Van der Doe Rutte, nieuwe troef bij kano-top 1 KNVB-coach met afstandsbediening L\ r* ■ft 1 3! MB1 GROTE VERWACHTINGEN ROND HAARLEMS DUO I IlPw I 17'^ J ;w i M 1 i Bill iring, MF i door Piet Teeling i •ekt lan Flink tegenaan ii van - I I I I se Happel-Gerards I I I ■M fll t. ■EK£*a a II I I w n de stbus izig het I I Karel Muys ive, ei- ANT- shoe- f ij het toe- B K" 3 - - Niet optimaal Spaamdam Vogelenzang: hemelsbreed is het nauwelijks tien kilometer. Per boot over het water is het iets meer. Sinds de Haarlemmer Ruud van der Doe is opgenomen in de nationale kano-ploeg, die zich voorbereidt op de wereldkampi oenschappen in september in Sofia, draait hij zijn hand niet meer om voor die afstand. Iedere werkdag stapt hij in Spaamdam in zijn kano om een half uur later op zijn werk in Vogelenzang weer uit te stappen. Hoewel hij na twee verloren seizoenen weinig trek meer had om zich nog langer uit te sloven binnen de nationale kano-elite, zorgde de pas naar Zandvoort verhuisde kanotrainer Karei Muys weer voor de nodige motivatie. Nu, amper twee maanden na het begin van het internationale kanoseizoen, trekt Ruud van der Doe profijt van zijn dagelijks trainingsritueel. F K **S f I88WS-. Sjef Rutte als slag met Ruud van der Doe Trainer Karel Muys op de fiets STOPPER V „Ik houd het zo goed mogelijk bij. Helemaal geïnformeerd kun je op deze afstand natuurlijk niet zijn.Je leest af en toe Nederlandse kranten en ver der heb ik regelmatig contact met ken nissen in Nederland. Een beetje ge brekkig dus, maar ik heb zo het idee dat je in een minimum van tijd weer bij de tijd bent. Als ik het goed begrepen heb zijn er geen sensationele verande ringen opgetreden’’. John Linse merkt op dat het verlan gen van de Nederlandse elftalspelers „Ik kan daar wel inkomen. Elke voet baller wil contact met een trainer die hij op grond van zijn vakmanschap1 erkent. Een man waar ze van op aan kunnen die vondsten bedenkt waar ze zelf nog niet aan gedacht hebben. Dat bepaalt het respect voor de trainer”. uitgaat naar een sterke man, en Happel antwoordt: „Vóór alles moet er rust rond en in de ploeg heersen. Na de competitie moet iedereen uit de sfeer van voetballen treden. Vakantie. Naar eigen inzicht te besteden. Je moet de honger naar het toernooi voeden, maar voor over- concentratie waken. Dat is misschien wel het grootste gevaar. Daarom stel ik me ook voor tijdens de voorbereiding in Zeist de spelers dagelijks weer naar huis te sturen. Ze moeten niet gek van elkaar worden. Ontspannen leven, dat is een van de grootste zorgen". Hoe stel je je de voorbereiding van Oranje voor?, vraagt Linse, en Happel antwoordt: Ernst Happel zegt voorts dat de pers erbij hoort: „Dagelijks een uur uittrek ken voor de pers kan geen kwaad. Zon der is zelfs nadelig. Spelers moeten voeling hebben met hetgeen er rond hen gebeurt. Praten met journalisten voorkomt bovendien een dagelijkse sleur", en ook geeft hij zijn mening over een voorstel van dokter Kessel om de vrouwen mee te nemen naar het eindtoemooi: „Een voetballer kan zeg maar vijf weken lang niet zonder een „dingetje". Dat zou een catastrofe zijn. Hij zou tenslotte met een ding gelijk een olifant rondlopen. Eens moet 't eruit". En als John Linse de mogelijk heid van masturberen oppert, zegt Happel: „Nee, daar kunnen spierbles sures in de lies door veroorzaakt wor den. Er moet dus een mogelijkheid voor een dingetje gecreëerd worden, maar ook daarin past een individuele bege leiding. Want de één is zes keer per week gewoon, de ander twee keer. De één doet een vluggertje, de ander trekt er twee-uur voor uit. Moeilijk pro bleem dus, dat kun je op je vingers natellen. Ik denk het wel te kunnen ondervangen. Hóe wil ik ook wel zeg gen, maar dan strikt in de informele sfeer. Er zouden mensen kunnen zijn die zich er aan storen". Karei Muys is in feite dezelfde mening toegedaan. Na het laatste optreden van het Haarlemse koppel in Gent merkte hij op: „We zitten op de goede weg. Wanneer je je