X GOUD IN HET NIEUWE LEVEN VAN ROB DE NIJS door Klaas Pieter Rieksen tjI o -Él JA Heidi Weemoed „Het publiek heeft me nu pas door Rustiger Concerten Als net goed gaat, gaat het vaak ook steeds beter, voor Rob de Nijs lijkt dat aardig van toepassing. Sinds zijn recente successen met „Tussen zomer en winter” is er nog meer op komst. Momenteel werkt de zanger hard aan de voorbereidingen van een theatershow, een avondvullend concert met een combo, waarbij Rob de Nijs naast oude successen ook jazz- en rocknummers ten gehore zal brengen. Daarnaast moet aan het einde van dit jaar een dubbele verzamelelpee op de markt komen met onder meer de eerste single van Rob, „De liefste die ik ken”, een Nederlandse versie van een nummer van Carol King uit 1962. Voor volgend jaar staat een nieuwe elpee gepland waarvoor weer net als bij „Tussen zomer en winter” gedacht wordt aan een samenwerking met tekstschrijver Lennaert Nijgh en arrangeur Harry van Hoof. Werk genoeg dus voor Rob de Nijs. Na een paar jaar niet op de voorgrond te zijn getreden is Rob nu weer hele maal terug. De populariteit van de zan ger is ook op deze Pasar Malam duide lijk te merken. Als we naar een tentoon- stellingsgedeelte in de Haagse Hou- trusthallen lopen komt er een beer van een vent aan lopen die roept: „Hé Rob, dit is Anneke”, en hij wijst naar een meisje dat blozend en draaiend achter hem staat. „Ze is verliefd op je”, roept de man. Rob geeft haar plichtsmatig een handje. Even lijkt het erop dat het meisje van geluk ter aarde zal storten, maar Rob verdwijnt snel en het is voorbij. Rob: „Met het bekend zijn moet je leren leven. Sommige mensen zijn ge woon vervelend. Echt opzettelijk ver velend en schelden je dan zomaar uit. Ik begrijp dat niet, het zal wel iets van jalouzie zijn. Vroeger was het nog erger.” niet meer. Met „Kunt u me de weg naar Hameien vertellen, meneer” ben ik ook bewust gestopt. De mensen dachten dat alles wat ik deed met kinderen te ma ken had en dus kochten ze mijn platen niet. Gelukkig heeft men met mijn laat ste elpee beseft dat ik ook nog wat anders doe dan kinderliedjes zingen”. Tijdens het optreden van Rob zitten de meeste mensen aandachtig te luiste ren, maar er schuivelen er ook heel wat rond die en passant de muziek van Rob meepikken. Rob: „In België waarderen ze de tweede maal ons land aan. Deze zes mans funkgroep is ditmaal op tournee met de gerenommeerde Amerikaanse rhythm- and blueszanger Ben E. King. De samenwerking tussen hen voldeed zozeer dat er inmiddels een album werd opgenomen, „Benny and us” ge heten. Samen zijn ze dinsdagavond 19 juli in het RAI Congrescentrum in Amsterdam te zien. Tot onze spijt gaat zowel een concert van de Beach Boys - die al zeer lang op een grote populariteit in Nederland kunnen stoelen - als van de veelbelo vende Alessi-broertjes onze neus voor bij. Onbegrijpelijk omdat hun debuut- elpee in brede kring hier ingeslagen is als een bom. Zaterdag 23 en zondag 24 juli doet de witte soulzanger Boz Scaggs ons land aan voor een tweetal concerten in het Amsterdamse RAI Congrescentrum. Scaggs die ooit zong in de Steve Miller Band maar die een eigen stieltje ont wikkelde, staat garant voor een unieke sfeer. Wees er bijtijds bij, want beide malen zal de zaal wel uitverkocht zijn. Een week later doet de blanke blues zanger Bonnie Raitt het RAI Congres centrum in Amsterdam aan voor een eenmalig concert. Zaterdagavond 30 juli weten de liefhebbers dus waar ze zich kunnen vervoegen voor zo’n an derhalf uur onvervalste dynamiek. Een duidelijk tevreden Rob de Nijs dus. De eerste ontmoeting met de zan ger vond plaats op de Pasar Malam (een markt voor allerlei, maar vooral Indi sche gerechten en kledij) in Den Haag Achter een grote walm van bakplaten waar geurige saté’s en babi-pangangs worden bereid staat Rob de Nijs op een groot podium temidden van het toege stroomde publiek. Hij zingt „Malle Babbe” en het gaat erin als koek. Later zegt Rob: „Het is natuurlijk weinig gemotiveerd publiek wat hier zit. Ze komen hier om dingen te kopen en horen dan opeens dat ik er sta te zingen. Maar dat wil dan niet zeggen dat ik er maar flutwerk van maak. Bij schnab bels