I r Wat en bijna wat 3 Bridge Dammen a 1H Prijspuzzel 9 [I" i Filatelie H Schaken 5 mil o o A A D A A O Q A ,O Q A A A Prijswinnaars prijspuzzel o \©tj y 0 '4 - r \O N W-;-() z - A V 8 fl Finland 2,00’ if A'i Li H. |*U I van Wijgerden ken Wit aan zet wint takt Uit- de A Zuid, alien n krijgbaar gesteld met de beeltenis T. SCHIPPERHEIN U| t- Het circus had zijn tenten opgeslagen aan de rand van de stad. De dieren waren verzorgd en de maan verscheen al aan de hemel, toen Wat over het grote grasveld liep. Hij schopte eens tegen een steentje, die met een wijde boog op het tentdak Is het boud te poneren dat Donner wat regelmatiger is geworden, nu hij de mid delbare leeftijd heeft bereikt? Er is in ieder geval een glashard argument aan te voeren ter ondersteuning van deze stelling. Donner heeft zich namelijk gezet aan de bewerking van het wereldstandaardwerk „Het eindspel”, het uit 12 deeltjes bestaan de handboek van Dr. Euwe, dat thans in vier delen wordt heruitgegeven door Het Spectrum. Donner’s eigen inbreng in die bewerking is onmiskenbaar. Zijn sap pige, vaak badinerende schrijfstijl is dui delijk herkenbaar en verhoogt de lees baarheid van de zware materie. Maar nog veel belangrijker is, dat Donner zich diepgaand met de problematiek heeft in gelaten en zodoende ook zijn eigen eind- spelkennis aanzienlijk heeft vergroot. Alvorens nader op het boek in te gaan, allereerst een staaltje van Donner’s eind- speltechniek uit het vandaag eindigende IBM-toernooi. Met zwart tegen Van Wij gerden kreeg hij na 29 (Kgl-f2 het volgen de lopereindspel op ’t bord. terecht kwam en er holderdebolder weer vanaf vloog naar de grond. Ja ja, zo liep de héél lange clown Wat over het terrein waar het circus Naresassie z’n tenten had opgeslagen. Wat sloeg alarm. Hij schreeuwde alle mensen van het hele circus bij elkaar en SPANJE. Op 24 juni kwam de jaar lijkse toeristische serie in omloop: 1 p. Poort van Toledo (Ciudad Real), 2 p. Romeins aquaduct (Almunecar), 3 p. Kathedraal (Jaén), 4 p. Tajo de ronda (Mdlaga), 7 p. Kasteel van Ampudia (Palencia) en 12 p. Poort van Bisagra (Toledo). Op 16 juli verschijnt de acht ste serie in de reeks „militaire unifor men”: 1 p. ambtenaar van de militaire administratie (1875), 2 p. lansier van de cavalerie (1883), 3 p. commandant van de Generale Staf (1884), 7 p. trompetter der artillerie (1887) en 25 p. officier van gezondheid (1895). binnen twee minuten stond er een grote groep mensen om de woonwagen van bij na Wat. Er werd een dokter gehaald en die vond, dat het beter was als bijna Wat naar het ziekenhuis werd gebracht. Wat vond Wat dat vreselijk voor bijna Wat! Een clown in een ziekenhuis! Niet in een circus en geen voorstellingen geven! Dat was het ergste wat een clown kon overkomen. Tijdens de voorstellingen van de volgen de dagen, moest Wat hun nummer maar alleen doen. Dat viel niet mee, maar de directeur vertelde steeds eerst aan het hooggeëerd publiek, dat bijna Wat ziek was. Dat was erg prettig, want daarom kreeg Wat toch nog een goed applaus. Dat was ook erg belangrijk, want Wat had stiekem een klein bandrecordertje onder z’n jas gestopt en als hij eens een vrije dag zou kunnen krijgen, ging hij daarmee naar het ziekenhuis, naar bijna Wat. Die kon dan ook mee