weet te plaatsen voor een finale van de wereldkampioenschappen ben je eigenlijk net zover als een finaleplaats bij de Olym pische Spelen. De krachtsverhoudingen Eggen nagenoeg op het zelfde niveau. In Montreal lukte dat Bloem en Jacobs niet, ik heb wel vertrouwen, dat het Van der Doe en Rutte dit jaar wel lukt”, aldus de oud-kanotrainer, die al eens eerder Neder land aan een zilveren medaille met een K 2 heeft geholpen. „Ik weet niet” zegt Ruud van der Doe, „of de komst van Muys er toe heeft bijgedragen, dat ik me weer opti maal wil inzetten voor mijn sport, zeker is, grote dosis improvisatie tussen mijn stu- die-uren door,” zo vertelt Sjef Rutte. dat Muys iets in ons ziet, een rol heeft gespeeld. Tenslotte ben ik pas 30. Toen Antoon Geurts zijn zilveren medaille vero verde met Paul Hoekstra tijdens de Olym pische Spelen van Tokio, was hij ook 34 jaar. Dus....” Voor zowel Ruud van der Doe als slag man Sjef Rutte vormen de Olympische Spelen over drie jaar in Moskou het eind doel. Rutte: „Als ik slaag voor mijn eind examen, wil ik graag medicijnen gaan studeren. Met een beetje geluk kun je dat combineren tot aan het vijfde jaar. Dan gaat het niet meer. Daarom betekent dit mijn laatste voorbereidingsfase op een deelnemen aan Olympische Spelen. Tegen die tijd ben ik ook 26 jaar en wordt het tijd dat ik aan wat anders dan kanovaren ga denken.” het topvoetbal) die drie en een halfjaar geleden, in het al genoemde interview met John Linse in Voetbal Internatio nal als een van de belangrijkste taken van de bondscoach noemde, dat deze zich in het buitenland ging oriënteren: „Hij moet meer in het buitenland zijn dan in Nederland. Uiteraard het con tact met spelers onderhouden, maar primair de ontwikkelingen bij eventue le tegenstanders bijhouden. Want er is voor een speler niets zo belangrijk als hem helemaal te informeren over de kwaliteiten van zijn tegenstander. Op dat hij er blindelings van op aan kan". Op de 500 meter is de flitsende snelheid er niet. Door die wéinige training met elkaar, varen we met name op de korte afstand teveel in ons uppie. Op de dubbele afstand gaat het iets beter. Daar trekt Sjef Rutte de sprint aan, die is gewoon wat feller. Bij mij moet het van de conditie 1 komen. Daardoor moeten we ook nog heel wat wedstrijden varen, willen we de juiste balans tussen conditie en snelheid krijgen. Daarnaast is het natuurlijk zo, dat Karei Muys tot dusver weinig aan snelheidstrai- ning heeft gedaan. Hij heeft zich met name beperkt tot techniek. Daaruit valt af te 1 leiden, dat we in de afgelopen jaren aan zienlijk zijn gekelderd. Want techniek is de uiteindelijke basis voor het kanovaren. Maar alles kan nu eenmaal niet tegelijker tijd”, zo meent van der Doe. En daarmee heeft Nederland opnieuw een tweepersoonskano-koppel, dat inter nationaal iets kan gaan betekenen. En dat had kano-varend Nederland niet mogen hopen na het stoppen van Arend Bloem, waardoor het koningskoppel Bloem/Ja- cobs stuurloos was geraakt. Dat het juist Van der Doe en Rutte zijn, die het in de komende maanden moeten doen, zou en kele maanden geleden nog een giller zijn geweest. Vooral toen het aan kop varende duo tijdens een tien kilometer race na zes kilometer zonk. Daaruit heeft het Haar lemse duo moed geput om door te gaan, desnoods tot de Olympische Spelen over drie jaar in Moskou. meent Van der Doe, die met name een rol voor hen ziet weggelegd op de 1000 meter. V 1 XT 1 K Dat was tijdens het trainingskamp, be gin april in Spanje. Aanvankelijk had het niet meer weg, dan een drijvende badkuip met twee spartelende kanovaarders erin, maar bij terugkomst in Nederland, bleek het koppel goed met elkaar overweg te kunnen. Ook kanotrainer Karei Muys zag de vooruitgang van zijn koppel met de week groeien. Zag zelfs, dat zijn inspan ningen om het duo bij elkaar te brengen werd beloond met een vijfde en een zeven de plaats tijdens de eerste grote internatio nale wedstrijd in Gent. „We zitten er bij”, zo sprak Muys