Veel kwaliteit op expositie bij Galerie Eijlders lUVAdlB van vocaal ensemble Swingle II Gedeeltelijke face-lift in King’s Singers leveren subliem ensemblewerk A-Ronne van Berio eist uiterste Geladen atmosfeer bij Britten-herdenking Lichte, abstracte dans tijdens matte avond „Een Roos voor elke traan” «J w I Vyjayanthimala Bali zonder groep in Rotterdam Prachtige klankeenheid in Amsterdam Christopher Adey opmerkelijk dirigent Enthousiaste respons op close harmony KUNST 19 7 7 JUNI DINSDAG 7 8 l JOHAN VAN KEMPBM KO VAN LEEUWEN ZANDVOORT. Zelden zal in Galerie Eijlders (Verlengde Halte- straat 75-77 in Zandvoort) zo’n talent te zien zijn geweest als thans het geval is met Hans J. Deuss. Deze 29 jaar oude Amsterdammer, die hiermee een van zijn eerste eenmans-tentoonstellingen heeft, bewijst over een overstelpende hoeveelheid schilderskwaliteiten te beschikken die stuk voor stuk op overtuigende wijze geëtaleerd worden. Ja Hans Deuss: fantastisch talent MUZIEK ef- I 4 JOHAN VAN KEMPEN Vrouwenkabaret zet de beuk erin NM.H iag: liep; eld; dag!) eur. Maar de vocale prestaties worden door dit zestal befaamde zangers (een normaal mannenkwartet plus twee falset-zangers voor de hoogste partijen) nooit gedrukt door toneelmatige effecten. Er is alleen een smeuïgheid en vlotheid in hun presen tatie die het profiel van alle gebrachte composities en ook de arrangementen (in close harmony) versterkt, maar toch nooit het accent verlegt van het musiceren naar het cabaret. Ook al zijn sommige nummers uit hun eindeloze repertoire tévens onder die laatste noemer te brengen In eerste instantie denk je er even geen touw aan vast te kunnen knopen. Voor de pauze hoor je de vijf stemmen van wat een hoorspelkern zou kunnen zijn, maar een door Ileana Melita, Nely Frijda, Hans Veerman, Hans Karsenbarg en Henk Reyn Strijdbaarheid, daar ontbreekt het deze vrouwen zeker niet aan. Ze hebben genoeg van lapmiddelen die naar hun mening een schijn van vrouwenemancipatie inhouden en ze zijn de overheersing van de mannen maatschappij meer dan zat. Dus moet het maar eens flink gezegd en gezongen wor den Dat betekent dan dat er weinig sprake meer is van vrolijkheden, al tonen Nata scha Emanuels, Cilly Dartell, Carla Del- foss, Corrie van Kessel en Marie-Anne Hensing zeker aan dat zij een open gevoel voor humor bezitten Een roos voor elke traan is een roman In dat optimisme blijft Deuss altijd aan de beschouwelijke kant. Hij neemt als het ware voortdurend afstand tot zijn onder werpen, laat zijn toeschouer beurtelings de voorstelling binnendringen en poogt hem er tevens van te weerhouden om verder te geraken. In de landschappen zit een sfeer van eindeloosheid die nog eens benadrukt wordt door een heel lucide en transparante weergave van de wolken luchten die veel diepte suggereert. In deze doeken nog het meest laat Deuss zien hoe verbazend geraffineerd zijn beheersing van het licht is. Wat te wensen overblijft is het feit dat hij in meer lagen zou gaan schilderen. Nu is de verfhuid hier en daar doeld voor kleine kinderen maar met een grote waarheid voor de ouderen. Zwaar wichtigheid is Hans Deuss echter vreemd en waar hij een bepaalde maatschappelij ke visie heeft wordt die toch met universe le beelden geïllustreerd. Zelfs in de hierbij afgebeelde, vrij somber weergegeven ru ïne zit toch nog altijd een heel optimistisch blond licht dat met het frisse groen wordt aangevuld. Swingle II trad gisteravond onder leiding van Ward Swingle (uiterst rechts) op in de Kleine Zaal van