Geen mening over stedebouw in
'S
beroepen en onderwijs
M
DIEREN IN TUIN EN
DIERENTUIN
Amerikaans succesverhaal poogt
begrip te kweken voor homofilie
AL
ER
I
J
HK|k
I
wij
ontvingen
Nuttige wegwijzer voor
„Wonen met de wereld”
Rn
HULPMIDDEL VOOR EERSTE ORIËNTATIE
Overbodig
Dunne spreiding
Verouderde visie van Belgische zielzorger in „Een op de honderd”
ANNE OTTEN SCHREEF „WAAROM PRATEN ZE NIET GEWOON”
Volwaardige plaats voor dialect
in spannend en apart kinderboek
Aansluiting
Cijfereenheden
DONDERDAG
-
In Zoetermeer is onlangs een
rijtje huizen gereed gekomen, dat
is uitgerust met een installatie om
de energie van de zon beter te
benutten. Het is een tastbaar te
ken, dat het besef, dat er een eind
moet komen aan onze consump
tieve manier van leven, langza
merhand in brede kring is doorge
drongen.
I
ft
gW ft
K-
'•ft
bibliotheek
I
COR BOOS
MIEP DIEKMANN
H.R.
>r,
pt
HARM KOOPS
c-claim,
en.
In het boek figureert ook nog een zwager
van de jongeman die zich als journalist
van de New York Times heeft vastgebeten
in het onderwerp Gay Liberation Front, de
Amerikaanse homo-emancipatiebeweging
die in de late jaren zestig actief werd.
Naar mijn gevoel heeft deze roman wel
heel veel weg van een succesverhaal, zich
niet de hoofdpersoon van het verhaal; die
rol is vooral weggelegd voor zijn naaste
familie.
Er wordt heel wat overhoop gehaald in
deze roman. De jongen gaat eerst een paar
jaar in psycho-analyse maar wordt uiter
aard niet van zijn homoseksualiteit „gene
zen”. En intussen werpt zijn moeder, die
deel uitmaakt van de redactie van een
boekenuitgeverij, zich als een bezetene op
talloze publikaties over homoseksualiteit.
Heel duidelijk wordt haar aanvankelijke
verdriet en later het groeiende begrip be
schreven.
afspelend in kringen van bepaald niet on
bemiddelde Amerikanen. Zoonlief weet
aardig wat sporten van de maatschappelij
ke ladder te beklimmen (na een paar jaar
in de verpleging te hebben gewerkt gaat
hij medicijnen studeren om uiteindelijk
arts te worden); zijn naaste omgeving is
typisch een weerspiegeling van de „ver
lichte denkbeelden” die gemeengoed zijn
geworden onder de hedendaagse intellec
tueel geschoolden.
Over de vertaling deze opmerking: som
mige hoofdstukken zijn in zeer levensecht
Nederlands .vertaald, maar in andere de
len van het boek is het taalgebruik op zijn
De titel „Waarom praten ze niet ge
woon”, die Anne Otten haar boek meegaf
(uitgeverij Ploegsma, f 7,90), is de laatste
tijd steeds meer discussiepunt aan het
worden onder geïnteresseerden in de kin
der- en jeugdliteratuur. Een grote groepe
ring blijft het kinderboek zien als een
verlengstuk van het schoolboek: een wat
lolliger middel om kindertjes vlekkeloze
dictees te laten afscheiden en om het ABN
(Algemeen Beschaafd Nederlands) in de
moeiteloos opgebouwde volzinnen van
hun lipjes te laten rollen die zich nu
eenmaal gemakkelijker plooien om de
eenlettergrepige kreten van de strips.
Een andere, veel kleinere groep, is voor
stander van popularisering van de taal.
Niet alleen om bij veel kinderen de weer
zin tegen onechte, gewrongen „boeken
taal” weg te nemen, maar ook om de
spreektaal evenwaardig aan het ANB te
stellen en niet langer te diskwalificeren
als het kenmerkt van minder maatschap
pelijk geslaagden.
