Brinkhof
met brons
opvallend
SLECHTS TWEE NEDERLANDERS BEREIKTEN FINISH
Nederlanders
Amateurploeg
in problemen
viel tegen
Pech Belgen
„Tegenvaller”
Demarrage
Pech
Twee lekke banden
Ml
15
SPORT
SEPTEMBER
19 7 7
AANDAG 5
door
W K. wielrennen
in Venezuela
ra*
■K»
Italianen machtig blok
Kuiper
Mini Brinkhof: derde
D
-
Peter Heerkens
Van Francesco Moser is bekend dat hij
(Van onze speciale verslaggever)
Dat Mini Brinkhof (24) in San Cristobal
De Italiaan Claudio Corti gaat als winnaar over de eindstreep bij de amateurs.
7
7”: 9
nen-
jrve-
SAN CRISTOBAL. De lires zijn weer
met miljoenen tegelijk rondgevlogen in
het Italiaanse wielerkamp. Dat is altijd
zo wanneer er uit die ploeg een wereld
kampioen bij de profs komt. In San Cris
tobal zorgde Francesco Moser (26 jaar
oud) voor die vreugde en zijn prestatie
leverde de knechten, van wie Hennie Kui
per (met een viede plaats net niet op het
erepodium) zei dat ze zo'n machtig blok
vormden, 30 miljoen lires op, wat neer
komt op 100.000 Nederlandse guldens. De
helft daarvan betaalt de Italiaanse bond,
de overige 15 miljoen zo luidde de
afspraak levert de winnaar.
Het rendement moet dus op langere ter
mijn blijken en in een dergelijk beleid
SAN CRISTOBAL. Bij het opmaken van de balans van de Nederlandse amateurs, die in de
wegwedstrijden van het wereldkampioenschap wielrennen startten, liet de uitslag geen twijfel: zwaar
teleurstellend. Een 17de plaats in de ploegentijdrit en slechts twee finishers Arie Hassink 29ste op 2.30 en
Theo de Rooy 62ste op 9.16) in de individuele wedstrijd, waaruit de jonge Italiaan Claudio Corti als winnaar
kwam. Het waren resultaten, die Joop Middelink en zijn renners na een verblijf van twee en een halve week
in San Christobal als een mislukte ploeg huiswaarts deden keren.
Met het uitvallen van deze twee werd het
zuinigheidsbeleid van de Belgische wieler
bond weer actueel. Eerder viel de BWB op
door geen damesploeg af te vaardigen, dit
keer kwam aan het licht dat met de prof-
ploeg geen reserve meekwam. Als goed
koopste oplossing trof men een regeling
met Dirk Baert, die op de weg niet tot de
beteren behoort, maar aan wie de BWB uit
pure nood vroeg na het baankampioen-
schap (waaraan hij deelnam op de achter
volging) een paar dagen langer te blijven.
Voor Michel Pollentier betekende zijn
sleutelbeenbreuk een vertrouwde blessu
re. Het was namelijk de derde keer dat hij
zijn rechtersleutelbeen brak, terwijl dat
aan de linkerkant twee keer gebeurde.
De Belgische officials vonden het echter
niet nodig om Baert uit zijn kale flat in het
grote wielerdorp te halen en hem toe te
voegen aan de wegploeg, die in een schitte
rend hotel logeerde. Zodoende miste Baert
alle contacten met zijn landgenoten en
trainde hij wat op eigen gelegenheid, bo
vendien met onvoldoende materiaal, om
dat zijn grootste voorraad uit baanspullen
bestond.
„Zo’n situatie,” mopperde de Belgische
ploegleider Lomme Driessens, „heb ik van
m’n leven nog niet meegemaakt. Schande
is het.” Aanvankelijk had Dirk Baert grote
bedenkingen tegen het invallen. In een
gesprek met de Belgische officials veran
derde Baert echter van standpunt en ging
hij van start.
Dat het optreden in de individuele weg
wedstrijd zo’n afgang opleverde kon voor
een deel worden verklaard door domme
pech. Het andere part: de angst voor het
zware parcours die groter bleek dan de
vechtlust om tot op de bodem te gaan
wanneer dat door tegenslag nodig was.
