1
IU
m
N
bt
Paus Paulus spreekt
over naderende dood
Mw.iv
Li
Ie
‘W
k
4
ys
.jp
Geen boek zo betrouwbaar als het Nieuwe Testament
5
J
Canon
•n
t
I
door Th. J. Koeckhoven
BF"
Vele bewijzen
Stroomlijning
ATI
door Henk ter Kortenaer
8
O
8
Zonder hoop
rl
o
ra'
fO-
SPECULATIES OVER OPVOLGING
Concilie
1
I»!
Z
'v
'I
Is er nog hoop voor de toekomst? Deze vraag lacht ons tegen op de omslag van
het jongste boek van Hal Lindsey. De hoop voor de toekomst komt in een
bijzonder licht te staan, doordat het boek De laatste generatie heet. Het einde der
wereld is nabij, horen wij voor de zoveelste maal. Het vergt daarom wel enige
moed aan zo’n verhaal te beginnen. Pakweg nog dertig jaar, misschien veertig en
het is gedaan met onze planeet. We gaan met heel ons hebben en houden naar
de kelder en er is geen redden meer aan, tenzij voor een handjevol trouwe
christenen, onder wie zich vanzelfsprekend Hal Lindsey bevindt. Wij staan op de
rand van de afgrond, zo is zijn rotsvaste overtuiging, met aan de ene kant het
grootste gevaar van de ondergang en aan de andere kant de grootste verwezenlij
king van hoop in de geschiedenis van de mensheid.
De set
klerlandsi
Onderzo
onpartijo
ppvoedir
lien, gev
praktijk t
kantteke
leven w«
Y dering vi
stelt dar
»ihJvermorni
n
„Misschien begroet ik u dit jaar voor het laatst”. Met deze woorden besloot Paus Paulus VI op
15 augustus van dit jaar zijn preek tot de gelovigen van Castel Gandolfo, het stadje in de
Albaanse bergen waar zijn vakantieverblijf ligt. Zoals ieder jaar, droeg hij op het feest van Maria
ten hemel opneming de mis op in de plaatselijke parochiekerk. „Wie weet of we elkaar nog
terugzien. Ik zie het hiernamaals dichterbij komen, en daarom grijp ik deze gelegenheid aan om u
allen te groeten en u te zegenen”. Zijn woorden maakten een diepe indruk: drie jaar geleden had
de paus soortgelijke uitdrukkingen gebezigd, maar nu hij op 26 september aanstaande zijn 80e
verjaardag viert, krijgen zijn woorden een heel bijzondere betekenis.
J
i
■S»
Nog hoop voor de
laatste generatie
’MC
s
i
I
Billy Graham
onale Bijbelbond Haarlem, ƒ9,50)
uiterst beperkt.
Paus Paulus geeft zijn zegen
É0WB
I
t
t
t
Het behoort kennelijk tot mijn taak on
geveer éénmaal per jaar een boek van de
Amerikaanse „profeet” Hal Lindsey te be
studeren. Een jaar geleden ben ik begon
nen met De planeet die aarde heette. Toen
volgde Satan leeft onderons, Op wegnaar
een nieuwe wereld, De bevrijding van de
planeet aarde en De belofte. Als we uitge
ver Novapres uit Laren mogen geloven,
lopen de totale oplagen in de miljoenen.
Alleen al van De laatste generatie zouden
meer dan vijftien miljoen exemplaren ver
kocht zijn. Het kan best waar zijn. Als
Lindsey gelijk heeft, behoeven de kopers
verder geen boeken meer aan te schaffen,
want een bijbel hebben ze natuurlijk al.
Die moeten ze dan maar niet al te serieus
lezen, want dan bestaat het gevaar dat ze
meneer Lindsey niet ernstig meer nemen.
Na deze subjectieve opmerkingen volgt
hier dan de objectieve mededeling dat
Lindseys nieuweling 17,90 kost, een niet
al te hoge investering voor de eeuwigheid.
Overigens mag hij evenals multimiljonair
Billy Graham de „profeet” wel oppassen
dat de Mammon hem niet ten verderve
voert; het is voor een kameel immers ge
makkelijker door het oog van de naald te
kruipen dan voor een rijke om de hemel
binnen te komen.
