I
r
Wat en
bijna wat
3
Bridge
Dammen
a
1H
Prijspuzzel
9
[I"
i Filatelie
H
Schaken
5
mil
o
o
A
A
D
A
A
O
Q
A
,O
Q
A
A
A
Prijswinnaars prijspuzzel
o
\©tj
y
0
'4
-
r
\O
N
W-;-()
z
-
A V 8
fl
Finland 2,00’
if
A'i
Li
H.
|*U I
van Wijgerden
ken
Wit aan zet wint
takt
Uit-
de
A
Zuid, alien
n
krijgbaar gesteld met de beeltenis
T. SCHIPPERHEIN
U|
t-
Het circus had zijn tenten opgeslagen
aan de rand van de stad. De dieren waren
verzorgd en de maan verscheen al aan de
hemel, toen Wat over het grote grasveld
liep. Hij schopte eens tegen een steentje,
die met een wijde boog op het tentdak
Is het boud te poneren dat Donner wat
regelmatiger is geworden, nu hij de mid
delbare leeftijd heeft bereikt? Er is in
ieder geval een glashard argument aan te
voeren ter ondersteuning van deze stelling.
Donner heeft zich namelijk gezet aan de
bewerking van het wereldstandaardwerk
„Het eindspel”, het uit 12 deeltjes bestaan
de handboek van Dr. Euwe, dat thans in
vier delen wordt heruitgegeven door
Het Spectrum. Donner’s eigen inbreng in
die bewerking is onmiskenbaar. Zijn sap
pige, vaak badinerende schrijfstijl is dui
delijk herkenbaar en verhoogt de lees
baarheid van de zware materie. Maar nog
veel belangrijker is, dat Donner zich
diepgaand met de problematiek heeft in
gelaten en zodoende ook zijn eigen eind-
spelkennis aanzienlijk heeft vergroot.
Alvorens nader op het boek in te gaan,
allereerst een staaltje van Donner’s eind-
speltechniek uit het vandaag eindigende
IBM-toernooi. Met zwart tegen Van Wij
gerden kreeg hij na 29 (Kgl-f2 het volgen
de lopereindspel op ’t bord.
terecht kwam en er holderdebolder weer
vanaf vloog naar de grond.
Ja ja, zo liep de héél lange clown Wat
over het terrein waar het circus Naresassie
z’n tenten had opgeslagen.
Wat sloeg alarm. Hij schreeuwde alle
mensen van het hele circus bij elkaar en
SPANJE. Op 24 juni kwam de jaar
lijkse toeristische serie in omloop: 1 p.
Poort van Toledo (Ciudad Real), 2 p.
Romeins aquaduct (Almunecar), 3 p.
Kathedraal (Jaén), 4 p. Tajo de ronda
(Mdlaga), 7 p. Kasteel van Ampudia
(Palencia) en 12 p. Poort van Bisagra
(Toledo). Op 16 juli verschijnt de acht
ste serie in de reeks „militaire unifor
men”: 1 p. ambtenaar van de militaire
administratie (1875), 2 p. lansier van de
cavalerie (1883), 3 p. commandant van
de Generale Staf (1884), 7 p. trompetter
der artillerie (1887) en 25 p. officier van
gezondheid (1895).
binnen twee minuten stond er een grote
groep mensen om de woonwagen van bij
na Wat. Er werd een dokter gehaald en die
vond, dat het beter was als bijna Wat naar
het ziekenhuis werd gebracht. Wat vond
Wat dat vreselijk voor bijna Wat! Een
clown in een ziekenhuis! Niet in een circus
en geen voorstellingen geven! Dat was het
ergste wat een clown kon overkomen.
Tijdens de voorstellingen van de volgen
de dagen, moest Wat hun nummer maar
alleen doen. Dat viel niet mee, maar de
directeur vertelde steeds eerst aan het
hooggeëerd publiek, dat bijna Wat ziek
was. Dat was erg prettig, want daarom
kreeg Wat toch nog een goed applaus. Dat
was ook erg belangrijk, want Wat had
stiekem een klein bandrecordertje onder
z’n jas gestopt en als hij eens een vrije dag
zou kunnen krijgen, ging hij daarmee naar
het ziekenhuis, naar bijna Wat. Die kon
dan ook mee genieten van het handenge
klap van het hooggeëerd publiek. Daar zou
bijna Wat wel van opknappen, dacht Wat.
krachtsverschillen te honoreren en dat het
daarom tegen minder sterke partners
geenszins noodzakelijk is in het midden
spel risico’s te nemen teneinde vereenvou
digingen uit de weg te gaan.