Ofschoon het zwaar golvende circuit de
kans op herstel zeer beperkte, zagen Henk
Mutsaars, Leo van Vliet en Piet Kuys
geen kans om te imponeren met een ach
tervolging waaruit een mentaliteit van
onverzettelijkheid sprak. „Als je hier een
maal achter lag”, zei Piet Kuys, „was er
geen redden meer aan”. Theo de Rooy
bewees het tegendeel van deze uitspraak.
dient men een falend optreden in te calcu
leren. Dat neemt niet weg dat de klap
gemeen hard aankwam en Middelink tot
diep nadenken moet stemmen. Bovendien
hoort de kredietverlening van deze veront
schuldiging bij de wereldkampioenschap
pen van volgend jaar voor het grootste
deel te eindigen.
Vijftien kilometer voor het einde stapte
ook Bert Oosterbosch af. Hij vormde het
bewijs van de tol, die jeugdige overmoed
eist. „Misschien heb ik gek gedaan door zo
hard op kop te fietsen”, mijmerde de al te
ijverige Brabander, die na 75 kilometer
wedstrijd achter de gedemarreerde Belg
Fons de Wolf was aangegaan. Met de Ve
nezolaan Nicolas Reidtler bereikte Ooster
bosch de koploper, maar een kilometer of
veertig verder moest hij uit de wielen.
Oosterbosch! „Ik snapte er niets van. In
eens kwam ik er helemaal door te zitten.
Wat een afknapper.Terwijl ik tevoren zo
goed reed”. Als bewijs van zijn mening dat
hij sterk draaide, droeg Oosterbosch een
poging tot omkoperij door Fons de Wolf
aan. „Hij vroeg me of ik mijn kansen wilde
verkopen. Ik heb hem gezegd dat ik daar
niet over piekerde. Dat hij bij me kwam
vond ik toch wel een teken dat ik goed
reed. Anders vraagt zo’n jongen zoiets niet
aan je.
De weigering van Bert Oosterbosch was
niet de enige tegenvaller die de talentvolle
Belg (hij tekende al een profcontract bij de
ploeg van Frans Verbeeck) moest incasse
ren. Een lekke band wierp hem terug in
het peloton, waaruit vervolgens zijn land
genoot Guido van Calster sprong. Op dat
moment viel de grote slag: een kopgroep
van 22 (met nog ongeveer 25 kilometer
koers) waarin de twee overgebleven Ne
derlanders ontbraken.
Behalve dat hij de beslissende ontsnap
ping miste, kreeg Theo de Rooy in de
laatste ronde nog twee lekke banden die
zijn achterstand een aanzien gaven dat
niet in overeenstemming was met zijn
prestatie.
Opnieuw namelijk toonde Theo de Rooy
een grote vechtersmentaliteit toen hij in de
eerste ronde een lekke band kreeg. Hij
kwam tot 200 meter terug bij de grote
groep, werd in een klimmetje verder ge
lost, kwam daarna in het peloton terug en
ging op een vlak stuk andermaal uit de
wielen waarna hij zich definitief herstelde.
Tot in de finale de pech weer toesloeg.
Theo de Rooy: „Dat ik niet aansloot toen
Van Calster een kopgroep forceerde,
kwam door mijn inspanningen van het
begin. Ik moest veel te veel geven om terug
te komen.”
Voor Theo de Rooy uit reed Claudio
Corti (21 jaar en afkomstig uit de streek -
Bergamo - van Felice Gimondi) naar een
gouden medaille.
Corti - vierdejaars amateur, dit seizoen
winnaar van de Ronde van Italië - sprong
in de laatste vijf kilometer uit de kop
groep en kreeg de Rus Serguei Morozov
aan zijn wiel die hij op de streep vlot
klopte. Zijn triomf leverde de ploeg een
bondspremie van 7500 op en zal onge
twijfeld bijdragen tot een vet contract
een uitstekende eindsprint heeft, zodat de
vraag restte waarom Didi Thurau geen
poging ondernam om zijn rivaal los te
rijden. Daar immers lag zijn grootste
kans. Thurau: „Even speelde ik met de
gedachte om het op die manier te probe
ren, maar ik ging twijfelen en dat is in een
dergelijke finale fataal. Dat ik het niet
echt probeerde om hem uit het wiel te
rijden vind ik nu ik er op terugkijk
een fout van me. De laatste kilometer ben
ik geen meter aan de leiding gegaan, maar
ik had het beter wèl kunnen doen. Mis
schien gokte ik nog iets te veel op de
wind, waarvan ik dacht dat die in m’n
voordeel zou zijn in de eindsprint.”
