Zes illustratoren uit het onderwijs naast elkaar I SM iiS M H I H UB* l MIRACULEUS VERHAAL OVER HAARLEMSE ANNA SACRE Stem verloren Wie was Blasius? Blijvende genezing Haarlemse familie Herinneringen aan Jetses, Gabrielse, De Bruin, Isings, Buerninck, Bottema door Wim Helversteijn Geheim opgelost i® I L2* n p T HMM - ‘.i'K'1 Sinds kort hangt in de schatkamer van dè kathedrale basiliek van Sint Bavo aan de Leidsevaart een curieus schilderij, dat na een langdurig particulier bestaan in de openbaarheid is gekomen. Het is in het Limburgse Heerlen opgedoken en heeft nu zijn definitieve bestem ming gevonden in Haarlem, waar het ook thuis hoort. Schatbewaarder Joh. Beijk is er maanden mee bezig geweest om de wonderlijke Eer vertw stand famili die h( tientje kost in eer de rr zitten go’s, aan nieter dag do's, verkc En dat j Colur er lo' „Pss na te Sar je aai Ocea zegge visch< den c geschiedenis van het schilderij te achterhalen. Zijn speurtocht is tenslotte uitgedraaid op een miraculeus verhaal, waarin mejuffrouw Anna Sacré van het destijds roemruchte Boterhuis aan de Grote Houtstraat, anno 1895, een zeer devote hoofdrol heeft gespeeld. En dat allemaal dankzij de H. Blasius, bisschop en martelaar, sinds eeuwen vereerd als beschermheilige tegen velerlei keelziekten. pmiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuimiiiiiiiiiiiiiiiuiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiimmiim estate -x 1 i A 1 Ealfeix.;,. -O Bi i iiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiim iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii i i 1 ~X- w...... i I- Merkwaardig schilderij in kathedrale schatkamer I I r i I I Op zoek naar mevrouw Sacré, die op het schilderij afgebeeld moest staan, rolde Joh'. Beijk van het ene in het andere gelukkige toeval. De sleutel van de hele geschiedenis vond hij bij Harry Spaan in Heem stede. Diens schoonmoeder bleek een Sacré geweest te zijn, later ge trouwd met de heer W. Vergnes. Dank zij mevrouw Spaan-Vergnes kwam Joh. Beijk achter het feitelij ke verhaal. Intussen verrichtte ook mr. J. de Rijk, voorzitter van de Genealogische Vereniging Kenne- merland, de nodige naspeuringen, en tenslotte kwam enkele dagen ge leden op de zolder van de familie Troupin aan de Zijlweg de volledige geslachtslijst van de familie Sacré te voorschijn, in 1939 samengesteld door de heer H.M. Troupin. Dit tafereel laat zien hoe kapelaan Klom pé Anna Sacré de Blasiuszegen geeft, die tot haar miraculeuze genezing leidde Schatbewaarder Joh. Beijk van de kathe drale basiliek Sint Bavo heeft maanden lang gespeurd naar de ware geschiede nis achter dit schilderij van Frans Loots. van haar vingers katholiek. Zij en haar zuster Marie gingen iedere och tend trouw naar de vroegmis in de Sint Josephkerk aan de Jansstraat. Zo ook op het feest van de H. Blasi us, in 1895. Zij toog naar de commu niebank om de Blasius-zegen te ha len. Teruggekomen op haar plaats, had ze het gevoel, dat ze weer kon praten. Ze ging naar het kerkportaal en constateerde, dat zij inderdaad haar stem weer kon gebruiken. ziet. Jetses steekt dan wel als primus boven de anderen uit. Persoonlijk had ik ook graag eens iets meer over M. Koekoek gelezen en gezien. Zijn schoolplaten waren ook zeer memorabel. In het boek vindt men in kleur gelukkig) één voorbeeldvan zijn werk: de schoolpluai „In het bos". Opmerkelijk dat zoveel van huis uit Co bussi maai sc hu len z I l i I l i I TOEN REES HET BEELD op van een destijds oerbekende Haarlemse familie, wier geslacht, volgens Trou- pins opgave, tot omstreeks 1670 te- ANNA STAPTE METEEN naar de pastoor om hem het heugelijke en miraculeuze nieuws te vertellen. De ze wilde vooralsnog