TURKIJE. Het is 700 jaar geleden
dat het Turks tot officiële taal van het
land werd verklaard. Ter herinnering
hieraan kwam op 13 mei een zegel van
200+25 k. uit met voorstelling van de
heilige vogel Ongun. Met portret van
Atatürk verschenen op 13 juni twee
nieuwe frankeerzegels van 100 k. (olijf
groen) en 200 k. (bruin).
TOGO. Om de aandacht te vestigen
op de ontwikkeling op landbouwge
bied werden op 11 juli vier zegels uitge
geven: 50 F. Nationale Landbouw
school in Tove, 60 F. maissilo op palen
gebouwd, 100 F. traditionele akker
bouw en 200 F. moderne akkerbouw
(tractor). De ontwerper is Shamir (af
beelding).
Wat. Bijna Wat kreeg als kado een bandje
met applaus! Maar bijna Wat lachte niet en
was niet blij en werd het ook niet. Wat wist
zich geen raad. Ook zijn gezicht begon
meer op een onweerswolk te lijken dan op
een vrolijk clownsgezicht.
Jan Stavast
zit in de mast
van z’n klompenboot.
Jan Stavast
zit in de mast
en voelt zich groot.
Jan Stavast
z’n boot krijgt last
van wat tegenwind.
Jan Stavast
z’n boot ligt vast.
En als je in het riet
eens een kikker ziet,
is dat Jan Stavast.
en z’n boot ligt vast!
Twee dagen later trad er een nieuw duo
op in de grote circustent: -Wat en nog veel
meer-.
zeker het grote feest beginnen? Twee
clowns, dat wordt lachen.”
„Ik kan niet lachen, dokter. Dat weet u
best,” huilde bijna Wat.
„Dat begrijp ik niet,” zei de dokter. „Een
clown is toch heel wat? Dat is niet zomaar
iemand. Nee, die is wat!”
Dat had de dokter nou niet moeten zeg
gen, of juist wel misschien!
Bijna Wat was bijna niet te troosten.
„Daar gaat het juist om, snikte hij. Dat is
de ellende! Een clown is wat, maar ik ben
nog niks, want ik ben bijna Wat!”
Het hoge woord was er uit. Zo, nu wist
men tenminste, waarom bijna Wat zo ver
drietig was: Hij heette bijna Wat, maar dat
is niks!
En lachen dat het hooggeëerd publiek
deed!
f
Wat kwam bij de woonwagen van bijna
Wat en klopte op het raam. Eerst kwam er
geen geluid uit de wagen, maar na drie
keer kloppen werd er binnen gebruld.
„Welke idioot komt mij midden in de nacht
uit m’n bed trommelen?”
Wat trok z’n wenkbrauwen eens omhoog
en zei toen rustig: „Ik ben het maar, bijna
Wat, Wat!”
„Ik kom al. Ik vlieg al. Ik ,„Boemü!”
Wat was Wat geschrokken! Met een
flinke ruk aan de deurknop en een driftige
zwaai van die deur, was de woonwagen
van bijna Wat open en vloog Wat naar
binnen. Op de vloer, midden in de wagen,
lag bijna Wat doodstil! Wat schrok Wat!
Even bleef hij staan, maar toen werd hij
één en al actie. Hij bevoelde bijna Wat en
luisterde naar zijn adem. Gelukkig, bijna
Wat leefde nog, maar hij had wel een
flinke smak gemaakt! Vanaf het bovenste
bed was hij pardoes op de grond gevallen
en erg lelijk terecht gekomen.
82
V H 10 6 2
A B 10 9
4* 10 9 6
Bezien wij eerst eens de pionnenstruc
tuur. Wit heeft een meerderheid op de
linkervleugel, waar de koningen niet staan
en een vrijpion dus 't gevaarlijkst is. Bij
een oppervlakkige beoordeling zou men
derhalve menen dat zwart er verstandig
aan doet, de lopers op ’t bord te houden.
