Weggestemde Kamerleden
willen zich terugvechten
O
Drees jr. kijkt uit
naar goede baan
DE KONING:
„IK BEN WILLEM DREES JR. NIET
(IlIllIlIlIllWtl
1
s «K
lifr
door Theo Klein
Vreemd
Koekoek
Media
Niet voorbereid
1
Wachtgeld
regeling
geeft
voorlopig
nog soulaas
X
J. de Koning, BP
tl
1
van der Spek, PSP
A. G
1
wat inhield dat Jan de Koning zijn spullen kon pakken
Dr, H J. G. Waltmans, PPR
J F Wolft. CPN
Onder andere voor dit genoemde vijftal
was 25 mei een dag die zij niet licht zullen
vergeten. Henk Waltmans: „Ik had daar
helemaal niet op gerekend. Tot op het
moment dat woensdagavond de eerste uit
slagen binnen kwamen, had ik er geen
moment aan gedacht dat ik als nummer
vier zelf niet meer in da Kamer zou komen.
De allereerste uitslag leverde 0,2 percent
Willem Drees jr. vindt het na de ver
nietigende nederlaag van DS’70 (van 6
naar 1 zetel) overdreven om van een
kater te spreken. „Ik was wel teleurge
steld, omdat ik toch had gehoopt dat we
nog drie zetels over zouden houden”,
vertelt hij, „maar dat we verlies zouden
gaan lijden was voor mij geen verras
sing. Na onze nederlaag bij de staten
verkiezingen in 1974 zag ik dat wel
aankomen. We hebben sindsdien na
tuurlijk wel drie jaar hard gewerkt om
terug te kunnen komen, maar aan alles
kon je merken dat het niet aansloeg. Ik
zag dat aan de opkomst op de bijeen
komsten, de stortingen in de ver-
kiezingskas, de brieven, het ledental.
We hebben erg veel nattige dingen ge
daan. Goed gefundeerde rapporren ge
publiceerd, maar die zijn met aange
slagen”.
Drees: „Het is niet zo dat ik uit teleur
stelling nee zou zeggen. Ik heb dit zoals
gezegd al aan zien komen. In 1972 heb
ik al eens overwogen of ik er niet mee
moest stoppen, maar ik zag toen nog
voldoende kansen voor een fractie met
zes man. Om nu zelf de enige zetel te
bezetten vind ik echter een te lichte
opdracht voor een man met mijn erva
ring. Zo’n positie is beter voor een jong
politicus, die aan 'het begin van zijn
carrière staat, of een oudere collega,
die dit als een goede afsluiting van zijn
loopbaan ziet. Ik heb indertijd een hoge
functie (Drees was voor hij in de Kamer
kwam thesaurier-generaal bij het mi
nisterie van Financiën, red.) opgegeven
om een grote fractie te kunnen leiden.
Ik ben minister geweest, hoogleraar, ik
heb in binnen- en buitenland hoge func
ties bekleed. Ik vind het nu efen beetjë
gek om als eenling in de Kamer te
blijven zitten”.
in de Kamer innemen, maar daar voelt
hij weinig voor.
kader van de kunstpolitiek bijvoorbeeld
zal ik voortzetten. Daarnaast ben ik na
tuurlijk lid van het dagelijks bestuur van
de CPN en hoofdredacteur van De Waar
heid. Ik neem aan dat ik op publicistisch
gebied wat meer zal gaan doen. In het
algemeen zal er in mijn leven niet zo veel
veranderen”.
Aan het einde van. de maand wil
Drees definitief over zijn opvolger be
slissen. Het wordt de oudere collega, in
de persoon van mevrouw Van Veenen-
daal-Van Meggelen, of de jongere poli
ticus, Ruud Nijhof uit Overveen. „Ik
heb zélf nog geen andere betrekking.
Zover ik weet is er geen vacature voor
een hoogleraar openbare financiën De
ze zomer ga ik in binnen- en buitenland
Hoewel alle betrokkenen op een of ande
re manier actief blijven in de politiek,
zullen ze toch niet langer directe invloed
uit kunnen oefenen in de volksvertegen
woordiging. Bovendien zijn hun mogelijk
heden om via hun nieuwe fractie in de
Kamer iets gedaan te krijgen flink inge
perkt, omdat hun afvaardigingen aanmer
kelijk ingekrompen zijn. Waltmans: „Je
bent natuurlijk direct ex-kamerlid en je
telt niet meer mee in de politiek. Dat is een
vreemde gewaarwording. Ik had nog een
heel programma op stapel staan. Er ligt
nog een initiatief-wetsontwerp van mij
voor lijstverbinding bij de gemeenteraads
verkiezingen en een stapel onbeantwoorde
vragen. Daar kan ik zelf niets meer aan
doen. Als defensiespeciélist heb ik nu ook
niet meer de mogelijkheid om zelf de wa-
penleveranties in de gaten te houden
(Waltmans probeerde twee jaar geleden
vergeefs in parlementaire enquête inge
steld te krijgen naar defensieaankopen,
red.) Dat dit allemaal niet doorgaat is
natuurlijk»erg jammer”.
