n E Assaf Dayan filmt in Nederland ina LV door John Oomkes K EINDELIJK SUCCES VOOR EEN DOODGEWONE SCHOTSE JONGEN Zelfkritiek W1 Schotten de klos LI POLITIEK NIET EENS MET VADER MOSJE Per ongeluk |g> I Inderdaad heeft Frankie gelijk. Zelf kritiek lijkt er al vroeg ingezeten te hebben. „Echt hoor”, verzekert hij, „ik heb een toffe jeugd gehad. Je hoort de mensen van alles beweren over Glas gow, maar ondanks de grote knokpar tijen tussen de katholieken en de pro testanten die je daar had en nog hebt, heb ik een fijne jeugd gekend. Die straatgevechten, ja, die angst die je dan voelt, dat is niet om aan terug te den ken. Die opgefokte toestand om de reli gie, nee. Maar mijn ouders hanteerden geen strenge regeltjes, die voedden me verstandig op”. „Al sinds ik me kan herinneren hadden muziek en voetbal een grote invloed op me. Als kleuter van vier zette ik al een muil op, dat hield je niet voor mogelijk. De hele buurt probeerde me dan zo snel moge lijk weer stil te krijgen. Muziek en zelfkritiek, hè. Dat had ik al vroeg, jongen. Ik kreeg mijn eerste gitaar, leerde wat spelen en ik zal zo’n jaar of elf geweest zijn toen ik voor het eerst probeerde zelf wat te componeren. Ik naar beneden toen ik het eerste wijsje er in had zitten. Verdomme, ik zweer je, apetrots was ik. Ik zou ze wel eens even wat laten zien, begin te spelen, en.in tranen, jongen. Pa en ma hadden het niet meer, vonden het allemaal reuze- leuk, maar lachten zich een breuk”. „Sindsdien zit het erin, hè. Ik ben niet gauw tevreden met wat ik opneem. Ik verzeker je dat dat voor anderen ver moeiend is, hoor. Tegen de tijd dat de opnames helemaal zo zijn zoals ik dat wil, kan ik mijn eigen stem niet meer horen. Ik zet zo’n plaat als hij eenmaal is uitgekomen, ook niet meer op. Ik hou helemaal niet van mijn strot”. „Politiek laat me niet koud, je kunt je er toch niet aan ontrekken. Ik stem Labour, niet zozeer uit overtuiging, meer uit traditie denk ik. Mijn pa stemt ook Labour, voor de socialisten, dus ik ook. Bovendien zou ik niet zo snel iets beters weten. Die nationalisten zie ik niet zitten, maar Margaret Thatcher?” Frankie fluit bedenkelijk, wappert zijn hand wat heen en weer en zegt dan: „Thatcher, nee. Die houdt er onfrisse ideeën op na, af en toe lijkt het zelfs wat nazistisch”. „Het was overigens niet alleen nade lig om die grote Polarisbasis zo in de buurt te hebben. Elk weekend zetten de G.I.’s (de Amerikaanse matrozen, red.) het centrum van Glasgow op stelten. Ze namen hun eigen muziek mee, platen die je anders helemaal niet of na maan den pas gehoord zou hebben. Vraag het aan Rod Stewart of aan de jongens van de Average White Band. Ze hebben het precies als jk aan die Amerikaanse matrozen te danken. Zij brachten de zwarte muziek, die wij nu maken. Little Richard, Sam Cook, soms zelfs opna men van bluesartiesten als Muddy Wa ters of Son House”. „Daar begon het niet mee, althans Robin Trower toen volkomen onbekend, eerder bij Procol Harum en nu opzichzelf en ik vorm den een groep met de bedoeling blue- sachtig repertoire te spelen. Robin hield vroeger erg van Son House bij voorbeeld, maar al heel snel bleek dat hij steeds meer speelde als de blanke Jimi Hendrix wat hij nu dus in zijn uppie doet en dat betekende het einde voor Jude. Een naam waar ik het ook al niet mee eens was geweest. Ik voelde meer voor Rising Sun. Maar hoe het ook zij, via Trower kwam ik in contact met de jongens van Procol Ha rum. We raakten in gesprek en voor we het beseften, klikte het. Een paar jaar lang speelde mijn groep in hun voor programma en dat scheelde een slok op een borrel”. Van het een kwam het ander. Keith wist van wanten, terwijl niemand dat achter de frêle en gesloten tekstschrij ver had gezocht. Frankie Miller vorm de op zijn