Geen mening over stedebouw in 'S beroepen en onderwijs M DIEREN IN TUIN EN DIERENTUIN Amerikaans succesverhaal poogt begrip te kweken voor homofilie AL ER I J HK|k I wij ontvingen Nuttige wegwijzer voor „Wonen met de wereld” Rn HULPMIDDEL VOOR EERSTE ORIËNTATIE Overbodig Dunne spreiding Verouderde visie van Belgische zielzorger in „Een op de honderd” ANNE OTTEN SCHREEF „WAAROM PRATEN ZE NIET GEWOON” Volwaardige plaats voor dialect in spannend en apart kinderboek Aansluiting Cijfereenheden DONDERDAG - In Zoetermeer is onlangs een rijtje huizen gereed gekomen, dat is uitgerust met een installatie om de energie van de zon beter te benutten. Het is een tastbaar te ken, dat het besef, dat er een eind moet komen aan onze consump tieve manier van leven, langza merhand in brede kring is doorge drongen. I ft gW ft K- '•ft bibliotheek I COR BOOS MIEP DIEKMANN H.R. >r, pt HARM KOOPS c-claim, en. In het boek figureert ook nog een zwager van de jongeman die zich als journalist van de New York Times heeft vastgebeten in het onderwerp Gay Liberation Front, de Amerikaanse homo-emancipatiebeweging die in de late jaren zestig actief werd. Naar mijn gevoel heeft deze roman wel heel veel weg van een succesverhaal, zich niet de hoofdpersoon van het verhaal; die rol is vooral weggelegd voor zijn naaste familie. Er wordt heel wat overhoop gehaald in deze roman. De jongen gaat eerst een paar jaar in psycho-analyse maar wordt uiter aard niet van zijn homoseksualiteit „gene zen”. En intussen werpt zijn moeder, die deel uitmaakt van de redactie van een boekenuitgeverij, zich als een bezetene op talloze publikaties over homoseksualiteit. Heel duidelijk wordt haar aanvankelijke verdriet en later het groeiende begrip be schreven. afspelend in kringen van bepaald niet on bemiddelde Amerikanen. Zoonlief weet aardig wat sporten van de maatschappelij ke ladder te beklimmen (na een paar jaar in de verpleging te hebben gewerkt gaat hij medicijnen studeren om uiteindelijk arts te worden); zijn naaste omgeving is typisch een weerspiegeling van de „ver lichte denkbeelden” die gemeengoed zijn geworden onder de hedendaagse intellec tueel geschoolden. Over de vertaling deze opmerking: som mige hoofdstukken zijn in zeer levensecht Nederlands .vertaald, maar in andere de len van het boek is het taalgebruik op zijn De titel „Waarom praten ze niet ge woon”, die Anne Otten haar boek meegaf (uitgeverij Ploegsma, f 7,90), is de laatste tijd steeds meer discussiepunt aan het worden onder geïnteresseerden in de kin der- en jeugdliteratuur. Een grote groepe ring blijft het kinderboek zien als een verlengstuk van het schoolboek: een wat lolliger middel om kindertjes vlekkeloze dictees te laten afscheiden en om het ABN (Algemeen Beschaafd Nederlands) in de moeiteloos opgebouwde volzinnen van hun lipjes te laten rollen die zich nu eenmaal gemakkelijker plooien om de eenlettergrepige kreten van de strips. Een andere, veel kleinere groep, is voor stander van popularisering van de taal. Niet alleen om bij veel kinderen de weer zin tegen onechte, gewrongen „boeken taal” weg te nemen, maar ook om de spreektaal evenwaardig aan het ANB te stellen en niet langer te diskwalificeren als het kenmerkt van minder maatschap pelijk geslaagden. Krijgt de laatste groep haar zin, dan zal ook het dialect als volwaardig en niet als geheid lachertje de taal van het kinder- en jeugdboek gaan bepalen. Over de gevol gen daarvan wordt bij voorbaal al ach en wee geroepen. Maar tintussen zijn er nog te weinig boeken, die qua opzet en uitwer king iets van die taalproblematiek naar buiten brengen. We zitten ermee op een belangrijke splitsing binnen de hele taal ontwikkeling. En de kinderboekenauteurs spelen een hoofdrol. Zal het taalgebruik, zoals