HA TSJEE, IN CAFE DE BEDSTEE Woonprobleem woekert ongehinderd voort Het begon met een viswedstrijd voor vrouwen nk De rafelrand van Amsterdam 7 t i <4 If (EERSTE LINDENDWARp i STRAAT EERSTE ANJELIERS: DWARSSTRAAT CENTl lldUKilA" I' MK. Janus Studenten 13 19 7 7 SEPTEMBER DONDERDAG Van 9 t/m 19 september t lirt der tot uiting komt in een zekere voorliefde voor met pathos geladen muziek en zang". „Zonder subsidie of wat dan ook maken we met elkaar een enorm feest”. Dat zegt Jan Luhlf, van de Stichting Jordaan, trots op „zijn” Jordaanfestival, het jaarlijks terugke rende traditionele festijn waarvan hij organi sator is. Een feest in een beroemde veelbezon- gen buurt met z’n (gedempte) grachten en straatjes aan de voet van de mooie Westerto ren, een feest met een beroemde bevolking ook, vermaard om zijn eigen karakter in ge woonten, gebruiken en taal, een stelletje men sen bij elkaar die zelfs de Winkler Prins wisten te halen met de omschrijving: „vanouds be kend om haar gehechtheid aan de buurt met haar vele hengelclubs, duivenplatten en leven dige buurtcafés, om haar sterk ontwikkelde zin voor burenhulp en een naar het sentimen tele neigende goedmoedigheid die onder an- A ONDER REDACTIE VAN INGE CRUL t- *i J i r Hf SB F T Jordaanfestivalonvervalst sentiment onder de Westertoren Tante Ali en regiseuse Paula Dennis in een gevoelig duet Leven op straat, want binnen heb je niet zoveel WK In café Bolle Jan repeteert het hele stel. In een gezellig sfeertje waar iedereen die niet aan de beurt is voor de microfoon z’n best doet zich nog voor de ander verstaan baar te maken, vind ik ze. Nog niet in het prachtige Jordaankostuum, met de brede waaierende baaien rokken, de witte blou ses en bloedkoralen kettingen van de vrou wen en gestreepte overhemden, boerenro de zakdoeken, vestjes, zwarte broeken en onmisbare Jordaanpet van de mannen Voorlopig repeteren ze nog in hun gewone kloffie. Allemaal terugblikken vol nostalgie na tuurlijk. Ibo's overzicht van 75 jaar Neder lands cabaret dateert van het begin van de zeventiger jaren en hij kon dus'niet weten dat er spoedig, nu circa 5 jaar terug, een paar onvervalste Jordaners een cabaret zouden beginnen. Tante Betje is nauwelijks tot zitten te bewegen ondanks haar 78 jaren, en reddert maar in het huis, met koffie, en met wasgoed. Miepie gaat er voor zitten „het Jordaanfestival van vroeger, nou dat was wel anders dan nu, met zelf verkleden en zo, in baaien rokken!” Of ze dat nou nog doet? „Ach nee schat, dat niet meer, maar we gaan wel naar het Jor- daancabaret kijken natuurlijk, dat is leuk”. „Van praten komt praten” zegt Miep, waarmee ze maar wil zeg gen dat van het één het ander kwam, en er zo een heel Jordaan festival groeide, waarin uiteinde- hjk zelfs die viswedstrijd met de Miepie over het festival nu: „ik denk dat het wel veel mensen ook naar de Jordaan toe wil trekken, dat de Jordaners onbewust ande ren een stukkie plezier ermee be- De pathos zal waarachtig straks wel weer hoogtij vieren en muziek en zang zullen het hart van sentimenten en nostalgie doen zwelgen, daar in de Jordaan als straks het Jordaanfestival weer draait van negen tot en met negen tien september. Dan draaien de cafés op volle toeren, dan wordt er gedanst, gezongen en muziek gemaakt, dan weerklinkt de gulle lach van de Jordaner alom en is er tot diep in de nachten feest. Hoe? Met'het Jordaancabaret natuurlijk in gebouw De Palm, met de kermis op de Palmgracht, en de feestmarkt op de Lindengracht die ’s avonds zo mooi verlicht kan zijn, en waar bands en orkesten in de muziektent gaan optreden. Met het drumbandfestival op de Noordermarkt en het concurrerende drumbandfestijn op de Noorder- speelplaats. Met een echt, ouderwets handkarrentoernooi in de Westerstraat en met de „horecaserveerrace” voor zorgen, met