I =5 HISTORIE VAN DE RMS &L ir BEN VAN KAAM SPEURDE NAAR WAARHEID: LIK „Nederland gébruikte het beeld van dappere vechtjas voor eigen belang door Geert Wijnhoven en Louis Engelman Drama statusverlies Verzoening )Ut Onafhankelijk Sabotage Naar Ceram n, 1 de JW i bij ale- Van Kaam ziet onze verwarring en de nuchtere Drent verklaart zich nader: „Als je de geschiedenis van de Moluk- ken hebt bestudeerd, zou je inderdaad tot een andere conclusie moeten ko men. Maar het is geen objectieve zaak. Sentimenten spelen een grote rol, die kun je niet zonder meer opzij schuiven. Zeker als je weet dat ze door ons Nederlanders in het verleden sterk zijn gestimuleerd. „De Molukkers in Nederland beleven de Vrije Zuidmolukse Republiek (RMS) heel concreet. Zij zijn ervan overtuigd dat de bevolking op Ambon wordt onderdrukt door de Javanen. Zij beschouwen de terugkeer naar Ambon als een bevrijding van het volk. Dat is hun belevingswereld. Als Nederlanders kunnen wij dat een droom noemen, maar het is wel hun werkelijkheid. Dat hebben we maarte accepteren. We mogen daar niet geringschattend over doen. Martin Luther King had ook een droom. Wie heeft daar ooit om gelachen?” Na een langdurig gesprek met Ben van Kaam klinken deze woorden ons wat vreemd in de oren. Had hij tevoren niet exact uitgelegd wat een juridische en politieke vergissing het proclameren van de RMS feitelijk is geweest? Wat telt voor hem nu het zwaarst? el- ur: O.m een voorbeeld te noemen. De Ambonees is altijd afgeschilderd als een eeuwig trouwe soldaat, die pal zou staan voor het koningshuis. Wel, dat begint pas goed tegen het eind van de vorige eeuw, toen de Nederlandse ko loniale macht Ambonese militairen meer als gelijkwaardigen ging behan delen om elders in Indiê met geweld de rust te kunnen handhaven. In zijn pro paganda gebruikte de Nederlander het beeld van „de dappere vechtjas”, om de eigen belangen te dienen. Maar iedereen ging er wel in geloven. En vergeten werd dat het hier ging om slechts een deel van de Ambonezen, I het christelijke deel. Over de moham medaanse bewoners van de eilanden groep werd helemaal niet gesproken”. 'lil Ambonezen hoor j e niets’ jfd- tst. 1 JUS jn »n In Indonesië wordt voor Van Kaam na 25 jaar een tipje van de geschiedkundige sluier over de Molukken opgelicht. De treinkaping vormt ook daar onvermijdelijk de basis voor vele gesprekken. Als hij in de hoofdstad van de archipel een reeks Ambonnezen ontmoet die persoonlijk de tijd van de soevereiniteitsoverdracht, de proclamatie van de Republiek der Zuidmolukken en de bloedige vrijheidsstrijd op Ambon hebben meegemaakt, wordt Van Kaam steeds meer door het onderwerp gegrepen. Hij verdiept zich in de materie, verzamelt en checkt gegevens, vliegt door naar Ambon en constateert al gauw dat van wat er over de Molukken in de Nederlandse geschiedenisboekjes stond, niet veel klopt. „Wij kennen de geschiede nis eigenlijk alleen zoals die is opgetekend door de onderdrukker. Daar leerde ik ook de visie van de onderdrukte te onderscheiden.” Terug in Nederland woont Van Kaam een bijeenkomst bij van de groepering „Door de Eeuwen Trouw”. Het werd een beklemmende ervaring. „Er waren wel herkenningspunten. Maar er werden conclusies uit getrokken die volkomen onjuist zijn. Ik voelde me op die avond erg eenzaam. Het sterkte me wel in mijn plan om heel nauwgezet te gaan onderzoeken wat er feitelijk was gebeurd. Het mooiste historische materiaal bleek daarvoor in Leiden opgetast.” „De regeringsleiders waren uit nauwkeurige rapportage van het Nederlandse gezag in Indonesië precies op de hoogte van de werkelijke stand van zaken. Maar Nederland was, vermoedelijk uit een gevoel van rancune tegen de Indonesische nationalisten, niet ontvankelijk voor de feiten. Zo vierden de op emoties gestoelde verhalen hoogtij”, aldus Van Kaam. Evenals het gehele Nederlandse volk was ook hij nauwelijks door de autoritei ten voorgelicht over de achtergronden van deze massale overtocht. Slechts vaag was men er zich van bewust