Vragen over Chinezen 4 st eral. èM door Tony van der Meulen Wagen Nr. 19 l ar* Mensen r 4 12 ral. est :S;»m ‘Mi ?est reral De winkelier in Sjanghai pakt de vier rijstkommetjes van 38 cent per stuk in een doosje van ribbelkarton en wikkelt er een stevig stuk paktouw omheen. De prijs schrijft hij op een lei, die hij aan een katrolletje hangt. Een flinke mep en de lei schiet langs een soort waslijn dwars door de winkel in de richting van de kassala. Op een andere toonbank, van het soort dat hier in de vijftiger jaren in winkels stond, pakt een meisje een aantal Chinese posters voor me in. De grote voorzitter Hoea Kwo-feng omringd door blije boeren. Verder de afbeelding die je tot achter in China op de lemen kamermuren ziet geprikt: de grote en wijze voorzitter Mao. Het meisje achter de glazen toonbank wikkelt ze in een stuk grof papier dat ze aan de rand dichtplakt met een soort stijfsel. Weer zeilt zo’n lei naar de kassala, waar het eindbedrag razendsnel wordt berekend op een houten telraam. Een dag later sta je in het ultra-moderne Tokio. Het waslijntje uit de galanteriewinkel in Sjanghai is hier de automatisch werkende intercominstallatie, de lijm een automatisch inpakmachientje met krimpplastic. Je springt geschrokken achteruit als een taxideur automatisch openzwiept. En je laat je wekken via een computer. Eerst een 9 draaien en dan 0730 als jeer om half acht uit wilt. Precies om half acht gaat dan de telefoon en wenst een automatische vrouwenstem je een goede morgen toe. Op de achtergrond klinken geruststellende vogeltjes. De vorige dag stond om deze tijd de Chinese tolk in zijn nette Mao-pak op je houten deur te bonzen: good molning sil. Vijf uur vliegen noordoostwaarts ben je weer in „onze wereld” en begint de dag met een computer in een zo te horen rijk gevulde volière. s K - - j Idylle van ruig paktouw en ongegomde postzegels sichtkaarten plakken die tevoren met de kroontjespen zijn beschreven. Bewaren ze die speciaal voor ons? Want het grote Chinese statussymbool is de nikkelen ball point. En als je er naar vraagt, kun je ook gewoon voorgegomde postzegels krijgen. In de maand mei ben ik in het zog van Beatrix en Claus door de Chinese Volksre publiek getrokken. Hoe kijk je daar, zo’n twee maanden later, op terug? Nu ik er weer over zit te schrijven, heb ik het gevoel dat ik heel even heb genipt aan een voor ons totaal vreemde wereld, die daarna zijn gordijnen weer snel heeft gesloten. Toch ben je er, blijkens de groepsfoto’s, echt geweest. Haastige weken van veel reizen en trekken. Je hebt in de ontvangstkamer gestaan van de Grote Voorzitter Hoea in de Grote Hal van het Volk in Peking. Het hart van het Chinese rijk; de anders vrij kalme tolken waren op van de zenuwen. Even later liep je op de oneindige steppen van Mongolië. Je hebt duizenden Chinezen zien werken aan huizenbouw en irriga tiesystemen. Je bent in hun rijstvelden geweest, in hun theetuinen. Je ging wennen aan Chinese muziek, die eerst klinkt als het gejank van krolse kat ten, maar die later best mooi blijkt. Het is je gelukt een glad doperwtje tussen twee eetstokjes te houden. En toen je maar een keer het Chinese etiket van een bierfles had losgeweekt, kon je, door dat te laten zien, overal bier bestellen nog voor duide lijk werd dat het gewoon „piedsjoe” heette. Hoe is het er met de sex? „De hele seksualiteit schijnt in de Volksrepubliek nogal een taboe te zijn. De boerenkleding met haar vage kielen en