Van der Spek realiseert zich dat het voor
een partij als de PSP erg moeilijk Zal
worden om met nog slechts één vertegen
woordiger in de Kamer de pacifistisch-
Joop Wolff is er van overtuigd dat hij
ook door buiten-parlementaire actie zijn
invloed op het beleid kan behouden. „Ik
kan het natuurlijk niet direct meer vorm
geven in de Kamer, maar ik ben toch niet
van plan om mijn activiteiten vooral op het
gebied van de kunst in te laten storten. En
er blijven natuurlijk nog altijd twee verte
genwoordigers van ons in het parlement
die ik regelmatig zie en die deze zaken nu
voor ons aan kunnen kaarten”, aldus
Wolff.
Boer Koekoek is nog net als laatste afge
vaardigde van zijn eigen partij in het par
lement gebleven. Alles zal nu voor de BP
afhangen van zijn activiteiten. Koekoeks
stem is meestal een nietszeggende die door
zijn parlementaire collega’s wordt weg-
gewoven. Toch vindt De Koning het van
het grootste belang dat tenminste Koe
koeks geluid in de komende jaren gehoord
kan worden. „Het wordt vanzelfsprekend
moeilijker, maar er kunnen situaties voor
komen, waarin de ene stem van ons toch
de doorslag kan geven. Onze stem is er
nog, de waarschuwing voor de andere par
tijen is gebleven en dat is heel belangrijk”,
benadrukt De Koning.
Kamerleden die niet in het parlement
terugkomen, vallen in een wachtgeldrege
ling. Afhankelijk van het aantal „dienstja
ren” ontvangen zij variërend van twee tot
zes jaar lang een uitkering. Het eerste jaar
bedraagt die 80 percent van hun salaris
(officieel: schadeloosstelling), wat momen
teel neerkomt op ongeveer 64.000. Het
tweede jaar wordt dat 70 percent en voor
de resterende jaren 60 percent. Mochten
hun partijen op niet al te lange termijn een
come back maken en behouden zij binnen
hun organisatie hun hoge positie, dan is
het voor de afgevallen Kamerleden dus
mogelijk om eventueel de jaren tot een
volgende Kamerverkiezing hiermee te
overbruggen.
Zonder uitzondering zijn de hier ge
noemde parlementariërs, die officieel tot
dinsdag zitting hebben (woensdag wordt
de nieuwe kamer beëdigd) er heilig van
overtuigd dat hun partij zich in de naaste
toekomst zal herstellen. Met uitzondering
van de Boerenpartij bezinnen zij zich de
komende tijd op de gebeurtenissen van de
afgelopen maanden en proberen daar le
ring uit te trekken. Waltmans: „Ik geloof
dat we voor de herfst intern orde op zaken
gesteld moeten hebben. We hebben in deze
verkiezingsstrijd een verwarde en verdeel
de indruk gemaakt, zoals de uitsluiting
van het CDA en het niet van harte aanne
men van het regeeraccoord. Wanneer we
dat weten te voorkomen en de zaken voor
de statenverkiezingen van maart profes
sioneler aanpakken, dan geloof ik dat we
ons verlies weer snel goed kunnen
maken”.
socialistische stem duidelijk te laten ho
ren. Hij zegt: „Het is ook veel moeilijker
om vanuit een positie met één man terug te
komen. Er wordt veel minder rekening
gehouden met de eenmansfracties in de
Kamer. Ook door de publiciteitsmedia.