advies een vaste begelei dingsgroep, Full House geheten, waar mee lange tournees werden onderno men, die Millers naam eindelijk een meer dan gewone bekendheid in Enge land en Amerika verschaften. Frankie: „Ik kon veel meer dan ik dacht. Gedis ciplineerd werken, schaven aan een zo goed mogelijk contact met het publiek, zo te werken dat het niet alleen zou lijken alsof ik me alleen maar aan het publiek verkoop, nee de voorbereiding voor het concert werd langzamerhand optimaal”. „In Amerika ontdekte ik dat ik twee maal op een avond een concert kon geven, terwijl ik er heilig van overtuigd was dat juist ik dat niet kon. Ik heb al heel lang last van mijn amandelen en als je je dan forceert. Elk jaar moet ik me ook laten knippen. Echt waar, ’t is idioot, ik weet het. Maar, in Amerika leerde ik mijn krachten beter te verde len en ook meer te leven voor mijn beroep”. In z’n sappige Schotse accent vertelt- Frankie Miller hoe hard hij wel niet ’tafgelopen jaar heeft gewerkt, ,,’t Was te gek, maar met Full House kwam ik niet verder en daarom werk ik nu met ’n andre begeleidingsband. Ik moet ge woon verder groeien, dat ben ik aan mezelf verplicht. Ik weet nu al dat de nieuwe elpee stukken beter moet wor den dan de vorige (Full House, zijn voorlopige artistieke hoogtepunt, red.), anders kap ik ermee. Ik werk niet voor niets zo hard, ik zwalk als een zeeman over Gods wateren. Tja, haha, inder daad, in elke stad wacht een ander liefje.maar het is geen leven dat ik je zou aanraden”. Vorige week zou hij op het gratis open luchtfestival in Rotterdam optreden, maar dat kon door verscheidene oorza- Daar schuift de kleine man in beeld. Ongemakkelijk mimt hij de woorden van Loveletters, het hitje. Met weinig gevoel voor de juiste verhoudingen „Wat moet ik trouwens anders? Zin gen en componeren, kortom muziekma- ken is het enige dat ik kan en wil. Ik word er ook helemaal door in beslag genomen. Ik heb een schat van een vriendin in Schotland, maar ik zou niet met haar samen kunnen leven. Trou wen en kinderen, ik moet er niet aan denken. Ik ben liever op mezelf, voor zover ik dat in dit beroep kan zijn. Ook op momenten dat ik niet aan het toeren ben. Want dan zet ik mezelf aan het componeren. Het is hetzelfde als- .eh.een arbeider moet toch ook werken”. Zo gaat een kleine Schotse zanger, die met een rauwe stem zwarte muziek zingt, voorlopig verder op zijn pad. „De Schotten zijn altijd weer de klos. Waar bevindt zich de gevaarlijkste mi litaire basis in Groot-Brittannië? Vlak bij Glasgow! Holy Loch, een basis waarvandaan die onderzeeboten opere ren. Polaris, weet je wel? Dat is toch idioot! Als er heibel komt, is dat toch een doelwit bij uitstek? Mijn ouwelui zijn dan verdomme de dupe, die zitten er immers in de buurt”. neemt het toe omdat wij Schotten me nen recht te hebben op het grootste deel van de winst die er op de olie wordt gemaakt, die voor de Schotse Noord zeekust wordt gewonnen. Die Engelsen pikken dat in. Maar één worden de Schotten nooit. Je hebt niet alleen die meningsverschillen over de gods dienst, maar ook nog eens allemaal clans. Ik kan het weten, want ik ben even koppig en egoïstisch als elke ande re Schot”. Giechelend zitten Frankie Miller en ik in de lounge van een beschaafde Amsterdams hotel naar de wekelijkse muzikale hutspot van Avro’s Toppop te kijken. De mooie meiden van Baccara vermogen hem te plezieren, maar bij het zien van de immer kwieke Nico Haak heft hij de armen in gespeelde wanhoop ten hemel. Op zulke momenten mompelt de kleine Schotse blueszanger vrijwel onverstaanbaar voor zich uit, zakt wat verder in de behaaglijke clubfauteuil weg en simuleert aandacht voor zijn glas witte wijn. Nonsens natuurlijk, want hij slaagt er niet helemaal in te verbergen dat hij nieuwsgierig