Donner echter keek door deze schijn heen
en speelde verrassend 29).... Le8-g6!
Daarbij moest hij nauwkeurig de conse
quenties van loperruil taxeren en bereke
nen. Terecht concludeerde hij dat dan het
pionneneindspel voor hem gewonnen is.
Dat komt door a) de zwakte van pion d5; b)
de grotere activiteit van de zwarte koning.
Die posteert zich op e5 of d4, waarbij wit
met c2-c4 de bedreigde d-pion moet dek
ken. Vervolgens ondermijnt zwart de witte
pionnenfalanx links met b7-b5, terwijl in
tussen de witte koning rechts niet kan
penetreren. Tenslotte verovert de zwarte
koning wit’s pionnen op de damevleugel.
Er zijn allerlei modulaties, maar ’t thema
blijft steeds hetzelfde. Zeer instructief.
Van Wijgerden besloot, de lopers op
't bord te houden, maar dit baatte even
min. Er volgde 29) Lf5-c8 Lg6xc2 30)
Lc8xb7 Kg7-f6. Weer beslist de actievere
koning, alsmede de kracht van de geavan
ceerde zwarte f- en g-pion. 31) Kf2-f3 Kf6-
e5! Mogelijk omdat wit te laat komt. 32)
Kf3-g4 h7-h6. 33) Kg4-h5 Lc2-dlf! Een pio-
noffer om de f-pion oppermachtig te ma
ken. 34) Kh5xh6 g5-g4. 35) Kh6-g5 f4-f3. 36)
g2xf3 g4xf3. Wit staat thans machteloos
tegen Le2+f3-f2-fl. Zijn h-pion komt veel
te laat. Wit speelde nog 37) Kg5-h4, doch
wachtte het winnen Kf4 niet meer af; 0-1.
Niet zo bijzonder moeilijk dit alles, maar
vermoedelijk wel significant. Het blijkt n.l.
heel goed mogelijk dat Donner door zijn
recente diepgaande bestudering van eind
spelen tot het inzicht is gekomen dat deze
ruim voldoende speelruimte bieden om
gading. Maar om de historisch gezien be
langrijkste man van de „kleine standen
kunnen we niet heen, Isidore Weiss, de
wereldkampioen uit het begin van deze
eeuw. Nr. 766 uit het boek geeft van zijn
werk een ideaal voorbeeld: wit 26, 37, 46
zwart 1, 16, 27. In deze stand uit 1916 lijkt
zwart gewonnen te staan (op 26-21 wint 27-
31, 16x27), maar met een dodelijke finesse
draait wit de rollen om. 1.46-41, 27-31 (op 1-
7, 41-36, 37-31, enz.) 2. 37-32, 31-37(A) 3. 26-
21!! 16x38 4. 41x43 en wit wint door oppo
sitie. A) 31-36, 41-37, 1-7, 32-28, 7-12, 28-23,
12-17, 23-18, 16-21, 18-12, wint.
De eerste diagramstand is een miniatuur
van Monsma met een „voorbewerkt” lan-
ge-lijn-motief. Wit wint door de plakker 1.
22-18, 29x49 2. 18x20, 49x35 3. 24x2, 49x46
(op 49x41, 2-35) 4. 2-24! 5-10 of? 5. 24-35,
15x24 6. 35x5.
Een aparte categorie miniaturen zijn de
remiseproblemen: wit dwingt in slechte
stand of met schijf achterstand toch remise
af. Het offer speelt hier een belangrijke
rol, zoals briljante voorvader Weiss laat
zien: nr. 966, wit 31, 32, 35, 37 zwart 11,16,
22 en dam op 21. Verloren voor wit,
nietwaar? Maar kijk: 1. 31-26, 21x49 2. 37-
32!, 49x27 3. 26-21!! Nu is 21-17 niet te
voorkomen. En na bijv. 27-43, 21-17, 43-34,
17x6, 34-1 loopt wit met schijf 35 naar dam.
