Alain Teister maakte expositie Zolder op Zaal Adelaide-concert Bluesgigant Muddy Waters weet nog altijd niet van ophouden Ik zorg voor mezelf als voor een baby Kom mee naar buiten allemaal niet van Mozart Daniël Roth realiseert fijne muziek op uitzonderlijke wijze I 5? I l-ïj I Heerlijk, helder Heineken. fl •gMH I I 13 I Gerelativeerd Goede programmatische selectie uit Franse Romaniek Rectificatie i 12 KUNST VRIJDAG 22 JULI 19 7 7 n f AMSTERDAM. Het voorpor taaltje van de sterfkamer van de Dode Actrice bestaat slechts uit hangende dunne reepjes stof. Flarden van wat eens een doek is geweest. Uit flarden van herinne ringen is ook de tentoonstelling Zolder op Zaal, deze zomer te bekijken in het Toneelmuseum op de Herengracht, opgebouwd. De Dode Actrice is één van de vier kamervullende objecten die de expositie rijk is. Voor mij het meest indringende. Misschien wel door de zwijgende bezoeker die met een boeket verdroogde bloe men laatste eer komt bewijzen aan de afgestorven roem. 3 ft Verstild theater in Toneelmuseum 1 van van ar- corontwerpen. KO VAN LEEUWEN (ADVERTENTIE) JOHN OOMKES JOHAN VAN KEMPEN g t r De andere drie onderwerpen waarvoor Alain Teister koos zijn: Macbeth, Decor atelier en Hugo Claus’ toneelspel Een bruid in de morgen. Shakespeares ko ningsdrama Macbeth is in verschillende variaties uitgebeeld. Een moderne regie- visie die de voorspellende heksen uit dit stuk in Snip en Snap-uitmonstering laat zien, maar ook een meer conventionele. Dat het om niets ontziende karakters gaat die dorsten naar macht, wordt in de Mac- bethkamer voldoende duidelijk: boven de Dat gebeurt in de kamer van De Dode Actrice, waar alle glorie van weleer thea traal gerelativeerd wordt. In de schrijn van de gestorven actrice ligt een lauwer krans en ook haar schminkkoffer is daar half uiteengevallen te zien. Uit de kist is haar stem te horen die de belangrijkste teksten oplepelt. Close-up van de Dode Actrice, belangsrijkste onderdeel van een derverstilde kamertableaus van Alain Teister in het Toneelmuseum. (Foto Lemaire) Voor een paar dagen was Muddy Waters even in ons land, gaf zelfs een fonkelend optreden in het kader van het Northsea Festival en kon met eigen ogen constate ren dat ook al speelde hij met zijn band in de eerste instantie alleen zijn klassieke materiaal - Tell her the Shape I’m in, Hooche Kooche Man, Baby please don’t go, I’m the Howlin’ Wolf of een Got my Mojo working - hij nog geen half uur nodig heeft om jong en oud tot oprechte aanhan- kelijkheidsbetuigingen te krijgen. Noch Muddy noch een van zijn oude getrouwen, pianist Rob Perkins, bassist Calvin Jones en drummer Willie Lee Smith, laten ook nog maar twee tellen af. Ook al moet Muddy half steunend op een kruk zijn set brengen, er is nog geen haar op zijn hoofd die er aan denkt om het kalmer aan te doen. niël Roth in deze uitvoeringsomstandighe- den zorgen voor een uitzonderlijk mooie realisatie van deze interessante en fijne muziek. In karakteristieke timbres kwam Boëly’s werk, fris en overtuigend, met goed gekozen registerwisselingen en in ui terste gaafheid tot leven. Het specifieke karakter van de latere Franse orgelmuziek, die qua klankkleur zo direct verbonden is aan de idealen die de beroemde Franse orgelbouwer Cavaillé- Coll hieromtrent koesterde, zou beter of althans op meer authentieke wijze tot zijn recht gekomen zijn wanneer het Adema- orgel in de R.K. kathedraal Sint Bavo