genieten van het handenge klap van het hooggeëerd publiek. Daar zou bijna Wat wel van opknappen, dacht Wat. krachtsverschillen te honoreren en dat het daarom tegen minder sterke partners geenszins noodzakelijk is in het midden spel risico’s te nemen teneinde vereenvou digingen uit de weg te gaan. TURKIJE. Het is 700 jaar geleden dat het Turks tot officiële taal van het land werd verklaard. Ter herinnering hieraan kwam op 13 mei een zegel van 200+25 k. uit met voorstelling van de heilige vogel Ongun. Met portret van Atatürk verschenen op 13 juni twee nieuwe frankeerzegels van 100 k. (olijf groen) en 200 k. (bruin). TOGO. Om de aandacht te vestigen op de ontwikkeling op landbouwge bied werden op 11 juli vier zegels uitge geven: 50 F. Nationale Landbouw school in Tove, 60 F. maissilo op palen gebouwd, 100 F. traditionele akker bouw en 200 F. moderne akkerbouw (tractor). De ontwerper is Shamir (af beelding). Wat. Bijna Wat kreeg als kado een bandje met applaus! Maar bijna Wat lachte niet en was niet blij en werd het ook niet. Wat wist zich geen raad. Ook zijn gezicht begon meer op een onweerswolk te lijken dan op een vrolijk clownsgezicht. Jan Stavast zit in de mast van z’n klompenboot. Jan Stavast zit in de mast en voelt zich groot. Jan Stavast z’n boot krijgt last van wat tegenwind. Jan Stavast z’n boot ligt vast. En als je in het riet eens een kikker ziet, is dat Jan Stavast. en z’n boot ligt vast! Twee dagen later trad er een nieuw duo op in de grote circustent: -Wat en nog veel meer-. zeker het grote feest beginnen? Twee clowns, dat wordt lachen.” „Ik kan niet lachen, dokter. Dat weet u best,” huilde bijna Wat. „Dat begrijp ik niet,” zei de dokter. „Een clown is toch heel wat? Dat is niet zomaar iemand. Nee, die is wat!” Dat had de dokter nou niet moeten zeg gen, of juist wel misschien! Bijna Wat was bijna niet te troosten. „Daar gaat het juist om, snikte hij. Dat is de ellende! Een clown is wat, maar ik ben nog niks, want ik ben bijna Wat!” Het hoge woord was er uit. Zo, nu wist men tenminste, waarom bijna Wat zo ver drietig was: Hij heette bijna Wat, maar dat is niks! En lachen dat het hooggeëerd publiek deed! f Wat kwam bij de woonwagen van bijna Wat en klopte op het raam. Eerst kwam er geen geluid uit de wagen, maar na drie keer kloppen werd er binnen gebruld. „Welke idioot komt mij midden in de nacht uit m’n bed trommelen?” Wat trok z’n wenkbrauwen eens omhoog en zei toen rustig: „Ik ben het maar, bijna Wat, Wat!” „Ik kom al. Ik vlieg al. Ik ,„Boemü!” Wat was Wat geschrokken! Met een flinke ruk aan de deurknop en een driftige zwaai van die deur, was de woonwagen van bijna Wat open en vloog Wat naar binnen. Op de vloer, midden in de wagen, lag bijna Wat doodstil! Wat schrok Wat! Even bleef hij staan, maar toen werd hij één en al actie. Hij bevoelde bijna Wat en luisterde naar zijn adem. Gelukkig, bijna Wat leefde nog, maar hij had wel een flinke smak gemaakt! Vanaf het bovenste bed was hij pardoes op de grond gevallen en erg lelijk terecht gekomen. 