toen, die daarmee het kano varen in Nederland toch weer had verrast met een nieuwe K 2. Welnu, wie kan de Nederlandse spe lers beter inlichten over de kwaliteiten van de grootste tegenstander België dan Emst Happel, die dit bovendien de belangrijkste taak van een bondscoach vindt? Dat hij bij België-Nederland pro forma niet op de bank zal zitten, is natuurlijk een doekje voor het bloeden: de informatie en de taktiek zijn dan al lang doorgespeeld. Als ik KBVB-voor- zitter was zou ik mij ook, om een ge vleugeld woord van oud-wethouder Koets van Amsterdam te lenen, „grote lijks belazerd” voelen. Tot zover het interview dat John Linse in Sevilla met Emst Happel had en dat in het nummer van 10-15 decem ber 1973 in Voetbal International ver scheen. Drie en een half jaar geleden dus. Toen wou hij al dolgraag, maar de KNVB engageerde Rinus Michels, die net als Happel nu een coach met lange- afstandsbediening werd, want Michels was toen, evenals nu, trainer van Bar celona. Nederland is vermoedelijk het enige serieus te nemen voetballand dat met part-time-krachten werkt als het om de begeleiding van het nationale elftal gaat. Of ze zijn al trainer van een buitenlandse club (Barcelona of Club Brugge), of ze zijn in eerste instantie beroepsofficier en doen het trainen er bij, zoals sommige oud-intemationals overdag op kantoor zitten en 's avonds de plaatselijke derdeklasser trainen voor een bedrag waarvan de oudste dochter kan studeren en het gezin eens per jaar veertien dagen vakantie in Tunis kan houden. We hebben ze na- En voegt Van der Doe er aan toe: „Je beult je iedere dag af en soms vraag je je af waarvoor. Twee jaar geleden na het deba cle in Nottingham ben ik me gaan realise ren: waarom doorgaan? Ik ben toen een jaar naar het echte „beulswerk” overge stapt, de lange afstandwedstrijden, met als hoogtepunt de Gudena-race in Denemar ken. Daar heb ik mijn vorm maar ook mijn zelfvertrouwen teruggevonden om toch met kanovaren, hoe weinig internationaal van klasse ook, door te gaan. Het resultaat ligt er nu: een K 2, die een kansje maakt om een finaleplaats tijdens de wereldkam pioenschappen in Sofia te halen.” Datzelfde geldt in feite ook voor Ruud van der Doe: Ik heb A gezegd, nu moet ik ook B-zeggen. Op dit moment kan je niet meer zeggen, en nu ga ik lekker een jaartje toervaren. Je moet er nu flink tegenaan wil je een redelijke kans maken bij Olym pische Spelen. Ik denk dat ik het dan wel gehad heb”, zo meent de Haarlemse stra tenmaker. En zo voegt hij er aan toe: „Je kunt je zelfs gaan afvragen of wij Moskou wel zullen halen. De jeugd in de breedte is bijzonder sterk en staat in feite nu al te dringen. Tegen de tijd dat de Olympische Spelen in Moskou worden gehouden, zijn er voldoende opvolgers. Misschien dat er dan weer een nieuw koningskoppel is of misschien wel een kéizers-koppel”, zo In hoeverre ben je op de hoogte van het Nederlandse voetbal-op-dit-mo- ment?, vraagt John Linse, en Emst Happel antwoordt: Kv - Voorzitter Wouters van de Koninklij ke Belgische Voetbal Bond is furieus over Happels aanstelling, en ik kan hem eigenlijk geen ongelijk geven, zo als ik ook kon begrijpen dat PEC- Z’wolle zijn keeper Peter Gerards on middellijk aan de kant zette zodra bleek dat hij in onderhandeling was over een transfer naar MW, waarmee PEC-Zwolle in de nacompetitie nog om één plaats in de eredivisie moest spe len. Op soortgelijke manier is België in een voorcompetitie met Nederland ge wikkeld om een plaats in de eindstrijd van het wereldkampioenschap, en het is, met Noord-Ierland-Nederland en België-Nederland nog voorde boeg, erg overdreven om te zeggen dat Neder land daarin „een gewonnen race loopt”. Tenslotte is er nu weer een trainersverwisseling bij Nederland, de topclubs Feyenoord, Ajax en PSV kun nen niet op dezelfde internationale successen bogen als Anderlecht, Club Brugge en RWD Molenbeek, dus moed verloren al verloren, denkt Wouters. En daar heeft hij schoon gelijk in. Maar wat gebeurt