Krijgt de laatste groep haar zin, dan zal
ook het dialect als volwaardig en niet als
geheid lachertje de taal van het kinder- en
jeugdboek gaan bepalen. Over de gevol
gen daarvan wordt bij voorbaal al ach en
wee geroepen. Maar tintussen zijn er nog
te weinig boeken, die qua opzet en uitwer
king iets van die taalproblematiek naar
buiten brengen. We zitten ermee op een
belangrijke splitsing binnen de hele taal
ontwikkeling.
En de kinderboekenauteurs spelen een
hoofdrol. Zal het taalgebruik, zoals vroe
ger de kleding, zuiver statussymbool blij
ven? Of zal het de mensen de kans bieden
zichzelf te zijn? En daarbinnen liggen er
voldoende nuances om de taal levend en
levendig te houden. Misschien met veel
rafeltjes en niet keurig bijgescnoeid. Het
literair schitteren van de schrijvers zal
afnemen. Maar de thema’s zullen wel meer
toespitsen op de onderlinge verstaanbaar-
zachtst gezegd houterig. Kennelijk was de
vertaalster niet altijd even goed op dreef.
Een andere publikatie met als thema
homoseksualiteit is „Eén op honderd”, ge
schreven door de Belgische zielzorger
Mark Gyselen en uitgegeven door Nijgh en
Van Ditmar. Over dit boek zal ik kort zijn.
Het is mijns inziens een volkomen overbo
dig boek over, zoals de schrijver het
noemt, „homo-erotiek en zelfverwerkelij
king”. In het tocj al onverteerbare jargon
van maatschappelijk werkers - en dan nog
eens doorspekt met Vlaamse woorden -
rakelt Gyselen anno 1977 op wat bijvoor
beeld een man als Sengers aan het eind
van de jaren zestig al heeft geschreven
over hoe homoseksuelen hun omgeving
kunnen brengen tot een minder vijandige
en meer begripvolle houding. Je zou haast
denken dat ze in België tien jaar achter
lopen.
Zij die zich bezighoiuden met het zoeken
naar een beroep of anderen daarover moe
ten informeren, hebben de keuze uit
tientallen folders en de publikaties van de
ministeries van Sociale Zaken en Onder
wijs. Weinig overzichtelijk en moeilijk ver
gelijkbaar. Bij Het Spectrum is een bijzon
der nuttig boekje verschenen dat orde op
zaken stelt en op overzichtelijke wijze alle
beroepen waarvoor in ons land een oplei
ding bestaat beschrijft. Eenvoudigweg Be
roepengids genoemd.
Na een inleiding over de functies van de
schooldekaan, de school- en beroepskeuze-
bureaus en arbeidsbureaus wordt een
schetsmatig beeld gegeven van het onder
wijs in Nederland, van kleuterschool tot
universiteit en hogeschool. Het overzicht
van beroepen, een beschrijving daarvan
VOOR WIE WEL eens wil weten wat er zich nu eigenlijk allemaal in en rond zijn
huis kan afspelen (en dan gaat het om het gedrag van „wilde” planten en dieren)
heeft een handleiding in het boekje „Uw tuin als natuurreservaat”. Men vindt er
allerlei wetenswaardigs en aardigs in. Laat dit u gezegd zijn: u kunt denken, dat u
uw huis alleen bewoont, maar dat is een fictie.
Talrijke dieren, mossen, schimmels hebben inwoning gevonden in uw warme,
aangename home. En buiten in de tuin, daar is het natuurlijk helemaal een gaan en
komen van planten en dieren. Vogels, wriemelend gedierte, muizen, mollen, katten:
ze hebben hun jachtterrein op uw vierkante meters bezit. Het boek, dat geschreven
is door de Engelsman Tony Soper, is vertaald en bewerkt door Sietzo Dijkhuizen en
uitgegeven door Het Wereldvenster in samenwerking met Het Wereldnatuur Fonds-
Nederland (prijs ƒ24.50).
