Brinkhof met brons opvallend SLECHTS TWEE NEDERLANDERS BEREIKTEN FINISH Nederlanders Amateurploeg in problemen viel tegen Pech Belgen „Tegenvaller” Demarrage Pech Twee lekke banden Ml 15 SPORT SEPTEMBER 19 7 7 AANDAG 5 door W K. wielrennen in Venezuela ra* ■K» Italianen machtig blok Kuiper Mini Brinkhof: derde D - Peter Heerkens Van Francesco Moser is bekend dat hij (Van onze speciale verslaggever) Dat Mini Brinkhof (24) in San Cristobal De Italiaan Claudio Corti gaat als winnaar over de eindstreep bij de amateurs. 7 7”: 9 nen- jrve- SAN CRISTOBAL. De lires zijn weer met miljoenen tegelijk rondgevlogen in het Italiaanse wielerkamp. Dat is altijd zo wanneer er uit die ploeg een wereld kampioen bij de profs komt. In San Cris tobal zorgde Francesco Moser (26 jaar oud) voor die vreugde en zijn prestatie leverde de knechten, van wie Hennie Kui per (met een viede plaats net niet op het erepodium) zei dat ze zo'n machtig blok vormden, 30 miljoen lires op, wat neer komt op 100.000 Nederlandse guldens. De helft daarvan betaalt de Italiaanse bond, de overige 15 miljoen zo luidde de afspraak levert de winnaar. Het rendement moet dus op langere ter mijn blijken en in een dergelijk beleid SAN CRISTOBAL. Bij het opmaken van de balans van de Nederlandse amateurs, die in de wegwedstrijden van het wereldkampioenschap wielrennen startten, liet de uitslag geen twijfel: zwaar teleurstellend. Een 17de plaats in de ploegentijdrit en slechts twee finishers Arie Hassink 29ste op 2.30 en Theo de Rooy 62ste op 9.16) in de individuele wedstrijd, waaruit de jonge Italiaan Claudio Corti als winnaar kwam. Het waren resultaten, die Joop Middelink en zijn renners na een verblijf van twee en een halve week in San Christobal als een mislukte ploeg huiswaarts deden keren. Met het uitvallen van deze twee werd het zuinigheidsbeleid van de Belgische wieler bond weer actueel. Eerder viel de BWB op door geen damesploeg af te vaardigen, dit keer kwam aan het licht dat met de prof- ploeg geen reserve meekwam. Als goed koopste oplossing trof men een regeling met Dirk Baert, die op de weg niet tot de beteren behoort, maar aan wie de BWB uit pure nood vroeg na het baankampioen- schap (waaraan hij deelnam op de achter volging) een paar dagen langer te blijven. Voor Michel Pollentier betekende zijn sleutelbeenbreuk een vertrouwde blessu re. Het was namelijk de derde keer dat hij zijn rechtersleutelbeen brak, terwijl dat aan de linkerkant twee keer gebeurde. De Belgische officials vonden het echter niet nodig om Baert uit zijn kale flat in het grote wielerdorp te halen en hem toe te voegen aan de wegploeg, die in een schitte rend hotel logeerde. Zodoende miste Baert alle contacten met zijn landgenoten en trainde hij wat op eigen gelegenheid, bo vendien met onvoldoende materiaal, om dat zijn grootste voorraad uit baanspullen bestond. „Zo’n situatie,” mopperde de Belgische ploegleider Lomme Driessens, „heb ik van m’n leven nog niet meegemaakt. Schande is het.” Aanvankelijk had Dirk Baert grote bedenkingen tegen het invallen. In een gesprek met de Belgische officials veran derde Baert echter van standpunt en ging hij van start. Dat het optreden in de individuele weg wedstrijd zo’n afgang opleverde kon voor een deel worden verklaard door domme pech. Het andere part: de angst voor het zware parcours die groter bleek dan de vechtlust