Regisseur Michael Schultz toont onbekwaamheid door cliché’s
Film
hciarem
filmhuizen
"1
cimsterdcim
Pa's goederen.
I
Weet je wat?
Wie ‘teerst klaar is.
Polanski
VRIJDAG
O
Als achtergrond voor de titels
van zijn film „Mr. Klein” gebruikt
regisseur Joseph Losey een mo
dern wandtapijt waarin zeer kun
stig in symbolen de begrippen on
verschilligheid, wreedheid, aan
matiging en begeerte verwerkt
zijn. Als de filmhandeling begint
dient dit tapijt als een kunstwerk
dat geveild wordt en dus als mid
del om de toeschouwer binnen te
leiden in een rijke Parijse kunst
handel waar Mr. Klein (Alain De
lon) tegen een veel te lage prijs
een schilderij uit Joods bezit
koopt. Het is 1942. Maar deze laat
ste film van de Engels-Ameri-
kaanse regisseur Losey die Studio
op maandag en in de nachtvoor-
stellingen van vrijdag en zaterdag
vertoont, richt zich niet tegen de
Duitse onderdrukker, althans niet
in de eerste plaats.
We kennen hier wel het benzinestation annex auto-wasserij waar je
wagen onder sproeiers en tussen roterende borstels een schoonmaak
beurt kan krijgen en eventueel door de pompbediende nog wat
opgewreven wordt. Een enkele maal is zo’n wasinrichting uitgegroeid
tot een tunnel waar meer auto’s tegelijk op een soort lopende band in
behandeling kunnen worden genomen. Het is meestal een nogal
lawaaiig bedrijf waar conversatie nauwelijks mogelijk is en hoogstens
tussen de wachtende automobilisten, bezig met het uitmesten van het
interieur van hun wagens buiten de tunnel een waarschijnlijk tech
nisch georiënteerd gesprekje zal ontstaan.
19
I
I
p hl
Kansloos scenario in Car Wash
i
Charles Boost
(ADVERTENTIE)
Roman Polanski speelt de hoofdrol in de door hem zelf geregisseerde film „Le Locataire"
publiciteitstekst brengt nieuwe conflicten
als de eigenaars hun wagens afstaan aan
de draaiende borstels en de werkers die
over en in de voertuigen kruipen als „mie
ren die op een karkas aanvallen”.
Als je zo lyrisch en welsprekend een
ogenschijnlijk nogal prozaïsch onderwerp
omschreven hoort, denk je in de betrokken
film sociale aspecten en dramatische func-
„All this and World War 2” in Bellevue-
Cinerama is een poging de oorlog die in de
titel genoemd wordt, een nieuwe dimensie
te geven door journaal- en reportagebeel-
den wat anders te rangschikken, er soms
technische trucjes mee uit te halen en
vooral door ze als ’t ware met muziek te'
commentariëren. Dit gebeurt ondermeer
door een 20-tal songs van de Beatles achter
de beelden te zetten waardoor ironische
bijbedoelingen ontstaan. Dat lukt lang niet
altijd en dan blijven er oorlogsopnamen
over die door ongebruikelijke muziek be
geleid worden.
Een erg Engelse film, hoewel spelend in
Amerika is ook „The little Girl Who lives
down the lane”, vertellend over een der
tienjarig meisje (Jodie Foster, bekend uit
„Taxi Driver”) die door omstandigheden
alleen in een buitenhuis dicht bij zee woont
en zich vanuit haar eenzame positie verde-
ontwikkeling gevolgd worden. Er is een
China-aanhanger die revolutie predikt,
een jongen met hef desproblemen, een va
der met huiselijke zorgen, een schuinsmar
cheerder die bang is de vorige nacht een
geslachtsziekte te hebben opgelopen. De
baas houdt het natuurlijk met zijn secreta
resse en zijn zoon wil, in een protesthou
ding, aan de kant van de arbeiders staan
en leest de hele dag het Rode Boekje van
Mao.