In ieder geval was er in zijn rede van 15 augustus
geen enkele zinspeling op de mogelijkheid dat hij
zelf binnenkort een dergelijke stap zou overwegen.
In gesprekken met zijn naaste medewerkers moet
paus Paulus herhaaldelijk hebben gezegd, dat men
wel afstand kan doen van een troon, maar niet van
een kruis. En als een kruis heeft hij van het begin
af zijn pausschap beschouwd. Toen hij in 1963
werd gekozen, wist hij dat hij een bijna onmogelij
ke erfenis te beheren kreeg. Hij bezat weinig van
de persoonlijke aantrekkingskracht die paus Jo
hannes, binnen en buiten de katholieke kerk, zo
populair had gemaakt, en de tijd maar ook het
intussen begonnen Vaticaans Concilie, hadden een
einde gemaakt aan het vanzelfsprekende heilige
ontzag dat het pausschap onder diens voorganger
Pius XII nog had omringd.
Om aan dit beginsel praktische vorm te geven,
waren er uit het concilie verschillende voorstellen
naar voren gekomen. Zo dacht men aan een soort
permanente vertegenwoordiging van bisschoppen
uit alle delen van de wereld, een „bisschoppensy
node”, die de paus zou bijstaan in de uitvoering
van zijn bestuurstaak. Maar toen de eerste synode
in 1969 bijeen kwam, bleek de paus er uitsluitend
een raadgevende bevoegdheid aan te hebben toe
gedacht, geen eigen bestuursverantwoordelijk-
heid. De oorspronkelijke geestdrift verflauwde
den beschouwd, voegt Bruce hieraan toe.
Hij noemt het een merkwaardig feit dat
historici veel eerder bereid zijn de boeken
van het Nieuwe Testament als betrouw
baar te aanvaarden dan véle theologen.
Ier zo uitzonderlijk, dat we over die be
trouwbaarheid zoveel zekerheid willen
hebben als maar enigszins mogelijk is. In
de tweede plaats zijn er voor het Nieuwe
Testament ook inderdaad veel meer bewijs
zen dan voor andere geschriften van ver
gelijkbare ouderdom.
Voor het Nieuwe Testament geldt wat de
zeer deskundige sir Frederic Kenyon heeft
gezegd: „De periode tussen de tijd waarin
de oorspronkelijke werken geschreven
zijn en die waarin de nu nog bestaande
vroegste handschriften ontstonden, is zo
zuiverheid van de tekst van de Nieuwtesta
mentische boeken, zo mogen we zeggen,
zijn voorgoéd vastgesteld.”
dan ook snel, en nu de synode eind september van
dit jaar voor de vijfde maal bijeen komt, zijn de
verwachtingen niet al te hoog gespannen.
In Rome werd de organisatie gestroomlijnd en
efficiënter gemaakt, vooral ook door betere coör
dinatie van de werkzaamheden: daarvoor komen
de hoofden van de afzonderlijke congregaties te
genwoordig geregeld bijeen in wat wel de „Vati
caanse ministerraad” is genoemd. Maar de voor
naamste hervorming was de centrale plaats die
werd toebedeeld aan het staatssecretariaat. Het
wérd het persoonlijk secretariaat van de paus en
het kreeg een uitgebreide bevoegdheid, namelijk
over „alles wat de paus eraan wenste toe te ver
trouwen”. In de praktijk van de afgelopen tien jaar
betekende dit dat alle belangrijke beslissingen er
samenkwamen: van de celibaatskwestie, die in
En omdat de dagelijkse leiding van het secreta
riaat in handen lag van een dominerende persoon
lijkheid als mgr. Giovanni Benelli, betekende dit
weer dat Benelli een onevenredig grote invloed
kreeg op het kerkbestuur. Daar zijn vaak klachten
over geweest, maar de paus handhaafde Benelli al
die jaren, tot hij hem enkele maanden geleden
benoemde tot aartsbisschop van Florence en hem
kardinaal maakte, volgens velen om hem voor te
bereiden op het pausschap. Maar dan toch niet
onmiddellijk: Benelli is op het ogenblik 56, wat
algemeen als te jong wordt beschouwd voor de
pauselijke troon, en hij heeft in het geheel geen
pastorale ervaring die gaat hij nu in Florence
opdoen.