82 V H 10 6 2 A B 10 9 4* 10 9 6 Bezien wij eerst eens de pionnenstruc tuur. Wit heeft een meerderheid op de linkervleugel, waar de koningen niet staan en een vrijpion dus 't gevaarlijkst is. Bij een oppervlakkige beoordeling zou men derhalve menen dat zwart er verstandig aan doet, de lopers op ’t bord te houden. Donner echter keek door deze schijn heen en speelde verrassend 29).... Le8-g6! Daarbij moest hij nauwkeurig de conse quenties van loperruil taxeren en bereke nen. Terecht concludeerde hij dat dan het pionneneindspel voor hem gewonnen is. Dat komt door a) de zwakte van pion d5; b) de grotere activiteit van de zwarte koning. Die posteert zich op e5 of d4, waarbij wit met c2-c4 de bedreigde d-pion moet dek ken. Vervolgens ondermijnt zwart de witte pionnenfalanx links met b7-b5, terwijl in tussen de witte koning rechts niet kan penetreren. Tenslotte verovert de zwarte koning wit’s pionnen op de damevleugel. Er zijn allerlei modulaties, maar ’t thema blijft steeds hetzelfde. Zeer instructief. Van Wijgerden besloot, de lopers op 't bord te houden, maar dit baatte even min. Er volgde 29) Lf5-c8 Lg6xc2 30) Lc8xb7 Kg7-f6. Weer beslist de actievere koning, alsmede de kracht van de geavan ceerde zwarte f- en g-pion. 31) Kf2-f3 Kf6- e5! Mogelijk omdat wit te laat komt. 32) Kf3-g4 h7-h6. 33) Kg4-h5 Lc2-dlf! Een pio- noffer om de f-pion oppermachtig te ma ken. 34) Kh5xh6 g5-g4. 35) Kh6-g5 f4-f3. 36) g2xf3 g4xf3. Wit staat thans machteloos tegen Le2+f3-f2-fl. Zijn h-pion komt veel te laat. Wit speelde nog 37) Kg5-h4, doch wachtte het winnen Kf4 niet meer af; 0-1. Niet zo bijzonder moeilijk dit alles, maar vermoedelijk wel significant. Het blijkt n.l. heel goed mogelijk dat Donner door zijn recente diepgaande bestudering van eind spelen tot het inzicht is gekomen dat deze ruim voldoende speelruimte bieden om gading. Maar om de historisch gezien be langrijkste man van de „kleine standen kunnen we niet heen, Isidore Weiss, de wereldkampioen uit het begin van deze eeuw. Nr. 766 uit het boek geeft van zijn werk een ideaal voorbeeld: wit 26, 37, 46 zwart 1, 16, 27. In deze stand uit 1916 lijkt zwart gewonnen te staan (op 26-21 wint 27- 31, 16x27), maar met een dodelijke finesse draait wit de rollen om. 1.46-41, 27-31 (op 1- 7, 41-36, 37-31, enz.) 2. 37-32, 31-37(A) 3. 26- 21!! 16x38 4. 41x43 en wit wint door oppo sitie. A) 31-36, 41-37, 1-7, 32-28, 7-12, 28-23, 12-17, 23-18, 16-21, 18-12, wint. De eerste diagramstand is een miniatuur van Monsma met een „voorbewerkt” lan- ge-lijn-motief. Wit wint door de plakker 1. 22-18, 29x49 2. 18x20, 49x35 3. 24x2, 49x46 (op 49x41, 2-35) 4. 2-24! 5-10 of? 5. 24-35, 15x24 6. 35x5. Een aparte categorie miniaturen zijn de remiseproblemen: wit dwingt in slechte stand of met schijf achterstand toch remise af. Het offer speelt hier een belangrijke rol, zoals briljante voorvader Weiss laat zien: nr. 966, wit 31, 32, 35, 37 zwart 11,16, 22 en dam op 21. Verloren voor wit, nietwaar? Maar kijk: 1. 31-26, 21x49 2. 37- 32!, 49x27 3. 26-21!! Nu is 21-17 niet te voorkomen. En na bijv. 27-43, 21-17, 43-34, 17x6, 34-1 loopt wit met schijf 35 naar dam. Hierdoor geïnspireerd kwam L. Gomez in 1928 tot stand nr. 571 (zie diagram) In de partij zou wit 100 tegen 1 besluiten tot het hopeloze 36-31, 40-45! Maar Gomez maakt goochelend remise door 1. 50-44!!, 40x49 2. 36-31, 49x21 3. 33-28, 23x32 4. 31- 27! en zwart zit in een pat-stelling. Na 32-37 of 32-38 is 5. 27-22, 17x28 6. 