eismaker n levens Fritz Aronson: genieter PNSS^ 19 7 7 AUGUSTUS TOERISME 1 6 IN S D A G toeristische notities door udoj.buys 1 een nieuwe /ft VERLEDEN JAAR verkregen ruim 4000 buitenlanders de Nederlandse nationali teit. Jaarlijks een vrij constant gemiddelde en in de Tweede Kamer nooit meer dan een hamerstuk. De enige die er ooit een opmerking over maakte was boer Koe koek die zich afvroeg wat een land met al z’n eigen moeilijkheden met nog meer Ne derlanders aan moest. Maar ook na die parlementaire oprisping ging de hamer er het is niet te ontkennen dat ook de vor ming van Holland International een direct gevolg is van die komst. HET VERTREK verliep op rolletjes. Va- er Aronson was een invloedrijk man in antzig en wist tijdig het vluchtplan af te >nden. Maar het afscheid was veel meer an een vlucht, het was voor Fritz tegelijk st passeren van de grens naar een totaal idere wereld. Een wereld waarin, letter- jk en figuurlijk, gevochten moest worden oor het bestaan. Zonder de bescherming an het gegoede milieu thuis, zonder de ilia met de zeventien kamers en de macht m een vader die behalve bedrijven in erlijn, Warschau en Dantzig, ook nog offieplantages bezat in Zuid-Amerika. DE KAPITEIN stuitte niet anders dan p verzet. Niemand was geïnteresseerd in ijn „vrachtje” van achthonderd steeds loedelozer kloppende harten. De hygiëni- iche omstandigheden aan boord waren lopeloos. Het moreel geknakt. Een her- lieuwde poging op de Palestijnse kust te anden werd beantwoord met scheepsge- ichut. Uiteindelijk was het een Joodse ffganisatie op Rhodos die soulaas bood en bet idee opperde een zeilschip op sleep touw te nemen, en daarop over te stappen vanneer de driemijlszone bereikt zou zijn. En dat gebeurde ook. De wind blies de op tlkaar gepakte vluchtelingen naar de Ga- la-strip. „Daar stonden Arabieren klaar om ons uit te moorden”, vertelt Fritz. HET REISPLAN dat vader Aronson oor zijn zoons had opgezet voerde eerst ver land naar Varna in Bulgarije en ver- jlgens over zee naar Haifa. Het eerste eel van de reis per goederentrein, het reede per vrachtschip. In de ruimen aan oord bivakkeerden vele honderden jo on, uit Dantzig en Roemenië, die met hun irtrek uit Varna een reis begonnen die recies 85 dagen langer zou duren dan srwacht De kapitein zou de „Griek” in s dagen naar Palestina brengen. Maar en het Beloofde Land eenmaal in zicht »am, was er het grijs van de Engelse arine dat de kapitein een halt toeriep. De assagiers waren niet welkom in het land an hun voorvaderen. De High Commissi- ner was onvermurwbaar en na drie da- m kon de „Griek” niet anders doen dan Ie steven wenden. Maar waarheen? MAAR DE ENGELSEN kwamen tus senbeide, ontfermden zich over het gezel schap en brachten het onder in een kamp. Meer dan zestig van de opvarenden heb-, ben het Beloofde land nimmer bereikt. Zij vonden hun graf in de zee, nadat de om standigheden aan boord hen teveel waten geworden. Met een paar anderen die zich, evenals Fritz, inspanden om de levensom standigheden aan boord nog zo goed mo gelijk te laten verlopen, stond hij telkens aan die golvende groeve. Zoals hij ook assisteerde bij de geboorte van achttien kinderen. JEUNE PREMIER FRITZ, die van zijn pmnasiumjaren een groot festijn had ge laakt, een gevierd feestganger was en iet de meisjes ook best 'raad wist, moest et zelf gaan doen. En het was ook het inde van een „geprogrammeerde” toe- omst, waarin was gepland dat zijn broer e zaken van zijn vader zou overnemen en ij de florerende uitgeverij van een oom. te gespreide bedjes konden worden afge aaid. „PAS VIJF JAAR later hoorde ik dat ze helemaal niet dood waren. In ruil voor zijn koffieplantages in Zuid-Amerika, die de nazi’s graag wilden hebben, had m’n vader een uitreisvergunning gekregen en was naar Italië vertrokken. Naar het Vaticaan, daar zijn ze vijf jaar geweest. Paus Pius XH heeft m’n ouders gered. Na de oorlog kwam vader naar Palestina en stond hij