eigenlijk wel? kan dat IV in stedebouw Belgen geven les met Louvain-la-Neuve Overpeinzingen bij stad tussen Haarlem en Hoofddorp t I .jJS. I u i Een nieuwe stad bouwen, i 7 - 1 d II MS door Rien Polderman |R gggl «WJi i - t- 3/^ k uur et n ll.l Nederlandse stedeboüwkundigen een voorbeeld zou moeten zijn. aar takt irdige ror Mi i A RL ft Ia SÉ? Ontwerpers aan NORON-STAD Zouden aardige ideeën op kunnen doen H EIGENLIJK IS BELGIË zelf, althans de manier waarop onze zuiderburen hun ruimte ordenen, één gigantische Belgenmop. Terwijl wordt toegelaten, dat het historische stadsbeeld van Brussel op gruwelijke wijze door massieve hoogbouwkolossen wordt verwoest, bouwen de Belgen enkele tientallen kilometers ten zuid-oosten van hun hoofdstad een weergaloos mooie nieuwbouwstad, die voor de tasSWSa*b MM 0/ 4-^ r llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll IIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIHIIIIHIIHImlHHIIIlilHIlllllllllllll «II 4» Ai f. 4 t in d ‘At '•'Tx. illeeroé nense' NORON-stad kon 'O 3-17 üd 4-8 uu 3-14 uu 4-6 Ud' enschal irs W l erveen1 - - 't rd belt on 023 >ewi|< lUtO’S Die strijdvraag is weer extra actueel geworden, nu Gedeputeerde Staten van Noord-Holland heb ben voorgesteld om tussen Haarlem en Hoofddorp een extra bouwplaats te reserveren voor het neer zetten van 15.000 woningen. In de nota Ruimtelijke Ontwikkelingen in Noord-Holland (NORON) plei ten GS voor een stedelijke bebouwing. De op te richten bebouwing tussen Haarlem en Hoofddorp zou moeten uitgroeien tot een zelfstandige stedelij ke eenheid, een volwaardig stadsdeel (van de agg lomeratie Haarlem), met een eigen identiteit, eigen voorzieningen (winkels, scholen, gezondheidszorg) en een eigen centrum. Dat zou beter zijn, dan een versnipperde verstedelijking in de vorm van uit breiding van Hoofddorp (dat zich wat identiteit en structuur betreft niet leent voor een verdere schaalvergroting) en een uitbreiding van Schal kwijk over de Ringvaart heen. De gemeente Haarlemmermeer voelt echter niets voor deze „NORON-stad” Haarlemmermeer wil liever nog wat extra uitbreidingen aan Hoofd dorp en Nieuw-Vennep vastbreien. De gemeente is in deze opvatting al voorzichtig gesteund door de Statenleden De Boer en Achterstraat (respectieve lijk behorend tot de PvdA- en de CDA-fractie en beiden woonachtig in de Haarlemmermeer). Beide Statenleden zijn van mening, dat de bouw van een nieuwe stad tussen Haarlem en Hoofddorp moet worden afgeraden. Een van de weliswaar Over dezA stmdvrqaq veranhillen de arc.hi tecten stedehonwkunrliaen en planoioaen van mening, sinds hef nodig werd nieuwe steden te bouwen Nodig ter leniging van de woning nood, zonder daarvoor het groene gebied rondom de gude steden en dorpen aan te tasten met eèn verspreide verstedelijking gemiddeld ruim een half uur. Het hangt er even van af welk station je neemt in Brussel, (ter vergelijking: de reis Haarlem-Alkmaar duurt pre cies een half uur) Een nieuwe stad bouwen is mogelijk of onmoge lijk. Het hangt er maar van af, wat je onder een stad wenst te verstaan. schoorvoetend uitgesproken argumenten: een nieuwe stad bouwen is toch een onmogelijkheid. Weer anderen stellen eisen aan de vorm van de verzameling gebouwen. Pas als de bebouwing zo is gegroepeerd, dat deze op straat herbergzaamheid biedt en beschutting tegen regen, wind en zon, pas Voor de één is een verzameling huizen en andere gebouwen al een stad. Een ander vindt dat pas van een stad mag worden gesproken, als die verzameling huizen en andere gebouwen kan functioneren als een min of meer zelfstandige economische en sociale eenheid. De bakstenen bebouwing is dicht tegen elkaar aangemetseld en vormt zo een hecht en gesloten weefsel, dat intimiteit en beschutting waarborgt. Door het samenbrengen van uiteen lopende functies in de verschillende gebouwen ontstond een stedelijke eenheid (in plaats van de voor elke aparte functie afzonderlijk neerge zette „solistische” gebouwen met een gazon rondom, die plegen bij te dragen tot de onherbergzaamheid van veel nieuwbouwwijken). De