26x6 remise. Tenslotte een partijstand van M. v.d. Boogaard (nr. 280), die toont hoe belang rijk combinatief inzicht is in het wedstrijd spel. (zie diagram). Wit forceert in de diagramstand zeer ver rassend een dam, die met de resterende zwarte schijven wel raad weet! Ondanks De prijswinaars van de kinderpuzzel zijn Robert van Bourgonje, Frank Jonk- hart en Joke Veltman. Ze krijgen hun prijzen thuis gestuurd. Hoe oud is Wat? En hoe oud is nog veel meer? In hun kleren staan cijfers. Tel die op en je weet het. Stuur je oplossing op z’n laatst dinsdag naar de krant. Als je meedoet, heb je kans, een boekenbon te winnen. Daar kun je dan zelf een fijn boek van kopen! Het is dus wel de moeite waard, eens je best te doen! I0S- ïf u JAPAN. Ter herinnering aan de toe lating van Japan tot de Wereldpost- unie 100 jaar geleden, werden op 20 juni twee zegels in omloop gebracht: 50 y. brievenbus en twee gestileerde vo gels, en 100 y. embleem van de UPU en wereldkaart. Beide zegels werden ook in de vorm van een miniatuurvelletje verkrijgbaar gesteld. SOVJET-UNIE. In verband met het 10e Internationale Filmfestival in Mos kou kwam op 21 juni een zegel van 6 k. in koers, waarop een lege globe en filmstroken. Als propaganda voor de 22e Olympische Spelen, die in 1980 te Moskou zullen worden gehouden, ver schenen op 21 juni vijf zegels met toe slag: 4+2 k. Grieks-Romeins worstelen, 6+3 k. vrij worstelen, 10+5 k. judo, 16+6 k. boksen en 20+10 k. gewichts- heffen. De zegelontwerper is N. Litvi nov (afbeelding). - X 1 Die vrije dag kwam voor Wat. Het circus moest weer afgebroken worden en voor een keertje hoefde hij niet mee te helpen. Hij mocht van de directeur naar bijna Wat! Wat trok z’n beste clownspak aan en stond een half uur later aan het bed van bijna Donner (aan zet) De dokter ging samen met Wat in een hoek van de zaal staan fluisteren en na vijf minuten kwamen ze allebei opgelucht weer bij het bed van bijna Wat staan. „Zo”, zei de dokter. Morgen mag deze beroemde clown weer naar z’n eigen woonwagen en Wat heeft mij verteld, dat de naam van het duo -Wat en bijna Wat- veranderd zal wor den in -Wat en nog veel meer-.” «11 •«kV* Dit van fre- ITALIË. Op 27 juni werden vijf ze gels verkrijgbaar gesteld in de reeks „beroemde Italiaanse kunstenaars en wetenschappers”: 70 L. de architect en beeldhouwer Filippo Brunelleschi (1377-1446), 70 L. de schrijver Pietro Aretino (1492-1556), 70 L. de toneel schrijver Carlo Goldoni (1707-1793), 70 L. de componist Luigi Cherubini (1760- 1842) en 70 L. Edoardo Bassini (1846- 1924) (afbeelding). matiek. Voor het eerst zijn toen de vraag stukken met „wit zet en wint” aan een aantal compositieregels gebonden, die daarna internationaal zijn aanvaard. Naast de Engelsman Gortmans heeft daar in ook de Nederlander Monsma een be langrijk aandeel gehad. Hij komt in deze rubriek met enkele geesteskinderen voor. Vanwaar nu die motivatie voor een nieuw boek? Heel simpel: miniaturen (maximaal elk zeven schijven) lenen zich bij uitstek om allerlei principes en thema’s van de combinatieleer en -kunst in zuivere vorm te laten zien. Hetzelfde geldt voor eindspe len met enkele schijven en voor de zgn. notedopjes met dam(men) en schijven, waarin naast het combinatieve ook het strategische element van belang