ineens voor me. Onttakeld, zonder tanden. Zoiets kan ’n schok zijn in je leven. Je denkt dat ze dood zijn en dan staan ze daar ineens”. TERUG NAAR DE werkende Fritz: na het Engelse volgde het Amerikaanse leger. Na het eind van de oorlog leverde hij zijn uniform in, maar bleef toch bij het militai re wereldje betokken. Als „army-contrac- tor” wierp hij zich op als handelaar van overtollig geworden legergoederen en ont fermde zich vervolgens in diezelfde func tie met groot succes over de vuile was van de Engelse legerkampen. Een gouden han del, die hem bovendien de vrijheid ver schafte legaal in de kampen aanwezig te zijn. En omdat Aronson niet alleen geld wilde verdienen, maar ook een vechter was voor een eigen Joodse staat, gebruikte hij die vrijheid om de ondergrondse Jood se verzetsgroepen Haganah en Irgoen aan „spul” te helpen. En dat „spul” kon varië ren van wapens tot een compleet Engels radiostation, dat hij met grote vindingrijk heid en met behulp van veel drank aan de aandacht van de rechtmatige eigenaars wist te onttrekken. IN 1947 TROUWDE hij zijn lieve Riva, die zijn avontuur maar al te graag deelde. „En als zij op feestjes de Engelse soldaten op de dansvloer hield, laadde ik met mak kers mijn wagen vol met stenguns en le verde die aan de Irgoen”. Ook de huidige premier Menachim Begin op wiens hoofd de Engelsen een hoge prijs hadden gezet, kent hij, „als toeleveraar”, goed uit die tijd. OOK AAN DEZE TIJD van „groothan delaar van wapens van anderen aan ande ren” kwam een einde, toen de staat Israel werd uitgeroepen. Maar in een havenstad als Haifa, met zijn zeelieden en madames van jolijt, was er nog wat anders dan wapens te vervoeren en Aronson presen teerde zich in zijn volgende baan dan ook als taxichauffeur. Maar weer met de be hendigheid die hem nu eenmaal eigen is en het geluk steeds weer iemand te treffen die in zijn zaakjes gelooft. Met de taxi’s was het een „hoge” van Mercedes Benz die hem hielp een intercity-pendeldienst van de grond te brengen. overheen en mochten ook „Ben Ali en 63 anderen” zich Nederlander noemen. ONDER DE 4000 waren verleden jaar 38 Israëliërs. Dit jaar in ieder geval min stens twee. Fritz Aronson en zijn echtgeno te Riva kunnen zich tot de nieuwe Neder landers rekenen. Aronson kwam zeven jaar geleden naar Nederland als directeur van de Nederlandse tak van Neckermann Und Reisen. En daarmee begon hij op 53- jarige leeftijd nog een nieuwe carrière, die heel veel collega-reismakers grijze haren Fritz Aronson met zijn vrouw Riva en dog Buff in hun woning in Uithoorn. Een keurige tussenwoning, waarin de bewoners zich onderscheiden van andere reismakers, die in de regel een wat luxueuzer optrekje om zich heen laten zetten. En dat kan tot misverstanden leiden, zoals de keer dat de collega’s reisorganisa toren een spoedvergadering bij hem thuis zouden bijwonen en zou bezorgen. Want wat moet die indringer op de dan toe gezapige Nederlandse reis- markt. „IK HEB ALTIJD al het idee gehad dat ook mensen met een klein inkomen de kans moeten krijgen een deel van de we reld te zien. Dat heb ik geprobeerd in Israel. Daar zit je vast in een getto. Je kan er alleen maar per boot of vliegend uit. Maar om zo’n organisatie op te bouwen moet je geld hebben en de mensen die het hadden geloofden niet in me. Die kans heeft Neckermann me wel gegeven. Ze hebben me hun vertrouwen gegeven en ik ben ervan overtuigd dat ik ze niet heb teleurgesteld.” brengt landen en volkeren bij elkaar. En misschien dat dat er eens toe leidt dat we minder oorlogen krijgen. Ik zie ’n geweldi ge achtergrond, het is meer dan een com mercieel iets, meer dan schoenen ver kopen. DE KOMST VAN Aronson c.q. Necker mann naar Nederland heeft in ieder geval wel het hele vaderlandse toerisme over- hoopgehaald. „Wij hebben de realiteit ge bracht, daarmee zijn wij voor het eerst gekomen, daarvoor was het alles mooi weer wat de klok sloeg. Wij zijn voor het eerst