1 IU m N bt Paus Paulus spreekt over naderende dood Mw.iv Li Ie ‘W k 4 ys .jp Geen boek zo betrouwbaar als het Nieuwe Testament 5 J Canon •n t I door Th. J. Koeckhoven BF" Vele bewijzen Stroomlijning ATI door Henk ter Kortenaer 8 O 8 Zonder hoop rl o ra' fO- SPECULATIES OVER OPVOLGING Concilie 1 I»! Z 'v 'I Is er nog hoop voor de toekomst? Deze vraag lacht ons tegen op de omslag van het jongste boek van Hal Lindsey. De hoop voor de toekomst komt in een bijzonder licht te staan, doordat het boek De laatste generatie heet. Het einde der wereld is nabij, horen wij voor de zoveelste maal. Het vergt daarom wel enige moed aan zo’n verhaal te beginnen. Pakweg nog dertig jaar, misschien veertig en het is gedaan met onze planeet. We gaan met heel ons hebben en houden naar de kelder en er is geen redden meer aan, tenzij voor een handjevol trouwe christenen, onder wie zich vanzelfsprekend Hal Lindsey bevindt. Wij staan op de rand van de afgrond, zo is zijn rotsvaste overtuiging, met aan de ene kant het grootste gevaar van de ondergang en aan de andere kant de grootste verwezenlij king van hoop in de geschiedenis van de mensheid. De set klerlandsi Onderzo onpartijo ppvoedir lien, gev praktijk t kantteke leven w« Y dering vi stelt dar »ihJvermorni n „Misschien begroet ik u dit jaar voor het laatst”. Met deze woorden besloot Paus Paulus VI op 15 augustus van dit jaar zijn preek tot de gelovigen van Castel Gandolfo, het stadje in de Albaanse bergen waar zijn vakantieverblijf ligt. Zoals ieder jaar, droeg hij op het feest van Maria ten hemel opneming de mis op in de plaatselijke parochiekerk. „Wie weet of we elkaar nog terugzien. Ik zie het hiernamaals dichterbij komen, en daarom grijp ik deze gelegenheid aan om u allen te groeten en u te zegenen”. Zijn woorden maakten een diepe indruk: drie jaar geleden had de paus soortgelijke uitdrukkingen gebezigd, maar nu hij op 26 september aanstaande zijn 80e verjaardag viert, krijgen zijn woorden een heel bijzondere betekenis. J i ■S» Nog hoop voor de laatste generatie ’MC s i I Billy Graham onale Bijbelbond Haarlem, ƒ9,50) uiterst beperkt. Paus Paulus geeft zijn zegen É0WB I t t t Het behoort kennelijk tot mijn taak on geveer éénmaal per jaar een boek van de Amerikaanse „profeet” Hal Lindsey te be studeren. Een jaar geleden ben ik begon nen met De planeet die aarde heette. Toen volgde Satan leeft onderons, Op wegnaar een nieuwe wereld, De bevrijding van de planeet aarde en De belofte. Als we uitge ver Novapres uit Laren mogen geloven, lopen de totale oplagen in de miljoenen. Alleen al van De laatste generatie zouden meer dan vijftien miljoen exemplaren ver kocht zijn. Het kan best waar zijn. Als Lindsey gelijk heeft, behoeven de kopers verder geen boeken meer aan te schaffen, want een bijbel hebben ze natuurlijk al. Die moeten ze dan maar niet al te serieus lezen, want dan bestaat het gevaar dat ze meneer Lindsey niet ernstig meer nemen. Na deze subjectieve opmerkingen volgt hier dan de objectieve mededeling dat Lindseys nieuweling 17,90 kost, een niet al te hoge investering voor de eeuwigheid. Overigens mag hij evenals multimiljonair Billy Graham de „profeet” wel oppassen dat de Mammon hem niet ten verderve voert; het is voor een kameel immers ge makkelijker door het oog van de naald te kruipen dan voor een rijke om de hemel binnen te komen. In ieder geval was er in zijn rede van 15 augustus geen enkele zinspeling op de mogelijkheid dat hij zelf binnenkort een dergelijke stap zou overwegen. In gesprekken met zijn naaste medewerkers moet paus Paulus herhaaldelijk hebben gezegd, dat men wel afstand kan doen van een troon, maar