baby tot politicus HANS WIEGEL: „Ach, ik ben de vr iendeli j kheid zelve” k: door Fred Sanders Gerard Reve Kramp in kaken Waardige wijze o ter Til lar Bi; hei in fes vai de: da nk Wi do zoi tie Dr sta bi: ve m kl ot lo: or in or kt w kt d< g< zi „Laten ze maar vooral veel Den Uyl laten zien voorde VARA. Dat kost de PvdA alleen maar stemmen, en wij hebben er deze week weer 732 nieuwe leden- bijgekregen”. Hans Wiegel, lijsttrekker van de VVD, laat duidelijk merken niet onder de indruk te zijn van de VARA-omgeving, als hij kort voor de directe uitzending van het VARA-programma Haagsche Kringen met luide stem zijn smalende opmerkingen ten beste geeft. Geen reacties van het omringende VARA-volk in het zaaltje van het Haagse Pulchri Sudio. Wiegel en zijn gevolg, bestaande uit campagneleider Rudolf de Korte en perschef Leo Rhijnsburger, gaan de confrontatie met de socialistische omroep, gepersonifieerd in interviewer Joop van Tijn, onbevreesd tegemoet. Terecht, zoals later blijkt, want Wiegel weet alle scherpe vragen van Van Tijn handig om te buigen tot aangevers voor harde, op de zwevende kiezer gerichte propaganda- taal. Ook De Korte blijft recht overeind staan naast PvdA-PR-man Kees Bode, die een thuiswedstrijd speelt, en CDA-propagandaleider Dick Corporaal, die tussen beide heren wat in het niet verzinkt. --- k'. Na afloop van de uitzending is de stem ming in het WD-kamp zo mogelijk nog opgewekter dan tevoren. Fons van der Stee, landbouwminister en CDA-kandi- daat, is minder vrolijk. „Ik ben voor de zoveelste keer door de VARA belazerd”, klaagt hij tegen Wiegel, terwijl zijn pers chef Erik Denig geagiteerd rondloopt. „Ze zouden alleen praten over het visserijbe leid en de landbouwprijzen, met misschien nog een vraagje over de grondpolitiek. er te zijn dan met de andere tijdens het interview met Van Tijn gescoorde punten. Chauffeur Lobbe, in dienst van de WD- Tweede-Kamerfractie, rijdt ons (Wiegel, Rhijnsburger en mij) naar Hilversum, waar Wiegel een uur lang mag optreden in het KRO-radioprogramma „Spreekuur” van Fons Disch. Onderweg vertelt Wiegel, dat deze campagne voor hem minder uit puttend is dan die van 1973. „Mijn conditie is ook beter. Ik woog toen 85 kilo, nu nog maar 77”. Het interview verloopt op de bekende Wiegel-manier, vol populaire kreten („Wij stellen het beleid centraal, we doen niet mee aan leuterbroekerij”) en met grote nadruk op de kernthema’s van de WD- Hans Wiegel was - zoals elke baby - erg aardig als zuigeling. Hij zat later in een grote schoolklas. Zes jaar oud staat hij uiterst rechtsC') op de derde rij in de eerste klas Potgieterschool in Amsterdam. Als student kreeg hij een kale kop. Hij stopte de studie politicologie na zijn kandidaats. Pien is zijn vrouw (hiernaast links boven), Ans Molendijk (onder) zijn secretaresse. De WD-lijsttrekker heeft twee kinderen, Eric (2 jaar) en Marieke Sophie (pasgeboren). De woonkamer van de Wiegels is met veel antiek ingericht. In de auto heerst dezelfde opgewektheid als na de uitzending van Haagsche Krin gen. Er wordt gedold. „Leo, je wilde toch een krant hebben”, zegt Wiegel tegen Rhijnsburger, wijzend op een brievenbus Maar ze hebben het alleen over de grond politiek gehad”. Denig, die de afspraak met de VARA heeft gemaakt, knikt heftig. Wiegel maakt meewarige geluiden, al schijnt hij de afgang van CDA-concurrent Van der Stee nu ook weer niet zo erg te betreuren. „Ze hebben de muziek voor me laten ophouden”, zegt hij tevreden, doe lend op het gevreesde Resistentie-orkest, dat tijdens Haagse Kringen op een teken van de regisseur de interviews pleegt te onderbreken. In tegenstelling tot de mees te politici, die in die situatie krampachtig proberen de romantische salonmuziek te overstemmen, weigert Wiegel standvastig nog één woord te zeggen voordat het or kest zwijgt. En waarachtig, het lukt. Ach teraf lijkt Wiegel met die overwinning blij- E dar in Tin daj gee BB