F
IlM
r
Populariteit van jeu
de boules stijgt
■8
I
i
o
.1
J
f
ir
I
i
Jw*
L
r
m
1
lp
ui
■sip
o
i
I
TB
I
II
I
PB* f
I S1
GEZWAAIDE TURNKAMPIOEN COR SMULDERS:
I n
Professionals
in organisatie
noodzakelijk
RS
o
ff
is*
BH!
!P
ds
1.
r1
I
i
I
i
door Jan Blijboom
■NT
T
i
Wereldkampioen
Geen onderpand
Spelvreugde
*1
1
4
J
t
BW
i
I F
l ES *1
'V F U
I-
J
I i 1
- I J
W;
wo
IO
JBI
- 'IV
k I
'W®i
1 z W
z '"A
F z.i:; -
I
BBS
•-
ft
gkz
>-i
"i
-
illlllllinillllllllHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIilllllllllllininHHIHHIHIIIHHIIHIIHHHtllHIII
Q
'ing tot
eftijd a
i
BV,
STOPPER
lxc.4:<
<5.
i;
i
Cor Smulders hierover: „Ik ben op zijn
school in de Armeense stad Erevan ge
weest, waar liefst een miljoen mensen wo-
Het is krap twee jaar gelden dat de sectie Topsport van het Koninklijk
Nederlands Gymnastiek Verbond met vreugde gewag maakte van het feit dat men
er in was geslaagd een Russische toptrainer ten behoeve van het herenkeurtur-
nen aan te trekken. Geen somber gestemde op- en aanmerkingen meer over het
zeer bescheiden niveau van de nationale top, want er zou nu een periode
aanbreken van een gedegen opbouw die beloften moest inhouden voor een
zonnige(r) toekomst. Na een inwerkperiode, inclusief het wennen in een voor hem
volstrekt vreemd land, ging Albert Wagarssakovitsj Asarjan aan de slag, buiten het
waarnemingsveld van de publiciteit. Nu, ruim een jaar vóórdat zijn contract met het
KNGV afloopt, kan moeilijk worden aangetoond dat er een lichte vooruitgang aan
de top valt te constateren. Eerder moet worden erkend dat met het wegvallen van
Cor Smulders het gemiddelde peil van de selectiegroep is gedaald.
Het moet voor een vakman pur sang als
Albert Asarjan ontmoedigend zijn telkens
maar weer geconfronteerd te worden met
de wetenschap dat het eigenlijk een onmo
gelijke opgave is de selectie naar een wat
hoger niveau te tillen. Zeker frustrerend
voor een man die in eigen land bekend
staat als iemand die precies weet hoe tur
ners naar de top moeten worden gebracht.
Je vrienden kopen ook een set, je
speelt eerst tegen elkaar gedurende de
nen. Op die school werken 400 turners
onder leiding van 42 trainers. Die vierhon-'
derd man variëren in leeftijd van 7 tot 21
jaar. Op het ogenblik is het zo dat Asar-
jans school drie turners voor de nationale
top heeft geleverd, te weten één bij de
senioren, één bij de jeugd en één bij de
junioren. En dan te weten dat er in Erevan
nóg twee van zulke scholen zijn. Kun je
nagaan hoe breed de toplaag in Rusland is
en hoe hoog je kwaliteiten als directeur
van zo’n school moeten zijn om de landelij
ke top te kunnen bedienen”.
Waarmee Cor Smulders slechts duide
lijk wil maken dat het absoluut niet aan
het vakmanschap van Albert Asarjan ligt
dat de doorbraak maar niet wil komen.