dat deze „door de eeuwen trouwe KNIL-militairen” elders geen plek konden vinden. Aangemoedigd door de nog koloniaal denkende conservatieve politici, werd het beeld in stand gehouden van een dreigend barbaars optreden van Soekarno’s leger tegenover deze Ambonnese families. A. Wairisal, eerste premier van de RMS, in 1955 veroordeeld tot vijf jaar, thans houthandelaar te Ambon De nationalisten op het eiland werden echter min of meer onder controle gehou den door de „200 baretten”, een legereen heid van Ambonese KNIL-militairen, die door Nederlandse officieren naar het ei land was gestuurd om daar te demobilise ren. De baretten behielden niettemin hun wapens en vormden op dat ogenblik in feite de enige macht op het eiland. Soumo- kil en Manusama genoten daardoor een belangrijk grotere vrijheid van handelen. De eerste Zuidmolukkenraad (1946-1948) tijdens een bezoek van mr dr. Chr Soumokil (op de eerste rij in het midden) toen minister van Justitie in de regering van de deelstaat Oost-Indonesië. Rechts naast hem de Ne derlandse resident P M Vissers Ook A. Wairisal (op voorste rij derde van rechts) en ir. J. A Manusama waren leden van deze raad. De laatste staat op de achterste rij onder het opschrift ..Leve de Koningin" Na zijn terdoodveroordeling in 1964 ver bleef hij tot 1966 in gevangenschap. Na de machtswiseling werd het vonnis in april uitgevoerd. Onder druk van de publieke opinie en door een belissing van de rechterlijke macht, besloot de Nederlandse regering de 400 KNIL-Ambonezen tijdelijk in ons land op te nemen. Dit leidde op de 24e april tot een bijeen komst die culmineerde in het uitroepen van de onafhankelijkheid van de Zuidmo lukken. J. H. Manuhutu, destijds hoofd van de daerah Zuid-Molukken en A. Wairi sal, vice-voorzitter van de Molukkenraad, werden opgetrommeld om als het bevoeg de gezag de RMS te proclameren. Zij zeg gen thans, door het intimiderende optre- den van de militairen zij zouden zich met de dood bedreigd voelen te zijn overgegaan tot de proclamatie van de RMS. Manusama ontkent dat. Duizend kilometer verderop op Java wa ren de onderhandelingen nog gaande over de demobilisatie van de KNIL-militairen. Van de 65.000 man zwaaide in verschillen de fasen ongeveer de helft af en een groot deel ging over naar het Indonesische leger (TNI). Voor 4000 Ambonese KNIL-militairen lag de zaak moeilijk. Deze groep voelde er niets voor om tot de TNI toe te treden en wenste gewapend naar Ambon te vertrek ken. Door de proclamatie van de RMS werd de grens naar hun eilanden echter Zonder hen erover in te lichten dat ze bij aankomst zouden worden gedemobili seerd, werden de militairen ingescheept. Het drama van het statusverlies werd pas duidelijk op de Nederlandse kaden. Van Kaam: „Dat was een verschrikkelijke er varing voor deze mensen. Het uniform betekende voor hen veel meer dan alleen het soldaat zijn. Het vertegenwoordigde hun hele status. Zonder dat verdween hun hele zelfbewustzijn. Dat was een grote psychologische fout van van de Neder landse regering”. Het verhaal mag verder als bekend wor den beschouwd. De anderhalf jaar verblijf werd telkenmale gerekt, totdat andere re geringen tot integratie besloten. De elite van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger was ontluisterd, teleurgesteld en bit ter. Zij raakte haar identitiet kwijt. Van Kaam: „Dat is ook nu nog de kernvraag waar het voor de jonge Zuidmolukkers om draait. Wie zijn zij? Zijn ze Zuidmolukker, Nederlander of Indonesiër? Wat zij ook kiezen, wij zullen het als Nederlanders moeten aanvaarden. Ook al hebben we het niet meer in onze macht om de grenzen te stellen in Azië. kers vinden. Hij was christelijk opgevoed, toonde zich zelfbewust en voelde zich gelijkwaardig aan de Nederlander. Ook de Ambonees keek neer op de „inlandse Ja vaan”. Toch tekende zich rond 1923 al iets af van een drang naar vrijheid en zelfbe schikking. De aanzet daartoe gaf de op Java gestudeerde Ambonees Patty, die in aanraking was gekomen met Indonesche