het Amsterdams Concertgebouw. Hier een beeld van het eerste gedeelte van hun concert. De landschappen van Deuss komen,hoe realistisch ze ook mogen zijn, uiteraard alleen in de geest voor. Ze bevatten organi sche vormen, objecten ontleend aan de natuur als eieren of vogels uit exotische gebieden. Ook als de schilder een zekere vereenvoudiging toepast zoals hij doet in een intens hemelsblauwe muur met maar een handvol attributen daarvoor uitge stald, wekt hij toch de suggestie van het eindeloze op dat je in zijn landschappen vindt. Ook een bosgezicht met badhuisjes die haast illuminiserend zijn geschilderd geeft dat vage gevoel van je er in kunnen verliezen. te pover gebleven, mist ze het geglaceerde effect dat zo goed bij de gesuggereerde diepte zou passen. Soms overschrijdt Deuss de grens van de werkelijkheid en schildert hij gewone elementen die in een vreemde combinatie tot elkaar staan,zoals een botermes dat door een grasveld snijdt. Hij kan zich dat soort speelsheden permitteren en nu zijn stijl nog niet geheel vastligt, maar het is te hopen dat dat ook niet spoedig gebeurt want het kan alleen maar voor originele verrassingen zorgen. (Tot en met 3 juli, elke dag van 10-18 uitgezonderd op dinsdag) CEES STRAUS Alleen de huls blijft over’’ heet dit olieverfschilderij van Hans Deuss uit Amsterdam dat momenteel geëxposeerd wordt in de Zandvoortse Galerie Eijlders van Bob Kion. Onder leiding van de jonge Engelse diri gent Christopher Adey liet daar het Neder- CONRAD VAN DE WEETERING eft ig. DINSDAG 7 JUNI TONEEL AMSTERDAM, Mickery (20.30 uur): „Vox Populi, Vox Dei” van Ritsaert ten Cate. WOENSDAG 8 JUNI TONEEL AMSTERDAM. Mickery (20.30 uur): „Vox Populi, Vox Dei" van Ritsaert ten Cate. ver komend feestgedruis te betreffen. Er worden aan de vocalisten van Swing le II onvoorstelbaar hoge eisen gesteld. Er hoeft zich maar één van hen uit de tel te raken of plotseling niet in staat te zijn die noodzakelijke dissonantenreeks voort te brengen, of het vereiste effect wordt niet gesorteerd. Het is een compositie, waarbij succes en mislukking vlak naast elkaar liggen. Terecht is dan ook de stormachtige waardering als de acht de opdracht van de componist vrijwel vlekkeloos hebben uit gevoerd. De prachtige klankeenheid waarover het ensemble beschikt, was echter al eer der tot uiting gekomen in Debussy’s Trois Chansons de Charles d’Orleans en Brit ten’s Hymn to St. Cecilia. De close harmo ny is van een grote schoonheid, al is één van de bassen in het begin te weinig toon vast. Als de bovenstem die een van de beide contra-alten in het tweede chanson laat horen prachtig afsteekt tegen de te- genmelodie, valt een dergelijk euvel al niet meer te constateren. De verrukkelijke lichtvoetigheid waarmee Swingle II dit niet zo dikwijls uitgevoerde werk van De bussy beëndigt, maakt plaats voor de dro merigheid van Brittens bewerking van Au dens hymne aan St. Cecilia, dat mooie canonachtige fragmenten bevat en een prachtige sopraanstem laat horen. JOHN OOMKES n- il ingesproken” radiofonische versie” van A- Ronne is, die onder regie van Berio zelf hier in Nederland werd opgenomen. San- guineti’s gedicht is een collage van frag menten en citaten van het begin van het Evangelie van Johannes, gedichten van Eliot, Dante en Roland Barthes in yier talen tot de laatste drie woorden, beter gezegd tekens (ette, conne en ronne), die in vroeger tijden nog na deze in het Italiaanse woordenboek waren te vinden en waar de Italiaanse uitdrukking „van A tot Ronne’ van