Dieren, die u over het algemeen niet in uw achtertuintje vindt, treft u aan in het
boek „Dokter in de dierentuin”. David Taylor is een Britse dierenarts van internati
onale vermaardheid. Als er ergens iets met dieren in circussen, dierentuinen e.d. aan
de hand is en men weet er geen raad mee, dan weet met Taylor te vinden. Die
omzwervingen over de hele wereld leverden de vreemdste avonturen op, waarvan er
ettelijke in het door Becht uitgegeven boek (prijs 18.90) te vinden zijn. Kostelijke
lectuur. De dokter injecteert niet alleen prima, hij schrijft ook bekwaam.
in het weekblad Margriet, gebundeld in
een boekje onder de titel: „Van Huis uit”.
Sonia Ganners: „Lieve Koningin, hierbij
stuur ik u mijn dochter”. De schrijfster is
ters, waarvan zij er twee, tegen alle menin
gen op Curasao in, naar Nederland stuurt
voor studie en zich in dit boekje richt tot de
Koningin, ook moeder van vier dochters.
Johan Fabricius: „Gringo”, een verhaal
over een reis naar Paraguay in de vroege
twintiger jaren.
en de wijze waarop men het kan worden, is
per bedrijfstak ingedeeld. Een bijzonder
plezierige wijze van redigeren, omdat
meestal wel ongeveer bekend is welke
richting men uit wil. Door het grote aantal
functies dat onze samenleving kent, kon
den deze uit de aard der zaak slechts
beknopt worden omgschreven. Aangezien
duidelijk wordt aangegeven waar uitvoeri
ger informaties verkregen kunnen wor
den, kan deze beroepengids een uitstekend
hulpmiddel zijn voor een eerste oriëntatie.
Het spoort aan tot nader onderzoek en
misschien leidt het zelfs tot een gesprek
met iemand die het beroep dat aanspreekt
uitoefent, iets wat de auteurs in hun inlei
ding adviseren.
bewust opvangen, tot ze in hun eigen klei
ne leven opduiken en iedereen verwacht
dat ze er raad mee weten.
Maar Alfred móet iets hebben om zich
aan overeind te trekken. Via het meisje
Anita met haar verborgen schat, groeit hij
langzaam in de leefgemeenschap van kin
deren en dorp in. En éls dan zijn vader een
keertje komt opdagen, wil hij hem vol tros
meenemen naar een van de oude feesten:
een verklede voetbalwedstrijd. „Boerelol”,
volgens de vader.
Oude en nieuwe elementen zijn door
Anne Otten knap met elkaar verweven.
Niks van de kleffe nostalgie, maar wel
belangrijke ontdekkingen van een kind
dat alles dreigt te verliezen. Nergens is
Otten melodramatisch. Het centraalstellen
van een dialect als volwaardige taal, is
haar goed gelukt, zonder dat het boek
schools wordt. Voor kinderen van 10-13
jaar lekker leesbaar, spannend en iets
aparts
cbnlacbe
iten v«l-
b. De re
nt oe 11 ijk
ie leeen
179;.
6;
51
Na het omvangrijke beroepenoverzicht
geven zij de lezer een aantal praktische
tips over schoolgeld, tegemoetkoming in
studiekosten en uitstel van militaire
dienst. Achterin het als pocket uitgevoerde
boekje is een uitgebreide adressenlijst op
genomen, eveneens ingedeeld per bedrijf
stak. Een handig naslagwerkje voor ieder
die wegwijs wil worden in het beroepen
doolhof.
Schaarste aan grondstoffen
noodt tot andere woningbouw
Voor de meeste mensen is het beroep nog
steeds een noodzakelijke manier van be
zig zijn. Toch weten jongeren over het
algemeen Weinig over de bestaande beroe
pen, opleidingsmogelijkheden en voor
waarden waaraan moet worden voldaan.