structuur en de vormgeving van de nieuwe stad zijn aangepast aanen maken gebruik van de natuurlijke en historische gegeven heden van het bouwterrein. De stad is neergevleid in een flauw glooiend dal. Het centrum, dat over de inge graven spoorlijn, autoweg en par keergarages is heengebouwd, ligt het laagst. Vandaaruit klimmen de straatjes op naar de vier wijken I r (Biereau, Bruyères, Hocaille en Lau- zelle) die daaromheen moeten ko men te liggen. De wijk Biereau is thans voltooid. Aan de overkant van het dal, tegenover Biereau, wordt hard gewerkt aan Hocaille. Beide andere wijken volgen in een later stadium. Nu zou het onjuist zijn om Lou- vain-la-Neuve zonder meer als mo- i levens chnjven itanot las- er voor - w- Belangwekkend voor de ontwer pers van de NORON-stad zou de compacte laagbouw kunnen zijn van Louvain-la-Neuve. Deze draagt bij tot het intieme en beschuttende karakter van de straatjes. De nood zaak om een groot aantal studenten appartementen te bouwen is aan de bereikte hoge dichtheid zeker niet vreemd. Met een dergelijke collec tieve woningbouw kan allicht com pacter worden gebouwd, dan met de geijkte eengezinswoningen op rij, met een tuintje voor en achter. Maar daarmee is de stad zelf nog niet een organisch gegroeide een heid. Louvain-la-Neuve is en wordt in betrekkelijk korte tijd neerge plant, en zal lange tijd als totaliteit de kenmerken blijven dragen van dat korte tijdvak. Om toch nog zoiets als historische groei en veran dering in de gevelwanden een kans te geven, worden daarin gaten open gelaten, die later kunnen worden ingevuld. kluisd, dan was er al een ernstig probleem uit de wereld. Ook de ma nier, waarop de auto uit het centrum is geweerd is leerzaam in Louvain- la-Neuve: het autowegennet is zo uitgekiend, dat elke verplaatsing binnen de stad steeds vlugger en aangenamer te voet dan met de auto is te doen. 'iWik ik 8*c Als nog wordt afgezien van de bouw van hoge flats aan de rand van de stad, wijst alles er op dat met Louvain-la-Neuve een zeer fraaie nieuwbouwstad aan het groeien is. Een blik vanaf een hoog gelegen punt over de daken deed mij zelfs denken aan een oude Italiaanse stad, zoals Sienna bijvoorbeeld, al klinkt dat bijna lasterlijk. Verwe ring van pannen en stenen kan het geheel nog mooier maken. De aanleiding tot het stichten van de nieuwe stad was uiterst Bel gisch gelegen in de taalstrijd, op de katholieke universiteit van Leu ven. De voorgëschiedenis daarvan is voor dit verhaal niet van belang. Feit was, dat Vlamingen en fransta- ligen het op een gruwelijke manier met elkaar aan de stok kregen en dat leidde in juni 1968 tot de histori sche beslissing om de franstalige afdeling van de universiteit te ver huizen naar Wallonië. Men besloot tot de bouw van een geheel nieuwe universiteitsstad. Dat sloot aan bij de plannen voor overloop van het teveel aan woningzoekenden in de Brusselse agglomeratie. De katho lieke universiteit van Leuven kocht een grote lap grond op het heuvel achtige plateau van Lauzelle bij Ot- tignies. De Universiteit geeft de grond uit in erfpacht (een bijzonder heid in België) en kan zo greep hou den op de ontwikkeling en vormge ving van de nieuwbouwstad. Louvain-la-Neuve heeft een natuur lijke ligging en omgeving, waarmee vergeleken de Haarlemmermeer kil en akelig plat is. Niettemin zouden de ontwerpers van de NORON-stad in Louvain-la-Neuve een aantal aar dige ideeën op kunnen doen. Als was het alleen maar de structurele manier, waarop de_zaken daar zijn aangepakt. Heel wat anders, dan het aanbrei- en lapwerk zoals sommige plaatselijke politici waarschijnlijk in gedachten hebben. e. Het stationsgebouw is met een stelsel van andere gebouwen over de spoorlijn heen gebouwd. Ook een langs de spoorweg gelegen autoweg en daarop aansluitende parkeerga rages zijn door dichte bebouwing overkluisd. Het station komt uit op een wir-war van betrekkelijk smalle straatjes en pleintjes, waarin je als je niet oppast uitstekend kunt verdwalen. Een duidelijk plus punt. Het betekent, dat we hier een spannend stratenpatroon