om tot op de bodem te gaan wanneer dat door tegenslag nodig was. Ofschoon het zwaar golvende circuit de kans op herstel zeer beperkte, zagen Henk Mutsaars, Leo van Vliet en Piet Kuys geen kans om te imponeren met een ach tervolging waaruit een mentaliteit van onverzettelijkheid sprak. „Als je hier een maal achter lag”, zei Piet Kuys, „was er geen redden meer aan”. Theo de Rooy bewees het tegendeel van deze uitspraak. dient men een falend optreden in te calcu leren. Dat neemt niet weg dat de klap gemeen hard aankwam en Middelink tot diep nadenken moet stemmen. Bovendien hoort de kredietverlening van deze veront schuldiging bij de wereldkampioenschap pen van volgend jaar voor het grootste deel te eindigen. Vijftien kilometer voor het einde stapte ook Bert Oosterbosch af. Hij vormde het bewijs van de tol, die jeugdige overmoed eist. „Misschien heb ik gek gedaan door zo hard op kop te fietsen”, mijmerde de al te ijverige Brabander, die na 75 kilometer wedstrijd achter de gedemarreerde Belg Fons de Wolf was aangegaan. Met de Ve nezolaan Nicolas Reidtler bereikte Ooster bosch de koploper, maar een kilometer of veertig verder moest hij uit de wielen. Oosterbosch! „Ik snapte er niets van. In eens kwam ik er helemaal door te zitten. Wat een afknapper.Terwijl ik tevoren zo goed reed”. Als bewijs van zijn mening dat hij sterk draaide, droeg Oosterbosch een poging tot omkoperij door Fons de Wolf aan. „Hij vroeg me of ik mijn kansen wilde verkopen. Ik heb hem gezegd dat ik daar niet over piekerde. Dat hij bij me kwam vond ik toch wel een teken dat ik goed reed. Anders vraagt zo’n jongen zoiets niet aan je. De weigering van Bert Oosterbosch was niet de enige tegenvaller die de talentvolle Belg (hij tekende al een profcontract bij de ploeg van Frans Verbeeck) moest incasse ren. Een lekke band wierp hem terug in het peloton, waaruit vervolgens zijn land genoot Guido van Calster sprong. Op dat moment viel de grote slag: een kopgroep van 22 (met nog ongeveer 25 kilometer koers) waarin de twee overgebleven Ne derlanders ontbraken. Behalve dat hij de beslissende ontsnap ping miste, kreeg Theo de Rooy in de laatste ronde nog twee lekke banden die zijn achterstand een aanzien gaven dat niet in overeenstemming was met zijn prestatie. Opnieuw namelijk toonde Theo de Rooy een grote vechtersmentaliteit toen hij in de eerste ronde een lekke band kreeg. Hij kwam tot 200 meter terug bij de grote groep, werd in een klimmetje verder ge lost, kwam daarna in het peloton terug en ging op een vlak stuk andermaal uit de wielen waarna hij zich definitief herstelde. Tot in de finale de pech weer toesloeg. Theo de Rooy: „Dat ik niet aansloot toen Van Calster een kopgroep forceerde, kwam door mijn inspanningen van het begin. Ik moest veel te veel geven om terug te komen.” Voor Theo de Rooy uit reed Claudio Corti (21 jaar en afkomstig uit de streek - Bergamo - van Felice Gimondi) naar een gouden medaille. Corti - vierdejaars amateur, dit seizoen winnaar van de Ronde van Italië - sprong in de laatste vijf kilometer uit de kop groep en kreeg de Rus Serguei Morozov aan zijn wiel die hij op de streep vlot klopte. Zijn triomf leverde de ploeg een bondspremie van 7500 op en zal onge twijfeld bijdragen tot een vet contract een uitstekende eindsprint heeft, zodat de vraag restte waarom Didi Thurau geen poging ondernam om zijn rivaal