Ondanks de voorlichting op scholen die in
de loop der jaren steeds beter is geworden,
ontbreekt een duielijk inzicht.
OLUU1 XXV LX 1X1XJ11 14UVXXIA7X OVXXX XJXOUC1 xo
zelf een Cura?aose moeder van vier doch- H
66,0,
54,8
48,4
61,0
57,5
47,0
1,00 681,0
55,0
51,1
77,8
::,o
30,5
37,0
5,50 148,0
32,0
56,5
6,70 108,
704
61,1
2,1
65,1
Alom wordt de noodklok geluid, dat we
bezig zijn onze laatste voorraden aardolie
en gas op te gebruiken. De onheilsprofetie
ën van een handvol milieuvoorvechters
zijn gevolgd door somber gestemde, maar
wetenschappelijk onderbouwde, rappor
ten van de Club van Rome. Jimmy Carter
begon zijn bewind als president van de
Verenigde Staten van Amerika met het
afkondigen van maatregelen om ener
gieverspilling tegen te gaan. Het kabinet
Den Uyl heeft het terugdringen van het
energieverspillende autoverkeer ten gun
ste van een zuinig openbaar vervoer in elk
geval officieel in het vaandel. En in com
missies van Provinciale Staten wordt ge
discussieerd over het toepassen va wind-
eenergie als toekomstige energiebron.
Zuinig zijn met grondstoffen en energie
is alom de boodschap. De zonne-ener-
giehuizen in Zoetermeer zijn er een teken
van, dat die boodschap ook is doorgedron
gen tot de wereld van woningontwerpers
en huizenbouwers. Althans tot een deel
van de bouwwereld. Het is echter duide
lijk, dat daarmee slechts een allereerste
stap is gezet in de richting van een woning
bouw, die milieuvriendelijk is en zuinig
met grondstoffen en energie.
Over de bouw van huizen in een samen
leving, waarin de schaarste aan energie en
grondstoffen is erkend en tot uitdrukking
komt in de mate waarin bepaalde materia
len voor de bouw beschikbaar zijn, gaat
het boekje „Wonen met de wereld” van de
werkgroep „Over-Leven”. Het is een ver
slag van een onderzoek, verricht aan de
Academie van Bouwkunst te Rotterdam in
samenwerking met de Erasmus-universi-
teit te Rotterdam en een aantal derdejaars
LEOPOLD - DEN HAAG
Een verzameling verhalen van Yvonne
Keuls, die zij wekelijks heeft gepubliceerd
In de afgelopen vijftien jaar heeft de
„officiële" mening over homoseksualiteit,
zoals een ieder eigenlijk wel bekend moet
zijn, een draai van zo’n 180 graden ge
maakt. Veronderstelde de medische stand
tot diep in de jaren zestig nog dat homo
seksualiteit een psychische afwijking was
die te „genezen" zou zijn, nadien is er een
kentering opgetreden die, wat de Verenig
de Staten betreft, in 1973 culmineerde in
een besluit van het Amerikaanse genoot
schap van psychiaters om homoseksuali
teit niet langer als een „ziekte” te be
schouwen.
HOLLANDIA B.V. - BAARN
Het achtentwintigste deel van „Juliana Re
gina 1976”, het jaarlijks fotoboek, dat een
overzicht geeft van de gebeurtenissen
rond het koninklijk huis in het afgelopen
jaar. Het jaarlijks verschijnen van deze
Oranje-uitgave maakt haar van histori
sche waarde.
A. W. BRUNA ZOONS - UTRECHT
Sarah Ferguson: „Wachter in mij”, een
verhaal over eenzaamheid en vervreem
ding, maar ook van de kracht en de moed
de strijd daartegen aan te binden op zoek
naar een lichtpunt en een nieuw leven.