Ne< Vo< tot wel nat ver „va sen Da zak lan eer ale S vo< ge tot kei pa: ral dei sat all ge' zit mt tel gr< rir En du da ééi mi we De uil se v n v 11 I c z t r I I l l t t t s 1 1 i hi vt st P1 P w g' n li 01 tr d d e^ w o k Met Hans Wiegel op verkiezingscampag ne. Een vermoeiende bezigheid. Niet zo zeer vanwege het moordende tempo (Wiegel: „Dat wordt zo overdreven, het valt best mee hoor”), maar vanwege de kramp in de kaken. Wiegel is een onver moeibare grappenmaker. De schanddaad van baldadige politieke tegenstanders, die de deur van huize Wiegel met rode verf bekladden (na de uitzending van Haagsche Kringen) leidt aanvankelijk tot scherpe taal over „linkse fascisten” en tot een vastberaden „de heren zullen de rekening gepresenteerd krijgen, op 25 mei”. Even later geeft de lijsttrekker toe dat de verf- spuiters hem niet alleen electoraal een •dienst hebben bewezen. „M’n deur ziet er weer piekfijn uit. Hij moest trouwens toch nodig geschilderd worden. Ik ben nu aan het kijken of ik het van de verzekering vergoed kan krijgen...”. Wij zijn op weg naar Hilversum, in de Peugeot 504D stationcar van Wiegel. campagne; vooral de bestrijding van de werkloosheid en inflatie alsmede het te rugdringen van de overheidsuitgaven. Wiegel wil duidelijk overkomen als een redelijk, niet al te agressief politicus, die duidelijk zegt waar het op staat, maar ook best een vriendelijk woord over heeft vóór tegenstanders. Over Van der Stoel bijvoor beeld en over Van Agt („Die heeft tenmin ste nooit, zoals Boersma, zijn samenwer king met de WD verloochend. Ik heb natuurlijk politieke bezwaren tegen hem, maar het is in ieder geval een man die ook over zijn tegenstanders constructief spreekt en niet meedoet aan het bezwadde ren van anderen”). Een interessant nieuwtje: „ik heb al een hele tijd een regelmatige correspondentie met Gerard Reve”, vertelt Wiegel, als het gesprek via hoogleraar Karei van ’t Reve komt op de grote volksschrijver. „Ik schrijf hem brieven, en hij schrijft me terug. Hij geeft allerlei adviezen, hij heeft ook leuzen voor ons bedacht”. Maar die leuzen mogen we niet weten ze worden ook niet gebruikt. Disch door Wiegel hardnekkig „me neer Disj” genoemd blijkt zich zeer grondig te hebben voorbereid op het ge sprek met de liberale lijsttrekker. Hij ver telt dat hij het onder meer wil hebben over AR-minister Boersma, die niet met VVD’ers in één kabinet wil zitten. Wiegel: „Ja, daar zal ik even iets over zeggen. Iets aardigs”. Disch benadert Wiegel zeer voor komend, zozeer dat een van de door het grote raam toekijkende en luisterende ra diotechnici tijdens een pauze in de uitzen ding vraagt: „Geef je nog een stemadvies, Fons?”. Maar regelmatige luisteraars we ten dat Disch zijn slachtoffers altijd op deze positieve manier tegemoet treedt Marcel van Dam kwam er, een paar weken geleden niet slechter af dan Hans Wiegel nu. fen. Jolige opmerkingen over het gecoördi neerd plannen van een eventueel derde kind gaan de liberale lijsttrekker echter kennelijk te ver. Op het partijbureau is het, wie had an ders verwacht, een drukte van belang. Kinderen lopen in en uit om stickers te halen, propagandisten van de afdelingen krijgen pakketten affiches mee, drie secre taresses doen niets anders dan nieuwe leden inschrijven. De stemming is uitge sproken vrolijk. We bekijken op het scherm 'van het documentatiesysteem het ledenbestand in Amerongen, Wiegels woonplaats. „Ja”, zegt Wiegel, „dat is de buurman, die is pas lid geworden, en kijk, de banketbakker ook”. Er blijken deze dag, tot ongeveer één uur ’s middags, 260 nieuwe WD-leden te zijn ingeschreven. „Toen ik begon (als frac tieleider, in 1971 red.) hadden we 30.000 leden, nu 92.000”, had Wiegel me eerder al met gepaste trots verteld. De afwezigheid van een van de secreta resses, kennelijk met lunchpauze, brengt de lijsttrekker tot een nieuwe Wiegeliaanse kwinkslag. Terwijl we al onderweg zijn naar buiten