Hele zomer feest 4U1 f Niemand weet wanneer Egmond precies is gesticht nieuwe vissershoven IJmuiden drukten stempel op a •At •tin Derpers9 B 1 GEMEENSCHAP VAN DUIZEND JAAR n. burg: $•08 z ^□0 F 1 5 [J TER BAKKER KLIKT TERUG IN VERL EN: w MÏJ II II door Jan van Baarsel Cees de Graaff Hans Maarsen I - Het taalgebruik van de vorige gemeentebode ademde de sfeer van de tijden van weleer. Zo kreeg de burgemeester geen lepeltje bij zijn kopje koffie maar "een spoentje”. En als de burgervader een appeltje wilde schillen, dan bracht de gedienstige bode hem een nijf. Het dialect van de autochtone Egmonder, de Derper, is nog doorspekt met Engelse uitdrukkingen. Stille, doch tevens hoorbare getuigen van de lang vervlogen periode waarin Egmond aan Zee kon buigen op de grootste vissersschare van de Hollandse Vloot. Egmond aan zee vormde in het verleden een van 's lands oudste vlssersgemeeenschappen. Samen met plaatsen als Katwijk, Zand- voort, Schevenlngen ontwikkelde zich er de kustvisserij, waarbij in de tijden van voorheen de vissers vanaf het strand hun netten uitwierpen en ze vol met haring weer binnenhaalden. De vlsafslag vond tradi tiegetrouw op het strand plaats en dat Is eeuwen zo gebleven. Later ontwikkelden zich meer en meer de vissersschepen, zoals de bekende "bommen” die op het strand getrokken werden en het was dan ook niet vreemd, dat bij het ontstaan van IJmuiden de rol van Egmond als vissersplaats uitgespeeld raakte. L Ki d WO® 1 I .1 n, 4 In eeuw van vissersdorp p.mtr. tot badplaats <weg 4640 JC I I A 5 iktijk begin van deze eeuw was de rol van Egmond op Zee practisch uitge speeld. Toch is de binding met de zee in het huidige Egmond nog steeds gebleven. De Prins Hendrik stichting, in de vorige eeuw opgezet als een tehuis voor oude en behoefti ge zeelieden is er nog altijd, al is het De grote vishandelaren van Egmond hadden zich al jaren tevoren in Den Helder gevestigd toen de visserij zich daar was gaan concentreren, vooral door de nieuwe treinverbinding met het achterland waardoor ook het koopgra ge Duitsland vlot kon worden bediend. Maar ook zij zagen gauw dat de bakens opnieuw moesten worden verzet, nu naar IJmuiden. En dat deden ze. IJmui- Het visserstijdperk is praktisch voorbij als A.J. Bakker in 1961 op het burgemeesterspluche van het dorpje ploft. De hechte gemeen schap vertoont haar laatste stuip trekkingen en de vakantiegangers strijken neer in het rustieke oord aan de zee. De toerist komt als bron van inkomsten in plaats van de vis. En van die nieuwe bron profiteren niet alleen de horeca en de zakenwe reld. Ook de bewoners plukken een graantje mee van de vreemdelinge nindustrie. In bijna ieder tuintje prijkt een optrekje dat dient als zo- dens dichter George Haak gaf het zó weer: „De Dekkers en Gouda’s uit Eg mond aan Zee, - Van Voorst, Ome Teun en veel anderen meê, - Die kochten de vis in ’t verre verleên - En legden voor Handel „de Steen”. Geen wonder dat half Egmond aan Zee naar IJmuiden ging verhuizen, vooral toen de stoomtrawler in het be gin van deze eeuw zijn opmars begon. Er ontstond een grote behoefte aan goede bemanningen. Uitstekende vis sers, dat waren ze, de Egmonders. De reders en redertjes van IJmuiden haal den ze dan ook graag weg van de bommen. Burgemeester Bakker is blij dat het vroeger zo bloeiende dorpje, waar de onderlinge binding sterk was door de geïsoleerde ligging in de duinen, althans zijn welvarendheid behield. De keerzijde van de medail le is echter evident. In tegenstelling tot de beide andere Egmonden, mist het dorpje een ontwikkeld vereni gingsleven. Iedereen, van jong tot oud, wordt immers ingeschakeld bij de opvang van de toeristenstroom. Bovendien bestaat Egmond aan Zee niet langer uit louter Derpers door de vestiging van ’’import”. De eigen schappen van de nieuwe bewoners komen veelal niet overeen met de stoere, rechtgeaarde Derper. Botsen de ideeën, dan kiest de Derper partij voor de oorspronkelijke bevolking. Een aantal Egmonders