RIJP EN GROEN ONDER NIEUWE SCIENCE-FICTION ROMANS
Torenflat toont fascinerende toekomstwereld
3:
Natuurvolken waarbij
Nieuwe McBains in
VEILIGHEIDSWETGEVING
LAAT TE WENSEN OVER
nog wonderen bestaan
bibliotheek]
d*
Politieromans met of zonder
T
D
3.-
L-
uua/t nedarland-
voor sparen en lenen sinds 1817
beproefde stijl
DE DOTE
HET NIET
mmoi
kritiek op de samenleving
i
J.G.BfiLLRRD
sset
ie
ur$
Voorkom dan dat u in het buitenland in financiële moeilijkheden raakt.
Sluit tijdig een goede reisverzekering voor uw gezin, uw auto, uw caravan,
nieuwe tent of boot.
Jl
Or
*1
t wwRMmMI McBain
bl
>R0
15
19 7 7
JUNI
11
ZATE R D A G
7
368 -31
Olie Högstrand is een geraffineerd verteller
3-1 2
>07-2'
1
r»
Service-in-reiszaken;
buitenlands geld,
reischeques, euro-
cheques, reisverze
keringen en voor uw
kostbaarheden die u
achterlaat een
kluisloket.
U beschermt zich
daarmee tegen on
voorziene hoge
kosten. Voor een
gering bedrag zit u
al helemaal goed.
Alles in een hand bij
de Nutsspaarbank.
■ft
Een van de betere sf-verhalen die de laatste tijd in Nederlandse
vertaling zijn verschenen is van de Engelse schrijver J.G. Ballard
(zeer bekend van hem zijn de bij Meulenhoff verschenen romans als
„De kristallen aarde” en „De brandende aarde”): „De torenflat” uit
1975.
RWIJK
li'
V.' J
PETER WOLFSBERGEN
kunnen het werkmilieu in fabrieken echter gevaarlijk beïnvloeden.
6
1
J. P. BOS
(ADVERTENTIE)
PETER WOLFSBERGEN
W: v i
I
Gaatu
met vakantie?
In onze steeds meer gecomputeriseerde
samenleving vinden boeken over oervol
ken met hun oude zeden en culturen als
compensatie gretig aftrek. Ook de delen
6 en 7 in de serie Volken en Stammen van
Amsterdam Boek (Uitgeverij Het Spec
trum, Utrecht) zullen stellig in deze be
hoefte voorzien. Ze belichten een vaak
voor ons benijdenswaardig wereldbeeld,
waarin nog plaats is voor het wonder,
het mysterie en de magie. Waarin nog de
relatie bestaat met de natuur, die wij
door onze natuurwetenschappen geont-
mythologiseerd hebben.
Deel 6 bespreekt vijftien van de talrij
ke volksgroepen die samen het Indonesi
sche volk vormen. Religie, kunst, adat,
animisme, voorouderverering, magie,
feesten, geesten en gewoonten worden
boeiend beschreven door de journalist
Wolf Kielich. In 1920 in Batavia geboren,
kwam hij in 1939 naar ons land om er (in
Deventer) landbouw te studeren. Hij
heeft veel gereisd en keerde in 1972 naar
Indonesië terug voor voor de TV-docu-
mentaire „Vijftig jaar Aerocarto”.
Naast de tekst geven rond 250 illustra
ties in kleur een waarheidsgetrouwe in
druk van de gebruiken en tradities die in
de Indonesische samenleving, ondanks
de moderne tendensen, nog volop aanwe
zig zijn.
In deel 7 behandelt Filip Jozef Tas de
oude culturen, religies, riten en feesten
van Andesvolken, nazaten van hoog ont
wikkelde Indiaanse culturen, verder In
diaanse stammen in het Amazonegebied,
beruchte volken als de met curare jagen
de en koppensnellende Jivaro en ook de
bonte mengeling van negers, blanken,
mestiezen, mulatten en Aziaten die dit
continent bewonen. Dit deel is eveneens
verlucht met 250 kleurenillustraties.
Ed McBain, pseudoniem van Evan
Hunter, was een van de eerste schrijvers
van politieromans, nu alweer geruime
tijd geleden, met een nieuwe formule:
ouderwets spannend en met een duide
lijk hoogtepunt aan het slot, maar mees
tal handelend over meer dan één zaak
tegelijk en doorregen met karakterteke
ningen die zowel politiemannnen als
’’bad guys” als echte mensen het volle
pond geeft.