Voor de opvolging van paus Paulus wordt er
voorlopig dus nog over andere namen gesproken,
en wat daarbij opvalt, is dat er steeds minder
rekening wordt gehouden met een niet-Italiaanse
paus, een mogelijkheid die voor kort nog tamelijk
algemeen onder ogen werd gezien. Dit soort specu
laties over „wie wordt de volgende paus?” behoort
nu eenmaal altijd tot de Romeinse folklore. Maar
ze werden aangewakkerd door de woorden die de
paus in Castel Gandolfo had gesproken.
Ook al schijnt men eruit te kunnen opmaken dat
hij maar een wijze ziet waarop zijn pontificaat een
einde zal nemen en dat is door de dood het
was tegelijk een waarschuwing dat dit einde niet
ver meer is. Zo werd het een uitnodiging om een
balans op te maken. En als men dan waarschijlijk
moet zeggen dat de praktijk van de afgelopen
veertien jaar ten achter is gebleven bij de verwach-
tinen van het Vaticaans Concilie, dan kan toch
niemand ontkennen dat de katholieke kerk er
vandaag heel anders uitziet dan bij het begin van
paus Paulus’ pontificaat. In hoeverre dat door zijn
toedoen is geweest, zullen toekomstige historici
uitmaken. Zijn opvolger zal er in ieder geval zijn
conclusies uit moeten trekken.
In de laatste zin van zijn boek wem
Bruze dat de christenen van vandaa
evenals Theophilus en de andere oudst
christenen zouden beseffen hoe sterk he
fundament is van het geloof, waarin zi
zijn onderricht. Een wens, waarbij ik
met overtuiging aansluit. Daarbij zij
Een n
van de i
logisch
J
J
i
I
Intelligente lezers mogen tot de conclu
sie komen dat de waarschuwingen van
Lindsey me niet heet of koud maken. Dit
betekent niet dat de auteur in geen enkel
opzicht gelijk heeft. Hij zegt wel degelijk
veel wat we ons ter harte moeten nemen.
Bijvoorbeeld: deze generatie is een genera
tie zonder hoop. Het begrip zonde, per
soonlijke schuld en verantwoordelijkheid
is bij heel velen een dood begrip. En dat
moet ik met Lindsey hartgrondig betreu
ren. Al te veel mensen (vele miljoenen)
zoeken vergetelheid voor hun uitzichtloze
situatie door hun toevlucht te nemen tot
alcohol, drugs of transcendente meditatie.
Zeer tot mijn genoegen heb ik geconsta-
O?
de kenmerken van de periode die vooraf
gaat aan de grote gebeurtenis die wij ken
nen als de tweede komst van Jezus Chris
tus. Hal Lindsey begaat naar mijn nuchte
re (niet wetenschappelijke) oordeel de fout
dat hij in de eerste plaats een letterlijke
interpretatie van bijbelteksten over het
einde van de wereld hanteert. Vervolgens
probeert hij hedendaagse situaties in te
schuiven in de apokalyptische beelden van
Johannes, stammend uit een andere cul
tuur en een ander wereldbeeld. Er is wer
kelijk enige fantasie voor nodig om bij
voorbeeld de EEG ergens in het boek van
de Openbaring in te passen. Lindsey doet
het met werkelijk verrassende effecten.
Maar daarover heb ik al eerder uitgebreid
geschreven naar aanleiding van de andere
publikaties van Lindsey.
Een tweede verlangen dat op het concilie werd
geuit, was de hervorming van de Romeinse curie,
het samenstel van bestuursorganen (congregatie
genaamd) die de paus bijstaan in het dagelijks
bestuur van de wereldkerk. Er was met name
gevraagd om directere deelname van de bisschop
pen, maar ook de curie-hervorming die de paus op
15 augustus 1967 uitvaardigde, bleef achter bij de
verwachtingen van het concilie. De vertegenwoor
diging van bisschoppen uit verschillende landen
als leden van de congregaties kwam in de praktijk
zen, en de laatste grond is verdwenèn voor
de gedachten dat de bijbelboeken niet dé
woorden zouden weergeven die indertijd
zijn opgeschreven door de evangelisten en
teerd dat Lindsey transcendente meditatie
en aanverwante nepindustrieën even ge
vaarlijk acht als de andere gifstoffen. Ook
ondernemingen als de Children of God
horen daarbij, maar daar heeft Lindsey
het niet over. Om kort te gaan, er bestaat
een wanhopige behoefte aan hoop, stelt
Lindsey terecht vast. Vandaar misschien
de vele slachtoffers die ten prooi vallen
aan de klauwen van aasgieren als de Kore-
aan Moon van de Unified Family of hoe de
familie ook moge heten. Vandaar de toe
loop van klanten naar goeroes en psychia
ters. Er is er echter één die antwoord kan
geven op de vier grote levensvragen: Waar
ben ik vandaan gekomen? Wie ben ik?