is. Voor leken en beginners dus een dankbaar werk om zich te oriënteren. Voor rijpere dam mers een goede gelegenheid om hun ken nis van slagthema’s op te frissen en lacu nes op te vullen. Bovendien heeft Wiersma veel zorg besteed aan de ordening van het materiaal door niet simpelweg van het aantal schijven en de eindstanden (mo tieven) uit te gaan, maar door ook in te delen naar overeenkomstige slagprinci- pes, spelvormen en schijvenposities. Een moeilijke taak, want duidelijke criteria daarvoor zijn nog niet ontwikkeld. Of hij wat dit betreft voor 100 procent is ge slaagd, betwijfel ik. Maar het streven om in de oneindige mogelijkheden van de damproblematiek wat meer systeem te brengen is in elk geval lofwaardig. Een laatste rechtvaardiging voor zijn „oneigen lijke” taak als wedstrijddammer is voor Wiersma de propaganda, die van dit „de schijven spreken” kan uitgaan. De dam- taal is internationaal en ook in het buiten land heeft dit boek een grote waarde als didactisch werk en als documentatie. En dan nu in deze rubriek een kleine greep uit de inhoud. Uiteraard subjectief, want ieder vindt hierin weer wat anders van zijn Bieden wat je denkt te kunnen maken, is een bekende Acol-uitspraak die door aan hangers van dat systeem maar al te graag in de praktijk wordt toegepast. Acol is dan ook een agressief systeem met als onmis kenbaar voordeel dat altijd weer veel druk op de tegenpartij wordt uitgeoefend. Een hoeksteen van het systeem zijn de li- mietbiedingen. Na een opening van b.v. één in een kleur biedt partner drie in dezelfde kleur met 10 a 11 punten en een vierkaart troefsteun. Partner moet passen als zijn opening minimaal is en de manche bieden met een maximale hand. Tijdens het Philip Morris Europacup toernooi in Monte Carlo kwam een spel op tafel dat aantoont hoe effectief deze me- ’hode kan werken. kwetsbaar, opende 1 Sch. West paste en noord verhoogde in goede Acol-stijl tot 3 Sch. Daar zat oost. Een kwetsbaar bod op vier-niveau zag hij toch niet zitten en hij paste, waarop zuid zijn kaart nog goed genoeg vond om vier te bieden. Terecht. Zuid is weliswaar mini maal in punten, maar hij heeft mooie pun ten, een vijfkaart troef en, belangrijk, een singleton. De praktijk stelde zuid in ieder geval in het gelijk, want 10 slagen werden zijn deel na een klaverstart. Een resultaat dat aan de meeste tafels werd bereikt. Aan één der tafels evenwel speelde een Amerikaans paar en dat speelde Standard American. Ook deze zuid opende 1 Sch, maar nu bood noord 2 Sch. In het Ameri kaanse systeem is 3 Sch absolute manche forcing en daarvoor is noord’s kaart uiter aard niet sterk genoeg. Oost, de Engelse topspeler Albert Dormer, kon nu op drie- niveau bieden en deed dat ook: 3 Ha. Het hield N-Z niet uit 4 Sch, maar de ontwikke ling was wel verrassend. West, Jack Albu querque, doubleerde en vond bovendien de enige downstart. Hij kwam uit met harten voor het aas, waarop oost ruiten terug speelde. West maakte zijn naam en zijn doublet waar door zuid Ru H te laten houden waarop oost, na met Sch H aan slag te zijn gekomen, nogmaals ruiten speelde hetgeen de welverdiende downs- lag opleverde. Het behoeft geen betoog dat als west Ru A direct neemt zuid zijn con tract toch nog maakt, omdat oost dan op