Hierdoor geïnspireerd kwam L. Gomez in
1928 tot stand nr. 571 (zie diagram)
In de partij zou wit 100 tegen 1 besluiten
tot het hopeloze 36-31, 40-45! Maar Gomez
maakt goochelend remise door 1. 50-44!!,
40x49 2. 36-31, 49x21 3. 33-28, 23x32 4. 31-
27! en zwart zit in een pat-stelling. Na 32-37
of 32-38 is 5. 27-22, 17x28 6. 26x6 remise.
Tenslotte een partijstand van M. v.d.
Boogaard (nr. 280), die toont hoe belang
rijk combinatief inzicht is in het wedstrijd
spel. (zie diagram).
Wit forceert in de diagramstand zeer ver
rassend een dam, die met de resterende
zwarte schijven wel raad weet! Ondanks
De prijswinaars van de kinderpuzzel
zijn Robert van Bourgonje, Frank Jonk-
hart en Joke Veltman. Ze krijgen hun
prijzen thuis gestuurd.
Hoe oud is Wat?
En hoe oud is nog veel meer?
In hun kleren staan cijfers. Tel die op en
je weet het. Stuur je oplossing op z’n laatst
dinsdag naar de krant. Als je meedoet, heb
je kans, een boekenbon te winnen. Daar
kun je dan zelf een fijn boek van kopen!
Het is dus wel de moeite waard, eens je
best te doen!
I0S-
ïf u
JAPAN. Ter herinnering aan de toe
lating van Japan tot de Wereldpost-
unie 100 jaar geleden, werden op 20
juni twee zegels in omloop gebracht: 50
y. brievenbus en twee gestileerde vo
gels, en 100 y. embleem van de UPU en
wereldkaart. Beide zegels werden ook
in de vorm van een miniatuurvelletje
verkrijgbaar gesteld.
SOVJET-UNIE. In verband met het
10e Internationale Filmfestival in Mos
kou kwam op 21 juni een zegel van 6 k.
in koers, waarop een lege globe en
filmstroken. Als propaganda voor de
22e Olympische Spelen, die in 1980 te
Moskou zullen worden gehouden, ver
schenen op 21 juni vijf zegels met toe
slag: 4+2 k. Grieks-Romeins worstelen,
6+3 k. vrij worstelen, 10+5 k. judo,
16+6 k. boksen en 20+10 k. gewichts-
heffen. De zegelontwerper is N. Litvi
nov (afbeelding).
- X 1
Die vrije dag kwam voor Wat. Het circus
moest weer afgebroken worden en voor
een keertje hoefde hij niet mee te helpen.
Hij mocht van de directeur naar bijna Wat!
Wat trok z’n beste clownspak aan en stond
een half uur later aan het bed van bijna
Donner (aan zet)
De dokter ging samen met Wat in een
hoek van de zaal staan fluisteren en na vijf
minuten kwamen ze allebei opgelucht
weer bij het bed van bijna Wat staan. „Zo”,
zei de dokter. Morgen mag deze beroemde
clown weer naar z’n eigen woonwagen en
Wat heeft mij verteld, dat de naam van het
duo -Wat en bijna Wat- veranderd zal wor
den in -Wat en nog veel meer-.”
«11
•«kV*
Dit
van
fre-
ITALIË. Op 27 juni werden vijf ze
gels verkrijgbaar gesteld in de reeks
„beroemde Italiaanse kunstenaars en
wetenschappers”: 70 L. de architect en
beeldhouwer Filippo Brunelleschi
(1377-1446), 70 L. de schrijver Pietro
Aretino (1492-1556), 70 L. de toneel
schrijver Carlo Goldoni (1707-1793), 70
L. de componist Luigi Cherubini (1760-
1842) en 70 L. Edoardo Bassini (1846-
1924) (afbeelding).
matiek. Voor het eerst zijn toen de vraag
stukken met „wit zet en wint” aan een
aantal compositieregels gebonden, die
daarna internationaal zijn aanvaard.
Naast de Engelsman Gortmans heeft daar
in ook de Nederlander Monsma een be
langrijk aandeel gehad. Hij komt in deze
rubriek met enkele geesteskinderen voor.