heb je steeds ander publiek en je moet die dingen gewoon goed doen. Je moet leven, je werk doen en daar wil ik geen flutwerk van maken”. >4 Goud voor de elpee „Tussen zomer en winter” van Rob de Nijs. Binnen anderhalve maand kreeg de zanger dan toch de erkenning waar hij op heeft zitten wachten. Rob zegt: „Het publiek heeft me nu eigenlijk pas door, het is een soort sneeuwbal-effect. Iemand koopt de plaat, zegt tegen een ander dat hij hem mooi vindt en die ander koopt hem ook. En dat dan zo verder. Ik kreeg al eens eerder goud voor een elpee, „In de uren van de middag”, maar die deed er twee en een half jaar. over. Dit is gewoon geweldig”. Met een beetje weemoed spreekt Rob erover. „Dat kon toen nog allemaal. Twee voorstellingen per dag. Ach, ik was nog niet getrouwd en was 26. Dat In Zwitserland worden momenteel opnames gemaakt voor een internatio nale tv-serie onder de titel „Heidi”, naar de beroemde boeken van Johanna Spyri. In totaal moeten er 26 afleverin gen op de buis komen. De hoofdrollen worden gespeeld door de op de foto hand in hand staande Katja Pollentin en Stefan Arpagus. Het nieuwe leven van Rob de Nijs. De goede verkoop van zijn laatste elpee bewijst dat wel. Tot 1966 was Rob een gevierde held onder de tieners, maar de oprukkende popmuziek liet geen plaats over voor Nederlandstalige zangers en ook Rob moest concluderen dat voorlo pig zijn beste dagen geteld waren. Maar niet alleen de Nederlandstalige zangers in ons land, ook het circusbe- drijf in ons land zat duidelijk in de vernieling. Circus-directeur Tony Bol- tini deed dan ook van alles om het publiek in zijn tent en brood op de plank te krijgen. Na veel heen en weer ge praat kreeg hij Johnny Lion en Rob de Nijs op het programma. Rob zegt over die tijd: „Bij Boltini heb ik toch in feite het vak geleerd. De eerste maand dat ik bij hem werkte maakte ik helemaal niets, maar daarna heb ik veel opgesto ken. Ik moest twee keer per dag optre den en dan had je wel zo’n 6000 man om je heen. Alle delen van de tent moest je aandacht geven en omdat het publiek om je heen zat vereiste dat een hoop techniek”. kon toen gewoon allemaal. Lekker een pilsje drinken en dan tien minuten voor het optreden naar de kleedkamer. En dan de piste in en een show maken. Nu doe ik er veel langer over, wil me beter voorbereiden. En de manier waarop we toen werkten, dan pleeg je toch roof bouw op jezelf. Op een gegeven mo ment had ik er geen zin meer in. Bij Boltini zong ik nauwelijks meer mijn eigen nummers, maar vooral het popu laire materiaal van andere mensen, dat wilde het publiek nou eenmaal. Maar ik had er geen zin meet in, ik stond er gewoon niet achter”. Tot slot kunnen we het Belgische Bilzenfestival vermelden, dat zich dit jaar van 11 tot en met 14 augustus voltrekt en waar de Albion Dance Band, Ted Nugent, Graham Parker, Uriah Heep, Gregg Allman, Stanley Clarke, Paice Ashton and Lord, Aero smith, de Small Faces, Horselips, John Miles, Thin Lizzy, Pat Travers, en de Sensational Alex Harvey Band komen opdraven. Enkele van deze groepen kunnen we volgende maand vermoede lijk ook in Nederland verwelkomen. Vrijwel zeker is een concert dat de Doobie Brothers woensdagavond 24 augustus in Den Haag zullen geven. ook veel belangrijker. Ze luisteren er naar en dat geeft je toch wel een fijn gevoel”. De toekomst ziet er voor Rob de Nijs, ook natuurlijk door die gouden plaat, rooskleurig uit. „Als er niets mis gaat, dan lukt het allemaal zo wel. Ik heb nu eindelijk de richting gevonden. Ik ver sta geloof ik het vak wel en ik denk dat je eerst door de goot moet gaan om het succes te kunnen waarderen. En voor succes moet je werken en je moet om je heen blijven kijken om het te kunnen houden. Ik heb vaak het idee dat ar tiesten denken: ach, het gaat goed met me, wat zal ik me verder druk maken. Maar je moet donders goed de ontwik kelingen op nationaal en internationaal gebied bijhouden wil je kunnen blijven meedraaien. In 1966 had ik gewoon nog niet de vakkennis die ik nu wel heb. Als je bij de tijd blijft, dan weet je je wel staande te houden. Je moet evalueren, niet stil blijven staan. Gewoon goeie muziek blijven maken”. Het