vroe ger de kleding, zuiver statussymbool blij ven? Of zal het de mensen de kans bieden zichzelf te zijn? En daarbinnen liggen er voldoende nuances om de taal levend en levendig te houden. Misschien met veel rafeltjes en niet keurig bijgescnoeid. Het literair schitteren van de schrijvers zal afnemen. Maar de thema’s zullen wel meer toespitsen op de onderlinge verstaanbaar- zachtst gezegd houterig. Kennelijk was de vertaalster niet altijd even goed op dreef. Een andere publikatie met als thema homoseksualiteit is „Eén op honderd”, ge schreven door de Belgische zielzorger Mark Gyselen en uitgegeven door Nijgh en Van Ditmar. Over dit boek zal ik kort zijn. Het is mijns inziens een volkomen overbo dig boek over, zoals de schrijver het noemt, „homo-erotiek en zelfverwerkelij king”. In het tocj al onverteerbare jargon van maatschappelijk werkers - en dan nog eens doorspekt met Vlaamse woorden - rakelt Gyselen anno 1977 op wat bijvoor beeld een man als Sengers aan het eind van de jaren zestig al heeft geschreven over hoe homoseksuelen hun omgeving kunnen brengen tot een minder vijandige en meer begripvolle houding. Je zou haast denken dat ze in België tien jaar achter lopen. Zij die zich bezighoiuden met het zoeken naar een beroep of anderen daarover moe ten informeren, hebben de keuze uit tientallen folders en de publikaties van de ministeries van Sociale Zaken en Onder wijs. Weinig overzichtelijk en moeilijk ver gelijkbaar. Bij Het Spectrum is een bijzon der nuttig boekje verschenen dat orde op zaken stelt en op overzichtelijke wijze alle beroepen waarvoor in ons land een oplei ding bestaat beschrijft. Eenvoudigweg Be roepengids genoemd. Na een inleiding over de functies van de schooldekaan, de school- en beroepskeuze- bureaus en arbeidsbureaus wordt een schetsmatig beeld gegeven van het onder wijs in Nederland, van kleuterschool tot universiteit en hogeschool. Het overzicht van beroepen, een beschrijving daarvan VOOR WIE WEL eens wil weten wat er zich nu eigenlijk allemaal in en rond zijn huis kan afspelen (en dan gaat het om het gedrag van „wilde” planten en dieren) heeft een handleiding in het boekje „Uw tuin als natuurreservaat”. Men vindt er allerlei wetenswaardigs en aardigs in. Laat dit u gezegd zijn: u kunt denken, dat u uw huis alleen bewoont, maar dat is een fictie. Talrijke dieren, mossen, schimmels hebben inwoning gevonden in uw warme, aangename home. En buiten in de tuin, daar is het natuurlijk helemaal een gaan en komen van planten en dieren. Vogels, wriemelend gedierte, muizen, mollen, katten: ze hebben hun jachtterrein op uw vierkante meters bezit. Het boek, dat geschreven is door de Engelsman Tony Soper, is vertaald en bewerkt door Sietzo Dijkhuizen en uitgegeven door Het Wereldvenster in samenwerking met Het Wereldnatuur Fonds- Nederland (prijs ƒ24.50). Dieren, die u over het algemeen niet in uw achtertuintje vindt, treft u aan in het boek „Dokter in de dierentuin”. David Taylor is een Britse dierenarts van internati onale vermaardheid. Als er ergens iets met dieren in circussen, dierentuinen e.d. aan de hand is en men weet er geen raad mee, dan weet met Taylor te vinden. Die omzwervingen over de hele wereld leverden de vreemdste avonturen op, waarvan er ettelijke in het door Becht uitgegeven boek (prijs 18.90) te vinden zijn. Kostelijke lectuur. De dokter injecteert niet alleen prima, hij schrijft ook bekwaam. in het weekblad Margriet, gebundeld in een boekje onder de titel: „Van Huis uit”. Sonia Ganners: „Lieve Koningin, hierbij stuur ik u mijn dochter”. De schrijfster is ters, waarvan zij er twee, tegen alle menin gen op Curasao in, naar Nederland stuurt voor studie en zich in dit boekje richt tot de Koningin, ook moeder van vier