uiterst ruime broeken is weinig uitdagend. Maar aan de andere kant heb ik, tegen alle voorspellingen in, in grote steden als Peking en Sjanghai wel vrijende paartjes gezien. De vraag welke voorbehoedsmiddelen worden gebruikt, heeft mijn tolk dagen lang beantwoord met: „Ik zal het voor u navragen”. Maar dat antwoordde hij ook als ik naar de rijstprijs vroeg, dus dat zegt niks. In beide gevallen kreeg ik overigens nimmer een exact antwoord”. „Vooraf was ons door ervaren China-kenners te verstaan gegeven de Chinese vrouwen niet te na te komen. Door één schalkse trek aan een meisjesvlecht kun je het land al worden uitgezet, zeiden ze. Ik heb het niet uitgeprobeerd”. Hoever China weg is, blijkt wel uit de vragen die je krijgt als je weer behouden bent teruggekeerd. Om u daar een idee van te geven, heb ik een bloemlezing gemaakt van de informatie die na China bij mij is ingewonnen door vrienden, collega’s, buren en verwanten. Je voelt je dan helemaal net terug van Mars. hier ging het dan ook om een halve ko ningin. Als China-bezoeker heb je, zolang je je maar bij de sevice en de vriendelijkheid van je gastheren neerlegt, geen enkele zorg aan je kop. Waar we ook per vliegtuig of trein aankwamen in dat immense land, overal stond bijvoorbeeld steeds een auto dravende Chinezen om ons heen, maar als ik me maar een weg zocht naar wagen Bewoners van de com mune Mengsheng aan het werk op de koren velden Os A Dat is in China niet niks, want als je steelt, steel je in wezen van het volk. En bij het servicepakket hoort dat je de vreemdeling niet berooft. Maar met al deze gulheid ben je mooi een soort gevangene van hun hoffelijk heid: Je kunt bijna geen kant op. Hoe ik ook zeurde of dramde, het is me bijvoorbeeld niet gelukt om met de tolk een avondje naar de Chinese bioscoop te gaan. En als je ’s avonds eens buiten het hotel wilde wandelen, kwam hij je zo mo gelijk hijgend achterop om je te wijzen op de gevaarlijke revolutionaire oproerigheid van zijn landgenoten. Terwijl hij me over dag net moeizaam had bijgebracht dat ik me temidden van het vredelievendste volk op aarde bevond Mogen Chinezen staken? „Volgens de grondwet wel, heeft de tolk me verzekerd. Na mijn vraag hoe het met je afloopt als je van dit grondwettelijke recht gebruik maakt, zweeg hij nors, zei niet eens: ik zal het voor u navragen. In een ander verband vertelde hij wel dat nog 4 Jaren geleden is eens een artikel ver schenen met als kop: Zijn Chinezen ook mensen net als wij? Die ondertoon zit ook in veel vragen die je krijgt als je uit dat verre China terugkeert. Maar wat heb je er eigenlijk opgestoken in 15 dagen, behalve de dingen die je al wist uit de boekjes? In ieder geval hebben al die feitjes over Chi na nu een gezicht, een reuk of een smaak gekregen, je bent er zelf bij geweest. Maar De Volksrepubliek China. In de winkels een karig assortiment, zoals wij dat in Nederland vlak na de oorlog moeten heb ben gehad. Grauwe steden, weinig-knusse huizen, 800 miljoen mensen met, op het eerste gezicht, allemaal dezelfde kleren aan. Een maandloon van amper honderd gulden, een paar schoenen kost een tientje. Geen overbodige luxe. Geen vrijheid om te gaan en te staan waar je wilt. Maar, voor zover ik dat heb gezien, wel allemaal te eten. Van miljoenen andere Aziaten kun je dat niet zeggen. Krakende houten bedden. Zeep waar je zo zoet van gaat ruiken dat je nauwelijks tneer je kamer uit durft. En dan de grote idylle van de Chinaganger: vol ijver met een klein kwastje de postzegels op de an- Veel aandacht wijdde de tolk ook aan de Russische agressor. Ik heb van hem begre pen dat de.Russisch-Chinese oorlog onont koombaar is en dat we daarom de NAVO moeten versterken om zo (let de legertop nu ook even op) gezamenlijk een tangbe weging rond de Russische beer te kunnen uitvoeren. Later las ik hier in de krant dat, toen wij in China waren, Chinezen zijn geëxecuteerd wegens spionage voor de Russen. Dat hoor je in het land zelf niet. Ik krijg trouwens toch het idee dat als je de pers in het Westen maar goed bijhoudt, je meer over de Chinese politiek te weten komt dan wanneer je in het land zelf bent. Chinese leiders ventileren de informatie die ze voor buitenlands gebruik kwijt wil len vaak via correspondenten in Peking. Het derde punt waar het volk zich sterk voor maakte, was de strijd tegen de Bende van Vier van de weduwe van Mao. Wat gebeurt er nou allemaal om de aanhangers van deze bende het zwijgen op te leggen, heb ik eindeloos gevraagd. Het antwoord bleek intussen in Nederland in de krant te staan: voorzitter Hoea heeft een aantal voorzitters van provinciale revolutionaire comités weggezuiverd. Eigenlijk zou ik mijn vriendelijke tolk eens een ansicht kaartje moeten sturen met dit soort toch wel handzame informatie erop. Komen er echtscheidingen voor? „Volgens mijn volks-begeleider mag een Chinees niet schei den. Althans niet vrijwillig. Het komt wel voor dat de man in de ene stad werkt en woont, zijn vrouw in een andere stad. Ze mogen twee weken per jaar op staatskosten naar elkaar toe. Terwijl echtparen die best wat verder uit elkaar zouden willen zitten, vaak wel weer bij elkaar wonen. Kortom, geen gelukkige regeling”. verder beslissen de Chinezen voor het grootste deel zelf over het beeld dat je aan een bezoek overhoudt. Per jaar geven ze een beperkt aantal visa af aan de imperia listen zoals wij met z’n allen heten. nummer 19, kon er verder niets meer ge beuren. Het klinkt zo gemakkelijk om te zeggen: je gaat het sobere, ongezellig aandoende China pas waarderen als je terugreist via Tokio, met daarna, als het even kan, nog een tussenstopje in het Amerikaanse Alas ka. Maar toch werkt het een beetje zo. Terwijl ik me in China zeer onvrij voelde met altijd maar die vermoeiend vriendelij ke gids om me heen, heeft het 15 dagen rondreizen in een land met bijvoorbeeld zeer weinig auto’s (alleen de overheid heeft auto’s) kennelijk toch weldadig op je inge werkt. Ik stond letterlijk met mijn ogen te knipperen toen ik de tjokvolle parkeer plaats zag van het vliegveld Haneda bij Tokio. Een verder heel normaal Neder lands beeld, dat je toch in 15 dagen China volslagen was ontwend. Thuis laat je aan vrienden die zo eenvou dige Chinese verpakkingsmaterialen zien. Dat is nog eens iets anders dan onze plastic wereld, beaamt iedereen vertederd, na nog een keer lekker aan het ruige, harige volksrepublikeinse paktouw te hebben gevoeld. De meeste informatie over land en volk kreeg je ook via je tolk. Er waren drie hoofdpunten. Om te beginnen de grote plannen om de produktiviteit op te voeren. Samen de schouders eronder, met als eind doel: Amerika inhalen in een jaar of 20. Maar exacte cijfers over de vooruitgang zijn nauwelijks te krijgen. De cijfers die je hoort, spreken elkaar voortdurend tegen. Oproep tot protest tegen MAO's weduwe en drie andere hoge Chinese leiders. steeds soldaten naar de fabrieken gaan om de arbeiders