Heel wat meer emotie speelt mee in
„Het web van verraad” van Nicholas
Blake, pseudoniem van de in ’72 overle
den Cecil Day Lewis, dat als uitgangs
punt het ware gegeven heeft van de
moord, tijdens een inbraak, op een poli
tieman en de gevolgen daarvan op een
aandoenlijke liefdesaffaire.
Het boek werd uitgegeven als Zwart
Beertje, in Bruna’s misdaadserie én ver
taald door Lex Dorren.
dan een pure optelsom van hun krachten
zou doen vermoeden - het geheel is meer
dan de som van de delen.
De „homo'gestalt,’ noemt Sturgeon zijn
bedenksel, met een scheef oogje-naar
Freud: een verdere ontwikkeling van de
mensheid, van de soort, waardoor de
grenzen van ethiek en fatsoen worden
verlegd en verruimd. Dit boek 10,50)
verschéen bij Meulenhoff in vertaling
van Jaime Martijn.
De Haarlemse uitgever Gottmer, enige
tijd geleden gestart met een nieuwe serie
sf-boeken „met een boodschap” heeft
twee nieuwe titels op de markt gebracht:
De plastic man” van Jeremy Brent en
„De Questor tapes” van D.C. Fontana.
Voor de publicatie van Brents boek
kan naar mijn mening nauwelijks een
reden tot verontschuldiging gevonden
worden: het is slecht geschreven en geba
seerd op een aantal onzinnige veronder
stellingen en gefrusteerde ideeën over
wat de mens eigenlijk is of zou moeten
zijn. Er is nauwelijks zin in.
Aanzienlijk beter vind ik het andere
De moderne industrie wordt gekenmerkt door een onoverzichtelijke hoeveelheid
vaak uiterst gecompliceerde technieken en processen. Gassen, chemische stoffen,
stralingen en trillingen scheppen gevaren die meestal zwaar worden onderschat. Ze
verhaal, „De Questor tapes”. Dit boek,
redelijk goed geschreven, is gebaseerd
op twee eigenlijk ook al niet nieuwe
hoofdthema’s: de creatie van een andro-
ïde, een uiterlijk volkomen menselijk
schepsel, met veel meer geestelijke en
lichamelijke vermogens dan de mens en,
als tweede thema, de ontdekking dat de
mens al sedert vele eeuwen juist via deze
androïden ongemerkt is begeleid door
een superieur ras ergens uit het heelal.
In dit boek valt tenminste enig zinnig
redeneren en een consequent uitwerken
van een aantal gedachten te bespeuren,
ook al zijn die gedachten niet nieuw of
bijzonder origineel uitgewerkt. De boe
ken, vertaald door respectievelijk Willem
Nieuwenhuis en Dick Ouwendijk, kosten
elk 14,50.
Bijzonder actief op de sf-markt is de
laatste tijd uitgeverij Bruna. Twee ro
mans en drie bundels verhalen vormen
daarvoor het bewijs. „Dan maar de kou
in” van de beroemde Robert Heinlein
(prima vertaling van Annemarie Kindt)
is een boek uit ’57, dat speels voortbor-
chine
9501B
ENSHI.
tweg nr.
ieterreln
- 2908!
heer Kil
aakse
chine
501 BH
flak
chine
Evenals bij zijn landgenoten Sjöwall
en Wahlöö lees je uit Högstrands boeken
heel wat kritiek op de Zweedse samenle
ving en leidinggevende instituties, maar
bij de laatste krijg ik daarbij voortdu
rend het idee, dat er nauwelijks enige
betrokkenheid aan te pas komt.
Het is het wonderlijke verhaal over de
mensen in een enorme nieuwe torenflat
die, eenmaal volledig bewoond, zich
langzamerhand gaat ontwikkelen tot een
geheel op zichzelf staande wereld, gere
geerd door eigen wetten en krachten en
waarin de bewoners gewikkeld raken in
een strijd op leven en dood.