gekomen met een bepaalde eerlijk heid”. Een uitspraak waarover zeker heel wat concurrenten geïrriteerd de schouders zullen ophalen, maar feit blijft dat de structuur van de Nederlandse toeristenin dustrie mede door de komst van het Duitse bedrijf en Aronson danig is gewijzigd. En raelische reisdocument op zak ben je vrij beperkt in je wandel. De eerste vijf jaar blijft Aronson nog in de reiswereld op het Neckermannfront, zo zegt hij. „En dan, ja dan, zou ik het liefst een boek gaan schrij ven. Over alles wat ik in m’n leven beleefd heb. Niet om er rijk van te worden, want het hoeft geen bestseller te worden. Maar gewoon om eens alles opnieuw te laten passeren.” Dat kan een dik boek worden want Aronson, onze nieuwe Nederlander, heeft na zijn gedwongen vertrek uit Dant zig bepaald niet stilgezeten. „IK WIL NOG GRAAG lang leven, maar dan ook in het leven ophouden. Niet in ’n ziekenhuis, met operaties. Ik kom liever aan mijn einde in een leuk gezelschap, met veel lieve mensen”. En daarna moet de pret ook nog een beetje blijven vindt hij en heeft hij testamentair bepaald dat er na zijn begrafenis een feestje moet worden gebouwd, met een dixielandbandje. „En dan moeten ze nog eens het glas op me heffen en zeggen: proost Fritz”, lacht hij. FRITZ ARONSON, een trotse Israëliër en een blije Nederlander. „Ik vind Neder land, ook de mensen in Nederland, ple zierig. De mensen die ik heb leren kennen hebben me ’n atmosfeer gegeven, die het me zonder dat ze het misschien zelf weten mogelijk heeft gemaakt om suc ces te hebben. Dat is gebeurd in Neder land. De mensen zijn ook open. Neem nou die open gordijnen, dat is toch ’n bepaalde eerlijkheid, niet alles gesloten, dat slaat toch ook terug op de mentaliteit van de mensen.. WE ZIJN NU IN DANTZIG, nog net en oorlog. Maar de vrije havenstad was in de mangel geraakt van het racistische ■ein van Hitlers derde rijk. En het kon ui ook niet door de beugel dat de „jood” ritz een vrijerij op zijn naam had ge acht met een christenmeisje. Rassen- hande heette dat. Er dreigde een arresta- maar vader Aronson werd bijtijds ge- jt door de politiechef van Dantzig, Ook niet in zijn nopjes met deze amoureuze lad van zijn speelse zoon, kwam hij toch imiddellijk in actie, en regelde voor hem' i zijn tweede (oudere) zoon een „ontsnap- ng” naar Palestina. AFGELOPEN VRIJDAG is Fritz Aron son zestig jaar geworden. De helft daarvan is hij getrouwd met Riva, waarover hij niet anders dan met grote trots spreekt. „Zon der een show te maken heeft m’n vrouw een enorme invloed gehad op m’n leven”, zegt hij, „zonder Riva had ik nooit gehaald, wat ik gehaald heb. Zonder meer, ze is de grootste steun in m’n leven. Ik heb gekke dingen gedaan. Ben vier jaar in oorlog geweest. Maar als ik aan het kapseizen was hield Riva me tegen. En ook als het me goed ging was ze er om me weer met m’n voeten op de grond te zetten”. ISRAEL IS M’N LEVEN, dat is m’n land. En er waren maar twee landen waarvan ik de nationaliteit zou willen hebben. Een was Finland en een was Nederland. Daarom ben ik er ook enorm trots op dat ik het Nederlandse paspoort heb gekregen NA HET INTERNERINGSKAMP be gon „onze nieuwe Nederlander” aan een indrukwekkende reeks beroepen. Bij die oinzwernung is hem altijd het advies van DAT WAS 3 SEPTEMBER 1939. „Een jaar later, tijdens een actie in Egypte, hoorde ik van het Rode Kruis dat mijn ouders waren doodgeschoten door de na zi’s. Dat was een enorme klap. Ik heb me toen uit respect voor hen gehouden aan de orthodox-joodse regel van het kaddisj-ge- bed, vijf jaar lang, elke keer op de dag van hun overlijden. En omdat ik de juiste da tum niet wist, nam ik daarvoor de dag dat het Rode Kruis me de tijding bracht”, vertelt hij. VIJF JAAR DUURDE DAT en toen meldde zich een nieuwe „weldoener” die de pegels op tafel legde om een reisbureau- tje te beginnen. Het kreeg de naam van zijn vrouw, Riva Tours. En weer door handige foefjes, en zijn concurrenten