is naar zijn eerste optreden in het zo populaire programma. En als dat hem niet bezig houdt, dan verhindert de pijn van een opnieuw opengesneden abces op zijn dij hem wel af te glijden naar het zalig dagdromenland. Frankie Miller heeft een hit in Neder land. Het kan bijna niet, ben je geneigd te zeggen. Miller is niet weggelegd voor het grote publiek. Vanaf 1972 heeft hij de ene na de andere plaat afgeleverd met onveranderlijk hetzelf de resultaat. De critici schreven zich de vingers blauw, de loftuitingen over zijn krachtige, hoogst eigen interpretatie van de rauwe, eigentijdse blues waren niet van de lucht, maar de albums wa ren niet aan de straatstenen te slijten. Triest, maar waar. Frankie Miller dreigde de zoveelste legendarische ar tiest te worden, waar Jan met de pet geen weet van had. Toch maakt Miller juist muziek voor de gewone man. ken geen doorgang vinden. Nu zal het tot februari duren voordat het Neder- Jandse publiek in plaats van Frankie’s Loveletters, Frankie’s amandelen te zien zal krijgen. „Anderhalf jaar geleden besefte ik dat ik geen steek verder zou komen als Amandelen ik bij de fles bleef zweren. Verder a uc c moest ik eindelijk eens proberen iemand te charteren die me zakelijk begeleiden zou, want zo ging het niet langer. Precies op tijd liep ik tegen Keith Reid, de tekstschrijver van Pro col Harum aan. Ken jij niet iemand die geschikt is?, vroeg ik. Een ontwijkend antwoord. Een paar dagen later had ik iemand op het oog, toen Keith me plot seling kwam vertellen dat die knaap niet geschikt was. Van het een kwam het ander”. Keith zelf: „Ik wilde Fran kie niet naar de kloten zien gaan”. pakt hij een pseudoliefdesbrief van een tafeltje en doet alsof hij er uit voor leest. Frankie zit met grote ogen toe te - kijken, grijnst, maar wordt dan toch kwaad: „Verdomme, daar trap ik nooit meer in. Dat lijkt nergens op. Voortaan zing ik echt, anders kunnen ze het wel j| vergeten”. Waarna hij zijn door de I whisky aangetaste stemgeluid nog een paar maal stevig vervormt bij het uiten tl van enige krachttermen aan het adres m van de televisiemakers. Al converserend zijn we op zijn ka mer terechtgekomen, waar Frankie de balkondeuren op een kier zet, en be dachtzaam zijn woorden kiezend zijn betoog vervolgt. „Toch, je hebt gelijk, aan alles kun je merken dat ik een doodgewone Schotse jongen ben. Niet alleen wat drinken betreft hoor, want daar heb ik mee gekapt, hè. Het wordt tijd dat ik zelf ook eens wat aan mijn carrière gelegen laat liggen, 't Is nog een wonder dat de mensen van Chrysalis (zijn planten- maatschappij - red.) me nog altijd zien zitten. Ja, een paar glazen witte wijn, maar dat is enkel voor de dorst. Maar met de whisky flirt ik niet meer. Het drinken zit de Schotten in het bloed, jongen. Ik hou van de Schotten, in het buitenland koop ik ook altijd kranten 'om te kijken of er thuis niet wat ge- beurd is of zo. Dat nationalisme van ze, daar komt niets van terecht, ook al Frankie Miller meer discipline minder whisky lie n is i om en 15, e e op LAILL op ms en en goed zijn. Zoals onze versie van Enteb be, waarin ik een Franse piloot speel. Die film vind ik tenminste goed”. Lange verhalen kan Assaf uiteraard vertellen over zijn vader. „Misschien dat ik daarover nog wel eens ’n boek ga schrijven. Als zoon kan ik het uitste kend met hem vinden. Politiek gezien ben ik mijlen van hem verwijderd. Je kunt zeggen dat ik tot de links ge- oriënteerden behoor in Israel. Dat bete kent dat ik een voorstander van een Palestijnse staat ben. Die mensen heb ben daar recht op, net als de Zuidmo- lukkers” De verrassende politieke beslissing van zijn vader om minister te worden in de rechtse Begin-regering heeft ook Assaf voor problemen gesteld. „Wat de politieke ideeën van mijn