Dat Francesco Moser, na eenmaal ont
snapt te zijn, slechts één directe tegenstan
der trof in de finale, dankte hij aan zijn
ploegmaats, de routiniers Gimondi en Bi-
Want ondanks de omstandigheden van
tegenslag constateerde Middelink in een
objectieve beschouwing over de tekortko
mingen (kracht en strijdlust) zeer terecht:
„We zitten in een impasse. Maar dat wist
ik, vandaar die pogingen om met een jong
Oranjeteam wat op te bouwen. Theo de
Rooy en Bert Oosterbosch zijn in dat
opzicht lichtpunten gebleken”. En ook dat
was waar.
Zoetemelk: „Ik heb verschillende aan
biedingen, die ik de komende weken eens
rustig wil bestuderen”. Leo van Vliet: „Zo
lang dat niet gebeurd is, ga ik niet over. Ik
kan moeilijk nu tekenen, en na een paar
weken weer een andere trui aantrekken.”
tossi, en het voortreffelijke werk van Saro-
ni, de revelatie van de Italiaanse wieler
sport. „Wat zij opknapten”, sprak Hennie
Kuiper vol bewondering, „valt niet te om
schrijven. Ze grendelden alles af.”
Kuiper ondervond die kracht en macht
bij het ingaan van het beslissende stadium
in het wereldkampioenschap, ongeveer 30
a 40 kilometer voor het einde. Op dat
moment zaten alle Nederlandse knechten,
met uitzondering van Bert Pronk, al aan
de kant, en reed van de vier kopmannen
alleen Joop Zoetemelk in de grote groep.
Jan Raas stapte af na een solo, die werd
onderbroken door een lekke band en Ger-
rie Knetemann kreeg een geweldige inzin
king. Ondanks gebrek aan steun reed Kui
per een opvallende finale door steeds mee
te gaan bij de kleine ontsnappingen, die
vooral door de Italianen werden gecontro
leerd. Daarbij wist Kuiper zich verzekerd
van de hulp van Joop Zoetemelk.
Kuiper: „We spraken tevoren af dat we
eerlijk tegenover elkaar zouden zeggen
wanneer we ons niet sterk genoeg voelden
voor een goede finale. Op een gegeven
moment kwam Joop me vertellen dat hij
zijn kansen opgaf, omdat hij voelde dat hij
de goede vorm miste.”
Het sterke rijden van Kuiper manifes
teerde zich met zijn aanwezigheid in talrij
ke kopgroepjes, maar op het beslissende
moment ontbrak hij. Zijn uitleg over dat
achterblijven: „Je kunt nu eenmaal niet op
elke demarrage reageren. Toen Moser,
Thurau en Bitossi sprongen, bleef ik even
zitten om te wachten op de Belgen, die
allemaal sterk reden, en de Fransen, die
Hinault naar voren moesten rijden. Maar
ze kwamen niet, zo sterk sloten de Italia
nen de groep af.”
Van de met een knechtenrol vertrokken
renners haalde alleen Bert Pronk de fina
le, waarin hij Hennie Kuiper echter niet
van dienst kon zijn door zijn overeen
komst met zijn kopman van zijn merken
ploeg, Didi Thurau, wiens belangen hij
niet zou schaden. De overigen stapten in
de tweede helft van de race af, met Cees
Bal - die in dienst van Merckx rijdt - als
eerste. Bal: „Merckx gaf me opdracht mijn
werk vooral in de eerste honderd kilome
ter te doen. Ik moest hem uit de wind
zetten en het tempo op kop hoog zien te
houden, zodat er niemand kon ontsnap
pen. Toen ik dat erop had zitten, was ik
bek-af”.