heeft zich in de prille tijd van IJmuiden opgewerkt tot grote zakenmensen. Dat leidde tot afgunst en soms ook tot verdachtma kingen. De kans om uit te glijden was nu eenmaal sterk aanwezig in de glib berige „jungle” zoals het visserijwe- reldje van IJmuiden in zijn eerste groeistadium werd genoemd. Nog in 1902 verscheen deze kritiek in druk: „Ze kwamen als visstraatventers, die op een hondenkar naar IJmuiden re den. Heden hebben zij huizen, een bankconto en een hoge hoed.” - „Kekie- re” (kijk hier eens!) zullen de Egmon ders hebben gedacht. Toch is het allang niet meer de visserij, die het beeld van Egmond aan Zee bepaalt. Al van oudsher ontwikkelde het dorpje zich tot een van Nederlands badplaatsen aan zee. Dat blijkt ook wel uit het feit, dat al in 1895 in het plaatsje een WV werd opgericht. Egmond werd een echte badplaats voor mensen, die een maand of langer aan zee wilden blijven en veel Egmonders verhuren in de zomerperiode hun huis of enkele kamers. Na de Twee de Wereldoorlog heeft het toerisme in Egmond aan Zee een waarlijk grote vlucht genomen en zomers wordt Egmond overspoeld door de Het zijn herinneringen van Bak ker uit zijn jeugd, toen hij logeerde Egmond gaat het duizendjarig bestaan groots vieren. Door de dames in het dorp wordt al drif tig met naald en draad gewerkt om de oude Egmondse vissers- kleding te laten herleven en als echte ’derpers door het dorp te kunnen lopen. Het enthousiasme voor de feestelijkheden groeit met de dag naarmate het feest dichterbij komt. Donderdag de zestiende breekt dat feest los. Zaterdag 18 juni volgt een groots opgezette historische op tocht door het duizendjarige dorp, ’s Avonds is er een avond In september 1907 kwam een tilbury nabij de uitspanning Rozenstein in bot sing met de stoomtram die van Velsen in de richting van Santpoort reed. Plan- teijdt zat op de bok van het rijtuig. Hij mende het paard. Het werd zijn dood. Zijn trawlerimperium (24 stoomtraw lers!) stortte ineen als een kaartenhuis. In een van IJmuidens kerken werd ’s zondags gebeden om uitkomst, nu hon derden varensgezellen zonder werk dreigden te raken. met artiesten als John Woodhou se, het Lowland Trio en tot slot een groots vuurwerk. Tijdens de zomermaanden zijn er elke dag andere activiteiten, midgetgolfwedstrijden, brader ie, concerten, bazars, volksdan sen en natuurlijk veel sportieve evenementen, een fototentoon stelling, popfestivals, zeilkam- pioenschappen en nog veel meer. Zijn bestuurlijke loopbaan sluit Bakker af - volgend jaar gaat hij L met pensioen - in een duizendjarig dorp. Maar het feestelijke gebeuren beroert hem niet. ”Ach wat, het is met elke herdenking hetzelfde. Dit «- jaar is lukraak uitgeroepen tot hèt feestjaar. Niemand weet echter wanneer Egmond precies is gesticht. an iti- >n, setc. >.mtr. ï.mtr. 1,25 laten, Vrijdag 17 juni is er een beata- vond, een politiedag met demon straties en een optreden van de Rijks Politie Kapel. Uitgebreide programma’s zijn te krijgen bij WV in het dorp. Op 28 augustus worden de feeste lijkheden afgesloten met het jaarlijkse drumfestival op het sportpark ie schij- ken, m2, mer, aap- IJmuiden heeft zich ook van deze zware slag hersteld. Mede door het Eg mondse deel van zijn bevolking. De Egmonders hebben veel gedaan voor de opbouw van een goede samenleving in IJmuiden. Overal zijn hun sporen op maatschappelijk en cultureel gebied te vinden. Daarom is IJmuiden er blij mee dat het ooit de pioniers uit Egmond heeft gekregen. Zonder hen zou IJmui den anders, kleurlozer, zijn geweest. ging. Evenals elders in de kop van Noord-Holland pendelen dagelijks vele Egmonders naar de Randstad. Met bussen vol naar Hoogovens in IJmuiden. In dat jaar 1877 toen T. Planteijdt een koninklijke onderscheiding had moeten ontvangen maar deze door de laksheid van wie dan ook niet kreeg (reden te meer voor de Egmonders om hem extra te huldigen) kwam de vis handel van de Egmonders in het nog piepjonge IJmuiden op gang. Dat ging heel primitief. De