Las Gustafsson: „Het eigenlijke relaas
over de heer Arenander”, min of meer een
autobiografisch verhaal van de schrijver,
die altijd weer bezig is met en zoekende
naar „de zin van het leven”, het eeuwige
onoplosbare raadsel.
reeds genoemde begrensde mogelijkhe
den. Een verrassende uitkomst was overi
gens, dat de Surinaamse paalwoning om
gerekend naar het Nederlandse prijsni
veau per vierkante meter duurder bleek te
zijn, dan de Nederlandse woning.
Het boekje eindigt met een aantal ont
werpen binnen de grenzen, die door de
schaarste aan grondstoffen en energie en
een rechtvaardiger verdeling van de wel
vaart moesten worden gesteld. Het zijn een
rijtjeshuis in een westerse stedelijke omge
ving, een meer-familie-woning in West-
Afrika en een vrijstaande woning op een
eigen verzorgingsgebied. De woningen zijn
ontworpen voor de situatie, die de ontwer
pers in het jaar 2020 hopen aan te treffen.
Jammer is, dat in het boekje deze
woningontwerpen worden uitgewerkt,
zonder een standpuntbepaling over de ste-
debouwkundige structuren. Want even
zeer als men een woningontwerp aan
maatschappelijk aanvaardbare grenzen
(schaarste, rechtvaardige verdeling, etc.)
kan binden, zijn er ook dergelijke grenzen
aan stedebouw te stellen. Het pleidooi voor
genoemde vrijstaande woning op eigen
verzorgingsgebied, de „stulp”, naar het
model van de Westfriese stulpboerderij,
dat als laatste ontwerp in het boekje is
opgenomen, is zo volstrekt onvoldoende
onderbouwd gebleven. Het pleidooi voor
de „stulp” komt voort uit een vaag nega
tieve waardering van de grote stad („ver
eenzaming, verslaving, toenemende agres-
sie en criminaliteit, verlies aan identiteit,
verslechtering van de intermenselijke re
laties en vervreemding van de natuurlijke
omgeving”). Het alternatief voor al deze
slechtigheid is dan de „stulp”, met een
grote lap grond rondom, waar iedereen z’n
eigen onbespoten sla kan kweken.
Een afweging van de ne, tieve kanten
van de grote stad tegen de pc tieve kanten
heeft in het boekje niet plaatsgevonden.
Met evenveel gemak kan men ook posi
tieve kanten van de stad opsommen gezel
ligheid, herbergzaamheid, beschutting,
culturele uitwisseling, minder inteelt, gro
tere vrijheid en geen knellende sociale
controle, tolerantie jegens lieden met af
wijkend gedrag, meer en betere voor
zieningen, etc.).
Men stelle zich echter eens een land vol
Al met al fraaie public relations voor de
Amerikaanse homo-emancipatiebewe
ging: het schoolvoorbeeld van hoe homo
seksualiteit door familie en vrienden geac
cepteerd zou moeten worden. Het boek
kan voor een Amerikaans damesblad ei
genlijk best worden omgewerkt tot een
twaalf afleveringen tellend vervolgverhaal
met een „happy ending”.
HOLLANDIA - BAARN
Het Wel en Wee van een hazenfamilie is
door Felix Salten verwoord in het boek
„Vijftien Hazen”. Lezers, die houden van
de boeken als: „Waterschapsheuvel”, „Jo
nathan Livingstone, Zeemeeuw”, „Tolkien
met zijn Hobbits en zijn Ring”, „Alice in
Wonderland”, zullen ongetwijfeld ook ge
boeid worden door dit „menselijke”
dierenverhaal uit het bos en de velden.
Vertaling door mevrouw H. C. E. de Wit-
Boonaccker; de 66 kostelijke pentekenin
getjes van Hans Bertle zorgen voor een
passende illustratie.