Vanwaar nu die motivatie voor een nieuw
boek? Heel simpel: miniaturen (maximaal
elk zeven schijven) lenen zich bij uitstek
om allerlei principes en thema’s van de
combinatieleer en -kunst in zuivere vorm
te laten zien. Hetzelfde geldt voor eindspe
len met enkele schijven en voor de zgn.
notedopjes met dam(men) en schijven,
waarin naast het combinatieve ook het
strategische element van belang is. Voor
leken en beginners dus een dankbaar werk
om zich te oriënteren. Voor rijpere dam
mers een goede gelegenheid om hun ken
nis van slagthema’s op te frissen en lacu
nes op te vullen. Bovendien heeft Wiersma
veel zorg besteed aan de ordening van het
materiaal door niet simpelweg van het
aantal schijven en de eindstanden (mo
tieven) uit te gaan, maar door ook in te
delen naar overeenkomstige slagprinci-
pes, spelvormen en schijvenposities. Een
moeilijke taak, want duidelijke criteria
daarvoor zijn nog niet ontwikkeld. Of hij
wat dit betreft voor 100 procent is ge
slaagd, betwijfel ik. Maar het streven om
in de oneindige mogelijkheden van de
damproblematiek wat meer systeem te
brengen is in elk geval lofwaardig. Een
laatste rechtvaardiging voor zijn „oneigen
lijke” taak als wedstrijddammer is voor
Wiersma de propaganda, die van dit „de
schijven spreken” kan uitgaan. De dam-
taal is internationaal en ook in het buiten
land heeft dit boek een grote waarde als
didactisch werk en als documentatie. En
dan nu in deze rubriek een kleine greep uit
de inhoud. Uiteraard subjectief, want
ieder vindt hierin weer wat anders van zijn
Bieden wat je denkt te kunnen maken, is
een bekende Acol-uitspraak die door aan
hangers van dat systeem maar al te graag
in de praktijk wordt toegepast. Acol is dan
ook een agressief systeem met als onmis
kenbaar voordeel dat altijd weer veel druk
op de tegenpartij wordt uitgeoefend. Een
hoeksteen van het systeem zijn de li-
mietbiedingen. Na een opening van b.v.
één in een kleur biedt partner drie in
dezelfde kleur met 10 a 11 punten en een
vierkaart troefsteun. Partner moet passen
als zijn opening minimaal is en de manche
bieden met een maximale hand.
Tijdens het Philip Morris Europacup
toernooi in Monte Carlo kwam een spel op
tafel dat aantoont hoe effectief deze me-
’hode kan werken.
kwetsbaar, opende 1 Sch.
West paste en noord verhoogde in goede
Acol-stijl tot 3 Sch. Daar zat oost. Een
kwetsbaar bod op vier-niveau zag hij toch
niet zitten en hij paste, waarop zuid zijn
kaart nog goed genoeg vond om vier te
bieden. Terecht. Zuid is weliswaar mini
maal in punten, maar hij heeft mooie pun
ten, een vijfkaart troef en, belangrijk, een
singleton. De praktijk stelde zuid in ieder
geval in het gelijk, want 10 slagen werden
zijn deel na een klaverstart. Een resultaat
dat aan de meeste tafels werd bereikt.
Aan één der tafels evenwel speelde een
Amerikaans paar en dat speelde Standard
American. Ook deze zuid opende 1 Sch,
maar nu bood noord 2 Sch. In het Ameri
kaanse systeem is 3 Sch absolute manche
forcing en daarvoor is noord’s kaart uiter
aard niet sterk genoeg. Oost, de Engelse
topspeler Albert Dormer, kon nu op drie-
niveau bieden en deed dat ook: 3 Ha. Het
hield N-Z niet uit 4 Sch, maar de ontwikke
ling was wel verrassend. West, Jack Albu
querque, doubleerde en vond bovendien
de enige downstart. Hij kwam uit met
harten voor het aas, waarop oost ruiten
terug speelde. West maakte zijn naam en
zijn doublet waar door zuid Ru H te laten
houden waarop oost, na met Sch H aan
slag te zijn gekomen, nogmaals ruiten
speelde hetgeen de welverdiende downs-
lag opleverde. Het behoeft geen betoog dat
als west Ru A direct neemt zuid zijn con
tract toch nog maakt, omdat oost dan op
het kritieke moment in ruiten is uitver
kocht.