handelaartjes liepen met hun „dreegmangd” langs het „strangd” naar het plaatsje aan het Noordzeekanaal, kochten er voor een soepel prijsje kabeljauw, schelvis en als het even kon tong en ventten deze levende waar - dode vis wilde niemand - ver van IJmuiden uit. Ze werden er zoveel beter van dat ze zich een honden kar konden aanschaffen en met deze 1 of 2 HK namen hun mogelijkheden belangrijk toe. Die dag zijn er demonstraties en een officiële herdenkings plechtigheid ’s avonds in de Oud-katholieke kerk en aanslui tend een feestelijke receptie in de feesttent. bij zijn grootmoeder die woonde in een buurtschap bij Egmond. Zelf was hij van origine Heilooênaar. In de oorlog leerde hij de ware Egmon der kennen waarvan er velen naar Heiloo waren geëvacueerd. Begon nen als volontair bij de gemeente ontvanger, volgde in 1946 zijn be noeming tot burgemeester van Ou- dorp. De annexatie bij Alkmaar ver dreef hem in 1961 naar Egmond aan Zee. nu een aan de tijd aangepast bejaar dencentrum. Nog steeds is het cen trum bestemd voor oud-zeelieden en administrateur A. Groen vertelt, dat de oude Egmondse vissers, al zijn ze jaren geleden al uit het dorp ver trokken, toch nog vaak in de Prins Hendrikstichting terugkomen om hun levensavond in de geboorte plaats te genieten. Daarnaast staat de stichting ook open voor de koop vaardij en de binnenvaart en kun nen ook niet zeevarende Egmonders er na hun pensionering terecht. Het blijkt echter, dat het aantal oud- Afijn, de festiviteiten zijn in ieder geval een goeie stimulans voor het -Z toerisme.” moeten bieden. Mevrouw M. B. Ru- nia, directrice van de WV Egmond aan Zee vindt het erg jammer, dat het oude vissersdorpje zo verwaar loosd is. Er zijn door sloop en verval veel gaten gevallen, waardoor de sfeer inplaats van pittoresk trooste loos is geworden. ,,Maar nu zijn alle zeilen bijgezet om iets van het verle den te bewaren”, vertelt ze. „Het leeft ook onder de bevolking en ze ker de groep ”Oud-Egmond” spant zich ervoor in”. De directice geeft toe, dat herstel van het oude dorp veel geld zal vragen en dat daarbij gemeentelijke steun onontbeerlijk is. Er is dankzij de visserij een duidelijk historische band tussen Egmond en IJ muiden. Om een sprekend voorbeeld te noemen: T. Planteijdt was een vooraan staand reder in Egmond aan Zee. C. Planteijdt T. zoon was een vooraan staand reder in IJmuiden. T. Planteijdt was in 1858 een der initiatiefnemers voor het stichten van een school voor voorbereidend lager onderwijs in Eg mond aan Zee. C. Planteijdt T. zoon was in 1905 een der initiatiefnemers voor het stichten van een Visserij school in IJmuiden. T. Planteijdt werd door Egmond aan Zee in 1877 grootscheeps gehuldigd toen hij een kwart eeuw di recteur was van de Noord- en Zuid- Hollandse Reddingmaatschappij ter plaatse. C. Planteijdt T. zoon werd door IJmuiden meer dan eens gehuldigd als een van zijn vele initiatieven met succes was bekroond. merhuis. Anders is wel een deel van het woonhuis voor de vakan- tievierders. Gastvrijheid is niet de enige beweegreden voor deze opof feringsgezindheid. Sommige Eg monders hebben zich de koop van een woning kunnen permitteren dankzij het zomerverblijf waarvan de revenuen voldoende zijn voor rente en aflossing van het eigen huis. In het hoogseizoen herbergt de badplaats zo’n negentienduizend be zoekers tegenover een eigen popula tie van zesduizend zielen. De voer taal is dan Duits want het zijn vooral de Oosterburen die bezit nemen van Egmond. genieters van zon en zee. En het ziet ernaar uit, dat het toerisme voor de badplaats een grote toekomst heeft. Van een terugloop van de verblijf- stoeristen is volgens mevrouw Ru- nia geen sprake. Wel is er een ver schuiving naar een wat kortere pe riode, dat men blijft, eerder twee weken tegenwooordig dan een maand. Daarnaast ontwikkelt zich steeds sterker het dagtoerisme, vooral door de opkomst en groei van een stad als Alkmaar. De echte stadsbewoner gaat er meer en meer in het