Er valt geen cliché te bedenken of het is
op een of andere manier in de film opgeno
men. Maar al die kleine intriges die in de
film bij tussenpozen aan de orde komen,
nemen zoveel tijd in beslag, ook al omdat
iedereen zich onmiddellijk met iedereen
bemoeit, dat er van autowasserij weinig
komt en geen toeschouwer zal begrijpen
dat er op het eind van de dag nog zoveel
geld in de kassa zit dat een der personeels
leden met revolver en al een poging tot
bankroof doet. Hij wordt daarvan afge
houden door de trouwe neger-huisvader
die met sonore stem op de gevolgen wijst
en de aanvaller tot tranen toe weet te
bewegen.
„Car Wash” is geen mislukte film, maar
een overbodige film die fout gestart is op
een kansloos scenario en met een onbe
kwame regisseur. Misschien dat op de ge
lijknamige „theme song” van Rose Royce
enig publiek naar Calypso gelokt zal wor
den, maar ook dat zal diep teleurgesteld
worden door een film die niet meer van
deze tijd is.
Regisseur Losey weet op beklemmende
manier het Kafka-achtige gegeven naar
zijn noodlottig einde te voeren in deze
ongewone film die als een wrange morali
teit overkomt. Alain Delon die de produc
tie financieel mogelijk maakte speelt de
opgejaagde Mr. Klein met meer gevoel en
meer genuanceerd dan in zijn gemakkelijk
liggende gangsterrollen van vroeger nodig
was. In kleinere bijrollen zien we onder
meer Jeanne Moreau als de vriendin van
Klein, Suzanne Flon als een concierge en
Michel Lonsdale als een vriend die Klein
aan geld wil helpen om te vluchten. Klein
Ongeveer gelijktijdig met Losey’s opna
men in Parijs voor „Mr. Klein”, was een
andere buitenlander, Roman Polanski ook
bezig in de Franse hoofdstad voor zijn film
„Le Locataire”. Roxy heeft deze week de
film die naar een idee van de satirische
tekenaar-schrijver Roland Topor gemaakt
is op het programma genomen, daarmee
voor een tweede uitzonderlijke Haarlemse
première zorgend.
De kamer is vrijgekomen doordat de
vorige bewoonster zelfmoord heeft willen
plegen door uit het raam te springen. Trel-
kovsky bezoekt haar in het ziekenhuis,
heeft contacten met haar vriendin, heeft
verschillende malen moeilijkheden met de
conciërge en gaat zich inbeelden dat zijn
omgeving hem de moeizaam verworven
kamer weer wil afnemen. Hij vereenzaamt
langzaam, krijgt waanvoorstellingen en
eindigt met het voorbeeld van de vorige
bewoonster te volgen en uit het raam te
springen.
Het thema en zeker de uitwerking ervan
doen denken aan vroégere films van Po
lanski, vooral aan „Repulsion” dat echter
gaver van opbouw was dan „Le Locatai
re”. Wat niet wegneemt dat de film waar
aan Isabelle Adjani (uit een van de laatste
films van Truffaut), Shelley Winters als de
conciërge, Melvyn Douglas als een achter
dochtige huiseigenaar en Claude Dauphin
meewerken, beklemmend werkt en tege
lijk bij vlagen de bizarre humor vertoont
die de aanwezigheid van Roland Topor als
schrijver van de verfilmde roman ver
raadt.
Kaastosti
Evenals bij „Mr. Klein” is er sprake van
schijn en werkelijkheid die zo kundig ver
mengd zijn dat het nooit helemaal duide
lijk is waar de verbeelding plaats maakt
voor de realiteit. Regisseur Polanski speelt
zelf, de hoofdrol van een genaturaliseerde
Fransman, de uit Polen afkomstige Trel-
kovsky, een ambtenaar op een archief die
met enige moeite een appartement heeft
weten te bemachtigen op de derde ver
dieping van een woonkazerne.