van geen won der weten en raadde haar aan, eerst maar eens rustig af te wachten, of de genezing blijvend zou zijn. Dat was inderdaad het geval, want tot aan haar dood op 79-jarige leeftijd in 1937 heeft Anna Sacré haar mondje kunnen roeren. Zij heeft overigens - evenmin als haar pastoor - weinig ruchtbaarheid aan het haar overko men mirakel gegeven. Welk verhaal zij ten beste in de winkel gegeven heeft om haar herstelde spraak zaamheid te verklaren, vermeldt de geschiedenis niet. Wel zou zij - maar dat staat (nog) niet vast - een beeld van de H. Blasius aan de Sint Jo sephkerk geschonken hebben, dat Gus Vene; de m; deze s in ma de Ur men De ni wijze lang zadel noeg Colur recht de-da heim weter len k maril Guaji den. i verte nendi Va pikzv den. te di< 1 s i I I I I I i l I I l i i I i Alt van c van d een i hem stel l men huis 1 niet i. zo m< ny h< Al Rosa kaan door vord< beste pakt In C laboi word bove: r c l c t r c s s i s s t l 7 c 4 t l 1 l I I I gewa macl dern eind vertr „lux< aang die i ruim te geven, de Blasius-zegen toe te delen. De zegen bestaat hierin, dat de priester twee kaarsen gekruist tegen de hals van de beminde gelovi ge legt en een gebed tot de H. Blasius uitspreekt tot wering van keel ziekten. Terug naar het schilderij. Voor Joh. Beijk leverden de tafrelen (waarin Blasius dat jongetje ge neest, voorts dat hij bereid staat onthoofd te worden en tenslotte, dat hij in de hemel wordt gekroond) geen problemen op. Maar wie was die „niet-katholieke mevrouw Sa cré”, die (het belangrijkste tafreel) de halszegening toebedeeld kreeg? Hij nam contact op met Jan Loots en diens zuster, een zoon en een doch ter van Frans Loots, en die twee moesten wel diep in hun geheugen graven opi zich te herinneren, dat hun vader, terwijl hij aan het schil deren was, dikwijls een verhaaltje vertelde. Een van die verhaaltjes betrof een vrouw, die in de kerk als door een wonder genezen zou zijn. Het eerste stukje van deze Haarlem se puzzel was gevonden. Riiiiiiiiiiiiililllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllltlllllllllllllllllllllltllllllllllllllllliu^ ZO GEBEURDE HET, dat aan de overzijde van Het Boterhuis een equipage stopte. Anna Sacré stapte met veel onderdanige ijver naar de overkant om de bestelling af te ge ven, maar terwijl ze de Grote Hout straat overstak, kwam er een sle- perskar aanrijden, die haar zo rake lings passeerde, dat zij bijna be klemd raakte tussen de kar en de equipage. Anna sloeg de schrik niet in de benen, wel in haar stem. Als gevolg van dat incident was ze vrij wel haar spraak kwijt geraakt. Ze kon alleen nog maar fluisterend spreken. Er is heel wat aan haar gedokterd, een electriseermachien- tje scheen wel te helpen, maar ze kwam toch niet veel verder dan dat ze zich slechts in de ochtenduren enigszins verstaanbaar kon maken, want later op de dag was ze totaal sprakeloos. Een ramp voor een vrouw, die gewend was iedere dag in haar winkel de Haarlemse nieuwtjes met haar clientèle uit te wisselen. In tegenstelling tot m wat voor noemde brief uit Heerlen vermeld staat („de niet-katholieke mevrouw Sacré) was Anna tot in de toppen Eind 1975 ontving de plebaan van de kathedraal, pastoor A.H. Huy- boom, een brief van de heer J.A. Custers, zaakwaarnemer van me vrouw M.L.A. Klompé-Tummers te Heerlen. Die brief werd het begin Van een verrassingsvolle ontdek kingsreis naar een godvruchtig inci dent, dat zich in 1895 moet hebben af gespeeld in de Sint Josephkerk aan de Jansstraat. In die brief heette het, dat mevrouw Klompé in het bezit was van een olieverfschilderij, voorstellend „de toedeling van de halszegening aan de niet-katholieke mevrouw Sacré”. Het was duidelijk, dat