dochters. Johan Fabricius: „Gringo”, een verhaal over een reis naar Paraguay in de vroege twintiger jaren. en de wijze waarop men het kan worden, is per bedrijfstak ingedeeld. Een bijzonder plezierige wijze van redigeren, omdat meestal wel ongeveer bekend is welke richting men uit wil. Door het grote aantal functies dat onze samenleving kent, kon den deze uit de aard der zaak slechts beknopt worden omgschreven. Aangezien duidelijk wordt aangegeven waar uitvoeri ger informaties verkregen kunnen wor den, kan deze beroepengids een uitstekend hulpmiddel zijn voor een eerste oriëntatie. Het spoort aan tot nader onderzoek en misschien leidt het zelfs tot een gesprek met iemand die het beroep dat aanspreekt uitoefent, iets wat de auteurs in hun inlei ding adviseren. bewust opvangen, tot ze in hun eigen klei ne leven opduiken en iedereen verwacht dat ze er raad mee weten. Maar Alfred móet iets hebben om zich aan overeind te trekken. Via het meisje Anita met haar verborgen schat, groeit hij langzaam in de leefgemeenschap van kin deren en dorp in. En éls dan zijn vader een keertje komt opdagen, wil hij hem vol tros meenemen naar een van de oude feesten: een verklede voetbalwedstrijd. „Boerelol”, volgens de vader. Oude en nieuwe elementen zijn door Anne Otten knap met elkaar verweven. Niks van de kleffe nostalgie, maar wel belangrijke ontdekkingen van een kind dat alles dreigt te verliezen. Nergens is Otten melodramatisch. Het centraalstellen van een dialect als volwaardige taal, is haar goed gelukt, zonder dat het boek schools wordt. Voor kinderen van 10-13 jaar lekker leesbaar, spannend en iets aparts cbnlacbe iten v«l- b. De re nt oe 11 ijk ie leeen 179;. 6; 51 Na het omvangrijke beroepenoverzicht geven zij de lezer een aantal praktische tips over schoolgeld, tegemoetkoming in studiekosten en uitstel van militaire dienst. Achterin het als pocket uitgevoerde boekje is een uitgebreide adressenlijst op genomen, eveneens ingedeeld per bedrijf stak. Een handig naslagwerkje voor ieder die wegwijs wil worden in het beroepen doolhof. Schaarste aan grondstoffen noodt tot andere woningbouw Voor de meeste mensen is het beroep nog steeds een noodzakelijke manier van be zig zijn. Toch weten jongeren over het algemeen Weinig over de bestaande beroe pen, opleidingsmogelijkheden en voor waarden waaraan moet worden voldaan. Ondanks de voorlichting op scholen die in de loop der jaren steeds beter is geworden, ontbreekt een duielijk inzicht. OLUU1 XXV LX 1X1XJ11 14UVXXIA7X OVXXX XJXOUC1 xo zelf een Cura?aose moeder van vier doch- H 66,0, 54,8 48,4 61,0 57,5 47,0 1,00 681,0 55,0 51,1 77,8 ::,o 30,5 37,0 5,50 148,0 32,0 56,5 6,70 108, 704 61,1 2,1 65,1 Alom wordt de noodklok geluid, dat we bezig zijn onze laatste voorraden aardolie en gas op te gebruiken. De onheilsprofetie ën van een handvol milieuvoorvechters zijn gevolgd door somber gestemde, maar wetenschappelijk onderbouwde, rappor ten van de Club van Rome. Jimmy Carter begon zijn bewind als president van de Verenigde Staten van Amerika met het afkondigen van maatregelen om ener gieverspilling tegen te gaan. Het kabinet Den Uyl heeft het terugdringen van het energieverspillende autoverkeer ten gun ste van een zuinig openbaar vervoer in elk geval officieel in het vaandel. En in com missies van Provinciale Staten wordt ge discussieerd over het toepassen va wind- eenergie als toekomstige energiebron. Zuinig zijn met grondstoffen en energie is alom de boodschap. De zonne-ener- giehuizen in Zoetermeer zijn er een teken van, dat die boodschap ook is doorgedron gen tot de wereld van woningontwerpers en huizenbouwers. Althans tot een deel van de bouwwereld. Het is echter duide lijk, dat daarmee slechts een allereerste stap is gezet in de richting