stamt. Strict genomen heeft Berio de tekst niet voorzien van muziek, maar wordt het ge dicht zo’n twintig keer herhaald, daarbij telkens verschillend van intonatie, het ge bruik van de stem, de accentuering, waar door de betekenis verandert, de intentie verschuift. Na de pauze als Swingle II de koorversie laat horen, wordt dat aspect van Berio’s bedoeling versterkt. De vier zangers John Potter, David Beavan, Simon Grant en Ward Swingle en de vier zangeressen Olive Simpson, Cathe- rin Bott, Linda Hirst en Darol Hall staan in zwart gekleed achter spaarzaam ver lichte katheders. Ze schreeuwen, fluiste ren, zingen, fluiten, boeren en piepen de tekst. En hoe wonderlijk, het ene moment ben je getuige van een erotische slaapka- merscéne, het andere moment van een ruzie tussen vrienden of lijkt het een van Is het misschien een nog niet bereikte perfectie in de verfbehandeling die de kleur hier en daar wat armoedig maakt, het zijn begrippen als stofbeheersing, ma- teriaalweergave, anatomie en compositori sche opbouw die Hans Deuss zeer knap beheerst. Misschien zijn het ouderwetse begrippen,maar nu de mode van het fijn- schilderen is aangeslagen kan vakbe kwaamheid hoe anders te bereiken dan met een goede scholing weer alle aan dacht krijgen. Misschien misten de op deze avond ge zongen liederen van Janacek in de geraffi neerde maar soms wat overgepolijste En gelse aanpak iets van de deze Slavische muziek eveneens kenmerkende ruigheid. Maar zou een uitvoering van Berio’s „Cries of Londen” speciaal voor de King’s Singers geschreven in een derge lijk amusante en artistieke voordracht nog Het Vrouwenkabaret van Natascha Emanuels (links vooraan) in het er leiding van Ward Swingle programma ,Een roos voor elke traan” Het gaat hier dan ook om voortreffelijk (aan het King’s College of Music in Cam bridge) geschoolde musici, die dusdanig op elkaar afgestemd zijn geraakt, dat bij een blijvend spontaan aandoende voor dracht, steeds subliem ensemblewerk wordt afgeleverd. Slechts een van de fal set-zangers brengt door een soort van keu- kenmeiden-geluid de klankhomogenieit van het geheel weleens even in gevaar. Maar of het nu om madrigalen uit het flegmatieke Engeland of het emotionele Spanje van de zestiende eeuw gaat, of om stemmige dan wel ronduit slijmerige („Wonderfull baby”) arrangementen; alles blijft boeiend vanwege de perfecte timing, virtuoze muancering en kruidigheid waar mee ieder onderdeel naar voren wordt gebracht. BALLET DEN HAAG. Kon. Schouwburg (20.15 uur): „This-That-The Other” van Carolyn Carlson en Le Groupe de Re cherches. Théatrales de l’Opéra de Paris. MUZIEK AMSTERDAM. Stadsschouwburg (20.15 uur): „II Tabarro” en „Gianni Schicchi” van Puccini door de Ned. Operastichting. reografie van Krank Sanders mets af doen Wie naar net Vrouwenkabaret gaat kij ken, moet goed beseffen dat het hier gaat om vijf vrouwen die weigeren stinkende wonden te behandelen als waren zij zachte heelmeesters Daarvoor passen Natascha en de haren voortaan Dat is in elk geval BALLET AMSTERDAM. Stadsschouwburg (20.15 uur): „This-That-The Other” van Carolyn Carlson en Le Groupe de Re cherches Théétrales de l’Opéra de Paris. tisch klinkende titel voor een programma dat een gigantische berg door mannen verzonnen vooroordelen ten opzichte van de vrouw als met een pneumatische hamer aan barsten slaat. Veel sterker dan in „Een vrouw is ook maar een mens”, het vorige programma van het Vrouwenkabaret, gaat er bij de dames nu de beuk in. De mannen in de zaal moeten