nationalisten. Tijdens zijn studie was Pat ty zich bewust geworden van de Neder landse overheersing over zijn land. Hij probeerde dat op Ambon over te brengen op de bevolking door onder meer te wijzen op de slechte verzorging van de weduwen van KNIL-militairen. Zijn nationalistische beweging Sarekat Ambon won sympathi santen en groeide. Totdat de tegen het Nederlandse gezag aanleunende dorpshoofden zich in hun lokale macht bedreigd voelden. In hun Ambon-raad besloten zij tot verbanning van Patty uit het ressort. Die situatie her haalde zich voor Patty enkele keren, om dat hij ook elders zijn visie bleef uitdra gen. Uiteindelijk kwam hij in het gevan genkamp Nieuw-Guinea terecht. De Sare kat Ambon bleef in gematigde vorm be- Na koortsachtige naspeuringen in de bibliotheek van Land, Taal en Volkenkun de, en talloze gesprekken met in Nederland wonende Molukkers, was Van Kaam in staat een overzicht te schetsen van de Ambonese geschiedenis. Hij deed dat in een serie van zeven televisieafleveringen voor het IKON onder de titel „Ambon door de eeuwen”. Het woordje trouw werd veelbetekenend weggelaten, herinnerend aan de vele pogingen van de Molukkers om zich te bevrijden van het gewelddadige juk van de Verenigde Oostindische Compagnie. Van de hand van Ben van Kaam is nu een boek over hetzelfde onderwerp verschenen (uitg. Anthos, prijs 16,90). Van Kaam stelt vast dat de door de Nederlanders bedreven, bewuste ge schiedvervalsing ook aan de naar ons land verhuisde Molukkers niet voorbij is ge gaan. „Het gebrek aan informatie inder tijd naar de soldaten van het KNIL toe was enorm. De haat tegen Soekarno bleek een te grote drijfveer om een eerlijk oordeel over de situatie te geven. Zo ging de Neder landse publieke opinie gewoon voorbij aan het unieke verzoeningsgebaar van de In donesische nationalisten om grote groepen KNIL-militairen in het leger op te nemen. Een onbegrijpelijke zaak”. Terugblikkend met Van Kaam in de historie van de Molukken, doemt er een totaal ander beeld op dan wat vele Neder landers en Molukkers ons hier willen doen 'geloven. De geprivilegeerde Ambonese mi litair kon het in het begin van deze eeuw vrij goed met zijn koloniale onderdruk- staan. Mr. Latuharharry werd de nieuwe leider, maar de politieke inlichtingen dienst (PID) hield hem nu scherp in de gaten. Pas tijdens de Tweede Wereldoorlog kreeg het nationalisme in Indië een grote kans. Soekarno en Hatta zagen in de Ja panners een koevoet om het Nederlandse gezag er definitief uit te werken. De Mo lukse nationalisten kwamen hierdoor ech ter in grote gewetensnood, omdat zij wis ten hoe scherp de Jappen de Ambonezen vervolgden. De KNIL-soldaten uit alle an dere bevolkingsgroepen werden meteen na de capitulatie losgelaten. De Ambone zen gingen echter mét de Nederlanders de concentratiekampen in. Op Ambon hielden de Japanners vreselijk huis. Velen werden gemarteld en onthoofd. Op die manier ontstond er een grote kloof tussen de Ambonezen en de Indonesische natio nalisten. Soekarno mocht daarom nauwe lijks op steun rekenen van de kant van de Molukken toen hij in 1945 de Republiek Indonesia proclameerde, al was er een beduidend aantal Molukse intellectuelen op Java dat meedeed. Ben van Kaam vertelt dat ook op Ambon een jaar later republikeins nationalisme zich openbaarde. Daar werd de Partai Indonesia Merdeka (PIM) opgericht. En tot verbazing van het Nederlands gezag haal de zij bij de verkiezingen drie zetels, bijna de helft van de stemmen op Ambon. De meer federaal georiënteerde partij van ir. Manusama, indertijd directeur van de Al gemene Middelbare School in Ambon, be haalde geen enkele zetel. „De Nederlandse bestuurders deden er toen alles aan om het voor te stellen alsof de uitslag niet representatief was. Zij ble ven het idee fixe van de aan de koningin trouwe Ambonees vasthouden”, aldus Van Kaam. Dat mocht tot de soevereiniteitsover dracht in 1949. Toen begon zich op Ambon de onrust af te tekenen in de vorm van relletjes tussen de Indonesische