van een woning bouw, die milieuvriendelijk is en zuinig met grondstoffen en energie. Over de bouw van huizen in een samen leving, waarin de schaarste aan energie en grondstoffen is erkend en tot uitdrukking komt in de mate waarin bepaalde materia len voor de bouw beschikbaar zijn, gaat het boekje „Wonen met de wereld” van de werkgroep „Over-Leven”. Het is een ver slag van een onderzoek, verricht aan de Academie van Bouwkunst te Rotterdam in samenwerking met de Erasmus-universi- teit te Rotterdam en een aantal derdejaars LEOPOLD - DEN HAAG Een verzameling verhalen van Yvonne Keuls, die zij wekelijks heeft gepubliceerd In de afgelopen vijftien jaar heeft de „officiële" mening over homoseksualiteit, zoals een ieder eigenlijk wel bekend moet zijn, een draai van zo’n 180 graden ge maakt. Veronderstelde de medische stand tot diep in de jaren zestig nog dat homo seksualiteit een psychische afwijking was die te „genezen" zou zijn, nadien is er een kentering opgetreden die, wat de Verenig de Staten betreft, in 1973 culmineerde in een besluit van het Amerikaanse genoot schap van psychiaters om homoseksuali teit niet langer als een „ziekte” te be schouwen. HOLLANDIA B.V. - BAARN Het achtentwintigste deel van „Juliana Re gina 1976”, het jaarlijks fotoboek, dat een overzicht geeft van de gebeurtenissen rond het koninklijk huis in het afgelopen jaar. Het jaarlijks verschijnen van deze Oranje-uitgave maakt haar van histori sche waarde. A. W. BRUNA ZOONS - UTRECHT Sarah Ferguson: „Wachter in mij”, een verhaal over eenzaamheid en vervreem ding, maar ook van de kracht en de moed de strijd daartegen aan te binden op zoek naar een lichtpunt en een nieuw leven. Las Gustafsson: „Het eigenlijke relaas over de heer Arenander”, min of meer een autobiografisch verhaal van de schrijver, die altijd weer bezig is met en zoekende naar „de zin van het leven”, het eeuwige onoplosbare raadsel. reeds genoemde begrensde mogelijkhe den. Een verrassende uitkomst was overi gens, dat de Surinaamse paalwoning om gerekend naar het Nederlandse prijsni veau per vierkante meter duurder bleek te zijn, dan de Nederlandse woning. Het boekje eindigt met een aantal ont werpen binnen de grenzen, die door de schaarste aan grondstoffen en energie en een rechtvaardiger verdeling van de wel vaart moesten worden gesteld. Het zijn een rijtjeshuis in een westerse stedelijke omge ving, een meer-familie-woning in West- Afrika en een vrijstaande woning op een eigen verzorgingsgebied. De woningen zijn ontworpen voor de situatie, die de ontwer pers in het jaar 2020 hopen aan te treffen. Jammer is, dat in het boekje deze woningontwerpen worden uitgewerkt, zonder een standpuntbepaling over de ste- debouwkundige structuren. Want even zeer als men een woningontwerp aan maatschappelijk aanvaardbare grenzen (schaarste, rechtvaardige verdeling, etc.) kan binden, zijn er ook dergelijke grenzen aan stedebouw te stellen. Het pleidooi voor genoemde vrijstaande woning op eigen verzorgingsgebied, de „stulp”, naar het model van de Westfriese stulpboerderij, dat als laatste ontwerp in het boekje is opgenomen, is zo volstrekt onvoldoende onderbouwd gebleven. Het pleidooi voor de „stulp” komt voort uit een vaag nega tieve waardering van de grote stad („ver eenzaming, verslaving, toenemende agres- sie en criminaliteit, verlies aan identiteit, verslechtering van de intermenselijke re laties en vervreemding van de natuurlijke omgeving”). Het alternatief voor al deze slechtigheid is dan de „stulp”, met een grote lap grond rondom, waar iedereen z’n eigen onbespoten sla kan kweken. Een afweging van de ne, tieve kanten van de grote stad tegen de pc tieve kanten heeft in het boekje niet plaatsgevonden. Met evenveel gemak kan men ook posi tieve