het hier om de zogeheten Blasi- üs-zegen ging. Mevrouw Klompé wilde het schilderij „gratis” afstaan aan de kathedraal. Plebaan Huy- boom gaf de nogal cryptische brief voor nader onderzoek aan Joh. Beijk. Deze spoorde naar Heerlen en trof daar inderdaad het bewuste schilderij aan, dat hem op de eerste plaats verraste door zijn boeiende voorstelling van zaken. In het mid den bisschop Blasius ten voeten uit, daaromheen tafrelen, waarin de bis schop opvallend figureert, en tens lotte een tafreel, waarin een priester de Blasius-zegen geeft aan een vrouw. De relatie van het schilderij met Haarlem kon Joh. Beijk vast stellen uit de aanduiding „Haarlem 1895”, rechts bovenaan, met als pendant, links bovenaan, de vermel ding „Sebaste 316”. Voorts bleek het schilderij gemaakt te zijn door de Haarlemmer Frans Loots, die in zijn jaren, vooral door zijn kerkschilde- rijen, grote bekendheid genoot. ruggaat. Op het moment, dat zich dit verhaal (1895) af speelt, wonen op Grote Houtstraat 33, Jan, Anna en Marie Sacré, alle drie ongehuwd. Jan en Anna drijven een winkel in kaas, boter, eieren en comestibles. Marie doet de huishouding. De win kel geniet als „Het Boterhuis” in stad en streek een ongekende faam. Die reputatie was onder meer te danken aan de met de hand gesne den ham van het been. Er zullen tal van geboren en getogen Haarlem mers zijn, die zich dat gerenom meerde Boterhuis nog herinneren, want tot ver in deze eeuw wist het die typische sfeer van de Haarlemse binnenstad te bewaren. In 1939 stierf de laatste Sacré (Marie). In het vroegere Boterhuis is nu een juwe- lierszaak gevestigd. Maar ons verhaal dateert van 1895, het eind van de vorige eeuw, toen het in de Grote Houtstraat nog een dagelijks straatbeeld was, dat de overdeftige dames uit Bloemen- daal en Aerdenhout met haar equi pages bij de winkels voorreden om haar bestellingen af te halen. Mees tel zetten ze zelf geen voet in de winkel. De bestellingen werden de dames aangereikt. TOT GOED BEGRIP eerst enige informatie over de H. Blasius, om streeks het jaar 300 bisschop in Se baste (Armenië). Volgens diens le gendarisch levensverhaal moet hij tal van wonderdaden verricht heb ben. Toen hij in 316, tijdens de chris tenvervolgingen, naar de gevange nis overgebracht werd, kwam hem een vrouw tegemoet, wier kind er ernstig aan toe was, omdat de jon gen een visgraat had ingeslikt. Blasi us genas de jongen op wonderbaar lijke wijze, en wegens dat mirakel is hij tot op de dag van vandaag be kend gebleven. Blasius zelf werd na zware martelingen onthoofd. De devotie tot de H. Blasius (feest dag 3 februari) heeft - zij het in Nederland niet zo nadrukkelijk meer - tot nu toe stand gehouden. Zeker tot in een nog recent verleden trok iedere plichtsgetrouwe katho liek op 3 februari ter kerke om „de Blasius-zegen te halen”. In typische katholieke bedrijven werd die dag zelfs een pauze gehouden om een priester ter plaatse de gelegenheid eerw. Heer Klompé, geboortig uil Den Haag, van 1887 tot 1898 ka pelaan is geweest aan de Sint Jo sephkerk, toen nog de kathedraal van Haarlems bisschop. In 1898 toen de nieuwe kathedraal in ge bruik genomen werd, verhuisde hij naar de pastorie aan de Leidsevaart waar hij nog twee jaar gewerkl heeft. In 1921 stierf hij als deken var Gouda. Het geheim van het schilderij ii hiermee wel opgelost, vermoedelijl is het geschilderd in opdracht var de toenmalige kapelaan Klompé er is het na diens dood in de familit gebleven. Mevrouw Klompé heeft het nu afgestaan aan de kathedraal of zou ze de oude kathedraal aan d( Jansstraat bedoeld hebben? De plechtigheid op het schilderij speelt zich af in de kerk aan de Jansstraat De communiebank, waar