Geen van de oude regels van de samen
leving geldt hier nog: wat aanvankelijk
nog een aanvaard verschijnsel was, het
verschil tussen de klassen, de rangen en
standen, tot uitdrukking komend in een
zekere groepsvorming tussen woonlagen
in de flat, ontwikkelt zich via een fase
van openlijk geweld in aanvankelijk nog
iets gematigde vorm tussen de bewoners
van die verschillende lagen tot een situa
tie, waarin een aantal kleine groepen en
eenlingen ten koste van alles naar de
absolute macht streven.
Eveneens als Zwart Beertje verscheen
bij Bruna Eric Amblers spionageroman
„Dodelijk gevaar”, voor het eerst ver
schenen in ’37 en vertaald door L. van
Herk. Het verhaal speelt in ’36, in Berlijn,
en is duidelijk een van die boeken van
Ambler waarvan gezegd kan worden dat
ze van* grote invloed zijn geweest op
schrijvers als John Le Carré en Graham
Greene.
Van de hand van Telegraaf-correspon
dent Ysbrand Hiddes Galema verscheen
bij Teleboek de roman „Een moordver-
haal”. In dit goed geschreven boek raakt
de schrijver via een vriend met Siciliaan-
se en Friese ouders betrokken bij een
moord, die tientallen jaren geleden op
Sicilië werd gepleegd, maar en dat moet
veelbetekenend zijn op Sicilië, nog niet
gewroken.
„De torenflat” is een fascinerend boek,
een fantastisch magisch-realistisch ver
haal, dat de totale onttakeling van mens
en samenleving laat zien en een loslaten
van alle waarden die in de dagelijkse
maatschappij als vaststaand gelden. Het
werd uitstekend vertaald door Annema
rie Kindt en verscheen in de sf-reeks van
Bruna 5,50
In 1953 verscheen als compleet verhaal
in boekvorm „Meer dan mesnselijk” van
Theodore Sturgeon, een boek dat samen
met verhalen als „Slan” van Van Vogt,
Asimovs Foundation-trilogie en „Vreem
deling in een vreemd land” van Heinlein
tot de klassieken van de sf wordt gere
kend.
„Meer dan menselijk” is het verhaal
over het bijeenkomen van een groep indi
viduen met geestelijk extra-gaven, die, tot
een eenheid gekomen, meer vermogen
Min of meer vergelijkbare boeken zijn
die van Sjöwall/Wahloo. Van Mc Bain is
een aantal jaren niets nieuw meer in
vertaling verschenen, totdat Bruna dezer
dagen „Want ik ben uw leider,, en „Laat
de dove het niet horen” op de markt
bracht. Waarbij vooral dit laatste boek
een McBain-oude-stijl is, met een origine
le plot en leuke verhaaltjes - in-het-ver-
haal over de bekende rechercheurs van
het 87ste distrikt als Steve Carella, Mey
er Meyer en Bert Kling.
Minder aansprekend is „Want ik ben
uw leider”, het verhaal over een bende
oorlog waar Carella en de zijnen mee te
maken krijgen en de geestelijk verknipte
leider van één van deze jeugdbendes, die
een groot deel van de vertelling voor zijn
rekening neemt. De tekening van deze
leider, Randy Nesbitt is duidelijk geïn
spireerd op een figuur als Charles Man-
son, de moordenaar van Sharon Tate.
Beide romans verschenen als Zwart
Beertje bij Bruna 4,50 in prima
vertalingen van respectievelijk Peter van
Dijk en Marluce Goos. In dezelfde serie
verscheen, vertaald door Hugo Kuipers,
„Dodelijk scherp” van Richard Stark.
Een onderwereldroman zou je dit ver
haal kunnen noemen, waarin de beroeps
gangster Parker de hoofdrol speelt.
Het verhaal begint bij de overval op
een theater; dat de laatste (pop)voorstel-
mond” van Harlan Ellison, knap geschre
ven verhalen, met vaak een ondertoon
van horror; en „Zomer op Icarus” van
Arthur C. Clarke, koel, nauwkeurig en
met de nadruk op wetenschappelijke
fantasie. Beide bundels werden samen
gesteld door Aart Prins.