kanten van de stad opsommen gezel ligheid, herbergzaamheid, beschutting, culturele uitwisseling, minder inteelt, gro tere vrijheid en geen knellende sociale controle, tolerantie jegens lieden met af wijkend gedrag, meer en betere voor zieningen, etc.). Men stelle zich echter eens een land vol Al met al fraaie public relations voor de Amerikaanse homo-emancipatiebewe ging: het schoolvoorbeeld van hoe homo seksualiteit door familie en vrienden geac cepteerd zou moeten worden. Het boek kan voor een Amerikaans damesblad ei genlijk best worden omgewerkt tot een twaalf afleveringen tellend vervolgverhaal met een „happy ending”. HOLLANDIA - BAARN Het Wel en Wee van een hazenfamilie is door Felix Salten verwoord in het boek „Vijftien Hazen”. Lezers, die houden van de boeken als: „Waterschapsheuvel”, „Jo nathan Livingstone, Zeemeeuw”, „Tolkien met zijn Hobbits en zijn Ring”, „Alice in Wonderland”, zullen ongetwijfeld ook ge boeid worden door dit „menselijke” dierenverhaal uit het bos en de velden. Vertaling door mevrouw H. C. E. de Wit- Boonaccker; de 66 kostelijke pentekenin getjes van Hans Bertle zorgen voor een passende illustratie. Een milieu-bezwaar van nog ernstiger omvang is echter, dat een bebouwing met stulpen een bebouwing in dunne spreiding betekent. Openbaar vervoer kan in zo’n situatie niet doelmatig functioneren. Dus roept een dergelijke dunne bebouwing (het boekje noemt een bruto-bebouwingsdicht- heid van 14,3 woningen per hectare) ener gieverslindende stromen privéverkeer op, tenzij men dat verbiedt. Iedereen zou dan weer kleinschalig en ambachtelijk voor zichzelf moeten gaan boeren. Zijn de consequenties daarvan door dacht? Heeft men overwogen, dat cultu reel en sociaal verval het gevolg kan zijn; dat men terecht komt in een boerensamen- levingspatroon, dat ongetwijfeld goede kanten heeft maar ook veel tekortkomin gen? Is een milieuvriendelijke, zuinige en rechtvaardige samenleving op mondiaal niveau mogelijk zonder enige industrie en wetenschap? Zijn industrie en wetenschap mogelijk zonder steden? En zo nee, hoe is een stad (afgezien van de gebouwen afzon derlijk) dan zo milieuvriendelijk mogelijk en zo min mogelijk energieverspillend te bouwen? Het boekje „Wonen met de we reld” geeft er allemaal geen antwoord op, snijdt zelfs de discussie niet aan. Het blijft daardoor wat vrijblijvend en draagt niet bij tot een oplossing van de ernstige mi lieuproblematiek van de Randstad en an dere stedelijke gebieden ter wereld. „Wonen met de wereld” is ondanks deze tekortkoming de moeite waard om te le zen. Het is degelijk gedocumenteerd en goed leesbaar geschreven. De problemen en bedreigingen van onze samenlevingsor- dening worden indringend op een rijtje gezet en roepen een beklemmende sfeer op. Het is geen vrolijk boekje maar het zou eigenlijk door zoveel mogelijk mensen ge lezen moeten worden. Als elke lezer er voor zijn eigen consumptiepatroon conclu sies uit zou trekken, dan was er al iets gewonnen in onze strijd om te overleven. „Wonen met de wereld” is ’n Aula-pocket. Het boekje kost 9,50. RIEN POLDERMAN Onder de titel „Groeiend begrip” is on langs bij Hollandia in Baam de Neder landse vertaling verschenen van Laura Hobson’s roman „Consenting adult”. Dit boek behandelt onder andere de ontwikke ling die een Amerikaanse jongeman door maakt vanaf het moment dat hij in 1961 op 17-jarige leeftijd tegenover zijn moeder bekent homoseksueel te zijn tot 1973 wan neer hij de man van wie hij houdt aan zijn familie voorstelt. Deze jongeman is echter iHHHiiiiimiiiiitiiiimiimiiiiiiiiimiiiiiiiiiimiiiiimiiiiimiimiiiiiniiiiiiiiiimiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiim^ iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimmiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiim Voorbeeld van woningbouw in Zoetermeer waarbij de huizen beschikken over een installatie voor zonenergie. „stulpen” voor. Dat zal een weinig fraai gezicht zijn waarschijnlijk, ook al zijn die stulpen milieuvriendelijk gedekt met een rieten kap. Van het open Hollandse land- schap (net zo goed een waarde als de natuur of stedeschoon) blijft dan waar schijnlijk weinig over. heid. Niet alleen wat de werderzijdse zieltjes betreft. (Want dat is een geliefd onderwerp in het kinderboek: begrip voor elkaar.) Maar vooral wat de gewone om gangstaal aangaat. Neem alleen ons land maar. Het kind dat b.v. van het westen naar het noorden, oosten of zuiden ver huist, valt alleen al, omdat ze „daar niet gewoon praten” de eerste tijd uit de boot. De jongen Alfred, die mei zijn ouders naar de Achterhoek verhuist vanuit de Randstad, mist niet alleen de aansluiting mët zijn klasgenoten en de buren, maar hij begint door te krijgen dat zijn eigen ouders ook een taal hanteren die hem buitensluit. Waarom zit moeder altijd alleen? Waarom komt vader nooit opdagen? En als ie komt laat ie duidelijk merken dat een vrouw en een kind hem teveel last op z’n nek zijn, maar scheiden kost geld en de abortus van zijn vriendin ook. Woorden en begrippen die kinderen on- 00 82,01 00 39,5( 00 121.04 50 53,34 60 136,8( 60 1.64 ,50 172,04 ,50 41,54 ,00 7.04 ,50 100,04 .90 36.14 ,00 69,04 ,00 127,04 ,50 60,04 ,80 ---• ,50 ,50 .60 ,90 fondse- 2,93 2,1 3,13 3,1 5,70 5,1 2,82 2* 6.17 6,1 toteerd studenten van het Nationaal Hoger Insti tuut voor Bouwkunsten en Stedebouw te Antwerpen. In het boekje wordt uiteengezet aan wel ke beperkingen de woningbouw onder worpen zal zijn in de situatie, waarin dw welvaart in de wereld rechtvaardiger zal zijn verdeeld, waarin de groei van de we reldbevolking zal zijn beteugeld, waarin alle mensen voldoende te eten zuilen heb ben, waarin het milieu bescherming ge niet, en waarin zuinig wordt omgegaan met energie en grondstoffen. Het bevat een overzicht van bouwmaterialen, ge rangschikt naar schaarste en de hoeveel heid energie, die nodig is om die material len te verkrijgen en in de bouw toepasbaar te maken. Er blijkt onder meer uit, dat we in de toekomst in de bouw slechts zeer zuinig gebruik zullen mogen maken van staal, aluminium en koper, omdat er wei- nig van voorhanden is of omdat de win- ning en bewerking er van te veel energie kost. Daarentegen zal veel moeten worden gebouwd met natuurlijke materialen als hout en steen. Steen, omdat daarvan in heel de wereld genoeg is, en hout, omdat daarvan de voorraad door gratis energie (van de zon) steeds wordt aangevuld. Bij wijze van proef zijn de bouwproces sen van een Surinaamse paalwoning, een ontwikkelingshulp-woning in Ghana en een huis in Nederland onderzocht en met elkaar vergeleken. Daaruit bleek, dat het bouwproces voldoende in cijfer-eenheden is te ontleden, dat per woning de hoeveel heid arbeid, materiaal en energie is te bepalen. Met deze gegevens kon men aan de slag, om zowel voor de ontwikkelings landen als de rijken landen een zo geschikt mogelijke woning te ontwerpen, binnen de 73,64 56,04 50.51 39,74 75,24 ,00a 155,54 1,50 120,54 1,60 107,21' 1,80 29,21 ,80 131,04 .10 81,74 1,00 166.04 i,50 4,10 1,10 1,00 1,00 >,00 >,50 1,70 1,00 >,00d 58,8 1,20 3,20 1,60 5.50 0,70 1,50 2,10 3.50 6.50 146,4 9.00 148,4- 8,90 70,4 1,00 211,8 47.80 68,4 >5,80 56J ®,00 165,4 6,00 76.1 12.80 32; 4,70c 146,1 >3,60 85,1 17,60 88. >8.00 68,i 12,80 33J >6,30 106, >3,00 103, B,00 65, >7,00 67, 10.00c 216,1 >5,40 35, 12,00 114; 32,30 122; 18,00 121; >6,50 67, >7,00t. 46; 17.50 47. >1,00 262; -- 525; 17,b<J 149, 30.5'0 101, 24,0 0 425, i

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1977 | | pagina 15