los te rijden. Daar immers lag zijn grootste kans. Thurau: „Even speelde ik met de gedachte om het op die manier te probe ren, maar ik ging twijfelen en dat is in een dergelijke finale fataal. Dat ik het niet echt probeerde om hem uit het wiel te rijden vind ik nu ik er op terugkijk een fout van me. De laatste kilometer ben ik geen meter aan de leiding gegaan, maar ik had het beter wèl kunnen doen. Mis schien gokte ik nog iets te veel op de wind, waarvan ik dacht dat die in m’n voordeel zou zijn in de eindsprint.” Dat Francesco Moser, na eenmaal ont snapt te zijn, slechts één directe tegenstan der trof in de finale, dankte hij aan zijn ploegmaats, de routiniers Gimondi en Bi- Want ondanks de omstandigheden van tegenslag constateerde Middelink in een objectieve beschouwing over de tekortko mingen (kracht en strijdlust) zeer terecht: „We zitten in een impasse. Maar dat wist ik, vandaar die pogingen om met een jong Oranjeteam wat op te bouwen. Theo de Rooy en Bert Oosterbosch zijn in dat opzicht lichtpunten gebleken”. En ook dat was waar. Zoetemelk: „Ik heb verschillende aan biedingen, die ik de komende weken eens rustig wil bestuderen”. Leo van Vliet: „Zo lang dat niet gebeurd is, ga ik niet over. Ik kan moeilijk nu tekenen, en na een paar weken weer een andere trui aantrekken.” tossi, en het voortreffelijke werk van Saro- ni, de revelatie van de Italiaanse wieler sport. „Wat zij opknapten”, sprak Hennie Kuiper vol bewondering, „valt niet te om schrijven. Ze grendelden alles af.” Kuiper ondervond die kracht en macht bij het ingaan van het beslissende stadium in het wereldkampioenschap, ongeveer 30 a 40 kilometer voor het einde. Op dat moment zaten alle Nederlandse knechten, met uitzondering van Bert Pronk, al aan de kant, en reed van de vier kopmannen alleen Joop Zoetemelk in de grote groep. Jan Raas stapte af na een solo, die werd onderbroken door een lekke band en Ger- rie Knetemann kreeg een geweldige inzin king. Ondanks gebrek aan steun reed Kui per een opvallende finale door steeds mee te gaan bij de kleine ontsnappingen, die vooral door de Italianen werden gecontro leerd. Daarbij wist Kuiper zich verzekerd van de hulp van Joop Zoetemelk. Kuiper: „We spraken tevoren af dat we eerlijk tegenover elkaar zouden zeggen wanneer we ons niet sterk genoeg voelden voor een goede finale. Op een gegeven moment kwam Joop me vertellen dat hij zijn kansen opgaf, omdat hij voelde dat hij de goede vorm miste.” Het sterke rijden van Kuiper manifes teerde zich met zijn aanwezigheid in talrij ke kopgroepjes, maar op het beslissende moment ontbrak hij. Zijn uitleg over dat achterblijven: „Je kunt nu eenmaal niet op elke demarrage reageren. Toen Moser, Thurau en Bitossi sprongen, bleef ik even zitten om te wachten op de Belgen, die allemaal sterk reden, en de Fransen, die Hinault naar voren moesten rijden. Maar ze kwamen niet, zo sterk sloten de Italia nen de groep af.” Van de met een knechtenrol vertrokken renners haalde alleen Bert Pronk de fina le, waarin hij Hennie Kuiper echter niet van dienst kon zijn door zijn overeen komst met zijn kopman van zijn merken ploeg, Didi Thurau, wiens belangen hij niet zou schaden. De overigen stapten in de tweede helft van de race af, met Cees Bal - die in dienst van Merckx rijdt - als eerste. Bal: „Merckx gaf me opdracht mijn werk vooral in de eerste honderd