Een milieu-bezwaar van nog ernstiger
omvang is echter, dat een bebouwing met
stulpen een bebouwing in dunne spreiding
betekent. Openbaar vervoer kan in zo’n
situatie niet doelmatig functioneren. Dus
roept een dergelijke dunne bebouwing (het
boekje noemt een bruto-bebouwingsdicht-
heid van 14,3 woningen per hectare) ener
gieverslindende stromen privéverkeer op,
tenzij men dat verbiedt. Iedereen zou dan
weer kleinschalig en ambachtelijk voor
zichzelf moeten gaan boeren.
Zijn de consequenties daarvan door
dacht? Heeft men overwogen, dat cultu
reel en sociaal verval het gevolg kan zijn;
dat men terecht komt in een boerensamen-
levingspatroon, dat ongetwijfeld goede
kanten heeft maar ook veel tekortkomin
gen? Is een milieuvriendelijke, zuinige en
rechtvaardige samenleving op mondiaal
niveau mogelijk zonder enige industrie en
wetenschap? Zijn industrie en wetenschap
mogelijk zonder steden? En zo nee, hoe is
een stad (afgezien van de gebouwen afzon
derlijk) dan zo milieuvriendelijk mogelijk
en zo min mogelijk energieverspillend te
bouwen? Het boekje „Wonen met de we
reld” geeft er allemaal geen antwoord op,
snijdt zelfs de discussie niet aan. Het blijft
daardoor wat vrijblijvend en draagt niet
bij tot een oplossing van de ernstige mi
lieuproblematiek van de Randstad en an
dere stedelijke gebieden ter wereld.
„Wonen met de wereld” is ondanks deze
tekortkoming de moeite waard om te le
zen. Het is degelijk gedocumenteerd en
goed leesbaar geschreven. De problemen
en bedreigingen van onze samenlevingsor-
dening worden indringend op een rijtje
gezet en roepen een beklemmende sfeer
op. Het is geen vrolijk boekje maar het zou
eigenlijk door zoveel mogelijk mensen ge
lezen moeten worden. Als elke lezer er
voor zijn eigen consumptiepatroon conclu
sies uit zou trekken, dan was er al iets
gewonnen in onze strijd om te overleven.
„Wonen met de wereld” is ’n Aula-pocket.
Het boekje kost 9,50.
RIEN POLDERMAN
Onder de titel „Groeiend begrip” is on
langs bij Hollandia in Baam de Neder
landse vertaling verschenen van Laura
Hobson’s roman „Consenting adult”. Dit
boek behandelt onder andere de ontwikke
ling die een Amerikaanse jongeman door
maakt vanaf het moment dat hij in 1961 op
17-jarige leeftijd tegenover zijn moeder
bekent homoseksueel te zijn tot 1973 wan
neer hij de man van wie hij houdt aan zijn
familie voorstelt. Deze jongeman is echter
iHHHiiiiimiiiiitiiiimiimiiiiiiiiimiiiiiiiiiimiiiiimiiiiimiimiiiiiniiiiiiiiiimiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiim^
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimmiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiim
Voorbeeld van woningbouw in Zoetermeer
waarbij de huizen beschikken over een
installatie voor zonenergie.
„stulpen” voor. Dat zal een weinig fraai
gezicht zijn waarschijnlijk, ook al zijn die
stulpen milieuvriendelijk gedekt met een
rieten kap. Van het open Hollandse land-
schap (net zo goed een waarde als de
natuur of stedeschoon) blijft dan waar
schijnlijk weinig over.
heid. Niet alleen wat de werderzijdse
zieltjes betreft. (Want dat is een geliefd
onderwerp in het kinderboek: begrip voor
elkaar.) Maar vooral wat de gewone om
gangstaal aangaat. Neem alleen ons land
maar. Het kind dat b.v. van het westen
naar het noorden, oosten of zuiden ver
huist, valt alleen al, omdat ze „daar niet
gewoon praten” de eerste tijd uit de boot.