hebben, waar het verrassingselement, als in een oude stad, volop aanwezig is. Nog weer anderen definiëren een stad als een organisch gegroeid geheel. Een plaats, waar de geschiedenis aan de oppervlakte komt in het geva rieerde beeld van de gevelwanden. Een plaats waarvan de ontstaansgeschiedenis afleesbaar is uit het stratenpatroon en de plattegrond. De hellingshoek van het dak van deze boerderijen is overgenomen in de daken van de nieuwe bebouwing. Zo is enige relatie verkregen tussen de nieuwe stad en de traditionele boeren bouwtrant van de streek. Men heeft bij wijze van spreken geprobeerd de stad te enten op het aanwezige boerenlandschap. De stad is weliswaar een wezensvreemd element in het gebied, maar kan nu met de streek tot één geheel samen groeien. >KW’. 'll' wellicht het aantal van diegenen hebben vergroot. Hen zou ik willen aanraden eens een kijkje te gaan nemen in de Belgische nieuwbouwstad Louvain- la-Neuve, enkele tientallen kilometers zuidooste lijk van Brussel. De Belgen, om wier bouwkunsten ruimtelijke „ordening” in Nederland nogal eens smalend wordt gegrimlacht, zijn er in geslaagd een aantrekkelijk stedelijk milieu te scheppen op een plaats waar nog pas tien jaar geleden verspreid gelegen boerderijen stonden te midden van het akkerland. Een gegeven om bijvoorbeeld over na te denken is de onder het stads centrum weggewerkte autoweg. Als rijksweg 16 op deze manier door de worden over- De oplopende straatjes volgen hier en daar het verloop van een voormalige landbouwweg. Zo’n hol le weg is dan zoveel mogelijk in takt gelaten. Op een paar plaatsen is ook een oude boerderij blijven staan. Deze krijgt dan een functie binnen de stad. Langs de straten liggen winkels (die vanuit het ondergrondse net werk van parkeergarages kunnen worden bevoorraad). De auto is ge heel uit de voetgangersstraatjes ge weerd. Dat betekent, dat je op je gemak in dat centrum kunt rond slenteren (Geen voetgangerslichten, die de voetgangers steeds weer her innerd aan zijn ondergeschikte plaats in het auto-verkeer). Louvain- la-Neuve zou geen Belgische stad zijn, wanneer de kroegen ontbra ken. Aan de straten en pleintjes kun je dan ook verschillende gelegenhe den aantreffen voor het vatten van ’n pint. Restaurantjes ontbreken evenmin. De onaantrekkelijkheid en steriliteit van nieuwbouwsteden als de Bijlmer zullen degenen, die niet geloven in de mogelijkheid nieuwe steden te bouwen in hun opvatting hebben gesterkt. En :y. L Nu is het duidelijk, dat een nieuwbouwstad aan een aantal van deze definities niet kan voldoen. Een stad zonder geschiedenis, kan die ook niet uitdrukken in de gevelwanden. Een 17-de-eeuws grachtenpand, al is het nog zo mooi nagebouwd in een nieuwbouwstad, is kitsch en nep. Een romaan- se kerk, een gotisch stadhuis, een renaissance- gevel, weerspiegelen niet alleen de opvattingen van de tijd, waarin ze werden gebouwd, maar laten ook zien hoever de techniek in het tijdvak van de bouw gevorderd was. Overzicht over Louveln-ie Mw- ve vanaf het bovenste balkon van do bibliotheek der natuur wetenschappen aan het Piece dee Sciences In do «rijk Biereau. Op do voorgrond het eerste cett van do stad, „Chez Cheope”. In de linkerboven hoek do oude hoeve van Biereau, waarvan do ge schiedenis teruggaat tot do twaalfde eeuw. De helling*- hook van deze boerderij Is ovorgonomen In do daken van do nieuwe stad. In do rechter bovenhoek do wijk Hocaille In aanbouw aan de overkant van het dal. AZ dan is er sprake van een stad. Weer anderen vinden dat er ook beschutting moet zijn tegen het verkeer Zij vinden dat de oude steden door het autoverkeer, dat er in is toegelaten, onherberg zaam zijn' geworden. Vlak voor de nieuwe stad gaat de trein een tunnel in. Als hij daaruit weer te voorschijn komt, kun je de stad in aanbouw zien liggen. Even voor het station duikt de trein onder het stadscentrum door. Dan staat hij stil langs het perron. Aan de reizi gers, die het perron op drommen, kun je zien dat Louvain-la-Neuve een studentenstad is. Op een beton nen muur, die langs het verdiept