het kritieke moment in ruiten is uitver kocht. Jan Hein Donner reeds in 1971 door Hans Ree deels serieus, deels plagend „die oude in de rolstoel” genoemd aan schouwde op 6 juli 1927 het levenslicht, zodat hij vorige week tijdens het IBM- toernooi zijn 50-ste verjaardag vierde. Nu moet ieder mens bij zijn geboorte maar afwachten, wat voor eigenschappen hij mede krijgt en daar noodgedwongen een leven lang mee woekeren en voorttobben. Nu heeft onze jubilaris voor wat betreft zijn van nature meegekregen gaven be paald geen reden tot klagen. Maar hij heeft één handicap. Deze is vreemd genoeg gelegen buiten zijn persoonlijkheidsstruc tuur en heet: Euwe. U kent ons standpunt dat een klein land als het onze hooguit eens in de 1000 jaar een schaker van dat niveau zal voortbrengen. Donner’s pech is, dat hij in de schaduw van die eenmalige figuur slechts een ster van de tweede grootte lijkt. In 1958 onttroonde hij the grand old man, doch nadien werd hij nooit meer lands kampioen. Nooit meer? Pas op! Eigenlijk is hij momenteel titelhouder! Weliswaar won Kortsjnoi Leeuwarden 1977, maar Donner deelde de tweede plaats met Jan Timman. En aangezien Kortsjnoi geen Ne derlander is, terwijl „Jan Hein” won van „Jan sec” is hij reglementair, nationaal gezien, onze kampioen. Niet gek voor een oude in ’n rolstoel! A B 4 3 V B 762 *H B 5 4 2 Hoera, er is weer eens een nieuw dam boek verschenen. Aan het schrijven zit zoveel werk vast, dat deze inspanning niet in verhouding kan staan tot de aftrek, die een boek krijgt. Weinigen durven dan ook het karwei aan, tenzij vanuit een bijzonde re motivatie. Dat geldt nu voor Harm Wiersma, die het monnikenwerk heeft ver richt om vanuit een verzamelde hoeveel heid van tussen de tien-en twintig-duizend standen een boek samen te stellen met 1000 „kleine” damproblemen. Het heet dan ook „Damminiaturen” (Spectrum-paper- back, ƒ16,90). In zijn voorwoord zegt Harm dat zijn plan eerst was om het de titel „Slagspel door de eeuwen heen” te geven. Maar gelukkig, het is geen historisch werk ge worden, maar een boek met veel modem materiaal. Er is immers al een beroemde voorloper: „1001 Miniaturen” van G.L. Gortmans (1939). In dat boek, een zwarte- marktartikel voor dammers, zijn de grondslagen gelegd voor de damproble- GIBRALTAR. Drie „Europa”-zegels zagen op 27 mei het licht met reproduk- ties van vroegere door Gibraltar uitge geven zegels: 6 p. „Our Lady of Europa (2/- 1966), 12 p. „Europa Point” (2/- 1972) en 25 p. „British Entry” (5 p. 1973) . De zegels, die door hun inschrift „Amphilex-Europe 1977" tevens aan de internationale postzegeltentoonstel- ling „Amphilex” in Amsterdam herin neren, zijn gedrukt in kleine velletjes van zes stuks met sierrand (afbeel ding). HONGARIJE. Het 25-jarige bestaan van het Staats-Volksdansensemble werd gevierd door de uitgifte op 14 juni van een zegel van 3 Ft. met voorstelling van een vrouw en een man in kleder dracht tijdens het dansen van het „Bruidsfeest van Nagyrede”. Tevens kwam op 14 juni een miniatuurvelletje uit met een zegel van 20 Ft. ter herinne ring aan de geboorte 400 jaar geleden van de beroemde Vlaamse schilder Pe ter Paul Rubens. De zegel reproduceert het schilderij „Bathseba bij de fon tein U Wat was wat somber gestemd en liep