niet van een kruis. En als een kruis heeft hij van het begin af zijn pausschap beschouwd. Toen hij in 1963 werd gekozen, wist hij dat hij een bijna onmogelij ke erfenis te beheren kreeg. Hij bezat weinig van de persoonlijke aantrekkingskracht die paus Jo hannes, binnen en buiten de katholieke kerk, zo populair had gemaakt, en de tijd maar ook het intussen begonnen Vaticaans Concilie, hadden een einde gemaakt aan het vanzelfsprekende heilige ontzag dat het pausschap onder diens voorganger Pius XII nog had omringd. Om aan dit beginsel praktische vorm te geven, waren er uit het concilie verschillende voorstellen naar voren gekomen. Zo dacht men aan een soort permanente vertegenwoordiging van bisschoppen uit alle delen van de wereld, een „bisschoppensy node”, die de paus zou bijstaan in de uitvoering van zijn bestuurstaak. Maar toen de eerste synode in 1969 bijeen kwam, bleek de paus er uitsluitend een raadgevende bevoegdheid aan te hebben toe gedacht, geen eigen bestuursverantwoordelijk- heid. De oorspronkelijke geestdrift verflauwde den beschouwd, voegt Bruce hieraan toe. Hij noemt het een merkwaardig feit dat historici veel eerder bereid zijn de boeken van het Nieuwe Testament als betrouw baar te aanvaarden dan véle theologen. Ier zo uitzonderlijk, dat we over die be trouwbaarheid zoveel zekerheid willen hebben als maar enigszins mogelijk is. In de tweede plaats zijn er voor het Nieuwe Testament ook inderdaad veel meer bewijs zen dan voor andere geschriften van ver gelijkbare ouderdom. Voor het Nieuwe Testament geldt wat de zeer deskundige sir Frederic Kenyon heeft gezegd: „De periode tussen de tijd waarin de oorspronkelijke werken geschreven zijn en die waarin de nu nog bestaande vroegste handschriften ontstonden, is zo zuiverheid van de tekst van de Nieuwtesta mentische boeken, zo mogen we zeggen, zijn voorgoéd vastgesteld.” dan ook snel, en nu de synode eind september van dit jaar voor de vijfde maal bijeen komt, zijn de verwachtingen niet al te hoog gespannen. In Rome werd de organisatie gestroomlijnd en efficiënter gemaakt, vooral ook door betere coör dinatie van de werkzaamheden: daarvoor komen de hoofden van de afzonderlijke congregaties te genwoordig geregeld bijeen in wat wel de „Vati caanse ministerraad” is genoemd. Maar de voor naamste hervorming was de centrale plaats die werd toebedeeld aan het staatssecretariaat. Het wérd het persoonlijk secretariaat van de paus en het kreeg een uitgebreide bevoegdheid, namelijk over „alles wat de paus eraan wenste toe te ver trouwen”. In de praktijk van de afgelopen tien jaar betekende dit dat alle belangrijke beslissingen er samenkwamen: van de celibaatskwestie, die in En omdat de dagelijkse leiding van het secreta riaat in handen lag van een dominerende persoon lijkheid als mgr. Giovanni Benelli, betekende dit weer dat Benelli een onevenredig grote invloed kreeg op het kerkbestuur. Daar zijn vaak klachten over geweest, maar de paus handhaafde Benelli al die jaren, tot hij hem enkele maanden geleden benoemde tot aartsbisschop van Florence en hem kardinaal maakte, volgens velen om hem voor te bereiden op het pausschap. Maar dan toch niet onmiddellijk: Benelli is op het ogenblik 56, wat algemeen als te jong wordt beschouwd voor de pauselijke troon, en hij heeft in het geheel geen pastorale ervaring die gaat hij nu in Florence opdoen. Voor de opvolging van paus Paulus wordt er voorlopig dus nog over andere namen gesproken, en wat daarbij opvalt, is dat er steeds minder rekening wordt gehouden met een niet-Italiaanse paus, een mogelijkheid die voor kort nog tamelijk algemeen onder ogen werd gezien. Dit