nationalis ten van de PIM (unitaristen) en de baretten van het KNIL. Om de draagwijdte van deze onlusten te kunnen overzien, is het volgens Van Kaam nodig de totale politieke situatie te bekij ken. Die kwam in het kort neer op een voortdurende sabotage van Nederlandse kant tegen de pogingen van Soekarno om het voormalige Nederlandsch-Indië bijeen te houden in de Republiek Indonesia. De Nederlandse regering sneed „de gordel van smaragd” in 15 partjes om zoveel mogelijk tweedracht te zaaien en om het nationalistisch bolwerk Djokja van de rest te isoleren. Van Kaam: „Soekarno had heel goed geschat dat dit plan op den duur toch niet houdbaar was en tilde daarom niet zo zwaar aan dit Nederlandse ver zinsel”. Inmiddels vond door deze post-koloniale manipulaties de afscheidingsgedachte op de Molukken een voedingsbodem. De christen-Molukkers met name de KNIL- militairen hadden niet veel op met Soe karno en ziin makkers. En on dat moment trad mr. dr. C. R. S. Soumokil voor het voetlicht. Deze procureur-generaal van de Negara Indonesia Timur vertrok begin april 1950 naar Ambon, na een mislukte Mr dr. Chr. Soumokil werd in 1963 op Ceram gearresteerd en na de machtswisseling in Indonesië in 1966 gefusilleerd poging om heel Oost-lndonesië zich te la ten afscheiden en nadat er in Makassar een aanslag op hem was gepleegd. Ter zelfder tijd hield ir. Manusama een massa bijeenkomst om pal te staan voor de fede rale structuur. In de Zuidmolukkenraad bestond geen afscheidingsneiging. Zij be schouwden onafhankelijkheid econo misch als niet haalbaar. ,Over Mohammedaanse Ambonese militairen tijdens de regeringsperiode van koningin Wilhelmina Op het moment dat Ben van Kaam (46 jaar) op 2 december 1975 aan het reisbureau in het Indonesische consultaat te Amsterdam een ticket afhaalt voor een reis naar Indonesië, wordt bekend dat er bij Wijster een trein is gekaapt door Zuidmolukkers. Hij schrikt ervan op. Omdat het plaats vindt in de provincie waar hij geboren en getogen is, maar vooral omdat hem plotseling het beeld weer duidelijk voor de geest komt van de aankomst in 1951 van de Ambonnese KNIL- militairen en hun familieleden in het voormalige concentratiekamp Westerbork. Als jong verslaggever van de Nieuwe Drentse Courant moest hij daar indertijd een artikeltje over schrijven. Nog herinnert Van Kaam, thans redacteur van het VU- magazine in Amsterdam, zich zijn eigen verwondering over de komst naar ons Jacob Patty was leider van de Sarekat Ambon, een in 1920 op Java opgerichte Moluks-lndone- sische nationalistische beweging. voor gesloten verklaard. Nederland zat met de groep in zijn maag. Verscheping naar Nieuw-Guinea en demobilisatie ter plaatse werd verworpen. De militairen ble ven voorlopig op Java in consignatie. Toen brak de hel los. Op 28 september 1950 landde het Indonesische leger op de noord- en oostkust van Ambon. De bedoe ling was dat de eenheden elkaar zouden ontmoeten om samen op te rukken naar de stad Ambon. Maar de troepen leden tegen de fanatiek vechtende Ambonezen zware verliezen. Begin december was er een nieuwe lan- ding vlak bij de stad nodig om de tegen stand te breken. Veel onafhankelijkheids strijders vluchtten naar Ceram, vanwaar twee missies op touw werden gezet om de zaak van de RMS in het buitenland te bepleiten. De politieke missie stond onder leiding van Wairisal, de militaire missie werd aangevoerd door kolonel Tahapary en Tamaela. Na een tocht vol ontberingen arriveer den beide missies op Nieuw-Guinea. Wairi sal haakte daar af en ging terug naar Indonesië. Manuhutu werd op Ceram ge vangen genomen. Manusama, Tamaela en Tahagary reisden vanuit Nieuw-Guinea door naar Nederland. Daar vond nadien de vereniging plaats met de 400 KNIL- militairen en hun gezinnen vanuit Java. Een harde kern van vrijheidsstrijders bleef onder aanvoeging van Soumokil op Ceram achter. Tot 19?4 hield het verzet in het onherbergzame gebied stand. Een jaar W

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1977 | | pagina 23