Waarom ben ik hier? Waar ga ik heen? Dat
is Jezus de Messias. Hierin deel ik ten volle
de mening van Lindsey. Bij hem ligt de
weg, de waarheid en het leven. Bij hem ligt
de hoop op een nieuw en beter leven.
Ik volsta met op te merken dat de situa
tie van de huidige mensheid kritiek is; dat
de mensheid zo langzamerhand mag
kiezen hoe zij collectief ten onder wil gaan:
aan honger en overbevolking, aan mi
lieuverontreiniging, aan het geweld van
atoomwapenen^ Het einde der wereld zal
heus wel een keer komen. Maar of wij dit
zelf nog mogen meemaken is voor mij nog
een l -
kansen wel hoog. Dat is niet zo gek voor
Lindsey en geestverwanten. Hij schrijft
dat hij zich voelt zoals hij op de middelba
re school de vierhonderd meter liep. Hij
zorgde er toen altijd voor wat reserve over
te houden tot hij de laatste bocht om kwam
om aan het laatste stuk te beginnen. Dan
laat hij volgen: „Wij bevinden ons op dat
laatste stuk: Geef alles wat u hebt en haast
u naar de finish waar Jezus op u wacht.”
Er zijn mensen die er anders over denken.
Die wel hun hoop stellen op Jezus, maar
die de Schrift niet te lijf gaan met de
rekenmachine van de fantasie. Volgens
Jezus zelf is de dag van zijn wederkomst
onbekend. Wil Lindsey het dan toch beter
weten?
We m
weten
beurt,
dat wi
kennis
fysieke
en ook
dat on
voor o
zich o
staat i
wonde
motor
seerd i
Een Canon (lijst) van gezaghebbende
christelijke boeken, die naast de Oudtesta
mentische canon kan staan, is volgens
Bruce gevormd in het begin van de tweede
eeuw. De boeken van het Nieuwe Testa
ment kregen hun gezag in de kerk niet,
omdat ze officieel werden opgenomen in
een canonieke lijst; integendeel, de kerk
nam ze in haar canon op, omdat ze de
goddelijke inspiratie er al in erkende, en
hun grote waarde en algemeen apostolisch
gezag direct of indirect accepteerde.
king, die de paus aan de vergaderende bisschop
pen onttrok om er zelf een uiteindelijke beslissing
over te nemen, na zich te hebben laten voorlichten
door een speciale commissie van deskundigen.
Zoals iedereen weet, kwam zijn beslissing drie jaar
later, met de encycliek „Humanae vitae”: in afwij
king van de meerderheidsopinie in de commissie
handhaafde paus Paulus het absolute verbod op
alle niet-natuurlijke methoden van geboortenbe
perking, d.w.z. met als enige uitzondering de alge
hele of periodieke onthouding.
Het was de eerste spectaculaire stap op de weg
van de normalisering die de paus consequent heeft
voortgezet. Maar uit de storm van discussie die er
toen opstak, bleek dat er iets heel fundamenteels
was veranderd in de katholieke kerk. Niet alleen
voor individuele katholieke leken, maar ook voor
priesters en bisschoppen was het woord van de
paus niet langer het laatste dat er over een omstre
den kwestie gesproken kon worden.
Niettemin was de wijze waarop de pauselijke
beslissing tot stand was gekomen, voor velen een
diepe teleurstelling. Ook op het concilie had
niemand het oppergezag van de paus betwist,
maar er was duidelijk gesteld dat de gezamenlijke
verantwoordelijkheid voor het bestuur van de
kerk berustte bij de bisschoppen, in vereniging
De wonderverhalen krijgen ruime aan
dacht. Bruce noemt Jezus Christus terecht
de mensgewordeh kracht van God. Van
hem verwachten we vanzelfsprekend ui
tingen van goddelijke kracht. De wonder-
kort dat we die in feite kunnen verwaarlo- verhalen worderi in het evangelie juist
die de mens in Jezus Christus vindt: het
echte brood van God. Ook dit wonder is
een teken van Gods handelen in de ge
schiedenis met als hoogtepunt de verschij
ning van Christus op aarde.