is druk op de Pasar Malam. We praten met Rob in een soort uitgebreide frites-tent. Een kindje van een jaar of zeven herkent de Hamelen-ster. Verle gen kruipt het ventje bij moeder op schoot. Tegen het raam waarachter we zitten tikken steeds mensen als ze Rob zien. Het is weer tijd voor een optre den. Op de terugweg naar het podium handtekeningen uitdelen, handjes schudden en dan weer een show maken van drie kwartier. Om elf uur die avond eet Rob vermoeid nog wat bij een van de tentjes in de Houtrusthallen. Op een afstand volgen enkele meisjes hem. Het is tijd om naar huis te gaan. In de Hiversumse Phonogram studio’s is het enkele dagen later beduidend rustiger. Enkele mensen kijken vanuit de studio-controlekamer aandachtig naar de verrichtingen van Rob de Nijs, die in de studio staat te zingen voor een nieuwe Nederlandse tekenfilm. Het nummer wat hij ten gehore brengt, gaat enkele keren over, maar het mag de pret niet drukken. Tijdens de lunch hebben we geen last van verlegen kin deren of handtekeningen-vragende meisjes. Op de achtergrond slechts vaag het stemgeluid van Nico Haak. Rob: „Ik ben eigenlijk van een losse- vlinder-jongen naar een wat rustiger bestaan overgestapt. Het huwelijk is daar natuurlijk debet aan. De nervosi teit heb ik nog wel, maar dat is iets wat ik niet kan missen. De optredens waar ik niet nerveus aan begonnen ben, zijn allemaal een sof geworden. Het is een soort spanning die ik nog steeds nodig heb om goed te kunnen werken”. „Na de breuk met Boudewijn de Groot ben ik eigen muziek gaan schrij ven. Creatief klikte het gewoon niet meer tussen ons. Teksten schrijven doe ik maar heel sporadisch, maar dat komt misschien ook nog wel. Het is voorlopig nog een soort droom, ik wil niets force ren. Ik zou later best teksten en muziek willen schrijven, dat lijkt me fantas tisch. Maar dat is een langzaam proces”. Dat proces gaat waarschijnlijk net zo langzaam als de reactie van mensen op bepaalde veranderingen. Rob: „De ja- ren zestig zijn eigenlijk toch wel een handicap geweest. De mensen spijke ren je gauw aan een bepaald repertoire vast. En als je daar van afwijkt, wennen ze maar heel moeilijk. Daarom is het werken met kinderen wat makkelijker, die zijn nog niet beïnvloed en staan veel meer open voor nieuwe dingen”. Met het succes komt ook de selectie. Een optreden als in de Houtrusthallen is nou niet bepaald onder optimale om standigheden werken. Rob: ,^Elk optre den is en blijft een uitdaging. Maar de optredens in tenten en op markten wil ik toch wel in de toekomst wat laten schieten. De technische omstandighe den zijn op die plaatsen natuurlijk nooit op hun best en dan kan ik niet aan het publiek geven wat ik te bieden heb. En dat is iets wat ik altijd wil blijven doen”. „Ik heb jaren te professioneel willen werken. We hadden eigen apparatuur, maar ik werd per optreden armer, ter wijl ik steeds maar dacht dat ik geld verdiende. We hebben de hele handef kleinkunst eigenlijk veel meer. Toen aan de kant gedaan, het kon gewoon" het publiek hier in Nederland nog niets niet meer. Met „Kunt u me de weg naar In me zag, waardeerden ze daar al wat ik deed. De Belgen vinden de teksten De Schotse, in Amerika zeer succes volle Average White Band doet voorde Het North Sea Festival' ’77 dat dit weekend in alle vijf de zalen van het Nederlands Congresgebouw in Den Haag plaats heeft, zal in alle media ruimschoots de aandacht hebben ge kregen die het verdient. Ofschoon or ganisator Paul Acket dit jaar het woordje jazz uit de naam heeft laten vallen staan alle groten uit de jazz- en rockwereld op de Haagse podia. Niet zelden komt het voor dat menig een het gevoel heeft achter het net te vissen voor wat het bijwonen van con certen betreft. Vaak wordt er van een concert van een geliefde artiest verno men op het moment dat de recensies de kolommen van een dagblad vullen. Voor Pauzeplus voldoende reden om regelmatig te berichten over interes sante rock- en jazzconcerten in de Randstad. i Je moet eerst door de goot om succes te waarderen Gregg Allman c M <*fc. De hoofdrolspelers in „Heidi” Lilt

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1977 | | pagina 17