vader be treft, zit hij nu wel goed. Ik geloof ook niet dat daarin iets verkeers moet wor den gezocht, althans vanuit zijn opinie bekeken. Tenslotte is hij ervaren. Meer als wie dan ook, ook al ben ik het niet eens met zijn politiek. En toch moet ik zeggen dat hij de Israëlische buiten landse politiek een status geeft, die we nodig hebben. Praten en niet schieten. Mijn probleem is evenwel hoe loyaal je moet zijn tegenover je eigen partij. Goed, de Arbeiderspartij in Israel had vrijwel alle homogeniteit verloren. Maar moet je dan zomaar ineens over- ële :de te; ig- sur ing ar- m- sn, an i tn n de t nsen m 5. teit van Jeruzalem en ik op vakantie in Griekenland was, werd ik door vrienden gevraagd een kleine filmrol over te nemen. Dat lec’t me wel aardig. Toen ik eenmaal ja had gezegd, volg den er meteen meer aanbiedingen. Nee, veel moeite heb ik er niet voor moeten doen”. Ook internationaal ontstond er be langstelling voor de zoon van Mosje Dayan. Regisseurs als John Houston en Jules Dassin boden Dayan jr. rollen aan. En Assaf accepteerde ze, „maar alleen maar omdat het voor mij een middel was, en nog steeds is, om geld te verdienen”, zoals hij nu zegt. „Zo op merkelijk is dat nu ook weer niet. Dat zou het pas zijn geweest als ik naar Hollywood was verhuisd. Maar ik ben in Israel gebleven om zelf films te kunnen regisseren. Ik bedoel maar, ik hoef niet zo nodig. Ik geloof trouwens niet dat het acteren in mijn bloed zit. Een echte prof zal ik nooit worden. Het regisseren in Israel vind ik interessant omdat je daar nog alles zelf moet doen‘.’ Het feit dat velen hem eerder zien als de zoon van Mosje en niet als Assaf Dayan deert hem niet. „Ze krijgen uit eindelijk mij te zien en niet mijn vader. Mensen die mij als de zoon van Mosje willen zien, zijn idioten. Och, het helpt misschien bij de publiciteit. Maar het gaat tenslotte om de film zelf. Die moet stappen naar de andere kant? Ik weet het niet. Het antwoord kan pas worden gegeven als blijkt dat de huidige poli tiek inderdaad in de richting van de vrede gaat* Zelf hoopt Assef Dayan de kans te krijgen om zijn politieke ideeën te ui ten via het medium film. „Aspiraties om in de politiek te gaan, zoals mijn vader, heb ik niet. Daarentegen lijkt de politieke film mij een uitstekend mid del om mijn ideeën een grotere weer klank in Israel te laten vinden. Daarom is het belangrijk dat ik ook als acteur meer ervaring op doe. Wie weet, ben ik dan toch in staat om via een omweg mijn ideaal te bereiken”. Assaf Dayan, de 31-jarige zoon van de huidige minister van Buitenlandse Zaken in Israel, Mosje Dayan, windt er geen doekjes om. Zonder er lang over na te denken zegt hij kort maar krach tig: „Laat mij een maand minister president van Israel zijn en er zal voor altijd vrede in het Midden-Oosten ko men. Wat mijn vader doet, is begrijpe lijk althans voor mij als zijn zoon maar wat de regering Begin wil, kan alleen maar tot een catastrofe leiden. Wat er nu moet gebeuren, is een volle dige erkenning van de rechten van de Palestiinen”. Dayan junior heeft makkelijk pra ten. Hij kan dat ook. Niet als politicus, maar als acteur. Dat is tenslotte zijn beroep en daarvoor is hij naar Neder land gekomen. Assaf speelt een van de hoofdrollen in de film over het urani- um-complot, waarmee eerder deze week onder leiding van de Israëlische regisseur Menahim Golan de eerste op namen in Amsterdam zijn begonnen. Assaf Dayan zegt van zichzelf dat hij per ongeluk acteur is geworden en dat het geenszins zijn bedoeling is om een grote ster te worden, voor zover dat al mogelijk zou kunnen zijn. „Toen ik na mijn diensttijd filosofie en Engelse literatuur ging studeren op de universi- •w ‘•hU.* V

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1977 | | pagina 31