vakantie in Lozère of de Ardèche, al
lengs ontstaan er vriendschappelijke
partijtjes tegen zwak spelende autoch
tonen die ook wel eens willen winnen,
aan het eind van de vakantie worden
de drie ballen in de koffer gepakt (toch
al gauw een dikke 2 kilo extra ge
wicht), de herfst waait door Nederland,
de winter zwiept over de polders, ge
lukkig herinnert de lente zich bijtijds
dat ze ook nog even Nederalnd moet
aandoen, de Nederlanders krijgen al
weer wat Reisefieber, zullen we weer
naar Frankrijk gaan, dat was vorig jaar
zo geslaagd, o.k., zo gezegd zo gedaan,
de koffers worden gepakt, „ik ga niet
die zware krengen helemaal meesjou
wen hoor!”, zegt moeder-inpakster over
de jeu de boules-ballen, „als het nodig
is koop je daar maar weer een paar
ballen”, het blijkt inderdaad nodig, het
spelpeil lijkt zienderogen gestegen te
zijn, aan het eind van de vakantie
verdwijnen de ballen in de koffer, en zo
komt het dat er op het ogenblik geruis
loos honderden originele Franse jeu de
boules-ballen door heel Nederland ver
spreid liggen, in de kast, naast de ther
mosfles en het tentmateriaal.
En met jeu de boules-ballen gaat het
net als met brisantbommen: elk land
maakt die krengen om te voorkomen
dat de vijand gebruik zal maken van de
zijne, maar als de voorraad eenmaal zo
groot is geworden dat opslagruimte
duurder wordt dan oorlog, breekt on
danks alle goede voornemens toch die
oorlog uit, zodat de brisantbommen
'geloosd kunnen worden. Zo zal het ook
in Nederland zijn gegaan: op een gege
ven ogenblik lagen er zoveel boules-
ballen ongebruikt in de kast, dat de
natuurwet in werking trad die „het
spontane gebruik bij overdoses” is
gedoopt.
Hoe dan ook het is een verheugende
ontwikkeling. Ik hou van jeu de boules,
of, zoals de Fransen het doorgaans
noemen: pétanque. In Vrij Nederland
zag ik het jeu de boules raak geken
schetst als „de meest democratische
sport”, want inderdaad: het is een
sport en het is een zeer democratische
sport, omdat in principe iedereen niet
alleen kan deelnemen, maar ook tegen
elkaar kan uitkomen zonder dat de
uitslag bij voorbaat vast staat. Boven
dien is het spelplezier democratischer
over de deelnemers verdeeld. Ik zie wel
eens jongens voetballen, vrouwen ten-
aangelegd. En hier vanuit gaande vind ik
dat er aan de top van de bonden professio
nals moeten komen, die de materie en alles
wat daarmee samenhangt beheersen. Pas
dan kan een slagvaardig beleid worden
gevoerd”.
Deze niet nieuwe, maar nog steeds actu
eel zijnde visie betrekken op het Konink
lijk Nederlands Gymnastiek Verbond be
tekent naar de mening van Cor Smulders
dat er bijvoorbeeld voor elke sectie (top
sport, wedstrijdsport, recreatiesport, rit
mische gymnastiek etc.) een full-time orga
nisator moet worden aangesteld die onder
leiding van een hoofdorganisator samen
een véél slagvaardiger beleid, gericht op
het algemeen belang, kunnen voeren dan
nu het geval is. Op het ogenblik knokt elke
sectie voor eigen parochie, wat al meer
dan eens tot veel begripsverwarring heeft
geleid. Om verder maar të zwijgen van de
onwetendheid die de secties over elkaar
hebben. Naar Smulders’ overtuiging zou
zo’n coördinatieteam ook een goed samen-
Pleit dat dan niet tegen jeu de boules
als sport? Nee, de beste spelers worden
uiteindelijk toch ook de winnaars, zo
als moge blijken uit de palmarès van
Alexandere Ferrari, die een paar we
ken geleden op 35-jarige leeftijd bij
Menton om het leven kwam toen zijn
auto slipte en tegen de vangrails bot
ste. Hij werd met zijn équipe Canizzo
uit Toulouse wereldkampioen in 1972
en 1974, en werd in 1975 en 1976 natio
naal kampioen, en het Franse kam
pioenschap is natuurlijk toch een soort
wereldkampioenschap zonder buiten
landers.
nissen, en meisjes volleyballen die
geen bal raken, en dan vraag ik me af
waar zij hun spelvreugde vandaan
moeten halen. Bij jeu de boules kan
iedereen wel eens een bal gooien die
vergelijkbaar is met de „ace" die Jim
my Connors slaat.