In Amerika gebeurt dat allemaal natuur
lijk nog op grotere schaal en de „car wash”
heeft daar zo’n beetje de vorm aangeno
men van een groot openluchtbedrijf waar
de auto’s in een onafgebroken file binnen
komen rijden voor een fikse wasbeurt.
Onder de duidelijke titel „Car Wash” is nu
zelfs een film gemaakt die zich in zo’n
schoonheidssalon voor de auto afspeelt, in
de perspubliciteit omschreven als een
soort microcosmos, een geheel op zichzelf
staand wereldje.
Eigenaar en employés, zo gaat de recla
me verder, worden iedere week gedurende
meer dan vijftig uur bij elkaar gebracht
om zich gereed te houden voor het gespeci
aliseerde werk van het schoonmaken van
vuile auto’s, daarbij tijd nemend voor
lunch, voor onderlinge ruzies, voor grap
pen, voor zelfbeklag en het zich klaarma
ken voor vertrek als de laatste wagen
ingezeept, afgespoten, in de was gezet en
gedroogd is. Iedere dag, zo voorspelt de
Hij valt de menselijke onverschilligheid
aan en meer in het bijzonder de lauwheid
waarmee het Franse volk gereageerd heeft
op de gruwelijke dingen die het tijdens de
bezetting om zich heen heeft zien gebeu
ren. Dat Franse volk wordt dan in de film
vertegenwoordigd door de heer Klein, een
arische kunsthandelaar die profiteert van
het feit dat veel rijke joden in de omstan
digheden waarin ze zijn komen te verke
ren, gedwongen zijn hun kunstbezit tegen
iedere prijs te verkopen.
Klein geeft er zich nauwelijks reken
schap van wat hij doet. Hij maakt goede
zaken en voor wat er om hem heen gebeurt
heeft hij geen belangstelling. Tot hijzelf in
een vergelijkbare situatie gemanoeu
vreerd wordt als waarin zijn joodse land
genoten zich bevinden. Het begint ermee
dat hij een aan hem geadresseerd joods
informatieblaadje op zijn deurmat vindt.
Bij navraag blijkt dat er een joodse me
neer Klein bestaat van wie geen adres
bekend is zodat nu alle stukken naar zijn
arische naamgenoot doorgestuurd wor
den. Een hachelijke toestand waartegen
Klein bij de autoriteiten gaat protesteren
die hem echter steeds meer verdacht gaan
vinden naar mate hij met grotere regel
maat zijn bezwaren kenbaar maakt. Klein
raakt in paniek, probeert zijn onzichtbare
naamgenoot op te sporen, zijn vrienden
worden argwanend, de autoriteiten confis-
ceren zijn bezit, zijn vriendin verlaat hem.
Er is alleen nog maar een fatale afloop
mogelijk.
laat. En tegelijk het besef dat het Rosi te
doen is om achter de waarheid te komen
en zijn publiek een blijvende achterdocht
ten opzichte van machtsconstructies bij te
brengen.
In het Leidseplein Theater wordt in
„The Seven-Per-Cent Solution” in een aar
dig avonturenverhaal onthuld hoe het
kwam dat Sherlock Holmes in 1891 uit het
gezicht verdween. Zelfs Sigmund Freud
speelt in dit bedachte Conan Doyle-ver-
haal een rol. Freud wordt gespeeld door
Alan Arkin, Holmes door Nicol William
son, Dr. Watson door Robert Duvall en
Holmes’ aartsvijand, professor Moriarty
door Laurence Olivier. De regie is van
Herbert Ross.
Lina Ventura als politie-inspecteur Rogas
in „Cadaveri Eccellenti”.
digt tegen buitenstaanders die zich in haar
leven mengen. Er vallen lijken en het meis
je krijgt steun in haar strijd tegen volwas
sen bemoeials van een iets oudere school
jongen. Een onmogelijk verhaal dat zich
om geen enkele logica druk maakt en niets
verduidelijkt omtrent de motieven van het
- tegen haar zin - moorddadige meisje.