liggende perron loopt, is met rode letters geklad: „Les arbres ne fleu rissent pas dans le beton, les hom mes pas non plus" (In het beton kunnen geen bomen groeien en mensen al evenmin) Handel en nijverheid, een groot aantal mensen dat daar zijn brood in verdient, de huizen waar die mensen in wonen, in grote aantallen, dicht bij elkaar, de winkels waar ze hun inkopen doen, de scholen waar hun kinderen naar toe gaan, de schouwburg, de concertzaal en de bioscoop waar ze heen gaan om zich te vermaken, de kerk en het kerkhof waar ze hun doden begraven, dat alles bij elkaar maakt een stad. Dat laatste geldt niet minder voor de Bijlmer en de Haagse overloopstad Zoetermeer. De techniek is in deze gebouwde omgeving echter zo overweldi gend aanwezig, dat de mensen er onder dreigen te worden verpletterd. De opeenhoping van mensen die elke stad is kon door de hedendaagse bouwtechniek dermate letterlijk en doelmatig worden uitgevoerd, dat andere eigenschappen van een stad, zoals herbergzaamheid en een gezellig en gevarieerd straatbeeld onmogelijk zijn geworden. Misschien is één van de grootste charmes van oude steden wel, dat de opeenhoping van mensen juist minder doelmatig is gebeurd. Ofschoon de NORON-stad niet be doeld is voor studenten-huisvesting, zouden collectieve woningbouw en de bouw van kleine wooneenheden ook daar zinvol kunnen zijn. De be hoefte daaraan is zeker aanwezig. De gemiddelde woningbezetting idaalt. Een groot aantal jongeren zonder gezin wil ook wonen. Alleen staanden en twee-persoonshuishou- dens hebben ook recht op huisves ting. En er is een groeiende belang stelling voor alternatieve woonvor men en meer collectiviteit in het wonen (communes, centraal wonen etc). Kortom er is een toenemende vraag naar een ander type woning naast de traditionele eengezinswo ning. Dat andere woningtype leent zich wellicht uitstekend om in com binatie met winkelbebouwing te worden samengevoegd tot een com pacte centrum-bebouwing, waar mee de NORON-stad meteen aan een gezellig hart zou zijn- geholpen. Hat perron van Louvafn-ia-Heuve Do trainen rijden onder het centrum door naar Ottgnlea Maar met dat beton blijkt het het best mee te vallen: Hoewel het als constructiemateriaal allicht overal in de stad is toegepast speelt het uiterlijk geen dominante rol. In be paalde gebouwen is het eerlijk en openlijk „schoon uit de kist” geko men. Een voorbeeld daarvan is de fraaie bibliotheek van de natuurwe tenschappelijke faculteit; die dooi de plastische eigenschappen van be ton zelf een plastiek kon worden. Baksteen is echter het materiaal, dat in Louvain-la-Neuve het meest aan de oppervlakte komt. Door de hoofdzakelijke toepassing van dit materiaal in verschillende tinten en WWW Louvain-la-Neuve (Nieuw-Leu- ven) ligt een'paar kilometer ten oos ten van Ottignies, halverwege de spoorweg Brussel-Namen. De nieuwe stad, waarvoor in 1971 de eerste steen werd gelegd, heeft een eigen spoorlijn, die even voorbij Ot tignies aan de lijn Namen-Brussel aantakt. De reis van Brussel naar Louvain-la-Neuve duurt, het over stappen in Ottignies meegerekend, i 41 De ll/n CMngnlea-Louvain-la-Neuve duikt onder het centrum van de nieuwe stad door richting station Daarnaast de autoweg en parkeergara ges in aanleg, die eveneens door de bebou wing worden overkluisd hardheden ontstonden warme en ge varieerd ogende gevelwanden. Het gebruik van baksteen is aan de bou wers in Louvain-la-Neuve voorge schreven. De materiaalkeuze werd aan beperkingen gebonden. Daar mee wil men een escalatie voorko men van opschepperig materiaal-ge- bruik (marmer en andere natuur steen en van die smerige mozaïek- tegeltjes), die al zo veel gevels en straatwanden onherstelbaar heeft verpest. del voor te stellen voor de nieuwbouwstad die tussen Haarlem en Hoofddorp zou moeten komen. L V/i ‘a De Ingang van het stationagebouw van Lou- valn-la-Neuve (links) komt uit op een smalle straat die met winkeltjes aan weerskanten op loopt naar de wijk Biereau •7/ ■'A- z -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1977 | | pagina 27