maar eens we ten waar het op staat, aan dit militante vijftal zal het niet liggen Binnen het zo gezapige Nederlandse ca- baretwereldje komt zoiets in eerste instan tie dan wat hard aan. Het Vrouwenkabaret draait niet om de zaken heen en treedt ook niet in camouflagepak voor de schijnwer pers. De dames zijn sjiek, in elk geval representatief, gekleed in een mantelpakje waarvan de rok voor een pantalon werd verwisseld Een cyclaamkleurige roos van textiel siert de revers, een eenvoudig col lier van edelmetaal de hals. Kortom: zij zijn vrouw, ook daar wordt niet mee ge marchandeerd Het Vrouwenkabaret bezit in de vijf me dewerksters ook zeker talent om zo’n emancipatiegetuigenis levendig te houden. Het is een programma dat gemaakt is om te irriteren en als zodanig werkt het uitste kend. Onder regie van Heleen van Meurs zijn alle schoonheidsfoutjes van weleer verdwenen maar de satire blijft vlijm scherp overeind Daar kan de gladde cho- DEN HAAG. Benjamin Britten weet in zijn composities altijd sfeer te schep pen zonder sentimenteel te worden, maar wil daarbij ook weleens in een soort En gelse braafheid vervallen. Dat is een ken merk van deze, enige maanden geleden gestorven, begaafde componist. En die hoedanigheden kwamen ook gisteravond op het geheel aan Britten gewijde Holland Festivalconcert in de Haagse Klooster kerk weer tot uitdrukking. AMSTERDAM. Een uitverkochte Kleine Zaal van het Amsterdamse Con certgebouw reageerde zaterdagavond dol enthousiast op het Holland-Festival con cert van de „The King’s Singers". Met stampen op de vloer, geschreeuw en ge scandeerd handgeklap werden na hun uit gebreid en veelzijdig optreden, nog twee toegiften afgedwongen. En bij die laatste song kwam het hoog ontwikkelde gevoel voor theater, waarvan we al eerder staal tjes hadden gezien, sterker dan ooit naar voren. Het werk van Hans Deuss die op de Rietveld Academie in Amsterdam grafi cus werd, laat zich in zijn verscheidenheid nog het best onderbrengen in de categorie van het fantastisch-realisme, zonder dat er ,nu meteen sprake is van een officiële stijl die dat etiket kan krijgen opgeplakt. Hans Deuss wordt in zijn schilderen visionair bepaald waarbij het beeld waarschijnlijk als in een trance overkomt. Zijn schilderen bezit steeds een duidelijke symboliek die vaak teruggrijpt op archetypen.Het is soms de symboliek die sprookjes wel kun nen hebben,nogal vrolijk en spontaan be- (Foto Bob van Dantzig) verfrissender dan de pubheksvleierij die in de kleinkunst maar al te graag wordt aangewend Wie er heen wil dient het pro gramma van het Holland Festival te raad plegen iands Kamerkoor, met Glen Wilson aan het orgel, die beide aspecten van spirituele stemmigheid en academische plichtmatig heid op een fraaie manier horen in een sfeervolle uitvoering van „Rejoice in the Lamb” uit 1943. Tot deze ter opening ge brachte religieuze compositie op tekst van de zeventiende eeuwse dichter Christo pher Smart traditionele muziek met wat moderner aandoende accenten in de orgel- partij bleef het kamerkoor-aandeel ech ter beperkt en kwam aansluitend alle aan dacht verder op het hier concerterende Nederlands Kamerorkest te liggen. De eerste uitvoering van „Lachrymae”, met als ondertitel „Reflections on a song of John Dowland” typeerde de componist overigens in nog sterkere mate op boven bedoelde wijze. „Lachrymae” werd oor spronkelijk (1950) gecomponeerd voor alt viool en piano, maar Britten maakte er in zijn laatste levensjaar een versie van voor altviool en