Tenslotte is in The Movies een van de
laatste Fassbinders beland, „Satansbra-
ten” die al te zien is geweest in de vorig
jaar gehouden Cinemanifestatie Utrecht.
Een verwarde en bizarre film over een
mislukt schrijver die na allerlei huiselijke
belevenissen uiteindelijk weer aan het
werk gaat en een boek schrijft over macht
en geld.
ties onthuld te zien van het schoonmaak
bedrijf waar je als onnadenkend gebrui
ker nooit op gekomen zou zijn.
„Car Wash” van regisseur Michael
Schultz begint rustig in de vroege ochtend
als een voor een of groepsgewijs het perso
neel te voet, op brommer of in auto naar de
„Deluxe Car Wash” in Los Angeles gaat en
zich vervolgens in de werkkleding hijst. De
inleiding heeft al dadelijk een verkeerde
toon als in de kleedkamers bijna onmid
dellijk een grote hoeveelheid grappen en
grollen losbarst die van een onnatuurlijke
werklust op de vroege ochtend getuigt. Er
valt niets te bespeuren van de sleur van
iedere dag en van de weerzin eikaars gezel
schap opgedrongen te krijgen en het routi
newerk weer te moeten opvatten.
Nu behoort het merendeel van het perso
neel van de wasserij tot de negerbevol-
king, in iedere afmeting en ömvang en van
iedere politieke overtuiging. Volgens regis
seur Schultz of van zijn scenarioschrijver
Joel Schumacher zijn de negers nog altijd
een vrolijk volkje dat lachend en zingend
aan het werk gaat. Bovendien is nu ook
een fatterige homofiele neger aanwezig die
helemaal beantwoordt aan het filmproto
type van de homo en opnieuw als verplicht
nummer een bron is van veel vermaak.
Uiteraard kan over het schoonmaken
van auto’s geen boeiende film gemaakt
worden. Het werkvolk moet dus eerst op
gesplitst worden in verschillende karak
ters, ieder met eigen problemen die frag
mentarisch in de loop van de film in hun
Als derde film van belang die deze week
het programma van de Haarlemse bios
copen siert kan „De verschrikkelijke Man
uit Saffie” gelden, een Zweedse verfilming
door Bo Widerberg van een der politie
romans van het duo Sjöwal en Wahlöo.
Moeilijkheden binnen het Stockholmse po-
litie-apparaat gecombineerd met een mas
samoordenaar die zich op een flatgebouw
in het hartje van de stad heeft geïnstal
leerd en vandaar uit de omgeving terrori
seert, vormen twee door elkaar lopende
thema’s wat een eenzijdige sensationele
aanpak van de intrige voorkomt.
Widerberg toont zich een veel veelzijdi-
ger regisseur dan de meesten van zijn
Amerikaanse collega’s bij soortgelijke ge
gevens. Vooral het conflict binnen de poli
tie waaruit de terreuractie logisch voort
komt wordt met veel psychologisch inzicht
en vol menselijke trekken behandeld en
heft „De verschrikkelijke Man” ver uit
boven een goedkoop senstiegeval als bij
voorbeeld „Last Minute Warning”. Studio
legt eer in met dit voortreffelijke voor
beeld van een iuiste vermenging van on-
5.-.
week over Amsterdam worden uitge
strooid is de belangrijkste te zien in Al
hambra I waar de Italiaanse film „Cada
veri Eccellenti” van Francesco Rosi einde
lijk vertoond wordt. Een jaar geleden viel
de film op in Cannes door een enthousiaste
ontvangst van de zijde van de internatio
nale pers. Tuschinski kocht de film aan,
aarzelde omdat er toch sprake was van een
zogenaamde „moeilijke” film, vroeg en
kreeg een aanloopsubsidie van het door de
Bioscoopbond opgerichte Steunfonds
voor de goede film, draaide hem begin van
dit jaar voor de pers zodat veel critici hier
opnieuw over „Voorname lijken” schreven
en brengt Rosi’s meesterwerk pas uit, nu
de belangstelling voor de aangeprezen
film waarschijnlijk al weer aan het tanen
is. Zo gaat dat hier met de weinige uitzon
derlijke werken uit de wereldfilmpro-
duktie.