Albert had in zo’n situatie zijn ervaringen,
opgedaan in eigen land, pas goed kunnen
benutten. Waarmee ik helaas - ik vind het
verschrikkelijk jammer - moet constate
ren dat we organisatorisch nog niet rijp
zijn voor een Asarjan. Volgens mij moet
zo’n professionele organisatie te realiseren
zijn. In ieder geval is het de moeite van het
proberen dubbel en dwars waard”.
De onderlaag móet inderdaad breder
worden, wil de afkalving langs de weg van
de vijf nu bestaande trainingsgroepen
naar de herenselectie minder ingrijpende
Alexandre Ferrari was dus niet meer
aanwezig bij de start van het 51e kam
pioenschap van Frankrijk op 26 augus
tus 1977 in Tours. Het kampioenschap
nam drie dagen in beslag. In de eerste
divisie traden 16 équipes van 5 spelers
aan, in de tweede divisie 64 équipes, in
de derde divisie 96 équipes, in de vierde
divisie 128 équipes, en bij de junioren
Ferrari was een „tireur” en werd door
zijn Italiaanse tegenstanders „Mon
sieur 90 procent” genoemd, omdat hij
bij het „tireren” met een welgemikte
worp door de lucht een hinderlijke bal
van de tegenpartij op zo’n meter of tien
afstand vrijwel altijd raakte. Zijn re
putatie als „tireur” verhinderde hem
overigens niet om een complete speler
te zijn, ook als „pointeur” was hij in
staat de bal op de millimeter nauwkeu
rig te plaatsen, en menigmaal schijnt
hij een hopeloze situatie voor zijn team
te hebben opgelost door de cochonnet-
te, het houten balletje, met zijn zware
metalen bal het juiste tikje in de goede
richting te geven. Hij was een verfijnd
strateeg (schrijft de Midi Libre), en
imponeerde zijn tegenstanders op de
beslissende momenten van het spel
door zijn kalmte en onverstoorbare ge
moedsrust.
Bondstrainer Albert Asarjan:
hij kan het ook niet helpen schrapt.
Cor Smulders in actie tijdens een drie-landen-
wedstrijd in Borger (1972).
„Ach nee, het moet een beetje leuk
blijven, we raken liever wat ballen
kwijt dan dat we om namen gaan vra
gen”. De schade bleek later tot 1 of 2
sets beperkt te zijn gebleven.
(cadets) 96 équipes. De ploegen in de
eerste en tweede divisie speelden over
igens niet om het kampioenschap van
Frankrijk, maar om de Coupe de Fran
ce, want het kampioenschap wordt toe
gekend aan de équipe die gedurende
het seizoen de meeste punten heeft
vergaard. De derde en vierde divisie en
de cadetten speelden echter wel voor
het nationale kampioenschap in hun
categorie.
Wie er kampioen zijn geworden is
voor ons van minder belang (te meer
omdat ik het niet weet), maar het is wel
aardig te weten dat daar in Tours dus
door 2000 boulistes om de hoogste eer
werd gestreden. Dat is nog even andere
koek dan de ruim 300 die op het Mu
seumplein bijeen waren. Maar daar
was de sfeer misschien toch wat min
der grimmig dan die in Frankrijk kan
zijn. Je kon bij de organisatie ballen
huren d f 2,50 per stuk. Het frappeerde
me dat niemand een onderpand of zelfs
maar zijn naam hoefde op te geven,
hoewel die ballen toch al gauw een
gulden of 12 per stuk kosten. Stan
Polman, voorzitter van de NJBB, zei:
in KEN
De He?
Daarop aansluitend een volgend punt op
het verlanglijstje van de nationale kampi
oen: het formeren van grote trainingsgroe
pen. Cor Smulders: „We zouden moeten
zien te komen tot vier categorieën met de
volgende aantallen: 50 kleintjes in de leef
tijd van 8 tot 12 jaar, 50 jongens van 12 tot
16 jaar, 25 jongens van 16 tot 21 jaar en 15
heren; allemaal bijeengebracht via een
strakke organisatie en geleid door vol
doende trainers. Dén pas kun je, dacht ik,
effectief gaan opbouwen onder leiding van
een bondstrainer van het kaliber Asarjan.