Twee vertegenwoordigers worden altijd
nog als een volwaardige fractie gezien,
maar met een man is dat veel minder het
geval”.
verlies op, maar de tweede 0,2 winst. Toen
nam ik nog aan dat we weer op zeven
zetels terecht zouden komen”. Daarna
ging het echter snel bergafwaarts. Walt
mans. „We hebben thuis nog eenmaal ge
juicht. Dat was bij de uitslag van Texel,
maar later op de avond leek het alsof ik
een klap op mijn kop kreeg. Niet alleen
vanwege de persoonlijke teleurstelling,
maar natuurlijk ook omdat de partij zo’n
groot verlies leed. Dat kwam dubbel hard
aan. Gelukkig kwamen er wat kennissen
op bezoek die ons wat hebben opgevro-
lijkt”. Fred van der Spek incasseerde de
Wanneer Drees deze verkiezings
strijd over zou kunnen doen, dan zou
hij eerst een professionele public-relati
onman aantrekken. Hij noemt een
groot aantal initiatieven van DS’70, dié
recht op meer aandacht hadden gehad,
maar die zoals hij zegt „in de etalage”
zijn blijven liggen, omdat de grote par
tijen ze negeerden en ook de pers er
slechts beperkte aandacht aan gaf.
Hoewel hij zegt nog geen definitief be
sluit genomen te hebben, staat het wel
zo goed als vast dat Drees zich uit de
politiek terug zal trekken. Als lijstirek
ker kan hij de enige overgebleven zetel
dreun op de verkiezingsbijeenkomst van
zijn pantij. Hij vertelt: „Het was natuurlijk
een gróte teleurstelling. Maar ik ben aar
dig gehard in het incasseren van tegensla
gen. Ik heb natuurlijk in de PSP wel vaker
nederlagen meegemaakt. Daar kan ik nu
uitstekend tegen”. Toen het tegen tien uur
naar uit begon te zien dat Van der Spek
zijn zetel op moest geven, sprak hij zijn
verzamelde partijgènoten toe. „Ik zei: mijn
zetel wankelt, maar ik zelf niet en ik hoop
jullie ook niet. Ik ben door de nederlaag
niet ontmoedigd, nee zelfs niet aange
slagen”.
Joop Wolff was al sinds 1967 verzekerd
van een vaste plaats in de communistische
fractie. Als derde man van een ploeg van
zeven leek zijn kostje in het parlement ook
voor de volgende periode gekocht. Dat de
kiezers anders besloten viel hem tegen
maar was niet helemaal onverwacht.
Wolff: „Ik heb altijd gezegd, calamiteiten
voorbehouden, kom ik er weer in. Dat is
geen kwestie van een vooruitziende blik,
maar ik heb me altijd gerealiseerd dat
zulke dingen mogelijk blijven”.
Voor alle volksvertegenwoordigers die
zo onverwacht uit de Kamer vielen, geldt
dat zij nu naar andere werkzaamheden uit
moeten gaan zien.
Joop Wolff vindt dat geen probleem. Hij
zegt: „Mijn activiteiten lagen toch al mees
tal buiten de Kamer. En ik zal daar zeker
mee doorgaan. Alles wat ik deed in het
De verliezers van 25 mei zijn het op twee
punten roerend met elkaar eens: ze heb
ben groot nadeel ondervonden van de door
hun beweerde partijdigheid van de media
en de verkiezingen werden gekenmerkt
door het grote aantal spijtstemmers. Van
der Spek: „Daarbij komt het effect van de
campagne van de Partij van de Arbeid.
„De Partij van de Arbeid moet groter
worden dan het CDA” is een leus die is
ingeslagen. Het was een verkeerde voor
stelling van zaken. Den Uyl beweerde
steeds dat op de CPN stemmen kiezen was
voor de VVD, omdat daardoor de Partij
van de Arbeid verzwakt zou worden en de
kans op een kabinet van WD en CDA
vergroot. Wanneer ik zo door redeneer
betekent Boerenpartij stemmen, kiezen
voor de Partij van de Arbeid, want daar
door wordt het CDA zwakker en de kans
op een kabinet met CDA en Partij van de
Arbeid groter. Ik ga daar binnenkort eens
een paar artikelen aan wijden”.
Volgens Van der Spek heeft het enthou
siasme in de PSP nauwelijks geleden on
der de verkiezingsnederlaag. Ook hij re
kent ook op een snelle come-back. De
^Koning gooit gemakshalve alle schuld op
de anderen. Besprekingen binnen de Boe
renpartij over de gemaakte fouten acht hij
nutteloos, omdat het toch al gebeurd is.