soort specu laties over „wie wordt de volgende paus?” behoort nu eenmaal altijd tot de Romeinse folklore. Maar ze werden aangewakkerd door de woorden die de paus in Castel Gandolfo had gesproken. Ook al schijnt men eruit te kunnen opmaken dat hij maar een wijze ziet waarop zijn pontificaat een einde zal nemen en dat is door de dood het was tegelijk een waarschuwing dat dit einde niet ver meer is. Zo werd het een uitnodiging om een balans op te maken. En als men dan waarschijlijk moet zeggen dat de praktijk van de afgelopen veertien jaar ten achter is gebleven bij de verwach- tinen van het Vaticaans Concilie, dan kan toch niemand ontkennen dat de katholieke kerk er vandaag heel anders uitziet dan bij het begin van paus Paulus’ pontificaat. In hoeverre dat door zijn toedoen is geweest, zullen toekomstige historici uitmaken. Zijn opvolger zal er in ieder geval zijn conclusies uit moeten trekken. In de laatste zin van zijn boek wem Bruze dat de christenen van vandaa evenals Theophilus en de andere oudst christenen zouden beseffen hoe sterk he fundament is van het geloof, waarin zi zijn onderricht. Een wens, waarbij ik met overtuiging aansluit. Daarbij zij Een n van de i logisch J J i I Intelligente lezers mogen tot de conclu sie komen dat de waarschuwingen van Lindsey me niet heet of koud maken. Dit betekent niet dat de auteur in geen enkel opzicht gelijk heeft. Hij zegt wel degelijk veel wat we ons ter harte moeten nemen. Bijvoorbeeld: deze generatie is een genera tie zonder hoop. Het begrip zonde, per soonlijke schuld en verantwoordelijkheid is bij heel velen een dood begrip. En dat moet ik met Lindsey hartgrondig betreu ren. Al te veel mensen (vele miljoenen) zoeken vergetelheid voor hun uitzichtloze situatie door hun toevlucht te nemen tot alcohol, drugs of transcendente meditatie. Zeer tot mijn genoegen heb ik geconsta- O? de kenmerken van de periode die vooraf gaat aan de grote gebeurtenis die wij ken nen als de tweede komst van Jezus Chris tus. Hal Lindsey begaat naar mijn nuchte re (niet wetenschappelijke) oordeel de fout dat hij in de eerste plaats een letterlijke interpretatie van bijbelteksten over het einde van de wereld hanteert. Vervolgens probeert hij hedendaagse situaties in te schuiven in de apokalyptische beelden van Johannes, stammend uit een andere cul tuur en een ander wereldbeeld. Er is wer kelijk enige fantasie voor nodig om bij voorbeeld de EEG ergens in het boek van de Openbaring in te passen. Lindsey doet het met werkelijk verrassende effecten. Maar daarover heb ik al eerder uitgebreid geschreven naar aanleiding van de andere publikaties van Lindsey. Een tweede verlangen dat op het concilie werd geuit, was de hervorming van de Romeinse curie, het samenstel van bestuursorganen (congregatie genaamd) die de paus bijstaan in het dagelijks bestuur van de wereldkerk. Er was met name gevraagd om directere deelname van de bisschop pen, maar ook de curie-hervorming die de paus op 15 augustus 1967 uitvaardigde, bleef achter bij de verwachtingen van het concilie. De vertegenwoor diging van bisschoppen uit verschillende landen als leden van de congregaties kwam in de praktijk zen, en de laatste grond is verdwenèn voor de gedachten dat de bijbelboeken niet dé woorden zouden weergeven die indertijd zijn opgeschreven door de evangelisten en teerd dat Lindsey transcendente meditatie en aanverwante nepindustrieën even ge vaarlijk acht als de andere gifstoffen. Ook ondernemingen als de Children of God horen daarbij, maar daar heeft Lindsey het niet over. Om kort te gaan, er bestaat een wanhopige behoefte aan hoop, stelt Lindsey terecht vast. Vandaar