strijkorkest. Andras von Tós- zeghi schoot als vertolker van de solopartij beslist nergens tekort, maar kon de zwak heid van dit werk niet verbloemen. Een meesterwerk daarentegen is de be roemde Serenade voor tenor, hoorn en strijkers, die hier een doorleefde en fijn afgewogen weergave kreeg. In de, over een kernachtige, dragende stem beschikkende tenor John Mitchinson trof men zeker de juiste figuur om de diverse stemmingen van deze liedcyclus genuanceerd te ver beelden. Zijn solistische partner, de hoorn ist Frans Dullaert, was in de gevaarlijke inleiding niet gaaf van klank en evenmin zuiver, maar vergoedde dat in de loop van het stuk dubbel en dwars door werkelijk prachtig geblazen begeleidingen. Het Nederlands Kamerorkest droeg, evenals in „Lachrymae”, zorg voor goed aansluitend spel. Christopher Adey wekt met zijn snelle en hoekige, plastisch mo dellerende gebaren in combinatie met een wat ineengedoken maar uiterst flexibele houding haast de indruk van een mefisto. Een opmerkelijke dirigentenpersoonlijk heid die bij het orkestspel in de Variaties op een thema van Frank Bridge (1940) misschien wel wat overmoedig met het NKO omsprong. Veel langzame delen uit deze tot besluit van deze Britten-herden king gespeelde orkestvariaties kregen bij hem een uitzonderlijk geladen atmosfeer Maar met steeds het accent op voortva rendheid en pit in razendsnelle tempi, was het orkestspel op plaatsen waar het op grote virtuositeit aankomt soms verraa send goed en dan weer technisch ramme lend Bij de abstracte refrei nen leek het gezang in het orkest en de zeer snelle armbewegingen van de danseres soms op het effect van een versneld doorge spoelde film. Als we alleen de leerling gezien hadden, hadden we misschien vol bewondering gesproken o- ver haar snelle sierlijke be wegingen, maar die leerlin ge verbleekte inderdaad bij de spankracht, de flonke ringen, de flitsende en schitterende gebaren van Vyjayanthimala Bali zelf zodat het in ieder geval dui delijk werd dat zij een hele bijzondere danseres is. Toch had de avond iets mats, wat kan liggen aan de grote afmetingen van de Doelen, aan de teleurstel ling van het publiek dat kennelijk een hele groep dansers had verwacht of aan de vele toespraken, die er niet alleen aan het begin van de voorstelling waren maar ook aan het einde en zelfs ergens in het midden, toen er speciaal iemand op het toneel moest komen om enkele rumoerige lieden uit het publiek tot stilte te ma nen. Deze voorstelling in de Doelen was het enige optre den van Vyjayanthimala in Nederland. verbeterd kunnen worden? En dan dat andere, eveneens aan hen opgedragen, tien minuten durende „Time piece” van Patterson! Wat een zelzaam knap zwellen en afnemen van de klank alleen al in deze parodie op Genesis, waarin de zondeval wordt verbeeld door de ontdekking van de tijd. En wat een super-lenige tongen in alle gekkigheid van dolgedraaide klokken en wekkers. AMSTERDAM. Natascha Emanuels en haar dames hebben er schoon genoeg van. Daarvan geven deze vijf cabaretvrou- wen blijk in het programma „Een traan voor elke roos”, dat zijn officiële première binnen het Holland Festival kreeg, jongst leden zaterdag. Ik zag deze voorstelling van vrouwenverzet zondagavond in Cen trum Bellevue en kon vaststellen dat het hier gaat om een programma dat gedeelte lijk uit nieuwe onderdelen bestaat, waarin oude nummers zijn gehandhaafd, meestal voorzien van een face-lift. En die face-lift is dan niet bedoeld geweest om aan schoonheid te winnen in de eerste