nu? Uitgerekend de door zijn Club Bruggespelers bewonderde Emst Happel gaat Nederland coachen! Dezelfde Happel (want andere Happels zijn er nu eenmaal niet, althans niet in John Linse merkt op dat Club Brug ge aan Happel trekt, maar dat hij meer voor de KNVB voelt, en Happel ant woordt: „Voor welke coach geldt dat niet? Nederland dikteert sinds enkele jaren het internationale voetbal'. Er is zoveel klasse, dat het Nederlands elftal een van de twee voornaamste favorieten is. Samen met West-Duits- land. Als er geen gekke dingen gebeuren wordt de finale Duitsland- Nederland”. Toch was het ook voor kanotrainer Ka rei Muys een grote gok om van der Doe samen met de Haarlemmer Sjef Rutte in één boot te zetten. Eerder had van der Doe al laten zien er weinig trek in te hebben om in een niet lopende tweepersoonskano in ternationaal hoge ogen te kunnen gooien. Dat was twee jaar geleden, toen hij onder drang van de toenmalige trainer' Theo Marijt met René van Es voor een voldon gen feit werd geplaatst. „Het werd hele maal niets”, zo vertelt van der Doe, „en daarom stond ik ook nu wat sceptisch tegenover een koppel met Sjef Rutte. Muys verzekerde me echter, dat hier een moge- lijkheid voor mij lag. Ik heb toen toege hapt,” zo meent Ruud van der Doe. tuurlijk wel gehad, echte bondscoa- ch.es, in een ver verleden, maar er ging altijd iets mis zodat het op de beslis sende momenten toch weer lijm- en plakwerk werd. Zoals nu weer met Emst Happel. John Linse van Voetbal Internatio nal had een gesprek met Emst Happel en noteert: „Naarmate het gesprek vor dert, raakt ondergetekende ervan over tuigd dat Happel dé man voor Oranje is. Happel staat te trappelen; hij staat klaar voor Oranje. Na als spfler twee wereldkampioenschappen te hebben meegemaakt, als trainer Feyenoord naar de Europa- en wereldbeker te heb ben gevoerd, wil hij het Nederlands elftal laten profiteren van zijn tactisch inzicht, zijn coaching en vooral van zijn ervaring. „Oranje hoort in de fina le", stelt hij. En: „Als dat niet gebeurt en de omstandigheden én faciliteiten zijn optimaal geweest, dan heeft de verantwoordelijke coach gefaald". Daar werd de nationale titel een feit, het geen al leidde tot voorbarige uitspraken. Uitspraken, die het Haarlemse duo be stempelden als troonopvolgers van Bloem en .Jacobs. Sjef Rutte: „Een wat al te voorbarige conclusie. Daarmee worden we in een favorietenrol geschreven, waardoor we geen enkele misstap mogen maken. Als de resultaten die we boeken in Berlijn en tijdens de Zaanregatta, dit weekeinde, te genvallen, komt dat harder aan. Tenslotte, internationaal zijn we er nog lang niet. We varen nog niet optimaal en ons slagentem po is beslist nog geen vloeiende beweging”, aldus de 23-jarige fysiotherapeut uit Haar lem. Een van de voornaamste oorzaken van de nog niet goed lopende boot ligt bij de kanovaarders zelf. Sjef Rutte: „We trainen vrij veel met elkaar, met name ook in het verleden, maar altijd in een éénpersoons boot. In feite heb ik nog niet optimaal kunnen trainen, omdat mijn studie preva leert boven het kanovaren. Daardoor ook heb ik de haltertraining doorgezet, om de weinige kilometers, die ik dit jaar heb gevaren te kunnen compenseren. We trai nen nu één, hooguit twee keer per week samen in de boot tijdens de gewestelijke training. Hier op het Spaarne bij Trekvo gels kunnen we nauwelijks samen varen. Het materiaal ontbreekt gewoon en de vereniging is financieel niet draagkrachtig genoeg om een nieuwe K 2 te kopen. Daar om traint ieder op zijn eigen wijze, Ruud gaat iedere dag met zijn boot naar het werk, ik train vijf keer in de week met een In Hilvarenbeek begon de eigenlijke vic torie voor het Haarlemse kanoduo. Terwijl het koningskoppel Bloem/Jacobs ook de bijnummers meepakte, hadden Ruud van der Doe en Sjef Rutte zich alleen laten inschrijven voor het hoofdnummer: het nationale langebaan kampioenschap. ggs.iji. ii.iMji

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1977 | | pagina 33