Er werd de laatste tijd weer druk gespeculeerd
over de mogelijkheid van zijn aftreden; zoals vijf
jaar geleden, toen de paus 75 werd en daarmee de
leeftijd bereikte waarop- hij van bisschoppen ver
wacht dat zij hun ambt ter beschikking zullen
stellen. Tachtig is volgens zijn aanwijzingen het
punt waarop kardinalen niet langer mogen deelne
men aan een volgende pauskeuze. Maar wat hij
ook aan anderen mag hebben voorgeschreven, er
is geen enkel teken dat hij ook voor zichzelf of voor
het pausambt een vaste termijn zou hebben vast
gesteld, ook al sluit hij de mogelijkheid van aftre
den niet uit: in het decreet over de pauskeuze
wordt terloops gezinspeeld op „het openvallen van
besluiten te worden omgezet in bestuursmaatrege
len, waarbij, in Paus Paulus’ opvatting, de nadruk
moest liggen op de conciliedocumenten als eind
punt van de jarenlange discussies, niet (zoals som
migen hoopten) als beginpunt van steeds verder
gaande kerkelijke veranderingen.
Het eerste punt van zijn programma bracht hij
betrekkelijk snel ten uitvoering. Toen het concilie
in 1965 werd afgesloten, waren alle ter tafel liggen
de onderwerpen afgewerkt, zij het ook niet zonder
zijn persoonlijk ingrijpen op sommige punten. Een
de apostolische stoel'door aftreding van de rege- daarvan was de kwestie van de geboortenbeper-
rende paus”. -“J ■- -■--7
met de paus. Aan dit principe, waarvoor men de
naam „bisschoppelijke collegialiteit” had bedacht,
was afbreuk gedaan door de encycliek.
vermeld, omdat ze illustraties zijn van die
kracht. Deze wordt in de hoogste graad
geopenbaard in de opstanding van Jezus
én komt iti de evangeliën vrijelijk beschik-
de apostelen. Zowel de echtheid als de baar voor allèn die geloven. Ook naar het
oordeel van Bruce kan de vraag naar de
waarheid van de wonderverhalen niet
worden beantwoórd op grond van zuiver
historisch onderzoek. Dit heeft zeker zijn
waarde, want het gaat er in het evangelie
juist om dat in Jezus Christus de kracht en
de genade van God in de geschiedenis zijn
binnengetreden om de verlossing van de
wereld tot stand te brengen.
nomen
soorten
hun invloed op de dagelijkse gang van zaken bleef schijn,
ren ter
(mede)
De 2(
pen de
en derj
ling en
26 Wej
Veel
rechters
nodig is,
men, vo<
de huidi
van bela
neemt d
de leidir
die de a
de verdi
justitie
Maakt 1
mens”,
de ander
Het is voor ingewijden verder interes- niet (me
sant dat de auteur een apart hoofdstuk
wijdt aan andere archeologische bewijze:
en dat hij bovendien bewijsmateriaal aan
draagt uit de vroege Joodse geschrifte! dam. Oi
(Talmoed) die het historisch karakter vai
Jezus’ optreden aantonen. Flavius Joze
phus wordt natuurlijk genoemd en tenslot
te volgen de bewijzen van vroege nie
Joodse schrijvers als Tacitus, Suetoniu
en Plinius de Jonge.
medewe
student!
strafzak
Haarlen
Daar!
heden v
een paa:
verdach
aanwez:
gen ove
veel tijc
was of
mil Van i
te waarne
vens dit goed leesbare boek ten overvloed! drukte
nog eens van harte aanbevolen. (Internat! definite
van sul
king en
t?.