dansen en zo Ze vindt wel dat er veel afbraak is en dat er ook veel mensen van bui ten zijn komen wonen die aan de ene kant veel goed doen voor de Jordaners, anderzijds toch weer niet zo geliefd zijn. Tante Betje loopt naar het raam in de achter kamer dat uitkijkt op de wat morsige vensters aan de overkant „Studenten”, wordt er dan veel betekenend gezegd, „mensen die niks schoonmaken, dat begrijp ik nou niet”. Miepie: „Kijk, de goei- en niet te na gesproken hoor, maar je hebt studenten vooral die dan druk zijn m het café, met biertjes en een grote mond, en als die afgestudeerd zijn gaan ze weg en mogen wij de huizen opknap pen Anderen blijven en kopen of huren duur, dan gaan de prijzen van de huren omhoog met dat „andere publiek". Nou heb je er ook bij die veel doen met acties en zo, en dat is wel erg goed, die lui denken twintig jaar verder dan ik.'1' Met de echte Jordaner moet je leren omgaan zeggen ze. Miepie, met deze wijsheid geconfron teerd: „de echte Jordaner heeft'n grote mond, maar als de bui over is, blijft er niks van ’m over”. „Ach, je woongenot is wat min der, maar omdat je binnen niks hebt is er buiten meer gezellig heid, je hangt bij zonnig weer uit je raam, je zit wat op de stoep.” Kortom, een feest voor de rasechte Jordaner en voor de „import" mensen, maar ook voor iedereen „van buiten” die wil komen Want, zoals Luhlf zegt, „we moeten men sen van buiten de Jordaan trekken om te tonen wat een verduveld mooie buurt dit nog is”. Hij heeft gelijk want een wandeling door de Jordaan leert dat het er mooi is en gezellig, maar alle sentimenten van de wereld en alle plantjes in oude tonnen op lege plekken, noch kleine geïmproviseerde speelplaatsjes op braakliggende terrei nen kunnen verbloemen dat onder de pathos van de Jordaan nog meer aan de hand is. Daarom vandaag een blik in de Jordaan, door de bril van een Jordaanse en door die van het Enige Echte Onvervalste Jordaancabaret, door die van een sociograaf in de jaren "30 en die van buurtwerken Lotze in 1977. horecamensen die hard kunnen lopen m een slalom met volle glazen en voor artiesten en dergelijke die in de koers der prominentën daar niet voor onder willen doen. Willy Alberti, IJf Blokker en Jan Blazer zullen van de partij zijn en Piet Römer tekent voor de presentatie. weer alleen een bovenlaag van de bevol king zich er kan vestigen en de oorspron kelijke Jordaanbevolking moet verhuizen. Doordat de sociale woningbouw in de buurt achterblijft moeten ze de wijk uit. Merkwaardig genoeg was het een Rot terdamse die in de dertiger jaren de basis legde voor het Jordaancabaret. Tilly Kalkhoven heette ze en volgens de caba- retbijbel van Wim lbo vertaalde deze va- riétéartieste het „chanter” en „changer” van Montmartre in het Jordaanse „Hats- jee, bij Tilly in de bedstee”. Smart en gein, meedeinen, dansen en meezingen, dat was het, maar naast de Jordaanrevue kon het zich niet blijvend handhaven. In de jaren daarna kon men incidenteel genieten van een Johnny Jordaan, van tante Leen, van jordaanartiesten op het Jordaanfestival. Onder de bezielende leiding van Sylvain de Haas en vrouw Erna werpt dit cabaret van authentieke Jordaners zich jaarlijks weer op de première tijdens het festival, maar ook op programma’s door het hele land. Het nieuwe programma dat straks te zien en te horen zal zijn heet met een knipoog naar Tilly: „Hatsjee, in café De Bedstee”. De sketches en liedjes spelen in en om een kroeg, waar zoals Sylvain zegt „zich rampen gaan voordoen.” Al in '76 gingen de Jordaners met smeek brieven naar burgemeester Samkalden, formuleerden ze hun eisen die in februari van dit jaar nog eens door de wijkraad naar voren werden gebracht. De gemeente vindt, aldus Roelof, die eisen heel rede lijk, alleen: ze heeft geen middelen om iets, bijvoorbeeld een