De daarmee gemoeide inspanningen en
de noodzaak om terug te vechten na het
oplopen van een lekke band werden de
Zeeuw (wiens maximale voorsprong 45
seconden bedroeg) echter fataal. Kort na
hem liet de tweede kopman het afweten.
Gerrie Knetemann: „Geen enkel excuus.
Ik reed gewoon slecht. Dat ik twee lekke
banden kreeg, wil ik niet als verontschul
diging aanvoeren, want Merckx en Maer
tens vielen ook plat. Maar ze kwamen goed
terug.
Die vermoeidheid na de inspanningen
voor de kopmannen voerden alle overige
Nederlandse renners ook aan als verkla
ring voor hun massale opgave.
Aad van den Hoek: „ik ben total loss, na
wat ik heb moeten doen”. En Fedor den
Hertog: „De regen nekte me. Zodoende
reed ik veel van achter. Maar ik heb toch
wel wat voor de ploeg kunnen doen”.
Cees Priem hield het 160 kilometer vol,
na welke afstand hij zich aansloot bij het
koor van zijn ploegmaat^: „Op dit par
cours knapte je als knecht af”.
Henk Lubberding schatte het aantal ke
ren dat hij een van de kopmannen moest
opwachten en naar het peloton terugbren
gen op ten minste acht. Lubberding: „Al
leen al met Kuiper greep ik een stuk of drie
achtervolgingen. Ik deed zoveel ik kon. En
op een gegeven moment is je rol dan
uitgespeeld. Zo gaat dat...”
Schipper hield het het langst vol: tot 50
kilometer voor het einde. „Toen”, zei
Schipper, „viel ik ineens stil. Ik kwam
geen meter meer vooruit”.
tiers:
irag:
irijs:
—FC
i 1-0,
agles
Feye.
AZ.
8; 2.
laid
a) 6;
aten
W)
2
1—5
1—8
>—10
1—7
7
r—6
9
1—7
>—12
1-10
1—6
1—17
i—ll
>-22
1—16
FC
am—
•—FC
Roda
recht,
(Van onze speciale verslaggever)
SAN CRISTOBAL Een dag voor de
kampioenswedstrijd raakte Freddy Maer
tens zijn belangrijkste knecht kwijt. Tij
dens de training reed Michel Pollentier in
een put, sloeg over de kop en brak zijn
rechtersleutelbeen. Hij was niet de enige
uitvaller in het Belgische team, want enke
le Uren voordat Pollentier in het zieken
huis terechtkwam had oud Tourwinnaar
Lucien van Impe zich met een zware angi
na moeten afmelden.
1—1
3—5
8— 2
9— 3
9—3
J
het
i tot
arde
zijn
loel-
ioor
een
elde
bij de beste drie kwam dankte ze naast
I
Voor Leo van Vliet is dat een behoorlijke
tegenvaller („Ik had me er helemaal op
ingesteld”), omdat Joop Middelink inmid
dels zijn ploeg voor de kleine Tour defini
tief bekendmaakte. Van Vliet: „Anders
zou ik die ronde graag gereden hebben.”
Piet Kuys gaf het na 55 kilometer op toen
hij lek reed na door een valpartij een
minuut achterstand te hebben opgelopen.
Leo van Vliet was op dat moment al uit de
race. Hij behoorde tot de grote Nederland
se favorieten, maar staakte de strijd na 35
kilometer. Een lekke band en een blokka
de op de weg door gevallen renners, ble
ken voor hem teveel. Henk Mutsaars arri
veerde vroegtijdig bij de pits met een shirt
en een broek, waarop dikke lagen stof
getuigden van een smak in de berm.
Het initiatief Mini Brinkhof te lanceren
kwam echter iets te vroeg. Brinkhof:
„Connie Carpenter profiteerde ervan door
snel over te nemen”. Riemersma: „In dat
soort situaties ben ik nou eenmaal een
zenuwpees. Ik dacht: laat ik maar wat
doen voor een ander het probeert en wij te
laat zijn”. In het spoor van de fel reageren
de Amerikaanse stormde Mini Brinkhof
pal voor de kopgroep (ruim tien dames die
na 35 kilometer de leiding hadden geno
men) naar de derde plaats.
dat Corti voor volgend jaar als beroeps
renner wil sluiten. De voprsprong van
Corti op het restant van de Nederlandse
ploeg bestond uit 2,5 minuut (Hassink) en
9 minuten (De Rooy), bij welk totaal
resultaat bondscoach Joop Middelink
heel wat eerlijkheid wist op te brengen.