een voudigweg te slim af te zijn door een paar uurtjes eerder dan zij bij hotels te arrive ren om via de portier excursiegasten naar het Heilige Land te noteren. ARONSON IS OOK een levensgenieter die alle oog heeft voor de goede dingen in het leven. „M’n vader keek nog met 86 jaar naar mooie meisjes, niet om te versie ren, maar dat vond ie leuk. Wat ik heel belangrijk vindt is dat je niet op een be paalde leeftijd jaloers moet zijn op ’n jon gere man. Dat moet je niet doen, dat is de meest idiote manier van leven. Dan sterf je van afgunst. Iemand die altijd terugkijkt h'eeft ook geen plezier meer in z’n leven. Je moet proberen uit elke leeftijd iets moois te halen, elke leeftijd heeft iets. Wanneer je die filosofie begrijpt kan je honderd wor den en dan nog elke dag plezier hebben”. zijn vader bijgebleven. „We hadden stin kend veel geld. Maar m’n vader zei altijd: geld is niets. Vandaag heb je het en mor gen niet. Je moet je leven daar niet op bouwen. Geld belangrijk, vergeet het maar”, aldus Aronson, die achtereenvol gens in een kibboets werkte, bij een aanne- mingsmaatschappij en toen de oorlog uit brak vrijwillig dienst nam bij het Britse leger. ALS FRITZ ARONSON zijn eigen reisprogramma doorbladert en op een cruise stuit or het Middellandse Zeegebied, dwaalt zijn aandacht nog steeds onwillekeurig af lar het jaar 1938, toen datzelfde reusachtige meer, waarop hij nu vakantieplezier inprijst, voor een drie maanden lange nachtmerrie zorgde. Een onplezierige droom, e begon op een gewone doordeweekse dag en meedogenloos een einde maakte aan het irgeloze bestaan van een verwend rijkeluiszoontje. 60^ DAT EERSTE JAAR „ontfermde” Aronson zich meteen al over 28.000 va kantiegangers. En toen kwamen ook de anderen in beweging. Fritz Aronson geniet van zijn Nederlandse avontuur, zoals hij, na een bewogen leven, ook van zijn nieuwe Nederlandse nationaliteit geniet. Zijn Ne derlandse paspoort geeft hem ook wat meer bewegingsvrijheid, want met het Is- een van hen een half uur te laat arriveerde. „Neem me met kwalijk”,luidde zijn excuus, „ik ben 3, 4 keer langs gereden, maar ik had bij de directeur van Neckermann een groot huis en een grote tuin verwacht”, vertelt Fritz geamuseerd en laat er op volgen: „Ik vind een groot huis geen statussymbool. Ik voel me hier prettig. We hebben, leuke buren en wat wil je meer”. en Aronson werd twee jaar later directeur van Tevel Tours in Tel Aviv. En dat bete kende Europeanen en Amerikanen in Is rael wegwijs maken. „Ik had er geweldig plezier in om al die buitenlanders te laten zien wat we in Palestina voor elkaar ge maakt hadden, later ook de Duitsers.” Dat waren voornamelijk Neckermann-gasten, waar hij in Tel Aviv de agent voor was. En zonder dat hij het op dat moment wist was dat contact het voorportaal van zijn „Ne derlanderschap”, want de nog nimmer door rust overvallen Aronson bleef ook bij Tevel Tours niet lang hangen. Een Spaan se generaal, die op het Iberische schierei land een handvol reisbureaus had nodigde hem uit die voor hem te komen runnen. En Fritz had daar wel oren naar. Riva een stuk minder, maar die wist hij te over tuigen. OP AFSCHEIDSTOURNEE langs zijn principalen belandde hij in Frankfurt ook op het hoofdkantoor van Neckermann, waar reisdirecteur Pagnia bepaald verrast op zijn vertrek uit Tel Aviv reageerde. „Maar waarom kom je dan niet bij ons werken, vroeg hij me”, aldus Fritz, „dan krijg je de leiding in Nederland”. Dat was zeven jaar geleden. Daar had Aronson wel oren naar, de Spaanse generaal wilde zijn claim wel laten vallen en Aronson begon zijn Nederlandse Neckermann-avontuur. Met graagte. „Want toerisme is voor mij nog een beetje meer dan alleen geld ma- MAAR WEER ONTBRAK hem het „zit- ken, winst maken. Door te reizen krijg je in vlees”. Het internationale toerisme lokte z’n totaliteit meer begrip voor anderen. Je s

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1977 | | pagina 13