misschien de vele slachtoffers die ten prooi vallen aan de klauwen van aasgieren als de Kore- aan Moon van de Unified Family of hoe de familie ook moge heten. Vandaar de toe loop van klanten naar goeroes en psychia ters. Er is er echter één die antwoord kan geven op de vier grote levensvragen: Waar ben ik vandaan gekomen? Wie ben ik? Waarom ben ik hier? Waar ga ik heen? Dat is Jezus de Messias. Hierin deel ik ten volle de mening van Lindsey. Bij hem ligt de weg, de waarheid en het leven. Bij hem ligt de hoop op een nieuw en beter leven. Ik volsta met op te merken dat de situa tie van de huidige mensheid kritiek is; dat de mensheid zo langzamerhand mag kiezen hoe zij collectief ten onder wil gaan: aan honger en overbevolking, aan mi lieuverontreiniging, aan het geweld van atoomwapenen^ Het einde der wereld zal heus wel een keer komen. Maar of wij dit zelf nog mogen meemaken is voor mij nog een l - kansen wel hoog. Dat is niet zo gek voor Lindsey en geestverwanten. Hij schrijft dat hij zich voelt zoals hij op de middelba re school de vierhonderd meter liep. Hij zorgde er toen altijd voor wat reserve over te houden tot hij de laatste bocht om kwam om aan het laatste stuk te beginnen. Dan laat hij volgen: „Wij bevinden ons op dat laatste stuk: Geef alles wat u hebt en haast u naar de finish waar Jezus op u wacht.” Er zijn mensen die er anders over denken. Die wel hun hoop stellen op Jezus, maar die de Schrift niet te lijf gaan met de rekenmachine van de fantasie. Volgens Jezus zelf is de dag van zijn wederkomst onbekend. Wil Lindsey het dan toch beter weten? We m weten beurt, dat wi kennis fysieke en ook dat on voor o zich o staat i wonde motor seerd i Een Canon (lijst) van gezaghebbende christelijke boeken, die naast de Oudtesta mentische canon kan staan, is volgens Bruce gevormd in het begin van de tweede eeuw. De boeken van het Nieuwe Testa ment kregen hun gezag in de kerk niet, omdat ze officieel werden opgenomen in een canonieke lijst; integendeel, de kerk nam ze in haar canon op, omdat ze de goddelijke inspiratie er al in erkende, en hun grote waarde en algemeen apostolisch gezag direct of indirect accepteerde. king, die de paus aan de vergaderende bisschop pen onttrok om er zelf een uiteindelijke beslissing over te nemen, na zich te hebben laten voorlichten door een speciale commissie van deskundigen. Zoals iedereen weet, kwam zijn beslissing drie jaar later, met de encycliek „Humanae vitae”: in afwij king van de meerderheidsopinie in de commissie handhaafde paus Paulus het absolute verbod op alle niet-natuurlijke methoden van geboortenbe perking, d.w.z. met als enige uitzondering de alge hele of periodieke onthouding. Het was de eerste spectaculaire stap op de weg van de normalisering die de paus consequent heeft voortgezet. Maar uit de storm van discussie die er toen opstak, bleek dat er iets heel fundamenteels was veranderd in de katholieke kerk. Niet alleen voor individuele katholieke leken, maar ook voor priesters en bisschoppen was het woord van de paus niet langer het laatste dat er over een omstre den kwestie gesproken kon worden. Niettemin was de wijze waarop de pauselijke beslissing tot stand was gekomen, voor velen een diepe teleurstelling. Ook op het concilie had niemand het oppergezag van de paus betwist, maar er was duidelijk gesteld dat de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het bestuur van de kerk berustte bij de bisschoppen, in vereniging De wonderverhalen krijgen ruime aan dacht. Bruce noemt Jezus Christus terecht de mensgewordeh kracht van God. Van hem verwachten we vanzelfsprekend ui tingen van goddelijke