Uitslag 1. Claudio Corti (Ita) 170 km in 4 uur 21
min en 15 sec., 2. Sergei Morozov (Sov) z,t., 3.
Salvatore Maccali (Ita) op 6 sec., 4. Harry Han-
nus (Fin) op 15 sec 5. Alfons de Wolf (Bel) op 20
sec., 29 Hassink (Ned) op 2.30., 62. De Rooy (Ned)
op 9.16.
Voor de teleurstelling in La Fria waar de
viermansploeg faalde, past geen enkel ex
cuus - de beroerde omstandigheden golden
immers voor alle deelnemende teams -
hooguit de aantekening dat joop Midde
link een experimenteel team inzette. „Het
oog gericht op de Olympische Spelen van
Moskou”, heette de stelling van de bonds
coach die rond de jongeren Theo de Rooy
en Bert Oosterbosch de ploeg wil uit
bouwen.
Uitslag
1. Josiane Bost (Fra) de 49,5 km in 1 uur, 22
minuten en 41 seconden (gemiddelde snelheid
36,58 km/uur), 2. Conny Carpenter (Vst) op
148,3. Mini Brinkhof (Ned), 4. Karen Strong
(Can), 5. Tineke Fopma (Ned), 6. Marian Bik
(Ned), 7. Anne Riemersma (Ned), allen zt. 23.
Marijke Lagerhof (Ned) op 10.19
Arie Hassink heeft de uitnodiging voor
de Ronde van de Toekomst naast zich neer
moeten leggen. Zijn werkzaamheden
staan hem niet toe in september nog eens
twee weken naar Frankrijk te gaan.
Thurau: „Ik reed uit alle macht weg, maar
Moser kwam zo verschrikkelijk sterk te
rug dat ik geen schijn van kans kreeg om
een solo te maken.”
Helemaal achteraf, vond Didi Thurau
nog een verklaring bij het maken van zijn
reconstructie van die verloren finale,
waarin Moser de kop nam en hij tot een
halve fietslengte wist te naderen, maar
zich toen definitief verloren Wist. Over dat
moment zei Thurau: „Moser had een
zwaardere versnelling staan dan ik, de 55-
14. Omdat de eindstreep wat berg-op lag,
nam ik de 55-15”.
„Ik kreeg iets te laat in de gaten hoe hij
het aanpakte, ik wilde terugschakelen en
toen zat ik eigenlijk al in een geklopte
positie. Moser had tien meter, dat was te
veel.”
In de poging wat goed te maken, pro-
beerde Tineke Fopma de krachten te bun
delen. „Ik zei tegen de andere Nederlandse
meisjes: laten we samenwerken om haar
terug te halen, maar het leek wel of ik
Chinees sprak. Niemand reageerde”. Ma
rian Bik daarover: „Het was inderdaad de
bedoeling om gezamenlijk wat te onderne
men, maar het kwam er niet van. Waarom,
dat weet ik echt niet
Het afstappen van Jan Raas was het
directe gevolg /an zware inspanningen
tijdens een solo, die ruim vijftig km duur
de en waaraan een lekke band een einde
maakte. De ontsnappingspoging ontstond
door toedoen van Hennie Kuiper en Gerrie
Knetemann, die met elkaar overlegden op
een moment van rust in het peloton. Knete
mann: „We stelden voor om iets te gaan
ondernemen, waarop Raas reageerde met:
ik wil het wel proberen met een demar
rage”.