pakt hij snel een stuk papier, schrijft er op „Den Uyl was hier”, en legt het op haar bureau. Nog even een handte kening voor een jongen die eigenlijk alleen maar om stickers kwam vragen maar die van de gelegenheid gebruik maakt, en we stappen weer in de auto. Wiegel zit zelf aan het stuur, we gaan naar het Tweede-Ka- mergebouw, waar opnamen zullen worden gemaakt voor de eigen tv-uitzending van de WD. Zes „willekeurige kiezers” zullen de lijst trekker vragen stellen. Regisseur Fred Os ter blijkt camera’s en dergelijke te hebben opgesteld in de vergaderzaal van de Twee de Kamer. „Daar zie ik niets in”, zegt Wiegel aanvankelijk, „kiezers zitten niet in de Kamer, die kiezen”. Maar Oster en De Korte weten de lijsttrekker te overtuigen. De kiezers niet zo heel erg willekeurig natuurlijk stellen vragen, Wiegel geeft, ontspannen voor de camera’s, antwoord. Alles staat er in één keer goed op. voor een Hilversums huis, waar een zojuist bezorgd avondblad uitsteekt. „Je stopt er gewoon een briefje voor in de plaats: stemt PvdA”. Chauffeur Lobbe, gepensioneerd korpo- raal-chauffeur van Defensie, overtuigd WD’er, benadert zijn baas met een mengsel van respect en jovialiteit. „Baas, hoe laat moeten we in Den Haag zijn?”, vraagt Lobbe. „Om zes uur Lobbe”, zegt Wiegel. „Mooi, dan ga ik daar wat eten, de baas weet wel wat ik eet”. Op onze vraag in die richting reciteert Wiegel: „Biefstuk, gebakken aardappelen, jus d’orange, pud ding toe, soep vooraf”. Algemene hilari teit. Wiegel zit intussen stukken door te ne men. „Dat SER-rapport, van die wijze mannen”, zegt hij peinzend, „dat komt voor ons net op het juiste moment. Dat ga ik flink gebruiken in het tv-debat met Den Uyl en Van Agt. Ja, het geluk is met de rechtvaardigen, zeg ik altijd maar”. In Den Haag wordt Wiegel verwacht bij de Haagsche Courant, die de abonnees „Chic”, roept Oster, doelend op de waar dige, staatsmanachtige wijze waarop Wiegel ook deze keer zijn verhaal houdt. Dat slaat in dit geval vooral op het feit dat Wiegel te kennen geeft dat niet alles wat er in de wereld misgaat de schuld is van het kabinet-Den Uyl en dat een regering met de WD er niet voor kan zorgen dat onmid dellijk alles „botertje tot de boom” is. „Ach” zegt de lijsttrekker zelf, „ik ben de laatste tijd toch de vriendelijkheid zelf” Nauwelijks zijn de tv-opnamen klaar of Hahs Wiegel, eens (eigenlijk nog steeds) het jongste Kamerlid uit de Nederlandse parlementaire geschiedenis, wandelt be dachtzaam terug naar zijn fractieleiders- kamer Daar wachten nieuwe interviews, gesprekken met partijgenoten, voorberei dingen voor spreekbeurten Wiegel is on vermoeibaar strijdbaar Tien jaar geleden vertelde hij aan iedereen die het horen wilde, dat zijn grote ideaal het burgemees terschap was van een kleine plaats, bij voorbeeld in Zeeland Nu zegt hij: „Nee hoor, voorlopig bhjt ik m de politiek” Wiegel ziet zijn handtekening voor enkele jonge fans. heeft uitgenodigd die avond de krant op te bellen teneinde persoonlijk met de lijst trekker te kunnen spreken. De volgende „dag-uit-het-leven-van-een- lijsttrekker” begint om tien uur in het Tweede-Kamergebouw met een serie in terviews, waaronder een met de bekende Vlaamse journalist Manu Ruys, van De Standaard. „Die man was zeer goed op de hoogte”, vertelt Wiegel na afloop, als we met hem op weg zijn naar het WD-partij- bureau, waar een bijna overwerkte staf een hart onder de riem dient te worden gestoken. Het blijkt dat zowel bij de WD-fractie als op het partijbureau opmerkelijk veel post binnenkomt naar aanleiding van de geboorte, enige weken geleden, van Wiegels dochter Marieke. Een meneer I stuurde zelfs twee geboortekaartjes op, om te bewijzen dat zijn twee kinderen op precies dezelfde dagen geboren zijn als de kleine Wiegeltjes Erik en Marieke. „Dat is toch sterk, hè”, zegt Wiegel, oprecht getrof- I II u

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1977 | | pagina 20