Uit onze Uitvoerige besprekingen van
destijds zal men zich misschien herinneren
dat Rosi’s film, evenals zijn vorig werk
(„Salvatore Giuliano”, „Le Mani sulla Ci-
tè”, „II Caso Mattei”, „Lucky Luciano”)
onderzoekingen zijn naar de verborgen
machinaties van de macht; de macht, zoals
Rosi het eens formuleerde, die zich voedt
met lijken. Ditmaal komt de handeling op
gang als na de moord op drie vooraan
staande figuren van de rechterlijke macht
de politiek onbesmette politieinspecteur
Rogas (Lino Ventura) de zaak te behande
len krijgt. Zijn speurtocht naar de schuldi
gen, door de politie in verkeerde richtin
gen gemanoeuvreerd, brengt Rogas ten
slotte tot de overtuiging dat achter de
moorden een politiek complot schuil gaat.
Als hem de uiteindelijke bewijzen in han
den zullen worden gespeeld worden Rogas
en zijn tipgever vermoord.
Rosi heeft van dit gegeven waarvan veel
details rechtstreeks slaan op gebeurtenis
sen en situaties in Italië, een beangstigen
de film gemaakt. Corruptie en machtsmis
bruik zijn opnieuw de elementen die ver
storend op de rechtsorde werken en die
tegelijk het uitzicht op verbetering ver
sluieren. Zonder een thriller te hebben
willen maken heeft regisseur Rosi feiten
en gebeurtenissen zo gerangschikt dat het
effect schrikaanjagend is en een indruk
van onheilspellende werkelijkheid achter-
Jij zet even
dat Knoopje
Dan maak Ik
intussen een
paar lekkere
laastosti’s.
DE FILM-INN-Liga-Zandvoort pro
beert in het gemis aan een filmhuis in de
badplaats te voorzien en wil de aktiviteiten
zaterdagavond beginnen met het vertonen
van „L’Invitation” van de Zwitserse regis
seur Claude Goretta en de voorfilm „1000
kilo vurenhout” van cineast, filmcriticus
en oud-plaatsgenoot Thijs Ockerse in de
openbare bibliotheek, Prinsesseweg 34.
Aanvang 21 uur.
Thijs Ockerse heeft een vederlicht
filmpje gemaakt rond het vervaardigen en
functioneren van de reuzenappel die beel
dend kunstenaar Kees Franse heeft ver
vaardigd voor de vertrekhal van Schiphol.
Claude Goretta maakte met L’Invitation
een bijzondere rolprent met goed uitge
werkte karakters en een melancholieke
humor.
Tijdens de maand juni brengt filmhuis
Het Melkwoud elke week vier voorstellin
gen op vier verschillende avonden, te we
ten woensdag-, vrijdag-, zaterdag- en zon
dagavond. Aanvangstijd telkens 22 uur.
Dit weekend wordt Delito d’Amore van de
Italiaanse cineast Comencini vertoond,
volgende week L’Affiche Rouge van
Frank Cassenti. Comencini gaat doorvoor
een volksfilmer, iemand die zijn films
bouwt op thema’s die bij brede lagen van
het publiek aanslaan Toch weet hij dat
met diepgang te bereiken, Delito d’Amore
is daar zonder meer een voorbeeld van.
windende en menselijke elementen.
zijn rechten als Fransman dat hij op geen
hulpaanbiedingen ingaat en zijn zijn blind
heid met open ogen zijn noodlot tegemoet
gaat.
Mr. Klein (Alain Delon), wordt gearres
teerd door de Franse politie.
«"ÏSSSSÏ'O