kilome ter te doen. Ik moest hem uit de wind zetten en het tempo op kop hoog zien te houden, zodat er niemand kon ontsnap pen. Toen ik dat erop had zitten, was ik bek-af”. De daarmee gemoeide inspanningen en de noodzaak om terug te vechten na het oplopen van een lekke band werden de Zeeuw (wiens maximale voorsprong 45 seconden bedroeg) echter fataal. Kort na hem liet de tweede kopman het afweten. Gerrie Knetemann: „Geen enkel excuus. Ik reed gewoon slecht. Dat ik twee lekke banden kreeg, wil ik niet als verontschul diging aanvoeren, want Merckx en Maer tens vielen ook plat. Maar ze kwamen goed terug. Die vermoeidheid na de inspanningen voor de kopmannen voerden alle overige Nederlandse renners ook aan als verkla ring voor hun massale opgave. Aad van den Hoek: „ik ben total loss, na wat ik heb moeten doen”. En Fedor den Hertog: „De regen nekte me. Zodoende reed ik veel van achter. Maar ik heb toch wel wat voor de ploeg kunnen doen”. Cees Priem hield het 160 kilometer vol, na welke afstand hij zich aansloot bij het koor van zijn ploegmaat^: „Op dit par cours knapte je als knecht af”. Henk Lubberding schatte het aantal ke ren dat hij een van de kopmannen moest opwachten en naar het peloton terugbren gen op ten minste acht. Lubberding: „Al leen al met Kuiper greep ik een stuk of drie achtervolgingen. Ik deed zoveel ik kon. En op een gegeven moment is je rol dan uitgespeeld. Zo gaat dat...” Schipper hield het het langst vol: tot 50 kilometer voor het einde. „Toen”, zei Schipper, „viel ik ineens stil. Ik kwam geen meter meer vooruit”. tiers: irag: irijs: —FC i 1-0, agles Feye. AZ. 8; 2. laid a) 6; aten W) 2 1—5 1—8 >—10 1—7 7 r—6 9 1—7 >—12 1-10 1—6 1—17 i—ll >-22 1—16 FC am— •—FC Roda recht, (Van onze speciale verslaggever) SAN CRISTOBAL Een dag voor de kampioenswedstrijd raakte Freddy Maer tens zijn belangrijkste knecht kwijt. Tij dens de training reed Michel Pollentier in een put, sloeg over de kop en brak zijn rechtersleutelbeen. Hij was niet de enige uitvaller in het Belgische team, want enke le Uren voordat Pollentier in het zieken huis terechtkwam had oud Tourwinnaar Lucien van Impe zich met een zware angi na moeten afmelden. 1—1 3—5 8— 2 9— 3 9—3 J het i tot arde zijn loel- ioor een elde bij de beste drie kwam dankte ze naast I Voor Leo van Vliet is dat een behoorlijke tegenvaller („Ik had me er helemaal op ingesteld”), omdat Joop Middelink inmid dels zijn ploeg voor de kleine Tour defini tief bekendmaakte. Van Vliet: „Anders zou ik die ronde graag gereden hebben.” Piet Kuys gaf het na 55 kilometer op toen hij lek reed na door een valpartij een minuut achterstand te hebben opgelopen. Leo van Vliet was op dat moment al uit de race. Hij behoorde tot de grote Nederland se favorieten, maar staakte de strijd na 35 kilometer. Een lekke band en een blokka de op de weg door gevallen renners, ble ken voor hem teveel. Henk Mutsaars arri veerde vroegtijdig bij de pits met een shirt en een broek, waarop dikke lagen stof getuigden van een smak in de berm. Het initiatief Mini Brinkhof te lanceren kwam echter iets te vroeg. Brinkhof: „Connie Carpenter profiteerde ervan door snel over te nemen”. Riemersma: „In dat soort situaties ben ik nou eenmaal een zenuwpees. Ik dacht: laat ik maar wat doen voor een ander het probeert en wij te laat zijn”. In het spoor van de fel reageren de Amerikaanse stormde