Iers:
Irag:
>rijs:
ijfde
je tal
Kort achter haar legde Tineke Fopma
beslag op de vijfde plaats. Zij voelde zich
persoonlijk verantwoordelijk voor de
einduitslag, die Josiane Bost een 21-jarige
Franse mijnwerkersdochter met de res
pectabele erelijst van 140 overwinningen)
als wereldkampioene opleverde. Fopma:
„Ik demarreerde om te zien hoe sterk ik
was en om de anderen te testen. Terwijl ik
over mijn linkerschouder achterom keek,
kwam Bost ineens rechts van me voorbij
suizen. Op dat moment reed ik een te grote
versnelling om meteen te kunnen reage
ren. Ik voel het daarom wel een beetje als
mijn schuld dat de koers zo afliep
Arie Hassink over zijn misser: „Ik reed
makkelijk, tot een ronde of drie voor het
einde. Toen kreeg ik de grote weerslag van
het werk dat ik deed om het peloton af te
remmen, omdat Bert Oosterbosch in de
kopgroep zat. Ik was total loss. Bovendien:
veel ploegen, zoals de Belgen, de Polen en
de Russen, zaten nog met een man of vijf-
zes in de groep en daar konden Theo de
Rooy en ik natuurlijk weinig tegen be
ginnen”.
(Van onze speciale verslaggever)
SAN CRISTOBAL. Van de vier Ne
derlandse kopmannen in het wereldkam
pioenschap voor de profs bleken er
slechts twee bestand tegen de zware opga
ve: Hennie Kuiper en Joop Zoetemelk.
Voor Jan Raas eindigde de koers na 172
km en Gerrie Knetemann staakte de
strijd tien kilometer verder.
Met die rugdekking plus het feit dat
Thurau zijn reserves ai had moeten aan
spreken, kwamen de kansen van Moser er
uitstekend voor te staan. Het bewijs van
de totale overgave leverde de regerende
wereldkampioen Freddy Maertens door
af te stappen.
Uitslag. 1. Moser (Ita.) 255 km in 6 uur, 36 min.
en 24 sec., 2. Thurau (Wdl.) z.t., 3. Bitossi (Ita.) op
j.19, 4. Kuiper (Ned.) 1,19, 5. Perurena (Spa.) op
1,35, 6. Chalmel (Fra.) op 1.39, 7. Esclassan (Fra.)
op 1.41, 8. Hinault (Fra.) op 1.41, 9. Saroni (Ita.)
op 1.41, 10. Godefroot (Belg.) op 1.41. 18. Bert
Pronk (Ned.) op 2.03.
Tineke Fopma: „Ze dachten natuurlijk
allemaal aan hun eigen belangen
Mini Brinkhof: „Ik wist van dat plan
niets. Het is wel zo dat Tineke Fopma
geweldig is gaan demarreren, maar het
hielp weinig. Dat had ik al meteen door.
Ik ken Bost uit een paar Franse koersen.
Ze rijdt enorm goed bergop en heeft een
sterke eindsprint. Toen ze wat seconden
voorsprong nam, wist ik meteen dat we
die niet meer te pakken zouden krijgen”.
haar macht om in de finale een stevige
kopgroep te bedwingen, aan een actie van
Anne Riemersma. Op één kilometer voor
de finish demarreerde Riemersma in een
poging Mini Brinkhof te lanceren, „want
voor mijn eigen kansen gaf ik geen cent”.
Die berekening maakt Riemersma aan de
hand van eerder geleverde inspanningen
toen ze na gelost te zijn („Het ging slecht
vanwege enorme buikpijn”) terug in de
groep wist te komen. Een sterke prestatie,
maar wel energie vretend.
ft
B
waarmee het lot van een vedette weer eens
benadrukt werd. Met het complete peloton
in zijn wiel vlamde de jonge Duitser op het
lastige parcours (twee zware klimmen, een
van 2700 m en een van 1600 m), dat kletsnat
was door een bijna onafgebroken regen
bui, terug naar zijn concurrenten. En daar
betaalde hij later zijn prijs voor.
„Thurau”, zei Franceso Moser, die met
hem en Franco Bitossi (later gelost, maar
met een derde plaats toch nog op het
erepodium) 20 km voor het einde ontsnap
te, „was moe”. Onder de dichtgetrokken
hemel, waaruit het water met bakken tege
lijk naar beneden kwam, vochten de twee
koplopers een harde strijd uit, waarbij
Thurau een geweldige kans kreeg toen
Moser van fiets moest wisselen. Een lekke
band haalde de donkere Italiaan even uit
zijn ritme, maar daarvan wist Thurau
op 7 km van de finish niet te profiteren.