De schrijver stapte over van scheikun
de naar fotografie. Hij schreef reporta
ges voor het Belgisch dagblad De Stand
aard over Latijns-Amerika, Afrika en
Israel en verzorgde daarbij de foto’s. Hij
regisseerde TV-programma’s voor de
BRT.
nuUpaafbank
In de jaren zestig bleek uit een onder
zoek van het CBS dat arbeiders twintig
percent meer kans hadden om tussen
hun 40ste en 65ste te overlijden dan be-
drijfshoofden en 15 pereent meer dan
ambtenaren en mensen in vrije beroe-
pen. Hét industriële produktieproces is
er sindsdien niet eenvoudiger en veiliger
op geworden al wordt de laatste jaren
dan ook meer aandacht aan het werkmi
lieu gesteed. Immers, wetgeving en in
spectie zijn er niet in geslaagd een ade
quaat beleid te ontwikkelen. Trieste ge
volgen voor gezondheid en levenskansen
zijn er het gevolg van.
Tegenwoordig betekent arbeid ieder
jaar voor minstens enkele honderden Ne
derlanders een voortijdige dood. Hon
derdduizenden anderen worden korte
tijd of voorgoed arbeidsongeschikt door
ongevallen op het werk of als gevolg van
beroepsziekten. Een van de belangrijkste
oorzaken is het ontzaglijke aantal chemi
caliën dat in het produktieproces wordt
gebruikt, zonder dat voldoende is onder
zocht of ze schadelijk zijn voor de ge
zondheid. Er zijn voorbeelden van stof-
fèn die pas n'a tientallen jaren kankerver
wekkend bleken te zijn. Stoffen die wél
duurt op de gedachten van het tijdreizen
en de „langslaap” en dat geheel geschre
ven is vanuit die Heinleiniaanse mentali
teit die me altijd doet denken aan die van
John Wayne in de filmwereld.
„Sirenes in de morgen” van Donald J.
Garden, vertaling Bob van Laerhoven, is
een al bijzonder pessimistisch boek. Het
gaat ervan uit dat de laatste, vernietigen
de slag tussen een groep militaire groot
machten (Rusland, China en de Vere-
nigds Staten) niet alleen onontkoombaar
is, maar ook nog gevolgd wordt door een
allesvernietigende wervelstorm, in het le
ven geroepeh door de uitbarsting van die
laatste oorlog, een storm die ook de laat
ste resten leven op aarde zal wegvagen.
Bruna’s Kleine Science-Fiction Omni
bus 2, samenstelling en eindredactie van
Aart Prins, bevat verhalen van o.a. Har
ry Harrison, Alan Enourse, Roger Zelaz
ny, Henry Kuttner en Arthur C. Clarke
(prijs 8,50 terwijl de „normale” Bruna
sf-pockets 5,50 kosten).
Twee andere verhalenbundels in deze
serie zijn „Hoe kan ik schreeuwen zonder
ling geeft voordat het zal worden afge
broken. Een groep gangsters, onder wie
Parker, dringt het gebouw via het dak
binnen en gaat ervandoor met de recette,
terwijl het concert nog aan de gang is.
Dat levert een bijzonder sfeervol verhaal
op dat voor de overvallers echter nog
lang niet afgelopen blijkt: enkele hen
aanvankelijk volslagen onbekenden blij
ken het op hen, en op de buit, voorzien te
hebben.
Bijzonder aardig is dat de uitgeverij
Leopold Nijgh van Ditmar in Den
Haag opnieuw de detectiveverhalen (met
als hoofdfiguur inspecteur Lund van de
bekende schrijfster Willy Corsary op de
markt brengt als pockets. Het zijn „Do
den dansen niet en „Het mysterie van
de Mondscheinsonate”. Deze pockets
kosten 8,90, geen zacht prijsje.
PETER WOLFSBERGEN
Je zou kunnen zeggen dat het boek is
geschreven in de vorm van een aantal
reportages, waarin aanschouwelijk
wordt verteld over Italië en vooral over
Be mafia en de invloed van die organisa
tie op de Siciliaanse samenleving.
Bruna heeft, naar ik meen zeer terecht,
in de serie Zwarte Beertjes opnieuw „De
rose nachtmerrie” van John D. Macdo
nald uitgegeven, een thriller die eerder
verscheen als Bom detective. Hoofdper
soon is Travis McGee, een soort moderne
ridder, dol op schepen, vrouwen, goede
vrienden en geld - maar zeker niet op de
moderne samenleving, aan de rand
waarvan hij zijn hard-boiled avonturen
beleeft.