Vorige week zaterdag la er een be
spreking geweest tussen de nationale
selectie en trainer Albert Asarjan om
enige wrijfpunten die In de loop van de
tijd aan de oppervlakte waren geko
men te bespreken. Een van ds moei
lijkheden betratten twee Interlandwed
strijden: Nederiand-Engeiand op 30
soptember/1 oktober en Nederland-
Noorwegen op 8/9 oktober. De tur
ners vonden die ontmoetingen té dicht
bij elkaar liggen'zo kort na de zomer
stop, niet alleen sportlef bezien, maar
ook om redenen van werk en studie,
aangezien dan In de komende weken
veelvuldlgsr zou moeten worden ge
traind op Papendal. Do leiding van het
KNGV Is aan de wensen tegemoet ge
komen en heeft de Interlands ge-
gevolgen hebben. Vooral na de groepen
drie en vier melden veel afvallers zich
(studie, keuze voor andere sport, te weinig
motivatie). En als het „grote werk” dan
voor de deur staat beschikt de bondstrai-
ner slechts over een handjevol toppers,
van wie in een recent verleden Cor Smul
ders en Jan van de Zanden (wegens studie)
plus de talentvolle Dick Ooykaas (fysiek
niet tegen de inspanningen opgewassen)
zijn afgevallen. 'Waardoor de nationale se
lectie nu uit de volgende turners bestaat:
Frans van Elteren (Zoetermeer), Willy
Koch (Uden), Freddy de Brouwer (Eindho
ven), Johan Molenaar (Volendam), Gerrit
Butter (Haarlem) en jeugdkampioen An
ton Hoenkamp (Utrecht). Hopenlijk be
schikken zij over eenzelfde mentaliteit als
Cor Smulders die rechtlijnig stelt: „Als je
topsport bedrijft moet je er alles voor over
hebben. En niet zeuren over secundaire
zaken. Van volwassen kerels mag je ver
wachten dat ze geen excuses aanvoeren
om onder bepaalde dingen uit te komen”.
Een optimale motivatie dus, met als aan
trekkelijk hulpmiddel sinds enige maan
den de valkuil op Papendal, die op aan
dringen van Albert Asarjan tot stand
kwam en zijn nut inmiddels al heeft aange
toond. Nu de rest nog
vrijblij-
Indu-
z
5
4
Glijdt het heren-toptumen nu helemaal
weg naar het moeras van de vergetelheid?
Is het voor de Russische bondstrainer Al
bert Asarjan nog een haalbare kaart een
enigszins redelijke aansluiting met de ge
middelde internationale top te bewerk
stelligen?
Wat kan er concreet worden gedaan om het
Nederlandse toptumen heren van zijn
kwalijke imago „internationaal veren ver
onder de maat” af te helpen; uiteraard
binnen de beperkte mogelijkheden die
amateursport biedt?
sip w
.Inlichtingen over het jeu de boules in
Nederland kunt u verkrijgen bij het
secretariaat van de NJBB (Nederland
se Jeu de Boules Bond), Keizersgracht
648 te Amsterdam. Ik begin daar maar
mee, want jeu de boules (ruim driehon
derd deelnemers op ruim vijftig afge
perkte banen tijden het eerste Neder
landse kampioenschap afgelopen zon
dag op het Museumplein in Amster
dam) is een sport in opkomst in Neder
land. Her en der worden (vrij eenvou
dig aan te leggen) boulesbanen ge
creëerd, en het aantal serieuze beoefe
naars stijgt met de dag. Een vreemde
zaak, eigenlijk. Jeu de boules bestaat
tenslotte al sinds mensenheugenis en
langer, zeg maar eeuwen lang. Waarom
dan nu opeens die daadwerkelijke be
langstelling? Ik kan er alleen maar
naar raden, maar ik vermoed dat er
samenhang bestaat tussen het feit dat
steeds meer mensen deze sport in Ne
derland willen gaan beoefenen, en het
feit dat steeds meer vrienden en ken
nissen (mezelf inbegrepen) de vakantie
in Frankrijk gaan doorbrengen, in ruil
voor Joegoslavië, Majorca en verdere
lustoorden. Doordat Frankrijk in
plaats van een duur land voor Neder
landers (zoals vroeger), inmiddels een
goedkoop land is geworden, zijn wij nu
ook eerder in staat bij de quincaillerie
in het dorp een set zwaar-metalen bal
len te kopen voor 80 francs de drie.
y 1
De al enige tijd niet meer besnorde
nationale kampioen Cor Smulders tijdens het
inturnen voor een interland tegen Engeland
(1975).