I (Van onze speciale verslaggever)
I SAN CRISTOBAL. De afwezigheid
kan Keetie van Oosten-Hage heeft bij de
poging om het erepodium te bereiken
[een consequenties gehad voor de Neder-
andse damesploeg in de wegwedstrijd
SC pan het wereldkampioenschap. Drie jaar
richter elkaar zorgde de talentvolle
y 1.2 Zeeuwse voor een medaille en die conti-
Hera- is bewaard gebleven door de uit
Hij had zich met overmacht de sterkste
getoond, Francesco Moser, die het in zijn
carrière tot 60 overwinningen bij de be
roepsrenners bracht, waaronder een nati
onale titel op- de weg en het wereldkampi
oenschap achtervolging 1976 op de baan
van Monteroni. De enige, die hem kon
volgen op zijn weg naar de wereldtitel was
Dieter (Didi) Thurau geweest, sinds de
laatste Tour de France het troetelkind van
de Duitse wielersport, dat met hem na
Rudi Altig eindelijk weer een echte vedette
heeft. Maar Didi Thurau redde het niet.
„Ik wist het, ik wist het”, sprak Francesco
Moser zelfverzekerd. „Thurau heeft erg
veel inspanning moeten doen om deze fi
nale te halen. Een renner van zijn type
rijdt zich daarop kapot.”
„Ik heb inderdaad veel krachten ver
speeld”, erkende Didi Thurau, die 30 km
voor het einde de slag miste. Er ontstond
toen een stevige kopgroep van twaalf met
o.a. Kuiper, Moser, Maertens, Gimondi,
Bitossi en Godefroot. Thurau moest een
geweldige achtervolging rijden om het gat
te .dichten. „Niemand deed wat”, om
schreef hij zijn positie» van dat moment,
De huldiging van de profs in de stromende regen. Links Thurau, die tweede werd, in het midden winnaar Moser en rechts Bitossi,
die het brons opeiste.
(Van onze speciale verslaggever)
SAN CRISTOBAL. Top-amateur Leo
van Vliet heeft zijn voornemen om dit
jaar nog beroepsrenner te worden, nage
noeg opgegeven. Hij is bij het maken van
die stap naar de profs afhankelijk van
Joop Zoetemelk, in wiens dienst hij gaat
rijden, maar het staat nog niet vast of
Zoetemelk zijn huidige contract zal ver
lengen.
j FC Gelderland (Zevenaar) afkomstige Friese
■éren- Heerenveen) huismoeder Mini Brinkhof.
Ze haalde, na 49,5 kilometer zware koers,
pen bronzen plak achter de winnende
Fran^aise Josiane Bost en de Amerikaan
se Connie Carpenter.
Met voorts een vijfde (Tineke Fopma),
kesde (Marian Bik) en zevende (Anne
Riemersma) plaats kwamen de Nederland
se dames uitstekend voor de dag. Alleen
7g Marijke Lagerlof bleef ver achter ze
5g werd op tien minuten gereden maar
79 Idaar verbaasden zich weinigen over, ge-
7npien de enorme tafelactiviteiten van de
j9 (Rotterdamse, die in San Cristobal een kilo
47 pf vijf zwaarder werd.
g[o Met het bereiken van de derde plaats
7jJeverde Mini Brinkhof een opvallende
4g prestatie gezien haar mindere mogelijkhe-
g9 den in de laatste jaren om te wielrennen.
5lOPoor privé-omstandigheden (o.a. de ge-
5igboorte van haar nu drie jaar oude zoon)
11 ([koerste ze niet zo veel als ze eigenlijk
Wilde.
ners-
raaf- Haar wielerkwaliteiteri waren intussen
PEC,iai bewezen: zilver op het wereldkampioen-
ortu-.schap sprint van 1972, twee keer nationaal
Hel-ikampioene sprint, een zilveren en bronzen
osch-|medaille op de Nederlandse kampioen
schappen op de weg en drie keer derde in
„hm het nationaal achtervolgingskampioen-
schap.