agressiever aan koopbeleid, te ondernemen. Het Jordaanfestival begon na de oorlog: „Toen had je een ploegje vrouwen, „de Westerto- ’ren” noemden ze zich, die spaar den voor een bustochtje, de vrou wenbos was dat. Zo begon het Toen had je de kermis op de Palmgracht de hele week en dan op maandagavond organiseerde ome Henk Karseboom van de vis winkel een viswedstrijd voor de vrouwen, in de Brouwersgracht!" „Met houten vissen, en dan maakten ze golven,’ herinnert tante Betje zich nog. Miepie:,,dan had je honderden mensen op de been hoor” Wat hier gebeurt is een proces van al vele jaren dat onverminderd doorgaat, vertelt buurtwerker Roelof Lotze. De meeste huizen zijn particulier bezit en bouw- en woningtoezicht schrijft de eige naren aan om hun pand op te knappen. Het gevolg: de eigenaar kan het vaak niet bekostigen en gaat tot verkoop over, met alle gevolgen van dien: speculatie, dure renovatie door de nieuwe eigenaren met doorberekening in hoge huren waardoor opgetreden wordt, dus reserveren is geen luxe. Bij de VW Amsterdam en de Cisca, verder aan de zaal, of telefonisch: 020- 429288. Tevreden praat ze over de buurt, waarze nooit weg wil Onder, het vriendelijke gezicht van de Jordaan waar de buurtbewoners trachten de fraaie straatnamen waarin goudsbloe men, violetten en anjeliers geuren eer aan te doen met bloemen en planten in de meest merkwaardige potten en bakken, een gezicht dat nog eens zo vriendelijk kijkt tijdens het Jordaanfestival, leeft wel degelijk een stuk onrust. Wie goed kijkt begrijpt waarom: het is de woningsituatie die de Jordaan beheerst. Er zijn gaten en pandjes waar alleen het onderstuk nog van overeind staat. Merkwaardig genoeg zijn er ook opeens weer her en der mooie nieuwe huizen, fleurig gerestaureerde pandjes. Regisseuse Paula Dennis, bekend van „Janus pak me nog een keer”, probeert de I touwtjes in handen te houden, maakt ook I teksten soms op bestaande, soms op nieuwe muziek, samen met de accordeo nist Leo Jordaan en tante AH, de koningin van de Jordaan. Iemand die overigens ook bekendheid buiten de Jordaan kreeg. Ach- ter de microfoon staat als ik binnenkom Ko Droppel kleinzoon van de echte Na 1 Droppel en hij heeft het moeilijk met het 4„halen” van een lied, dat hem niet ligt. Zo I nu en dan ligt het hele zaakje dubbel en I werpt een nieuwsgierige buitenstaander i een blik door het venster. Daar heb je ook Fred Perrier, als Jorda- i ner en typetjesmaker maakte hij al langer furore Verder bij de mannen: Ko de Or- geldraaier, de man van tante Ali. met z’n j prachtige stem. Lange Henk de orgeldraai er en Bolle Jan van het Café, die zo nu en I dan mee doet omdat de tap hem niet kan missen Zijn vrouw heet bolle Mien met de I grote boezem. Van het vrouwvolk kunnen [verder genoemd worden Mooie Jans, [vrouw van Ko Droppel en tante Marie, I moeder van dertien kinderen. verklede vrouwen wegviel. Al leen ter gelegenheid van Amster dam 700 is er weer gevist, twee jaar terug. Mooie tijden waren dat vroeger vertellen Miepie en tante Betje, tijden dat de verte ringen zo duur waren en je zelf je verkleedkostuum maakte, want geld had je er niet voor. En dat ome Henk een lange tafel buiten voor de deur van z’n winkel zette en er ’s middags ook een groot kinderfeest was. Tante Betje, mijmerend: „weet je nog, wat was het leuk hè, toen die brand- kar waar wij op zaten in brand vloog En Miepie:, „toen we als vijf dikke vrouwen de vijflipg speelden en er zoveel pap in die rokken zat om ze maan stijf te houden dat het alle kanten op vloog En over de buurtwinkel: „Ik mag dan bij Dirk van der Broek goed koper uit wezen maar daar staat zo’n levenloos geval achter de kassa, en komt ik nou bij mijn melkvrouwtje dan heeft die inte resse, die zegt, wat heb je veel nodig is er iemand jarig en dan krijg je nog een