Dat ligt ook voor de hand, vindt de
schrijver. Ten eerste is de waarde die het
Nieuwe Testament beweert te hebben voor
de gehele mensheid zo, absoluut en zijn de
grote vraag. Theoretisch liggen de personen en het werk van de Hoofdrolspe-
Tot zover akkoord. Maar Lindsey be
hoeft niet zo pessimistisch te zijn dat hij
bijvoorbeeld de hele cultuur als één stuk
wanhoop en ellende ziet. Met name noemt
hij muziek, film, pers en onderwijs. Kort
om, aldus de meester, het valt niet te
ontkennen dat onze maatschappij bezig is
snel uiteen te vallen. En hier zijn we waar
we wezen willen met Lindsey. Het morele
verval van onze wereld is namelijk een van
1
Bruce behandelt verder de andere
Nieuwtestamentische geschriften. Van de
brieven van Paulus zegt hij onder meer dat
zij hetzelfde beeld oproepen dat we elders
in het Nieuwe Testament vinden en speci
aal in de vier evangeliën. Paulus predikt
hetzelfde evangelie als de apostelen. Van
Lucas wordt in het bijzonder diens grote
(ook historische) nauwkeurigheid gepre
zen. De historische betrouwbaarheid van
Lucas (Evangelie en Handelingen) wordt
bovendien erkend door vele bijbelonder
zoekers. Dit vind Bruce terecht van groot
belang, want het werk van Lucas behan
delt de tijd waarin onze Heer leefde en
stierf en de eerste dertig jaar van de chris
telijke kerk, inclusief de jaren waarin Pau
lus zijn belangrijkste zendingswerk ver
richtte en de meeste van zijn nog bestaan
de brieven schreef.
In het Nieuwe Testament worden de
wonderen vaak tekenen genoemd, voorte
kenen van de messiaanse tijd zoals voor
zegd door de oude profeten. De wonderba
re spijzigingen zijn daden van bovenmen
selijke macht. De broodvermenigvuldi
ging is een teken van het messiaanse feest,
schrijft Bruce. Het duidt de overvloed aan
abc
I- Afr.
Het concilie zelf stelde hem voor een zware taak.
Op de eerste plaats moest het tot een einde worden
gebracht, met name om te voorkomen dat de kerk
al te lang op deze „abnormale” veelhoofdige ma
nier zou worden bestuurd; ten tweede dienden zijn
^iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiim
Bruce doet meer dan bouwstenen aan
dragen voor de historische betrouwbaar
heid van het Nieuwe Testament. Hij
schetst ook hun ontstaansgeschiedenis. Zo
laat Bruce ook zijn licht schijnen over de
synoptische evangeliën (Mattheus, Marcus
en Lucas). Het laatste van deze drie was
klaar tussen veertig en vijftig jaar na Je
zus’ dood. In deze evangeliën hebben we
het materiaal dat al eerder vorm gekregen
had, gedeeltelijk zelfs vóór Jezus’ dood.
Dit materiaal bestaat niet alleen groten
deels uit bewijzen uit.de eersts hand, maar
is bovendien doorgegeven langs onafhan
kelijke en betrouwbare wegen. De evange
liën, aldus BrUce, waarin dit materiaal is
weergegeven, vertellen ons de wezenlijke
feiten van het christelijk geloof op precies
dezelfde manier.
De Internationale bijbelbond te Haar
lem heeft de zeer lezenswaardige uitgave
verzorgd van een boek van de Britse clas
sicus en theoloog prof. dr. Frederick Bru
ce. De titel luidt: De betrouwbaarheid van
de geschriften van het Nieuwe Testament.
Als conclusie geven we bij voorbaat dat
deze geschriften uiterst betrouwbaar zijn.
Zo toont Bruce onder meer aan dat er veel
en veel meer bewijzen zijn voor de ge
schriften van het Nieuwe Testament dan
voor vele geschriften van klassieke schrij
vers, terwijl niemand het in zijn hoofd
haalt, zo verzucht hij, de echtheid van die
klassieke werken te betwijfelen. En als het
Nieuwe Testament een verzameling niet-
religieuze geschriften was, zou hun au
thenticiteit algemeen als vaststaand wor-
^uiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiim
neer op periodieke vergaderingen in Rome. Maar
januari 1970 aan de orde kwam door de besluiten s J
van het Nederlandse pastorale concilie, tot de
Vaticaanse verklaring over de joden, die er jaren
bleef liggen.
Leden van Unified Family in actie
s
kf *5*
I
W'i
i f 4^