Mini Brinkhof pal voor de kopgroep (ruim tien dames die na 35 kilometer de leiding hadden geno men) naar de derde plaats. dat Corti voor volgend jaar als beroeps renner wil sluiten. De voprsprong van Corti op het restant van de Nederlandse ploeg bestond uit 2,5 minuut (Hassink) en 9 minuten (De Rooy), bij welk totaal resultaat bondscoach Joop Middelink heel wat eerlijkheid wist op te brengen. Uitslag 1. Claudio Corti (Ita) 170 km in 4 uur 21 min en 15 sec., 2. Sergei Morozov (Sov) z,t., 3. Salvatore Maccali (Ita) op 6 sec., 4. Harry Han- nus (Fin) op 15 sec 5. Alfons de Wolf (Bel) op 20 sec., 29 Hassink (Ned) op 2.30., 62. De Rooy (Ned) op 9.16. Voor de teleurstelling in La Fria waar de viermansploeg faalde, past geen enkel ex cuus - de beroerde omstandigheden golden immers voor alle deelnemende teams - hooguit de aantekening dat joop Midde link een experimenteel team inzette. „Het oog gericht op de Olympische Spelen van Moskou”, heette de stelling van de bonds coach die rond de jongeren Theo de Rooy en Bert Oosterbosch de ploeg wil uit bouwen. Uitslag 1. Josiane Bost (Fra) de 49,5 km in 1 uur, 22 minuten en 41 seconden (gemiddelde snelheid 36,58 km/uur), 2. Conny Carpenter (Vst) op 148,3. Mini Brinkhof (Ned), 4. Karen Strong (Can), 5. Tineke Fopma (Ned), 6. Marian Bik (Ned), 7. Anne Riemersma (Ned), allen zt. 23. Marijke Lagerhof (Ned) op 10.19 Arie Hassink heeft de uitnodiging voor de Ronde van de Toekomst naast zich neer moeten leggen. Zijn werkzaamheden staan hem niet toe in september nog eens twee weken naar Frankrijk te gaan. Thurau: „Ik reed uit alle macht weg, maar Moser kwam zo verschrikkelijk sterk te rug dat ik geen schijn van kans kreeg om een solo te maken.” Helemaal achteraf, vond Didi Thurau nog een verklaring bij het maken van zijn reconstructie van die verloren finale, waarin Moser de kop nam en hij tot een halve fietslengte wist te naderen, maar zich toen definitief verloren Wist. Over dat moment zei Thurau: „Moser had een zwaardere versnelling staan dan ik, de 55- 14. Omdat de eindstreep wat berg-op lag, nam ik de 55-15”. „Ik kreeg iets te laat in de gaten hoe hij het aanpakte, ik wilde terugschakelen en toen zat ik eigenlijk al in een geklopte positie. Moser had tien meter, dat was te veel.” In de poging wat goed te maken, pro- beerde Tineke Fopma de krachten te bun delen. „Ik zei tegen de andere Nederlandse meisjes: laten we samenwerken om haar terug te halen, maar het leek wel of ik Chinees sprak. Niemand reageerde”. Ma rian Bik daarover: „Het was inderdaad de bedoeling om gezamenlijk wat te onderne men, maar het kwam er niet van. Waarom, dat weet ik echt niet Het afstappen van Jan Raas was het directe gevolg /an zware inspanningen tijdens een solo, die ruim vijftig km duur de en waaraan een lekke band een einde maakte. De ontsnappingspoging ontstond door toedoen van Hennie Kuiper en Gerrie Knetemann, die met elkaar overlegden op een moment van rust in het peloton. Knete mann: „We stelden voor om iets te gaan ondernemen, waarop Raas reageerde met: ik wil het wel proberen met een demar rage”. Iers: Irag: >rijs: ijfde je tal Kort achter haar legde Tineke Fopma beslag op de vijfde plaats. Zij voelde zich persoonlijk verantwoordelijk voor de einduitslag, die Josiane Bost een 21-jarige Franse mijnwerkersdochter met de res pectabele erelijst van 140 overwinningen) als