■jv.
tfi
fJ
„Drinkwater
winning is
boosdoener
niet”
1
f
I
door Eli Vlessing
Gezond
Boosdoeners
Bouwstenen
i Vloeken
|M
Mi
tor, X
20
I
<t
if B
n
7742
fi xJi
Salamanders verdwenen, kikkers verstomd, stekelbaarsjes dood
„Ik ben natuurlijk net zo’n sufferd als iedereen. De mensen
beginnen te schreeuwen over milieuzaken als ze er zelf mee te maken
krijgen. Nou goed, toen we hier in 1972 kwamen was er niks aan de
hand. In de sloten zaten salamanders, stekelbaarsjes en kikkers. Nu
ligt de hele zaak droog. Als de mensen wat zuiniger met hun water
zouden omspringen zou dit niet gebeuren. Nu moeten de drinkwater
bedrijven dag en nacht pompen om aan de behoefte te kunnen
voldoen. Wij zijn daar de dupe van. Wij trouwens niet alleen. De hele
samenhang In de natuur wordt door dit soort zaken verstoord. Gezond
water maakt plaats voor verontreinigd water waarin leven ontbreekt"
-'Wk.
w
-
ft «3S
-
14^
E
Heen;
Waterschaarste
bedreigt de
van Gerard Loke
I
4GS
I
i
id va
□rmati
Gerard Loke, overigens een druk
ke prater die zoveel wil vertellen dat
hij af en toe struikelt over zijn woor
den, spreekt, terwijl hij „een zware”
draait, rustig en bedachtzaam over
deze episode uit het leven van zich
zelf en zijn vrouw. „Kijk, ik was
nooit erg gelovig. Maar op de avond
van die dag ben ik naar buiten ge
gaan en heb ik lopen vloeken. Je
mag best weten ik heb omhoog geke
ken en uitgeroepen.„Héé, jij die
alles kan waar ben je nou? Ge-
Dat zegt Gerard Loke. De man
staat tot aan zijn middel in de droog
gevallen sloot naast zijn volkstuin.
Een stuk grond van zo’n slordige
zevenhonderd vierkante meter dat
met nog een tiental lapjes volkstuin
van om en nabij dezelfde omvang
ligt ingeklemd tussen de splitsing
van de spoorlijnen Haarlem-Bever-
wijk en Haarlem-Santpoort.
rard Loke verkocht zijn goed ren
derende zaken. Naast het verdriet
waarmee geprobeerd werd verder te
leven, sukkelde hij met atrose, slijta
ge van het kraakbeen in zijn ellebo
gen. Gevolg van overbelasting door
veelvuldig sjouwen met de zware
leesmappen. De verzekering liet het
afweten. Beriep zich op de arts die
Loke had gecontroleerd en als zijn
mening had uitgesproken dat het
met flink hard werken wel weer
over zou gaan. Een leven van ver
driet en desillusies.
Een tip van een kennis bracht uit
komst. Achter het voetbalveld van
VSV lag een stukje land geschikt
voor een volkstuintje. Emmy en Ge
rard Loke gingen er de volgende dag
een kijkje nemen. Een plekje waar
nog „ruimte” was. De bebouwing
van Santpoort was voldoende veraf
om er geen hinder van te ondervin
den. De passerende trenen maakten
wel wat herrie maar raasden snel
voorbij. De toestemming van de Ne
derlandse Spoorwegen eigenares
se van de grond om het braaklig
gende terreintje voor volkstuin te
bestemmen was een formaliteit.
Iedere dag werd van ’s morgens
vroeg tot ’s avonds laat gebruikt om
karrevrachten stenen en afval te
verwijderen. De zaak werd omge
spit. Aan de dorre droge zandgrond
werd een hoeveelheid bloedmeel
toegevoegd. Aardappelen, kool en
boontjes waren de eerste produkten
die werden gezaaid en geoogst.
Maar er gebeurde meer.
De ziekenhuizen liggen vol met
zieke mensen waarvan iets minder
dan de helft het slachtoffer is van
aantasting van cellen en weefsels.
levende materie. Gezond worden
begint niet bij de dokter. Daar ein
digt het meestal. Gezond zijn bete
kent normaal functioneren in de
samennang van net grote geneei.