als uitvoeringsmedium hiervoor zou zijn ge kozen. Wat niet zeggen wil dat het niet juist vaak een verademing is om de romanti sche composities die bekendheid hebben gekregen in het soms wat erg zwoele idi oom van „gestreken” klanken, eens in een wat helderder gewaad tegen te komen. Even praten met Waters is een voor recht. Hij doet het met graagte ondanks Dat was ook nu min of meer het geval het was althans moeilijk als een bezwaar Twee aspecten die betrekking hebben op het verleden komen echter vanzelf bij hem op. Ongevraagd steekt hij nog steeds de loftrompet uit over de Rolling Stones, die door hem beïnvloed - en het feit dat ze dat altijd hebben erkend, vindt hij nog altijd César Franck’s „Prière” daarentegen, dat in het programma (na Boëly) aan de andere volromantische werken was voor afgegaan, miste hier in de „nuchtere” ver klanking veel van de mystieke kracht die deze meditatieve muziek moet uitstralen. Een omstandigheid die overigens niets af doet aan de prestaties die Daniël Roth met de virtuoze en gedreven voordracht van zijn boeiende programma op dit middag concert heeft geleverd te voelen bij Saint-Saëns’ levendige Pré lude en fuga in E, alsmede bij diens vierde „Improvisation”. Ook Charles-Marie Wi- dor’s kunst werd, met een sfeervolle weer gave van het Adagio uit de Achtste Symfo nie, wat dat aangaat toch ook zeker in een juist licht geplaatst. En de nóg orkestraler muziek van Widor’s zes jaar geleden ge storven leerling Marcel Dupré, paste zelfs uitgesproken goed op het barokke Bavo- orgel. (Van onze kunstredactie) HAARLEM. In Erbij, onze zaterdagbij- lage van afgelopen week staat een recensie over een Meulenhoff-uitgave in de serie Oosterse bibliotheek, Vier Upanisaden ge naamd. Over de vertaalster van deze ver halen van Hindoeïstische wijsheid uit In- dië, Dr. Alie Beth, wordt ten onrechte gesproken als zijnde van het mannelijk geslacht. Mevrouw Beth was tot vorig jaar als lerares klassieke talen verbonden aan de Spaarne Scholen Gemeenschap in Haarlem. PL - 1 zijn vermoeidheid, wordt snel vertrouwe lijk al stuurt hij je met hetzelfde gemak weg als hij opeens beseft dat hij voordat hij een tweede keer op moet nog even rust moet houden. Over zijn verleden spreekt hij niet graag als hij zo even kort met je praat. „Nee, ik kijk niet naar hoe ik in 1950 wasde toekomst? Ik heb nog acht jaar voor me liggen, zou je kunnen zeggen Acht jaar waarin ik de blues zal spelen, zoals ik altijd heb gedaan”. „Nee, je moet de mensen geven waar ze recht op hebben, waar ze voor komen, vind je niet? Dat is mijn overtuiging. Die solo in The Howlin’ Wolf, dat stukje slide, dit speel ik zelf. Luther (Johnson - J.O.) zou het misschienmaar nee hoor, die’s voor mijn rekening. Ik moet mezelf wel in de gaten houden tegenwoordig, weet je. Som migen dachten toch al dat ik nooit meer zou spelen. Ik kon niets meer na het onge luk, als ik mijn vingers moest bewegen, dan....weet je wel, man?” In 1969 raakte Muddy Waters betrokken bij een bijna dodelijk auto-ongeval, maar hij herstelde en tourde een jaar later weer met dezelfde inzet als voor die tijd. Zelf is hij nu wat optimistischer, omdat zijn laatste album - waarop hij samen met Johnny Winter en bluesharpist James Cot ton van leer trekt veel enthousiasme heeft losgeslagen. „Hard Again (de titel van de elpee) betekent dat ik eindelijk eens wat kan oogsten. Ik krijg meer optredens aan geboden dan ik aankan. Dat