wereldkampioene opleverde. Fopma: „Ik demarreerde om te zien hoe sterk ik was en om de anderen te testen. Terwijl ik over mijn linkerschouder achterom keek, kwam Bost ineens rechts van me voorbij suizen. Op dat moment reed ik een te grote versnelling om meteen te kunnen reage ren. Ik voel het daarom wel een beetje als mijn schuld dat de koers zo afliep Arie Hassink over zijn misser: „Ik reed makkelijk, tot een ronde of drie voor het einde. Toen kreeg ik de grote weerslag van het werk dat ik deed om het peloton af te remmen, omdat Bert Oosterbosch in de kopgroep zat. Ik was total loss. Bovendien: veel ploegen, zoals de Belgen, de Polen en de Russen, zaten nog met een man of vijf- zes in de groep en daar konden Theo de Rooy en ik natuurlijk weinig tegen be ginnen”. (Van onze speciale verslaggever) SAN CRISTOBAL. Van de vier Ne derlandse kopmannen in het wereldkam pioenschap voor de profs bleken er slechts twee bestand tegen de zware opga ve: Hennie Kuiper en Joop Zoetemelk. Voor Jan Raas eindigde de koers na 172 km en Gerrie Knetemann staakte de strijd tien kilometer verder. Met die rugdekking plus het feit dat Thurau zijn reserves ai had moeten aan spreken, kwamen de kansen van Moser er uitstekend voor te staan. Het bewijs van de totale overgave leverde de regerende wereldkampioen Freddy Maertens door af te stappen. Uitslag. 1. Moser (Ita.) 255 km in 6 uur, 36 min. en 24 sec., 2. Thurau (Wdl.) z.t., 3. Bitossi (Ita.) op j.19, 4. Kuiper (Ned.) 1,19, 5. Perurena (Spa.) op 1,35, 6. Chalmel (Fra.) op 1.39, 7. Esclassan (Fra.) op 1.41, 8. Hinault (Fra.) op 1.41, 9. Saroni (Ita.) op 1.41, 10. Godefroot (Belg.) op 1.41. 18. Bert Pronk (Ned.) op 2.03. Tineke Fopma: „Ze dachten natuurlijk allemaal aan hun eigen belangen Mini Brinkhof: „Ik wist van dat plan niets. Het is wel zo dat Tineke Fopma geweldig is gaan demarreren, maar het hielp weinig. Dat had ik al meteen door. Ik ken Bost uit een paar Franse koersen. Ze rijdt enorm goed bergop en heeft een sterke eindsprint. Toen ze wat seconden voorsprong nam, wist ik meteen dat we die niet meer te pakken zouden krijgen”. haar macht om in de finale een stevige kopgroep te bedwingen, aan een actie van Anne Riemersma. Op één kilometer voor de finish demarreerde Riemersma in een poging Mini Brinkhof te lanceren, „want voor mijn eigen kansen gaf ik geen cent”. Die berekening maakt Riemersma aan de hand van eerder geleverde inspanningen toen ze na gelost te zijn („Het ging slecht vanwege enorme buikpijn”) terug in de groep wist te komen. Een sterke prestatie, maar wel energie vretend. ft B waarmee het lot van een vedette weer eens benadrukt werd. Met het complete peloton in zijn wiel vlamde de jonge Duitser op het lastige parcours (twee zware klimmen, een van 2700 m en een van 1600 m), dat kletsnat was door een bijna onafgebroken regen bui, terug naar zijn concurrenten. En daar betaalde hij later zijn prijs voor. „Thurau”, zei Franceso Moser, die met hem en Franco Bitossi (later gelost, maar met een derde plaats toch nog op het erepodium) 20 km voor het einde ontsnap te, „was moe”. Onder de dichtgetrokken hemel, waaruit het water met bakken tege lijk naar beneden kwam, vochten de twee koplopers een harde strijd uit, waarbij Thurau een geweldige kans kreeg toen Moser van fiets moest wisselen. Een lekke band haalde de donkere Italiaan even uit zijn