stukkie zeep ca deau ook. En als je hier iemand met een dikke buik ziet lopen en later met een kinderwagen, dan ga je er naar toe, je zegt: wat is het geworden en je kijkt eens even Niet dat dat kind je nou ovèrmatig interesseert maar daar gaat het toch ook niet om. :;SsS: Allemaal Jordaners, alleen Sylvain en Erna zijn dat nietSylvain over de Jorda ner: „Een apart volk met een eigen menta liteit, Soms heel spontaan, gauw gegriefd maar ook gauw bereid tot het weer „af drinken”. Hard, eerlijk en hulpvaardig ze staan meteen voor je klaar". Het schijnt altijd storm te lopen om acht uur en half - tien als in De Palm op de Palmgracht 31 Ko Droppel, zoon van Na Droppel, lid van het Jordaancabaret „Wil men Jordaners leren kennen dan lijkt mij de persoonlijke-onzakelijke omgang op basis van (zij het dan, omdat het niet anders kan, gesimuleerd) gelijk zijn de gelukkigste”. Aldus Henk Dijkhuis, een student in de sociografie in het Amsterdam van de jaren dertig. Dijkhuis wilde een onderzoek naar de Jordaners instellen maar dan niet zo dat andere buitenstaanders hem zouden moeten informeren. Zijn eigen waarnemingen wilde hij beleven en neerleggen, de Jordaner als gelijke benaderen in plaats van als „objèct”, als in cijfers of tabellen te vatten „materiaal” waarop het stempel „afwijkend gedrag” zou moeten komen. Opmerkelijk modern is zijn doctoraalscriptie waarin hij de Jordaners mensen van vlees en bloed laat. Deze scriptie staat in het onlangs verschenen „De Rafelrand van Amsterdam”, waarin dergelijke onderzoeken van ook andere sociografen in die tijd, evenzeer afwijkend en benijdenswaardig boeiend en levendig, zijn samengebracht over pindachinezen, ateliermeisjes en venters. Dijkhuis zou op verschillende manieren de Jordaan doorkruisen. In het boek be schrijft hij hoe hij via advertenties erin slaagt een kosthuis in de Jordaan te krijgen, moeilijk, want je komt’ eigenlijk alleen op „rekommandasie” binnen. Hij constateert meteen de vriendelijkheid die de Jordaner stelt in plaats van zakelijkheid, het persoonlij ke contact en de familiariteit. Hij doet zich voor als bloemistenknecht in de zomer, die nu in de wipter als bijverdienste colporteur in studieboeken is. „Harmonisch” kan hij zo de Jordaan binnenglijden en toch via omwegen zijn onderzoek doen Met scherpe blik en niet zonder humor beschrijft hij allereerst zijn kosthuis en bewoners, dan de buurtbewoners, de varensgezellen, diefjes, stokers op de grote vaart, alcoholisten, vechtersbazen en timmermansknechten. Hun levenspatroon, het drankge bruik, vertier van de jeugd, geld en woeker komen onder andere aan bod. Over bepaalde soorten werk laat hij zich minachtend uit: „Er wordt alom geschreven over meer arbeisvreugd voor de arbeider maar er zijn categorieën van arbeid waar mijns inziens wsinig arbeidsvreugde in te beleven valt". „De Rafelrand” kost ƒ19,50 en is uitgegeven door Boom in Meppel. Rasechte Jordaners bestaan ze nog? Er is een hoop import gekomen maar ze zijn er beslist nog, zeggen Jan Luhlf en diens dochter, beide ook geboren en getogen Jordaners al heeft de laatste de buurt een tijdje verla ten in het verleden. Ga maar 'ns kijken aan de overkant, is het advies. Dus gewapend met tom- poucen ter traktatie naar de an dere zijde van de Lindengracht, waar de koffie bruin staat op de bovenwoning van Miepie Vogel- Uriot, na haar eerste „o nee, de krant dat moet ik niet" door de telefoon met haar moeder tante Betje honderduit kletst. „Tante" natuurlijk, want iedereen is „ome” of „tante” hier, en ieder waartegen gepraat wordt deelt in de grote gemoedelijkheid van een ruim hart met een in onver valst Jordaans geroepen „Schat"! •X' Bloemen en nieuwbouw contrasteren met oude huizen in de Lindenstraat

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1977 | | pagina 13