is geen slecht teken”. Een tournee van Muddy Waters door Engeland in 1958 verhevigde de aandacht voor de city-blues aan deze kant van de oceaan en deed er mensen als Alexis Kör ner („de vader van de Britse blues”) zijn Blues Incorporated oprichten en anderen als de Stones, de Animals, de Yardbirds, de Pretty Things en zelfs een Manfred Mann besluiten zich te richten op wat er in Amerika gebeurde. Muddy kreeg pas na de Britse invasie de aandacht van hei blanke publiek, maar het leven met de blues betekent nog steeds geen vetpot. Dat hij nu nog regelmatig tourt, zegt op zich genoeg. gevallen edelen hangen dreigende roofvo gels. Teister heeft een verwarrend tafereel neergezet, zoals Shakespeare er in zijn drama’s zo dikwijls een bloedige janboel van- maakt. Tekstgedeelten uit het stuk klinken via een geluidsband en daarvoor zijn de stemmen gebruikt van Tony Church en Eric Schneider (als Macbeth) en Irene Worth en Petra Laseur (Lady Mac beth). „Ik speelde alleen niet langer dan een uur, een enkele keer vijf kwartier mis schien, in totaal.Ik moet op mezelf letten. Deze man zorgt voor zichzelf als voor een kleine baby, weet je. Geen drank meer. Ik jaag niet meer achter de vrouwtjes aan. Ik ben 62, hè. Ik kruip zelfs tegenwoordig bijtijds onder de wol. Als ik dat allemaal niet zou doen, dan hield ik het misschien drie weken vol, maar daarna zou je me....je weet wel”. Muddy nipt nog even aan zijn Friese Berenburg, want een verklaring dat hij niet meer drinkt, komt er op neer dat hij niet meer zuipt en dat hij tegenwoordig weet hoe maat te houden. Op de vraag waarom hij met Johnny Winter, een albino, in zee is gegaan, terwijl hij vroeger meermalen beweerde dat de blanke man de blues niet kon spelen, lacht hij kort: „De blanke kan de blues wel spelen, zeker, maarre....zingen niet, hè. Ze missen wat bij de stembanden hè, ze heb ben het niet zo zwaar gehad als wij. De blanken hebben geen koeiestront hoeven eten, haha. Zeg eens boe?”. Ik probeer het tweemaal, maar mijn geloei vindt geen goedkeuring in de ogen van de meester. De tentoonstelling Zolder op Zaal is nog tot eind oktober te zien in het Toneelmu seum, Herengracht 168, Amsterdam. Er is een gestencilde uitleg bij, waarin kort op de uitgebeelde werken wordt ingegaan. Veel leuker is het om gewoon te kijken en het prettige is dat je rustig overal tussen door mag lopen. Als toegift is er op de bovenste verdieping een tentoonstelling lovenswaardig - de blues hebben terugge bracht naar de Verenigde Staten en een groot blank publiek vertrouwd hebben ge maakt met de rauwheid en een directheid van dat electrische geluid, waar tegen vori ge generaties blanken óf de draak mee staken óf wat ze zo serieus namen dat ze openlijk waarschuwden tegen de verderfe lijke invloed die van deze „nigger”-muziek zou uitgaan. In het stencil dat de tentoonstelling in het Toneelmuseum begeleidt schrijft Alain Teister dat hij niet het pretentieuze idee heeft te kunne wedijveren met iemand als bijvoorbeeld Kienholz, van wie het Stedelijk Museum schitterend werk in bezit heeft En inderdaad, de bevroren scènes die Teister schiep hebben niet zo’n verbijsterende uitwerking op je als de sa menstellingen van de Amerikaan. Dat komt misschien wel door de keuze van het onderwerp. Kienholz toont dingen uit het alledaagse leven en de absurde herken ning van wat we altijd heel gewoon vonden krijgt op de kijker dan een bijzondere greep. Die