kracht. De wonder- kort dat we die in feite kunnen verwaarlo- verhalen worderi in het evangelie juist die de mens in Jezus Christus vindt: het echte brood van God. Ook dit wonder is een teken van Gods handelen in de ge schiedenis met als hoogtepunt de verschij ning van Christus op aarde. Er werd de laatste tijd weer druk gespeculeerd over de mogelijkheid van zijn aftreden; zoals vijf jaar geleden, toen de paus 75 werd en daarmee de leeftijd bereikte waarop- hij van bisschoppen ver wacht dat zij hun ambt ter beschikking zullen stellen. Tachtig is volgens zijn aanwijzingen het punt waarop kardinalen niet langer mogen deelne men aan een volgende pauskeuze. Maar wat hij ook aan anderen mag hebben voorgeschreven, er is geen enkel teken dat hij ook voor zichzelf of voor het pausambt een vaste termijn zou hebben vast gesteld, ook al sluit hij de mogelijkheid van aftre den niet uit: in het decreet over de pauskeuze wordt terloops gezinspeeld op „het openvallen van besluiten te worden omgezet in bestuursmaatrege len, waarbij, in Paus Paulus’ opvatting, de nadruk moest liggen op de conciliedocumenten als eind punt van de jarenlange discussies, niet (zoals som migen hoopten) als beginpunt van steeds verder gaande kerkelijke veranderingen. Het eerste punt van zijn programma bracht hij betrekkelijk snel ten uitvoering. Toen het concilie in 1965 werd afgesloten, waren alle ter tafel liggen de onderwerpen afgewerkt, zij het ook niet zonder zijn persoonlijk ingrijpen op sommige punten. Een de apostolische stoel'door aftreding van de rege- daarvan was de kwestie van de geboortenbeper- rende paus”. -“J ■- -■--7 met de paus. Aan dit principe, waarvoor men de naam „bisschoppelijke collegialiteit” had bedacht, was afbreuk gedaan door de encycliek. vermeld, omdat ze illustraties zijn van die kracht. Deze wordt in de hoogste graad geopenbaard in de opstanding van Jezus én komt iti de evangeliën vrijelijk beschik- de apostelen. Zowel de echtheid als de baar voor allèn die geloven. Ook naar het oordeel van Bruce kan de vraag naar de waarheid van de wonderverhalen niet worden beantwoórd op grond van zuiver historisch onderzoek. Dit heeft zeker zijn waarde, want het gaat er in het evangelie juist om dat in Jezus Christus de kracht en de genade van God in de geschiedenis zijn binnengetreden om de verlossing van de wereld tot stand te brengen. nomen soorten hun invloed op de dagelijkse gang van zaken bleef schijn, ren ter (mede) De 2( pen de en derj ling en 26 Wej Veel rechters nodig is, men, vo< de huidi van bela neemt d de leidir die de a de verdi justitie Maakt 1 mens”, de ander Het is voor ingewijden verder interes- niet (me sant dat de auteur een apart hoofdstuk wijdt aan andere archeologische bewijze: en dat hij bovendien bewijsmateriaal aan draagt uit de vroege Joodse geschrifte! dam. Oi (Talmoed) die het historisch karakter vai Jezus’ optreden aantonen. Flavius Joze phus wordt natuurlijk genoemd en tenslot te volgen de bewijzen van vroege nie Joodse schrijvers als Tacitus, Suetoniu en Plinius de Jonge. medewe student! strafzak Haarlen Daar! heden v een paa: verdach aanwez: gen ove veel tijc was of mil Van i te waarne vens dit goed leesbare boek ten overvloed! drukte nog eens van harte aanbevolen. (Internat! definite van sul king en t?. Dat ligt ook voor de hand, vindt de schrijver. Ten eerste is de waarde die het Nieuwe Testament beweert te hebben voor de gehele mensheid zo, absoluut en zijn de grote vraag. Theoretisch liggen de personen en het werk van de Hoofdrolspe- Tot zover akkoord. Maar Lindsey be hoeft niet zo pessimistisch te zijn dat hij bijvoorbeeld de hele cultuur