Gezond eten en drinken. Geen rot
zooi in het drinkwater om tandbe
derf tegen te gaan. Geen troep in je
eten om de smaak te verbeteren of
om het langer houdbaar te maken.
Waar ik in mijn tuin mee bezig ben
is niks bijzonders. Ik tracht de
grond te vitaliseren op een natuurlij
ke manier. Als ik daarbij gebruik
zou maken van de chemische vin
dingen van de wetenschap zou de
opbrengst drie maal zo groot zijn.
Met de blote hand graaft hij een gat
in de grond. Zo ver zijn arm reikt is
de grond gortdroog. „Dat is het ge
volg van die lage grondwaterstand.
Niet alleen de echte woestijnen op
onze aarde worden in oppervlakte
steeds groter, ook op de vruchtbare
plaatsen waar we met elkaar moe
ten leven zijn we bezig woestijnen
van te maken. De Griekse wijsgeer
Aristoteles leidde het al af uit
waarnemingen bij landbouwers;
waar water is is leven, waar het
ontbreekt heerst de dood”.
Gerard Loke zakt op zijn hurken
en haalt wat prut opzij. „De kikkers
hebben we twee jaar niet meer ge
hoord. De salamanders zijn allang
verdwenen en hier heb je het bewijs
van onze uitstervende natuur”. Uit
de bovenste laag van de prutbodem
grabbelt Loke een handvol dode
stekeltjes bij elkaar. Onder een
drooggevallen laagje kroos ligt de
grond er mee bezaaid. Als we over
de tuin terugwandelen is het alleen
de wind die door de bladeren van
het weelderige gewas ritselt. Weer
laat Loke zich op de knieën zakken.
Op het plekje van de tuin die daar
toe het meest geschikt leek werd een
begin gemaakt met de bouw van een
dagverblijf. Er werd gezaagd en ge
timmerd, gegraven, geschilderd en
gemetseld. Gerard Loke die zich
nooit voor tuinieren had geïnteres
seerd schafte zich eenvoudige boe
kwerkjes aan met nuttige wenken
voor volkstuinders. Hij verdiepte
zich in de materie. Werd geconfron
teerd met de „noodzaak” van het
toedienen van kunstmest en het han
teren van allerhande bestrijdings
middelen tegen gevaren die hem als
warmoezenier bedreigden. „Kijk”,
zegt hij daarover. „Ik heb zo’n beetje
een indruk gekregen hoe er in onze
samenleving en speciaal in onze
ziekenhuizen wordt geknoeid met
medicijnen. Ik begrijp best dat we in
een situatie verzeild zijn die voor de
biochemische industrie commerci
eel gezien aantrekkelijk is. De gevol
gen zijn gewoon verschrikkelijk.
Aan de achterste begrenzing van
de tuin laat Gerard Loke zich in de
drooggevallen sloot zakken. „Kijk”,
wijst hij aan, „toen we hier kwamen
stond het water tot hier”. Hij houdt
zijn hand ongeveer zestig centimeter
van de drabbige bodem. „Verleden
jaar met die droge zomer kwam de
bodem in zicht. De zaak heeft zich
niet of nauwelijks hersteld”.
Echter niet alleen het levenspro
ces van de biologisch gekweekte
tuinproducten en alle daarmee ver
band houdende verschijnselen heb
ben de belangstelling van Gerard
Loke. Ook de bereiding van die pro
ducten voor de consumptie is gehou
den aan regels. „Zo moet”, naar hij
weet te vertellen, „biologisch ge
kweekt graan niet op mechanische
wijze worden gemalen. Etherische
oliën en vitamines, bouwstenen van
een gezond voedselpakket, gaan dan
verloren”. De Lokes malen hun ei
gen graan. Emmy spint zelf wol en
bedient het weefgetouw even behen
dig als het spinnewiel. De keuken is
vegetarisch.
Als ik doorga met mijn manier be
reik ik dat ook. Iets later maar dat is
niet belangrijk. Gezond-zijn is meer
dan „zijn-zonder-ziekte”. Daaraan
bewust meewerken is voor mij een
uitdaging. Ik heb de bewijzen van
mijn gelijk in handen. Ik vind dat
geen verdienste. Mijn tuin levert
meer op dan mijn vrouw en ik kun
nen opeten. We verkopen niks. Da
gelijks hebben we toch veel klanten.