uitwerking is er bij de objecten van Teister veel minder. Hier gaat het om theater-onderwerpen. Er wordt iets ge toond dat al bijzonder was en alleen de benadering daarvan kan er nog iets aan toevoegen. Een fraai werkstuk van Teister is zijn visie op Een bruid in de morgen. Daar toont hij zich vrijer en minder gebonden aan wat het oorspronkelijke toneelwerk zelf aangeeft. Het stuk van Claus gaat over een verarmde componist en zijn gezin. Binnen de opvatting van Teister wordt vooral de nadruk gelegd op datgene wat in het toneelstuk niet werkelijk aanwezig is, maar waarover gesproken wordt. De al lang verkochte piano is er nu, maar vloeit uiteen om in de grond te verdwijnen. Minder interessant is de kamer waarin het Decor-atelier wordt uitgebeeld. „Een ironiserende versie op de ruimte van de tovenaar van het theater”, staat er in het stencil. Maar ironie en betovering heb ik er niet in kunnen ontdekken. DEN HAAG. Grote figuren werpen hun schaduwen vooruit. In het geval van ene, op 4 april 1915 in Rolling Fork in de staat Mississippi geboren McKinley Mor ganfield kan daar zelfs geen twijfel over bestaan, al staat het op het eerste gezicht wellicht wat gezwollen. Geen mens kent hem namelijk als zodanig, maar als Mud dy Waters had en heeft hij een invloed die tot op de dag van vandaag (Eric Clapton en Led Zeppelin bijvoorbeeld) met name in de rock merkbaar, nog sterker niet te loochenen is. Vreemd genoeg kunnen we nu constateren dat juist de Engelse rock uit de jaren zestig het meest geprofiteerd heeft van Muddy’s al in het begin van de jaren vijftig sterk geëlectrificeerde city- blues, meer dan de „originator” zelf. Muddy Waters: „De blanken kunnen de blues wel spelen, maarniet zingen. Ze hebben het niet zo zwaar gehad als wij. moureux”. Hij neemt zijn Adelaïde- Concert weer op, orkestreert het, ver volmaakt het, biedt het Wolf aan als een onbekende Mozart - een trouvaille - aan. Op 27 december 1931 gaat de pre mière. Het publiek is opgewonden, mu sicologen prijzen het om het hardst. PARIJS.- Het zogenaamde Adelaide- Concert voor viool en orkest van Wolf gang Amadeus Mozart blijkt te zijn geschreven door Marius Casadesus, een nu ruim 80-jarige Parijse violist en componist. Het concert is een lieve lingswerk van vele dirigenten en het wordt gespeeld door Yehudi Menuhin, die er als wonderkind triomfen mee vierde. De vervalsing kwam uit toen Casade sus - een lid van de beroemde muzikale familie van die naam - boos werd op een grammofoonplatenmaatschappij, die weigerde op het etiket van een nieuwe opname van het concert te ver melden, zoals tot dan toe gebruikelijk was geweest: ’’Orkestbewerking Mari us Casadesus”. Het gaat om een nieuwe opname, weer met Menuhin, nadat Pa- thé-Marconi eigenaar geworden was van “His Masters Voice”, die de oor spronkelijke rechten bezat. Casadesus beklaagde zich en riep uit dat niet al leen de orkestbewerking van hem was, maar sterker nog: het gehele werk. Het begon allemaal in 1928. De toen 36-jarige musicus schreef een schets voor een concertje in de stijl van Mo zart en speelde de vioolpartij aan enke le vrienden voor. Het succes was gewel dig, en de verbazing groot, omdat niemand in het gezelschap het concert - opgedragen aan de dochter van Lode- wijk XV - ooit had gehoord. Casadesus vergat naar zijn zeggen de grap tot in 1931 de dirigent Albert Wolf hem vroeg een programma op te stellen voor een serie van zijn “Concerts La- Het eerste zestal werken, van de hand van de vroeg 19de eeuwer Alexandre Boë ly, klonk weer op het Müller-orgel alsof het speciaal daarvoor gedacht was. Ook al zal de eerste uitvoering ervan wel in de Parij se St. Germain hebben geklonken, waar Boëly vanaf 1837 organist was. Juist omdat de geest van deze knappe componist nog sterk gebonden was aan de beginselen van het polyfone tijdperk (dat l alweer een eeuw achter hem lag) kon Da- tekeningen en knutselwerkjes over eén bonte verzameling portretten theater van de Gerrit van der Veen Scho- tiesten, mini-theatertjes, maskers en de lengemeenschap uit Amsterdam. De leer lingen daarvan zijn een jaar met theater bezig geweest en hebben nu gezorgd voor En dan wordt Casadesus enigszins onrustig. Zoveel van zijn vrienden heb ben zich al zo “deskundig” en zo vleiend over het vioolconcert uitgela ten, dat hij hen niet meer voor gek durft te zetten door de waarheid te zeggen. Casadesus’ vioolconcert wordt boven dien in de „Köchel-Verzeichnis” opge nomen, de officiële lijst van alle werken van Mozart tot nu toe opgespoord. Als Pathé-Marconi de naam van de maker als orkestbewerker wil wegla ten, komt Casadesus in het geweer. Hij eist 50.000 francs (25.000) gulden als voorschot op zijn ’’bewerkingsrech- ten”, die hem door het wegvallen van zijn naam door de neus zijn geboord. En hij komt met de waarheid voor de draad. De rechter zal nu - door experts ge steund - moeten uitvinden wie de ware maker is van het Adelaïde-Concert. Voor Casadesus een twijfelachtige on derneming. Want tegelijk met het mo ment waarop de rechter hem de au teursrechten zou toekennen, zou het wel eens kunnen gebeuren dat niemand meer van de arme Adelaide wil horen. En dan is voor Marius Casadesus de eer gered, maar de kassabel zal zijn gerin kel staken. Het Toneelmuseum heeft de gebruikelij ke zomerexpositie eens een geheel andere opzet willen geven. Daarom werd de schrijver en beeldend kunstenaar Alain Teister verzocht vorm en inhoud te bepa len. Hij ging aan het werk met de stoffige glorie die op de zolder van het museum ligt te vergaan. Teister, bewonderaar van Ed ward Kienholz die een moeilijk te overtref fen meester is in tableaus vol verstild realisme, heeft gekozen voor een benade ring die vooral de nadruk legt op het vergankelijke van toneel. Het verst gaat hij daarin door een sterfkamer in te rich ten waarin een dode toneelspeelster ligt opgebaard in een reusachtige met paarse stof beklede doodskist. Alles in ongewoon grote afmetingen, waardoor het lijkt alsof dit beeld van wegvloeiende roem nog één maal fors op het netvlies wil worden ge plaatst voordat het vervagen van de herin nering begint. „Dat is niets, dat lijkt nergens op. Zie je wel wat ik bedoel, ze hebben geen „cows- hit” gegeten. Nee, schrijf dat niet op!” HAARLEM. Op het uur waarop in de regel een gemeentelijke orgelbespeling in de Grote- of St. Bavokerk wordt gehou den, viel ditmaal gistermiddag een Orgel- maand-concert. De Franse organist Daniël Roth docent aan de Zomeracademie bewoog zich hier als concertgever op het terrein dat hij tot specialisme heeft geko zen: de Franse Romantiek. Hij voerde het (vele) publiek op chronologische wijze door de betreffende literatuur, in een pro- gramatisch goed opgebouwde selectie daaruit. 3 ©OPUDME VNONNEUft MEDAILLE O O" paris iets 'O' I \rp

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1977 | | pagina 13