„De man met de wandelstok" heet de
tweede politieroman van de Franse
schrijver Roger Bomiche. Om verschei
dene redenen lijkt dit boek als twee
druppels water op diens eerste, „Knock
out in zes ronden". Dat kan ook moeilijk
anders, want Bomiche zegt zijn verhalen
te baseren op ware feiten uit politiege-
schiedenissen die wat de belangrijkste
personen betreft nauw verband met el
kaar hielden.
Daarbij komt dat Bomiche de feiten in
chronologische volgorde vertelt en ze
nauwelijks „versiert”, afgezien van wat
filosofietjes waarin de Franse politie er
nauwelijks beter afkomt dan de onder
wereld die zij bestrijdt. Borniches stijl is
die van wat een geboren verteller heet,
maar droog op het boerse af. Beide boe
ken hebben de jacht op een misdadiger
tot onderwerp, die de politie jarenlang
uit handen wist te blijven, waarbij de
verscheidene politie-afdelingen voortdu
rend trachten elkaar vliegen af te vangen
en waarbij Bomiche uiteindelijk de vo
gel knipt.
De man met de wandelstok is de bij
naam van René la Canne, een charmant
man, perfectionist, die een groot aantal
spectaculaire overvallen en uitbraken op
zijn naam bracht. Het boek, goed ver
taald door Margreet Hirs, verscheen bij
Deltos Elsevier. In al zijn eenvoud is het
toch een van de aardigste politieromans
van de laatste tijd.
Veel geraffineerder als schrijver is de
Zweedse journalist Olie Högstrand, die
in ons land naam heeft gemaakt met
boeken als De Rechter en de moorde
naar, Voor rekening van de minister
president en De man die zijn huis af
wilde betalen.
Zijn nieuwste, bij Elsevier verschenen
en door J. Bernlef vertaalde, thriller heet
„Uit doorgaans betrouwbare bron” en
heeft de moord op een minister van justi
tie tot onderwerp. Veiligheidsagent Jan
Olsson mag uitzoeken wie de excellentie
heeft vermoord en waarom en dat leidt
tot een verhaal in de welbekende, onder
koelde en naar mijn smaak soms akelig
kille Högstrand-stijl.
Het boek bestaat eigenlijk uit een als
een ketting aaneengeregen serie gesprek
ken tussen het grote aantal betrokkenen
in deze zaak, uit welke gesprekken stukje
bij beetje de ware toedracht tevoorschijn
komt, maar waaruit nauwelijks iets
blijkt over de mensen die Högstrand al
schrijvend toch in gedachten moet heb
ben gehad.
werden onderzocht, bleken overigens
niet minder gevaarlijk.
De veiligheid in bedrijven, veiligheid
van machines, de opslag van gevaarlijke
stoffen en de luchtverversing laten vaak
te wensen over. Niet alleen de werkne
mers zelf, maar ook de omwonenden van
fabrieken worden daar de dupe van.
Maar er zijn ook andere gevarenbronnen
zoals radioactieve straling, trillingen en
lawaai waarvoor de wet onvoldoende ei
sen stelt. Allemaal punten van kritiek die
in het boek „Veilig op je Werk”, dat
voortkomt uit de kring van een ad
viesgroep van de Industriebond NW,
waaraan de Bond van Wetenschappelij
ke Arbeiders deelneemt, aan de orde
komen. „Veilig op je Werk, gezondheid,
gevaarlijke stoffen, milieu” door Lucas
Reijnders, Jan Korff de Gidts en anderen
is uitgegeven door Van Gennep en voor
een prijs van 14,90 in de handel ge
bracht.
Primair stellen de auteurs zich ten doel
de gevaren te beschrijven die in de ver-
schillende takken van industrie verbon
den zijn aan: schadelijke stoffen, geluid,
trillingen, radioactiviteit, hitte, stress,
werktempo en ploegendienst. Tegen die
achtergrond wordt de rol en betekenis
geschreven van sociale verzekeringen,
schadevergoedingen, arbeidsinspectie,
veiligheidswet en vakbonden. In bijlagen
zijn praktische zaken bijeengebracht zo
als eerste hulp bij vergiftiging, lijst van
gevaarlijke stoffen, regels van de arbeid
sinspectie en checklijsten.
COR BOOS
90