Joop Wolff verwoordt de gedachte van de
kleine linkse verliezers, wanneer hij stelt
dat deze verkiezingen gekenmerkt werden
door het groot aantal mensen dat achteraf
spijt heeft van hun keuze. Dat zo velen zich
hebben laten leiden door de situatie van de
dag, schrijft Wolff toe aan de gijzelings-
drama’s. Wolff: „Daardoor kregen Van
Agt en Den Uyl de gelegenheid om vlak
voor de verkiezingen in een ongelofelijk
tempo als redders van het vaderland in de
publiciteit te komen”. De CPN gaat in een
uitgebreide openbare discussie na hoe het
mogelijk is geweest dat het communisti
sche electoraat zo weggezogen kon wor
den. Eventuele fouten zullen hersteld moe
ten worden en dan kan ook Wolff bij de
volgende verkiezingen wellicht zijn plaats
op het Binnenhof weer innemen.
Voor een aantal leden van de Tweede Kamer zijn de verkiezingen vorige week
in dubbel opzicht teleurstellend verlopen. Zij zagen niet alleen hun partij achteruit
snellen, maar verloren woensdagavond tevens hun baan. Voor volksvertegen
woordigers van de kleine partijen kwam dat in sommige gevallen als een complete
verrassing. Wie had er voor woensdag 25 mei serieus rekening mee gehouden dat
Joop Wolff het als derde kandidaat van de CPN niet zou halen, of Henk Waltmans,
de nummer vier van de PPR, zonder - parlementair - werk zou komen te staan.
Wie had dtirven denken dat een deel van de zo trouw geachte PSPjaanhang de
partij in de steek zou laten, waardoor de pacifistisch-socialisten in plaats van een
uitbreiding met een derde man, nu nog slechts met één vertegenwoordiger in het
parlement aanwezig zijn. Voor Fred van der Spek betekende dat een onverwacht
einde aan tien jaar kamerlidmaatschap. De PSP kan echter zijn stem nog in de
Kamer laten horen, maar dat is niet meer mogelijk voor de Rooms Katholieke
Partij Nederland, wiens enige vertegenwoordiger Klaas Beuker nu op het
Binnenhof het zwijgen is opgelegd. Hendrik Koekoek bleef als enige Boer over,
Dat geldt in mindere mate voor de ande
ren. Waltmans is van huis uit
bestuurssocioloog. Voor hij in 1972 in de
Kamer kwam werkte hij onder meer als
leraar, journalist en cursusleider. „Ik had
me helemaal nog niet voorbereid op alter
natieve werkzaamheden. Ik heb belang
stelling voor bestuursfuncties of een we
tenschappelijke baan. Maar daarover kan
ik verder nog niets zeggen. Voorlopig ben
ik nog enkele maanden lid van het Europe
se parlement, tot mijn opvolging geregeld
is. In ieder geval zal ik me meer bezig gaan
houden met werk voor de PPR. En dat is
wel nodig. Want als oorzaak van de neder-
laagfzie ik hoofdzakelijk de slechte manier
waarop onze partij zich naar buiten toe
heeft gepresenteerd”, aldus Waltmans.
Ook Jan de Koning heeft zich voorgeno
men om zich nu extra voor zijn partij in te
gaan zetten. Hij had steeds aangenomen
dat een derde plaats voldoende zou zijn om
zijn aanwezigheid in het parlement te con
tinueren. Nu dat anders gelopen is, zit hij
niet bij de pakken neer. De Koning: „Nee,
ik ben Willem Drees niet. Ik ga nu eer,st
met vakantie en daarna zal ik voorlopig
Koekoek helpen bij zijn werk voor de
Kamer. Anders moet hij daar een frac-
tiehulp voor nemen en dat kost de partij al
gauw 60.000 gulden. Ik krijg nu toch
wachtgeld, dus daar kan ik best wat voor
doen. Verder maak ik me geen zorgen over
de toekomst. Ik heb als handelaar altijd
goed mijn brood kunnen verdienen, dus
waarom zou ik dat nu niet weer kunnen
gaan doen”.
eens uitkijken naar een goeie baan. Ik
heb altijd een afwisselend leven gehad.
Ik heb in Indonesië gewerkt, in Ameri
ka. Ik vind het niet zo erg dat ik nu weer
eens wat anders ga doen. De overgang
van Kamerlid naar „wachtgelder*’ is
niet zo ,groot als in 1972 de overgang
van minister naar Kamerlid. Het minis
terschap was zwaar, maar in de hele
dagelijkse levenssfeer vond ik het toch
wel aantrekkelijk”, aldus Drees, die
niet inziet waarom zijn vertrek uit de
Kamer de doodsteek voor DS’70 zou
moeten zijn. Hij spreekt van een gezon
de partij, die in de toekomst zeker terug
moet kunnen komen.
'i
r-
F ..<-»■