Jan Hein Donner reeds in 1971 door
Hans Ree deels serieus, deels plagend „die
oude in de rolstoel” genoemd aan
schouwde op 6 juli 1927 het levenslicht,
zodat hij vorige week tijdens het IBM-
toernooi zijn 50-ste verjaardag vierde. Nu
moet ieder mens bij zijn geboorte maar
afwachten, wat voor eigenschappen hij
mede krijgt en daar noodgedwongen een
leven lang mee woekeren en voorttobben.
Nu heeft onze jubilaris voor wat betreft
zijn van nature meegekregen gaven be
paald geen reden tot klagen. Maar hij heeft
één handicap. Deze is vreemd genoeg
gelegen buiten zijn persoonlijkheidsstruc
tuur en heet: Euwe. U kent ons standpunt
dat een klein land als het onze hooguit eens
in de 1000 jaar een schaker van dat niveau
zal voortbrengen. Donner’s pech is, dat hij
in de schaduw van die eenmalige figuur
slechts een ster van de tweede grootte lijkt.
In 1958 onttroonde hij the grand old man,
doch nadien werd hij nooit meer lands
kampioen. Nooit meer? Pas op! Eigenlijk
is hij momenteel titelhouder! Weliswaar
won Kortsjnoi Leeuwarden 1977, maar
Donner deelde de tweede plaats met Jan
Timman. En aangezien Kortsjnoi geen Ne
derlander is, terwijl „Jan Hein” won van
„Jan sec” is hij reglementair, nationaal
gezien, onze kampioen. Niet gek voor een
oude in ’n rolstoel!
A B 4 3
V B
762
*H B 5 4 2
Hoera, er is weer eens een nieuw dam
boek verschenen. Aan het schrijven zit
zoveel werk vast, dat deze inspanning niet
in verhouding kan staan tot de aftrek, die
een boek krijgt. Weinigen durven dan ook
het karwei aan, tenzij vanuit een bijzonde
re motivatie. Dat geldt nu voor Harm
Wiersma, die het monnikenwerk heeft ver
richt om vanuit een verzamelde hoeveel
heid van tussen de tien-en twintig-duizend
standen een boek samen te stellen met
1000 „kleine” damproblemen. Het heet dan
ook „Damminiaturen” (Spectrum-paper-
back, ƒ16,90).
In zijn voorwoord zegt Harm dat zijn
plan eerst was om het de titel „Slagspel
door de eeuwen heen” te geven. Maar
gelukkig, het is geen historisch werk ge
worden, maar een boek met veel modem
materiaal. Er is immers al een beroemde
voorloper: „1001 Miniaturen” van G.L.
Gortmans (1939). In dat boek, een zwarte-
marktartikel voor dammers, zijn de
grondslagen gelegd voor de damproble-
GIBRALTAR. Drie „Europa”-zegels
zagen op 27 mei het licht met reproduk-
ties van vroegere door Gibraltar uitge
geven zegels: 6 p. „Our Lady of Europa
(2/- 1966), 12 p. „Europa Point” (2/-
1972) en 25 p. „British Entry” (5 p.
1973) . De zegels, die door hun inschrift
„Amphilex-Europe 1977" tevens aan de
internationale postzegeltentoonstel-
ling „Amphilex” in Amsterdam herin
neren, zijn gedrukt in kleine velletjes
van zes stuks met sierrand (afbeel
ding).
HONGARIJE. Het 25-jarige bestaan
van het Staats-Volksdansensemble
werd gevierd door de uitgifte op 14 juni
van een zegel van 3 Ft. met voorstelling
van een vrouw en een man in kleder
dracht tijdens het dansen van het
„Bruidsfeest van Nagyrede”. Tevens
kwam op 14 juni een miniatuurvelletje
uit met een zegel van 20 Ft. ter herinne
ring aan de geboorte 400 jaar geleden
van de beroemde Vlaamse schilder Pe
ter Paul Rubens. De zegel reproduceert
het schilderij „Bathseba bij de fon
tein
U
Wat was wat somber gestemd en liep in
zichzelf te praten. „Het was vanmiddag
bij de repetitie weer eens niet best met
bijna Wat,” mompelde hij. „Wat er toch
met bijna Wat aan hand is, weet ik niet.