weekend een dagje uit en dan is Egmond voor hem goed bereik baar. Het is interessant wat cijfers te noe men over de trek van Egmonders naar IJmuiden. Hun aandeel in de nog gerin ge bevolking was in 1890: 175, in 1891: 200, in 1892: 300, in 1899: 600, in 1902: 800, in 1909: 1050. Schertsenderwijs is wel eens gezegd dat IJmuiden, wanneer het een kwart eeuw op zijn naam had kunnen wachten, misschien „Nieuw Egmond” zou zijn genoemd. Het zange rige taaltje van de Egmonders was in alle straten van het kleine IJmuiden veelvuldig te horen. Nog altijd stroomt er veel Egmonds bloed door de aderen van IJmuidens bevolking, ook al is het dialect grotendeels verdwenen. „Toois,” is „thuis” geworden, in alle opzichten. Een derde factor die de gemeen schap heeft aangetast, is het gebrek aan werkgelegenheid. Op een me- taalwarenfabriek na, waar dertig man emplooi vinden, kent de fraaie nederzetting geen industrievesti- In scherp contrast daarmee staat het verleden. Met weemoed blikt Bakker terug. Op de tijd dat de vissers met de korf boordevol vis van Egmond naar Alkmaar sjokten. Aan die barre voettocht ging altijd een fors drinkgelag vooraf. De jonge klare klokte bij dit rauwe volk moei teloos door het keelgat. Het vocht vloeide ook rijkelijk in de schoen om de voetzool te harden. En dan waren er de vele stropers. Lieden die uit pure armoe een handeltje dreven in klein wild. De sport was hierbij uit handen van de koddebeier te blijven. Zondag een cabaret dansant, gepresenteerd door Herman Em- mink met o.a. de Mounties, Toby Rlx, Conny Vink en de gebroe ders Brouwer. Een ander hoogte punt is vrijdag 24 Juni wanner de tentoonstellingsbeurs ”Van vissersdorp tot badplaats” ’s avonds om zeven uur haar poor ten opent. zeelieden jaarlijks blijft dalen. Een andere binding tussen de vis serij en Egmond is nog altijd te zien in het oude vissersdorpje, dat ver scholen ligt aan weerszijden van de Voorstraat, die nu door de toeristen is ingenomen. Oude vissershuisjes met scheefgezakte ramen koesteren zich nog altijd in de zon en in het licht van de Egmondse vuurtoren, die de naam van Nederlands zeeheld Van Speyk heeft meegekregen. Die vuurtoren is nog altjd het overheer sende beeld van Egmond, al is er heel wat concurrentie gekomen van luxe-apparlementenflats, die de strandaanbidder een woonplaats IJmuiden als willige markt trok steeds meer vissersschepen tot zich. Daarmee werd de definitieve onder gang van Egmond als visserijplaats in geluid. Men bleef er namelijk zweren bij de bom die, toen IJmuiden een kwart eeuw bestond, zijn tijd had ge had. Achteraf is kritiek gemakkelijk maar de vraag is of Egmond de kans heeft gehad bijtijds een nieuwe koers te gaan volgen. De vangsten van de bom men brachten zo weinig geld op dat er niet of zeer onvoldoende kon worden gereserveerd voor de aankoop van mo derne scheepstypen. Bovendien had Egmond daar geen thuishaven voor. De Egmonders trokken naar IJ muiden om daar de vis te verkopen en in zeer korte tijd verdween de visserij geheel uit Egmond. Veel vis sers gingen in IJmuiden wonen en langzaam verdween de Egmondse vissersvloot om als IJmuider kotters verder de zee op te gaan. Aan het C. Planteijdt T. zoon was in die tijd een van de meest vooraanstaanden van IJmuiden. Hij begon er als afslager in 1889, kreeg een regeringsconcessie voor een eigen afslag in 1895 en was de man die aan het hoofd stond van de groep welke tot in 1902 de Rijksafslag probeerde weg te concurreren. Hij was intussen reder geworden en bouwde de grootste vloot van IJmuiden op. Een hoekje van het oude vissersdorp met de vuurtoren, die het dorpsgezicht bepaalt oud zeelieden, waaronder nog altijd Als badplaats heeft Egmond vooral na de Tweede Wereldoorlog een grote vlucht genomen. De Prins Hendrikstichting biedt aan een aantal oude Egmondse vissers, de mogelijkheid om temidden van collega's van een ongestoorde levensavond te genieten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1977 | | pagina 23