de zege» gegeven werd, is duidelijk te her kennen. Het schilderij heeft in iedej geval in de kathedrale schatkamei een goede plaats gekregen. Zijn er Haarlemmers, die nog meer informatie over deze historie kunnen geven? Zij zullen Joh. Beijk ongetwijfeld weten te vinden. Voor lopig zijn de speurders er tevreden mee, dat het mirakel van Anna Sa cré, veertig jaar na haar dood, aaii de vergetelheid is ontrukt en op he schilderij in de schatkamer een blij) vende getuigenis heeft. II protestants-christelijke illustratoren hun beste krachten en creaties aan het onderwijs gaven. Van veel orginelen van de in het boek opgenomen illustra ties is een expositie te zien in het Gemeente museum in Arnhem tot en met 21 augustus. HR. „Brood op de leesplank”, doorj, Bur gers, uitg. A.W.H.R. Sijthoff. Jacquline Burgers zet in het boek „Brood op de leesplank” zes illustrato ren van het onderwijs op een rijtje. Het gaat dan wel om mensen-van-weleer, mensen, die op de golven van de nostal gie weer komen aangedreven naar de boorden van de bekendheid. Zodat dddr dan weer prima broodbeleg voor types als Jaqueline Burgers inzit. Suc ces is eigenlijk al verzekerd. Zeker met vaandeldragers als Jetses, Isings en Bottema (De Bruin, Bueninck en Ga brielse volgen in hun spoor. Het recept is eenvoudig: een inlei ding van de auteur - erg rommelig en brokkeling - een kort tijdsbeeld, dan voorts zoveel mogelijk de tekenaars zelf aan het woord te laten, aan de hand van brieven en nagelaten aante keningen en tenslotte veel illustraties presenteren. Het aardigste aspect van dat laatste is, dat Burgers een aantal illustraties over een zelfde onderwerp naast elkaar heeft gezet. Zo zie je drie creatie van Jetses van een moeder, die met haar dochtertje kaatsebal speelt; gemaakt voor drie versies van Ot en Sien: de oorspronkelijke uit 1904, de Indische uit 1910-1918 en een gemo derniseerde” uit 1935 (zie hiernaast). Er is de laatste tijd veel informatie los gekomen over de grote onderwijs- illustratoren van vroeger. Zo versche nen er de afgelopen tijd biografieën van Jetses en Bottema. Daarin kun je natuurlijk per figuur heel wat meer aan de weet komen. Maar niet iedereen voelt er voor van iedere illustrator een boek aan te schaffen. In dat opzicht is dit „Brood op de plank” een aardige compromis. Bovendien is het erg ont hullend als je illustraties naast elkaar tot omstreeks 1970 aan een pilaar prijkte tegenover de preekstoel. Bleven toch nog een paar vragen. Wie waren die vrouw en man, die op het schilderij getuigen zijn van het mirakel? En vervolgens: wie was die priester en hoe kwam het schilderij bij mevrouw Klompé in Heerlen te recht? De Geschiedkundige Bijdra gen van het bisdom Haarlem heb ben die vragen beantwoord. In de rubriek Iconographia Sacra (1934) van mgr. J. Loos bleek het schilderij beschreven te staan onder het deke naat Gouda (parochie O.L.Vr. He melvaart). In die beschrijving staat onder meer: ter rechterzijde de eerw. Heer Klompé, destijds kape laan aan S. Jozef te Haarlem, den Blasius zegen gevend aan Mej. Sa cré, waar de Heer Pielage en zijne zuster Elisabeth getuigen zijn”. Een voortreffelijke informatie, waarvan dankbaar gebruik werd gemaakt. HAARLEMSER KON het al niet. De hier bedoelde Pielage - ook al een eerbiedwaardig geslacht - blijkt Henri te zijn geweest, eertijds de bekende directeur-organist van de kathedraal aan de Leidsevaart, zijn zus was de befaamde Betsie, die als pianiste vele lauweren geoogst heeft. Het archief van het bisdom Haarlem bracht aan het licht, dat de Zo Mart tie, v Niet het si Mart, admi pany onop liggei

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1977 | | pagina 18