ritme, maar daarvan wist Thurau op 7 km van de finish niet te profiteren. I (Van onze speciale verslaggever) I SAN CRISTOBAL. De afwezigheid kan Keetie van Oosten-Hage heeft bij de poging om het erepodium te bereiken [een consequenties gehad voor de Neder- andse damesploeg in de wegwedstrijd SC pan het wereldkampioenschap. Drie jaar richter elkaar zorgde de talentvolle y 1.2 Zeeuwse voor een medaille en die conti- Hera- is bewaard gebleven door de uit Hij had zich met overmacht de sterkste getoond, Francesco Moser, die het in zijn carrière tot 60 overwinningen bij de be roepsrenners bracht, waaronder een nati onale titel op- de weg en het wereldkampi oenschap achtervolging 1976 op de baan van Monteroni. De enige, die hem kon volgen op zijn weg naar de wereldtitel was Dieter (Didi) Thurau geweest, sinds de laatste Tour de France het troetelkind van de Duitse wielersport, dat met hem na Rudi Altig eindelijk weer een echte vedette heeft. Maar Didi Thurau redde het niet. „Ik wist het, ik wist het”, sprak Francesco Moser zelfverzekerd. „Thurau heeft erg veel inspanning moeten doen om deze fi nale te halen. Een renner van zijn type rijdt zich daarop kapot.” „Ik heb inderdaad veel krachten ver speeld”, erkende Didi Thurau, die 30 km voor het einde de slag miste. Er ontstond toen een stevige kopgroep van twaalf met o.a. Kuiper, Moser, Maertens, Gimondi, Bitossi en Godefroot. Thurau moest een geweldige achtervolging rijden om het gat te .dichten. „Niemand deed wat”, om schreef hij zijn positie» van dat moment, De huldiging van de profs in de stromende regen. Links Thurau, die tweede werd, in het midden winnaar Moser en rechts Bitossi, die het brons opeiste. (Van onze speciale verslaggever) SAN CRISTOBAL. Top-amateur Leo van Vliet heeft zijn voornemen om dit jaar nog beroepsrenner te worden, nage noeg opgegeven. Hij is bij het maken van die stap naar de profs afhankelijk van Joop Zoetemelk, in wiens dienst hij gaat rijden, maar het staat nog niet vast of Zoetemelk zijn huidige contract zal ver lengen. j FC Gelderland (Zevenaar) afkomstige Friese ■éren- Heerenveen) huismoeder Mini Brinkhof. Ze haalde, na 49,5 kilometer zware koers, pen bronzen plak achter de winnende Fran^aise Josiane Bost en de Amerikaan se Connie Carpenter. Met voorts een vijfde (Tineke Fopma), kesde (Marian Bik) en zevende (Anne Riemersma) plaats kwamen de Nederland se dames uitstekend voor de dag. Alleen 7g Marijke Lagerlof bleef ver achter ze 5g werd op tien minuten gereden maar 79 Idaar verbaasden zich weinigen over, ge- 7npien de enorme tafelactiviteiten van de j9 (Rotterdamse, die in San Cristobal een kilo 47 pf vijf zwaarder werd. g[o Met het bereiken van de derde plaats 7jJeverde Mini Brinkhof een opvallende 4g prestatie gezien haar mindere mogelijkhe- g9 den in de laatste jaren om te wielrennen. 5lOPoor privé-omstandigheden (o.a. de ge- 5igboorte van haar nu drie jaar oude zoon) 11 ([koerste ze niet zo veel als ze eigenlijk Wilde. ners- raaf- Haar wielerkwaliteiteri waren intussen PEC,iai bewezen: zilver op het wereldkampioen- ortu-.schap sprint van 1972, twee keer nationaal Hel-ikampioene sprint, een zilveren en bronzen osch-|medaille op de Nederlandse kampioen schappen op de weg en drie keer derde in „hm het nationaal achtervolgingskampioen- schap.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1977 | | pagina 15