te helpen. Na een paar dagen Chinese informatie vertaal je dat al automatisch met: het leger onderdrukt nog steeds arbeidson rust”. Wat is het grootste probleem van het land? „Volgens de Chinezen zelf het transportprobleem. Er zijn maar weinig goede wegen. De trein is het belangrijkste vervoer middel, zowel voor mensen als voor industriële produkten. Westerlingen mogen overigens alleen eerste klas reizen; het is niet de bedoeling dat ze zich knus tussen de „gewone” Chinezen nestelen”. „Veel mensen in het Westen denken dat de overbevolking China’s grootste probleem is; een derde van de hele wereldbe volking moet er gevoed en gekleed worden. „We hebben hele maal geen overbevolking”, zei vice-premier Li Hsien-nien, „we hebben juist veel te weinig mensen, er is nog zo ontzaglijk veel te doen”. Hebben Chinezen vakantie? „Nee, maar als je een paar dagen op familiebezoek wilt, wordt daar gezamenlijk over beslist. In de steden heeft men wel een dag, soms twee dagen, vrij per week. Het platteland kent in het algemeen geen vrije dagen”. - Roken Chinezen? „Van de Chinezen die ik heb getroffen rookte zo’n 90 procent als een ketter. Ze kunnen je haarfijn uitleggen dat je er longkanker van kunt krijgen. Maar Mao schijnt zich nimmer over het roken te hebben uitgelaten, ook de Partij heeft het niet verboden, en dat is niet met al te veel dingen het geval, zodat de neiging tot zelfbeperking niet groot is”. Gebruiken Chinese boeren chemische middelen? „Voor zover ik gezien heb wel, ja. Je ziet er nogal wat boeren met verstuiver in de hand en het tankje gif op de rug tussen hun gewassen doorlopen. Kunstmest wordt ook steeds meer ge bruikt en gaat daarmee de mensenmest verdringen die eeuwen lang door de Chinezen naar hun akkertjes of rijstvelden is gedragen. Een Nederlands-Engelse firma is bezig een hele serie kunstmestfabrieken in de Chinese Volksrepubliek te bouwen. De fabrieken lozen hun uiterst giftige afvalstoffen gewoon op de rivieren. Dat is wat moeilijk te rijmen met het bekende verhaal dat de grote en wijze voorzitter Mao van zijn land de milieuvriendelijkste natie ter wereld zou hebben gemaakt”. Bekend zijn ook de verhalen van China- gangers over hoe een kapotte pijp of een afgetrapt stel schoenen voortdurend ach ter je aan reist. Zo heeft het grote Chinese volk ervoor gezorgd dat mijn zeepdoos met een tegenwaarde van ƒ1.50 behouden bleef. Ik liet hem in de hoofdstad van Binnen-Mongolië, Huhehot, per ongeluk staan. Zo’n 1000 kilometer zuidelijker trof ik hem weer op mijn nachtkastje. Dat doen ze trouwens niet alleen omdat ze je zo aardig vinden, er zit ook de grote angst achter van diefstal beschuldigd te worden. Hoe gaan Chinezen naar de wc? „Ben ik nooit bij geweest, ik heb wel wc’s gezien. In de hotels zijn dat meestal onze bekende zittoiletten, maar dan wat smeriger. In de kleinere huizen en op het platteland doen ze het boven een gat in de grond, net als in Frankrijk”. Voor die buitenlanders is een soort cir cuit opengesteld:, den aantal steden plus wat stukjes platteland, samen nog geen 1 procent van het land. De een krijgt wat meer te zien dan de ander. Dat hangt samen met je verblijfsduur en je belang- met hetzelfde volgnummer voor je klaar, rijkheid. Met kroonprinses Beatrix voorop Bij iedere aankomst zwermden tientallen mochten we naar Binnen-Mongolië. Daar .zijn nog niet zoveel witten geweest, maar 1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1977 | | pagina 13