als één stuk wanhoop en ellende ziet. Met name noemt hij muziek, film, pers en onderwijs. Kort om, aldus de meester, het valt niet te ontkennen dat onze maatschappij bezig is snel uiteen te vallen. En hier zijn we waar we wezen willen met Lindsey. Het morele verval van onze wereld is namelijk een van 1 Bruce behandelt verder de andere Nieuwtestamentische geschriften. Van de brieven van Paulus zegt hij onder meer dat zij hetzelfde beeld oproepen dat we elders in het Nieuwe Testament vinden en speci aal in de vier evangeliën. Paulus predikt hetzelfde evangelie als de apostelen. Van Lucas wordt in het bijzonder diens grote (ook historische) nauwkeurigheid gepre zen. De historische betrouwbaarheid van Lucas (Evangelie en Handelingen) wordt bovendien erkend door vele bijbelonder zoekers. Dit vind Bruce terecht van groot belang, want het werk van Lucas behan delt de tijd waarin onze Heer leefde en stierf en de eerste dertig jaar van de chris telijke kerk, inclusief de jaren waarin Pau lus zijn belangrijkste zendingswerk ver richtte en de meeste van zijn nog bestaan de brieven schreef. In het Nieuwe Testament worden de wonderen vaak tekenen genoemd, voorte kenen van de messiaanse tijd zoals voor zegd door de oude profeten. De wonderba re spijzigingen zijn daden van bovenmen selijke macht. De broodvermenigvuldi ging is een teken van het messiaanse feest, schrijft Bruce. Het duidt de overvloed aan abc I- Afr. Het concilie zelf stelde hem voor een zware taak. Op de eerste plaats moest het tot een einde worden gebracht, met name om te voorkomen dat de kerk al te lang op deze „abnormale” veelhoofdige ma nier zou worden bestuurd; ten tweede dienden zijn ^iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiim Bruce doet meer dan bouwstenen aan dragen voor de historische betrouwbaar heid van het Nieuwe Testament. Hij schetst ook hun ontstaansgeschiedenis. Zo laat Bruce ook zijn licht schijnen over de synoptische evangeliën (Mattheus, Marcus en Lucas). Het laatste van deze drie was klaar tussen veertig en vijftig jaar na Je zus’ dood. In deze evangeliën hebben we het materiaal dat al eerder vorm gekregen had, gedeeltelijk zelfs vóór Jezus’ dood. Dit materiaal bestaat niet alleen groten deels uit bewijzen uit.de eersts hand, maar is bovendien doorgegeven langs onafhan kelijke en betrouwbare wegen. De evange liën, aldus BrUce, waarin dit materiaal is weergegeven, vertellen ons de wezenlijke feiten van het christelijk geloof op precies dezelfde manier. De Internationale bijbelbond te Haar lem heeft de zeer lezenswaardige uitgave verzorgd van een boek van de Britse clas sicus en theoloog prof. dr. Frederick Bru ce. De titel luidt: De betrouwbaarheid van de geschriften van het Nieuwe Testament. Als conclusie geven we bij voorbaat dat deze geschriften uiterst betrouwbaar zijn. Zo toont Bruce onder meer aan dat er veel en veel meer bewijzen zijn voor de ge schriften van het Nieuwe Testament dan voor vele geschriften van klassieke schrij vers, terwijl niemand het in zijn hoofd haalt, zo verzucht hij, de echtheid van die klassieke werken te betwijfelen. En als het Nieuwe Testament een verzameling niet- religieuze geschriften was, zou hun au thenticiteit algemeen als vaststaand wor- ^uiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiim neer op periodieke vergaderingen in Rome. Maar januari 1970 aan de orde kwam door de besluiten s J van het Nederlandse pastorale concilie, tot de Vaticaanse verklaring over de joden, die er jaren bleef liggen. Leden van Unified Family in actie s kf *5* I W'i i f 4^

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1977 | | pagina 18