De jongen Alfred, die mei zijn ouders
naar de Achterhoek verhuist vanuit de
Randstad, mist niet alleen de aansluiting
mët zijn klasgenoten en de buren, maar hij
begint door te krijgen dat zijn eigen ouders
ook een taal hanteren die hem buitensluit.
Waarom zit moeder altijd alleen? Waarom
komt vader nooit opdagen? En als ie komt
laat ie duidelijk merken dat een vrouw en
een kind hem teveel last op z’n nek zijn,
maar scheiden kost geld en de abortus van
zijn vriendin ook.
Woorden en begrippen die kinderen on-
00 82,01
00 39,5(
00 121.04
50 53,34
60 136,8(
60 1.64
,50 172,04
,50 41,54
,00 7.04
,50 100,04
.90 36.14
,00 69,04
,00 127,04
,50 60,04
,80 ---•
,50
,50
.60
,90
fondse-
2,93 2,1
3,13 3,1
5,70 5,1
2,82 2*
6.17 6,1
toteerd
studenten van het Nationaal Hoger Insti
tuut voor Bouwkunsten en Stedebouw te
Antwerpen.
In het boekje wordt uiteengezet aan wel
ke beperkingen de woningbouw onder
worpen zal zijn in de situatie, waarin dw
welvaart in de wereld rechtvaardiger zal
zijn verdeeld, waarin de groei van de we
reldbevolking zal zijn beteugeld, waarin
alle mensen voldoende te eten zuilen heb
ben, waarin het milieu bescherming ge
niet, en waarin zuinig wordt omgegaan
met energie en grondstoffen. Het bevat
een overzicht van bouwmaterialen, ge
rangschikt naar schaarste en de hoeveel
heid energie, die nodig is om die material
len te verkrijgen en in de bouw toepasbaar
te maken. Er blijkt onder meer uit, dat we
in de toekomst in de bouw slechts zeer
zuinig gebruik zullen mogen maken van
staal, aluminium en koper, omdat er wei-
nig van voorhanden is of omdat de win-
ning en bewerking er van te veel energie
kost. Daarentegen zal veel moeten worden
gebouwd met natuurlijke materialen als
hout en steen. Steen, omdat daarvan in
heel de wereld genoeg is, en hout, omdat
daarvan de voorraad door gratis energie
(van de zon) steeds wordt aangevuld.
Bij wijze van proef zijn de bouwproces
sen van een Surinaamse paalwoning, een
ontwikkelingshulp-woning in Ghana en
een huis in Nederland onderzocht en met
elkaar vergeleken. Daaruit bleek, dat het
bouwproces voldoende in cijfer-eenheden
is te ontleden, dat per woning de hoeveel
heid arbeid, materiaal en energie is te
bepalen. Met deze gegevens kon men aan
de slag, om zowel voor de ontwikkelings
landen als de rijken landen een zo geschikt
mogelijke woning te ontwerpen, binnen de
73,64
56,04
50.51
39,74
75,24
,00a 155,54
1,50 120,54
1,60 107,21'
1,80 29,21
,80 131,04
.10 81,74
1,00 166.04
i,50
4,10
1,10
1,00
1,00
>,00
>,50
1,70
1,00
>,00d 58,8
1,20
3,20
1,60
5.50
0,70
1,50
2,10
3.50
6.50 146,4
9.00 148,4-
8,90 70,4
1,00 211,8
47.80 68,4
>5,80 56J
®,00 165,4
6,00 76.1
12.80 32;
4,70c 146,1
>3,60 85,1
17,60 88.
>8.00 68,i
12,80 33J
>6,30 106,
>3,00 103,
B,00 65,
>7,00 67,
10.00c 216,1
>5,40 35,
12,00 114;
32,30 122;
18,00 121;
>6,50 67,
>7,00t. 46;
17.50 47.
>1,00 262;
-- 525;
17,b<J 149,
30.5'0 101,
24,0 0 425,
i