Vervolgt Smulders: „Ik kan bijzonder
goed met Asarjan opschieten. Een gewel
dige vent die het helemaal in zijn vingers
heeft”. Deze opmerking verklaart tevens
waarom de nationale kampioen graag is
ingegaan op een aanbod om de Rus bij
toptrainingen te assisteren. Een waarde
volle aanvulling op de studie voor alge
meen sportleider die Smulders op het CI
OS in Sittard volgt. Momenteel is hij bezig
met een stageperiode, gericht op het
heren-turnen.
Het spreekt welhaast vanzelf dat de stil
stand aan de top de Brabander niet onbe
roerd laat. Eigenlijk is het zelfs zo dat er
bijna geen dag voorbijgaat of hij laat zo
zijn gedachten gaan over mogelijkheden
die wellicht hier en daar liggen om de
impasse te doorbreken. Uit die brainstor
ming heeft bij hem de mening postgevat
dat er binnen het verbond organisatorisch
het een en ander moet veranderen. Hiero
ver. „Zonder het ook maar één ogenblik
negatief of persoonlijk te bedoelen mogen
we toch vaststellen dat in Nederland elke
sportbond geleid wordt door goedwillende
amateurs. Geweldig dat die mensen hun
vrije tijd voor bondswerk beschikbaar
stellen. Persoonlijk ben ik echter zakelijk
1
s
opere-
k in de
Zo-maar enige vragen, de moeite waard om
voor te leggen aan iemand die als geen
ander vooral vanuit de praktijk kan we
ten wat er aan schort. En hoewel deze
man Cor Smulders vanzelfsprekend
er geen behoefte aan had het achterste
van zijn tong te laten zien („ten eerste is
de materie zeer ingewikkeld en verder
worden kritische opmerkingen zo gauw
negatief uitgelegd”), tóch bleek zijn liefde
voor het wel en wee betreffende het he-
ren-keurturnen nog steeds zó groot dat hij
uiteindelijk graag van de gelegenheid ge
bruik maakte enige behartigingswaardi-
gen kanttekeningen bij de huidige situa
tie te plaatsen.
S
■■ZvW'-
w
1
.X- ag
-
^IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIU^ .'4?
IN MEI VAN DIT JAAR slaagde Cor Smul-
ders er in, voor de tiende maal beslag te
leggen op het nationale kampioenschap
keurturnen. Nog nét geen record, want het
indrukwekkende aantal van tien titels stond
reeds óp naam van de legendarische oud-
katnpioen Klaas Boot, al weer jaren televi-
sie-commentator bij belangrijke nationale
en internationale turngebeurtenissen. Het
zou voor de nu 29-jarige Cor Smulders geen al
te zware opgave zijn geweest, volgend jaar
opnieuw een kampioenschap aan zijn totaal
toe te voegen om zo wellicht voor „eeuwig”
primus interpares te zijn. Maar hoe eerzuch
tig in de goede betekenis van het woord
de turner van het Eindhovense PSV ook is,
studieredenen deden hem in juli besluiten
zijn indrukwekkende turncarrière als geëin
digd te beschouwen. Een gevoelig verlies
voor de nationale top-turnerij die al jaren
aan bloedarmoede lijdt en door het afzwaai
en van deze crack belangrijk aan kracht en
routine heeft ingeboet. Voor de hand liggen
de vragen:
I
I
,KNGV helaas nog niet rijp
voor trainer als Asarjan”
f»
s
spel tussen bond - scholen - medische
begeleiding en wat verder aan dit scala
kan c.q. moet worden toegevoegd, kunnen
opbouwen.
J.'
9 Worden er van bondszijde uit voldoende
impulsen gegeven om eventueel op lange
termijn redelijke perspectieven te
openen?
Ei
4
p.