Mensen met ziektes en kwalen. Met
onze gewassen wordt hun leven
vaak beter leefbaar of genezen hun
kwalen.
De oorzaak van veel dingen ben ik
bij mezelf gaan zoeken. Ik heb be
grepen dat de oplossing ook bij me
zelf ligt. Ik tracht dat gestalte te
geven in de manier waarop we hier
kweken. We volgen de kringloop van
de natuur. Passen ons daarbij aan.
In één ordinaire biet Van mijn tuin
zit meer vitaliserende stof dan in een
hele kist bieten die je bij de groente
boer koopt”.
Wandelend door de tuin van Em
my en Gerard Loke valt het op hoe
verzorgd de bedden er uitzien waar
in het gewas wortelt. Pure zand
grond die, vermengd met zelf berei
de compost, van structuur is verbe
terd en de voedingsstoffen kreeg om
het gewas te laten gedeien. Dat laat
ste is belangrijk. Gerard Loke wijst
op een bed gele kolen waar de rup
sen hebben huisgehouden in de
randbladeren. De kolen zelf zijn fors
en klokgaaf. „Geen bestrijdingsmid
delen maar er gewoon voor gezorgd
dat die kool het naar zijn zin kreeg.
Een sterk gewas gemaakt. De rup
sen zijn gevlucht”, merkt Loke la
chend op. Filosoferend voegt hij er
aan toe: „Je ziet het, je kan er een
hof van Eden van maken of een
grote vuilnisbelt”.
„Er wordt tegenwoordig ook zo
veel gediscussieerd over de verzil-
ting. Die zou uit de Rijn komen.
Vergeet het maar. De grote boosdoe
ners zijn de landbouwgronden. Het
water dat vanuit die polders wordt
geloosd bevat nog veel delen van
kunstmeststoffen en bestrijdings
middelen. Dat is de grondstof voor
ons drinkwater. Je begrijpt natuur
lijk wel dat dat wat uit onze kranen
komt niets te maken heeft met ge
zond water. Je kunt daar natuurlijk
chemicaliën aan toevoegen om het
gevaar te bestrijden. In wezen ben je
dan al bezig met een medicijnvergif-
tiging te creëren. Als je de samen
stelling van het drinkwater veran
dert, verander je alle organismen.
De basis van ons bestaan is datzelf
de drinkwater. Je bent dus bezig die
basis van ons bestaan aan te tasten”.
De nu 47-jarige amateurtuinder
woont eigenlijk in een gewoon huis
in een rijtje in Santpoort. Hij maakt
er echter geen geheim van veel da
gen en nachten samen met zijn
i vrouw Emmy te vertoeven op het
stukje grond tussen de spoorlijnen.
I Onopvallend tussen het omheinende
t groen hebben ze daar hun zelfge
bouwde woninkje. Omringd door de
I gewassen van hun biologische tuin.
Prei, andijvie, rode, witte en gele
I kool, snijbiet, uien, spruitjes, boe-
f renkool, witte bonen, bruine bonen,
I snijbonen, sla, wortelen, tomaten,
aardappelen, fruitbomen en een uit-
gebreid assortiment kruiden. Vijf
I jaar geleden is dat begonnen.
Gerard Loke was vroeger hele-
maal geen liefhebber van tuinieren,
f Had het veel te druk met zijn zaken.
Een winkel in rotan spullen en de
verspreiding van een drukbeklante
1 leesprotefeuille. In 1962 verloren
Emmy en Gerard hun jongste zoon.
Een knaapje van zes jaar. Doktoren
I spraken van een hersentumor. Door
I nog harder te werken probeerden ze
het verdriet van dat verlies te over-
I winnen. In 1971 deden dezelfde
ziekteverschijnselen zich voor bij
hun toen elfjarige tweede zoon. Heel
Europa werd afgereisd om doktoren
en specialisten op het gebied van
allerhande geneesmethoden te con-
j sulteren. Het werd een gevecht te-
gen de tijd dat vier maanden duur
de. Toen waren Emmy en Gerard
weer even alleen als op het moment
dat ze besloten samen iets van het
leven te maken. Dat „iets” was altijd
een klein stukje welvaart geweest.
Een brokje toekomst voor de kinde
ren. Dat „iets” was ineens wegge
vaagd.