in zichzelf te praten. „Het was vanmiddag bij de repetitie weer eens niet best met bijna Wat,” mompelde hij. „Wat er toch met bijna Wat aan hand is, weet ik niet. Maar ik ga het hem nü vragen en hij zal nu antwoord moeten geven!, ’k Heb hem al wel tien keer gevraagd, of ik hem bij zijn problemen kon helpen, maar nee hoor! Hij wil het zelf opknappen, zei hij. Nou, maar dan moet hij wel mooi ophouden om tij dens de voorstellingen steeds maar de din gen verkeerd te doen. Dat gaat ons onze naam kosten en ik zou niet weten, waar een paar clowns zo gauw een andere baas zouden kunnen vinden.” De mensen in de zaal waar bijna Wat lag, hadden eerst gelachen om de snoet van die leuke clown Wat, maar ook die mensen hun gezicht betrok al wat. Totdattotdat de dokter de zaal binnenkwam. Met een brede glimlach begroette hij Wat en wuif de eens lachend naar al de andere pa tiënten. „Hallo”, zei hij. „Nu gaat hier WEST-SAMOA. De historische vlucht over de Atlantische Oceaan door Charles Lindbergh 50 jaar gele den, gaf aanleiding tot de uitgifte van vier zegels: 22 s. kaart van de Transat lantische route, 24 s. de „Spirit of St. Louis” in vlucht, 26 s. het vliegtuig stijgt op en 50 s. Lindberghs portret vóór zijn vliegtuig. Gewijd aan de tele communicatie van West-Samoa ver schijnen op 11 juli vier zegels: 12 s. automatische telefooncentrale van Apia, 13 s. radiostation van Mulinuu, 26 s. oud en nieuw telefoontoestel, en 50 s. wereldkaart en twee telefoon hoorns (afbeelding). K. J. F. HEYMANS In een van onze volgende rubrieken ho pen wij u iets te vertellen over de bijzonder belangwekkende beschouwingen van Donner in „Het eindspel I” over een van de merkwaardigste eindspelen welke het schaakspel kent n.l. koning plus twee paarden tegen koning plus pion. E. SPANJAARD sén tog H 6 ♦AV98753 8 3 *7 3 V 10 9 7 5 4 H V 5 4 de slechts 7 om 7 schijven een flinke kluif voor de lezer. Probeert u de winst maar eens van het diagram af te vinden. De volgende week komt de oplossing. Maar als u het boek van Wiersma snel koopt, weet u deze eerder. ED HOLSTVOOGD DUITSLAND (DDR). De 400e ge boortedag van de Zuidnederlandse schilder Peter Paul Rubens (1577-1640) I werd herdacht door een serie van zes zegels, die op 28 juni verschenen met I teprodukties van verschillende zijner I schilderijen: 10 Pf. „Bathseba bij de fontein”, 15 Pf. „Mercurius en Argus”, 20 Pf. „De dronken Hercules”, 25 Pf. „Diana’s terugkomst van de jacht”, 35 Pf. „De oude met het kolenbekkenen 50 Pf. „Leda met de zwaan” (afbeel- ding). FINLAND. Naar aanleiding van de inwijding van de nieuwe hoofdkerk j van het klooster Valamo en tevens ter herdenking van het 800-jarig bestaan van dat klooster, werd op 31 mei een 0.90 Mk. uitgegeven waarop de nieuwe I kerk is voorgesteld. Ter herinnering aan de geboorte van Paavo Ruotsalai- nen (1777-1852), de leider van het piëtis- me in Finland, een eeuw geleden, werd op 8 juli een zegel van 0.90 Mk. ver- t van Ruotsalainen in profiel en een piëtis tengroepje op de achtergrond. Een nieuwe definitieve frankeerzegel van 2.00 Mk. verscheen op 25 mei met de voorstelling van een oude sauna aan een meer, ontworpen door Paavo Huo- vinen (afbeelding).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1977 | | pagina 23