plaats, veeleer gaat het éb bij het Vrouwenkabaret van Natascha om een strijdbaar feminis me te mobiliseren binnen het theater. halen en zorgen voor een gezellige kermissfeer. De stalletjes waren hier niet, het praten wel, vooral tij dens de in het Engels uitge sproken toelichtingen bij het programma, die dan ook nauwelijk te volgen waren. De verhalen gingen steeds over de schoonheid van Krishna, de liefde van meisjes voor Krishna of Vishnu en de wanhopgie eenzaamheid van die meis jes bij het wachten op hun geliefde. Omdat de verha len in mudra’s, een geba rentaal waarbij iedere ges te een betekenis heeft, ver teld werden ontging ons daar toch de hoofdzaak van. De abstracte dansen waren veel interessanter. Bij al die dansen is het voe tenpatroon erg simpel en beperkt zich tot het stam pen van het ritme waar door belletjes aan de en kels meerinkelen. De melo die van de dans wordt steeds weergegeven door de armen en handen, ter wijl het geheel gekleurd wordt door kleine rukjes met het hoofd, het optrek ken van de wenkbrouwen, het lonken met de ogen, het spelen met de mond. Het geheel kwam over als fris, licht, speels, sprankelend en in ieder geval absoluut niet mystiek. AMSTERDAM. Concertgebouw (12.30 uur): Lunchconcert van jeugdor kest Jong Excelsior en de Loenen fan fare Oud Over o.l.v. Arie van Beek, Bernard van Beurden, Dries Harsha- gen en Jan Zwagerman in werken van Ketting Van Beurden, Porcelijn, Hass ler en Beek. Concertgebouw (20.15 uur): Collegi um Vocale Gent en Musica Antique Amsterdam onder directie van Philip pe Herreweghe met „Vesperae Omni um Sanctorum van Monteverdi. Concertgebouw (20.15 uur): Gundala Janowitz. sopraan met Irwin Gage aan de piano in liederen van Liszt en Strauss. DEN HAAG. Diligentia (20.15 uur): Cathy Berberian sopraan en Bruno Ca nino piano in „Vaca Lectu Recital”. ROTTERDAM. De voorstelling die maanda gavond in het kader van het Holland Festival in de grote zaal van de Doelen werd gegeven stond aange- kondigd als Vyjayanthi mala met een gezelschap van dansers en musici, een avond klassieke dans en muziek in de Bharata-Na- tyam stijl. Voordat ermaar iets gedanst werd kregen we drie toespraken te ho ren, twee in het Engels, één in het Hollands, waarin hoog opgegeven werd van de kwaliteiten van Vyjay anthimala Bali. Links op het toneel zat een orkestje van vijf man, rechts stond een tafeltje met een bloe men en wierookoffer voor Shiva, de god van de dans. Al het danswerk bestond uit soli van Vyjayanthima la Bali met ter afwisseling twee soli van haar leerlin gen Mala Raisinghani. Indiase dans wordt mees tel buiten vertoond op een plaats waar ook stalletjes met etenswaren te vinden zijn. De toeschouwers zit ten op de grond, praten met elkaar, geven commentaar, gaan af en toe wandelen om iets bij een stalletje te AMSTERDAM. Ward Swingle weet het zo eenvoudig onder woorden te bren gen. „Ik wil een groep zangers en zange ressen hebben, die hun stemmen als in strumenten gebruiken en die allerlei mu ziekstijlen zingen met behulp van micro foons. De mogelijkheden zijn eindeloos,” zegt hij in het programmaboek. Gister avond vertolkte zijn tweede, volledig En gelse ensemble, kortweg Swingle U gehe ten, in het kader van het Holland Festival in de Kleine Zaal van het Amsterdamse Concertgebouw naast composities van De bussy en Britten toegegeven op weergalo ze wijze Luciano Berio’s bewerking van A- Ronne, een gedicht van Edoardo Sangui- neti.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1977 | | pagina 9