De Lokes zijn geen gelegenheids-
tuiniers die alleen met fraai weer
op hun biologisch akkertje zijn te
vinden. „Het jaar heeft”, zegt Ge
rard, „365 dagen. Die maken alle
maal deel uit van de kringloop van
de natuur. De grond op tijd bewer
ken en in gereedheid brengen is de
basis van een vruchtbare oogst. Hij
wandelt zwijgend mee naar de uit
gang van zijn stukje grond. Tussen
de bedden met polsdikke preien, ko
gelronde tomaten, forse kolen, rijk-
behangen bonenstruiken, een haag
van zonnebloemen en de kasten van
twee bijenvolken. „Bijenvolken
die”, zo verklaart Gerard Loke,
„niet behoeven te worden bijge
voerd met suiker. Ik zorg ervoor dat
die dieren, die hun aandeel hebben
in het natuurlijk biologisch proces
van mijn tuin, daar dus een gevari
eerd menu vinden. De natuur is nu
eenmaal een keten van schakels.
Voor het natuurlijk evenwicht zijn
zij allemaal even belangrijk”.
-;Op
km. 1
oran
’G ga
mrt 7
.850.-
auxha
50; Fii
I28 i
urs iet
.450-
bj. ’7
8 ci
900-
.150,-
it aai
rantie,
/lerce
rood
i,”
S''2
mooit
s, me
mooi;
deurs,
trek
5, ziei
□oi ei
eert i
ordels
getin
00, b;
i staa
>en a
Toyoti
io, en
mooii
8 I., i
eugeo
3950
blauw
aunui
OOGT,
3250
lakeld
k. enz
dezt
in mo
5950
vstaat
dio ei
mooi
moon
3950
12TS
1950;!
andige
groe'
'hoogt
helde
6550
ling et
uifdak
5500
3950
BMVI
lieuwt
4. C70
'0 t’70
Dyant
L, t’72
2750
helde
O; Min
anden
80 71
10 71
Glide
1; Fort
>i, t72
145(
nen e
<e t’73
at 128
ilympi
aparts
oran,e
3 122
gezonde tuin
Dat is een gevolg van een inbreuk
op het natuurlijk patroon van de
Waterschaarste
I
Gortdroge grond als in de woestijn.
I
Dat zegt de heer C. Hartog, op
zichter bij het gemeentelijk water
leidingsbedrijf op onze vraag of de
waterwinning invloed heeft op de
stand van het oppervlaktewater.
1
17
„Iedere veertiende en acht en twin
tigste van de maand wordt ge
pompt. Voor we daarmee beginnen
wordt het peil van de diepwater-
stand en van de grondwaterstand'
gepeild. Na het pompen doen zich in
de onderste lagen verschillen voor
van 3,60 tot 4 meter. Het maximale
verschil in de oppervlaktewater-
stand is één centimeter."
Het verschijnsel van de lage stand
van het oppervlaktewater en de
daarmee verband houdende droogte
schrijft hij toe aan de warme droge
zomer van 1976. „We hebben na die
droge periode geen strenge winter
gehad met veel sneeuw. Dit jaar is
de zomer dan wel niet zo best maar
we kunnen toch niet zeggen dat er
overmatig veel water is gevallen.
I
Het waterverlies van verleden jaar
is niet aangevuld. Het is zeker niet
te verwachten dat het huidige peil f 9
80 d 100 centimeter onder het
maaivlak verder zal dalen. Maar
nogmaals, het heeft niets te maken
met de drinkwaterwinning", aldus
de heer Hartog.
„Het gemeentelijk waterleiding-
bedrijf van Velsen heeft tussen het
station Driehuis-Westerveld en
Santpoort-noord tien bronnen die -f
per stuk een capaciteit hebben van =F F,
10 d 12 kubieke meter per uur. Het
water wordt echter gehaald van een
diepte van circa zestig meter en hj
wordt dus onttrokken aan de zoge-
noemde diepwaterstand. Het heeft 1
geen enkele invloed op het peil van K1
de hoger gelegen grondwaterstand. y-V
Beide grondreservoirs zijn geschei-
den door een ondoordringbare klei- j§||
laag die zich op 10 meter onder het ^7?
grondoppervlak bevindt.” Tte