Maar ik ga het hem nü vragen en hij zal nu
antwoord moeten geven!, ’k Heb hem al
wel tien keer gevraagd, of ik hem bij zijn
problemen kon helpen, maar nee hoor! Hij
wil het zelf opknappen, zei hij. Nou, maar
dan moet hij wel mooi ophouden om tij
dens de voorstellingen steeds maar de din
gen verkeerd te doen. Dat gaat ons onze
naam kosten en ik zou niet weten, waar
een paar clowns zo gauw een andere baas
zouden kunnen vinden.”
De mensen in de zaal waar bijna Wat lag,
hadden eerst gelachen om de snoet van die
leuke clown Wat, maar ook die mensen
hun gezicht betrok al wat. Totdattotdat
de dokter de zaal binnenkwam. Met een
brede glimlach begroette hij Wat en wuif
de eens lachend naar al de andere pa
tiënten. „Hallo”, zei hij. „Nu gaat hier
WEST-SAMOA. De historische
vlucht over de Atlantische Oceaan
door Charles Lindbergh 50 jaar gele
den, gaf aanleiding tot de uitgifte van
vier zegels: 22 s. kaart van de Transat
lantische route, 24 s. de „Spirit of St.
Louis” in vlucht, 26 s. het vliegtuig
stijgt op en 50 s. Lindberghs portret
vóór zijn vliegtuig. Gewijd aan de tele
communicatie van West-Samoa ver
schijnen op 11 juli vier zegels: 12 s.
automatische telefooncentrale van
Apia, 13 s. radiostation van Mulinuu,
26 s. oud en nieuw telefoontoestel, en
50 s. wereldkaart en twee telefoon
hoorns (afbeelding).
K. J. F. HEYMANS
In een van onze volgende rubrieken ho
pen wij u iets te vertellen over de bijzonder
belangwekkende beschouwingen van
Donner in „Het eindspel I” over een van de
merkwaardigste eindspelen welke het
schaakspel kent n.l. koning plus twee
paarden tegen koning plus pion.
E. SPANJAARD
sén
tog
H 6
♦AV98753
8 3
*7 3
V 10 9 7 5
4
H V 5 4
de slechts 7 om 7 schijven een flinke kluif
voor de lezer. Probeert u de winst maar
eens van het diagram af te vinden. De
volgende week komt de oplossing. Maar
als u het boek van Wiersma snel koopt,
weet u deze eerder.
ED HOLSTVOOGD
DUITSLAND (DDR). De 400e ge
boortedag van de Zuidnederlandse
schilder Peter Paul Rubens (1577-1640)
I werd herdacht door een serie van zes
zegels, die op 28 juni verschenen met
I teprodukties van verschillende zijner
I schilderijen: 10 Pf. „Bathseba bij de
fontein”, 15 Pf. „Mercurius en Argus”,
20 Pf. „De dronken Hercules”, 25 Pf.
„Diana’s terugkomst van de jacht”, 35
Pf. „De oude met het kolenbekkenen
50 Pf. „Leda met de zwaan” (afbeel-
ding).
FINLAND. Naar aanleiding van de
inwijding van de nieuwe hoofdkerk
j van het klooster Valamo en tevens ter
herdenking van het 800-jarig bestaan
van dat klooster, werd op 31 mei een
0.90 Mk. uitgegeven waarop de nieuwe
I kerk is voorgesteld. Ter herinnering
aan de geboorte van Paavo Ruotsalai-
nen (1777-1852), de leider van het piëtis-
me in Finland, een eeuw geleden, werd
op 8 juli een zegel van 0.90 Mk. ver-
t van
Ruotsalainen in profiel en een piëtis
tengroepje op de achtergrond. Een
nieuwe definitieve frankeerzegel van
2.00 Mk. verscheen op 25 mei met de
voorstelling van een oude sauna aan
een meer, ontworpen door Paavo Huo-
vinen (afbeelding).