Weather Report zoekt Anne- Wil Blankers een knappe Hedda Gabler Bredero’s volksstuk wordt bij Theater vooral plaatjeskijken Kurt Moldovan overleden a Hoog technisch niveau bij NKO onder Norrington nieuwe inspiratie I Een inspirerend actrice ging heen Augustyn boeiend in Four Schumann Pieces 5®, Oppervlakkige jazzrock in Den Haag IN MEMORIAM CHARLOTTE KOHLER CANADESE DANSER TE GAST BIJ NATIONALE BALLET Conventionele, maar boeiende opvoering van Ibsen Lichte kost op Mozart-concert in Amsterdam 9 11 SEPTEMBER 1 9 19 7 7 MAANDAG KUNST CONRAD VAN DE WEETERING JOHN OOMKES KO VAN LEEUWEN. KO VAN LEEUWEN - - I. r a- ?n ie le ÏS- 71- ;n, ag I Eric van der Donk als Jerolimo en Jan van Eijndthoven als zijn knecht Robbeknol in I het kader van de „Kunsttiendaagse”, blijkt dit uitgangspunt in de praktijk toch een misrekening te zijn. (Dat zondagavond in het algemeen geen geliefde uitgaansavond is, heeft natuurlijk mede invloed op de opkomst). De Engelse dirigent Roger Norrington, die het Nederlands Kamerorkest met sierlijke duidelijkheid leidde, wekte goede indrukken omtrent zijn directie-capacitei- ten. Het frisse uitvoeringsresultaat wees erop dat deze 43-jarige musicus dé nadruk legt op het streven naar vitaliteit en voort varendheid, waarbij bovendien een fijn ontwikkeld gevoel voor detail en klankver houding meespreekt. De geschikte menta- Het technische niveau, waarop het NKO hierbij musiceerde, was zonder meer hoog te noemen. En daarom mocht het mis schien wel jammer lijken dat die uitvoe- ringskwaliteit niet benut werd voor com- De leu- op 11e In de Koninklijke Schouwburg ging Hedda Gabler zaterdag in première. Een evenwichtige voorstelling met prachtige acteerprestaties. Anne-Wil Blankers laat er weer eens in zien welk een groot actrice zij is. In een interview in de Volkskrant heeft zij gezegd dat het lang duurde voor dat zij enige greep op de rof kreeg. In haar spel getuigt zij van zeldzame klasse. Zij speelt Hedda barstend van eigenwaarde en intelligentie, provocerend met dodelij ke ironie, blasé van alles rondom zich. Zij speelt de bijna van verveling omkomende intrigante, die vrij wil zijn in het leven, maar die zich door datzelfde leven om de oren geslagen voelt. En ze slaagt erin al die facetten nauwkeurig afgewogen en mense lijk aanvaardbaar te doseren. Dat is een niet geringe prestatie. WENEN (DPA). Kurt Moldovan, een van de veelzijdigste beeldende kunste naars van Oostenrijk, is op 58-jarige leef tijd in Wenen overleden. In het begin van de jaren veertig kreeg Moldovan bekendheid door zijn potloodte keningen. Later had hij als aquarellist veel succes. Faam in het buitenland verkreeg hij als illustrator. Zijn illustraties bij „Ali ce in Wonderland” die hij op het eind van de jaren zestig maakte, worden als bijzon der geslaagd beschouwd. Met Hedda Gabler, de hoofdpersoon uit zijn gelijknamige toneelspel^ schiep de Noorse schrijver Henrik Ibsen een vrouw Moldovan kreeg vele onderscheidingen, waaronder in 1958 de Grote Staatsprijs van Oostenrijk. Zijn werk is in vele musea te zien. Maar Hedda Gabler wordt ook de gevan gene van zichzelf. Uit verveling trouwt zij de geleerde Jurgen Tesman, die een grote toekomst tegemoet zou gaan. Verveeld en blasé van het leven keert Hedda terug van haar huwelijksreis, gedoemd om voortaan te leven met een man van wie zij niet houdt. Dan blijkt ook nog dat zij zwanger is. Dreigt Hedda Gabler tenslotte voorgoed in de greep te komen van een vroegere minnaar, de rechter Brack, dan beseft zij dat het uit is met haar macht, haar spelen met mannen, die zij vernederen wil. En zij behoudt haar eigenwaarde door te kiezen voor de dood. De voorstelling van de Haagse Comedie, in een prachtig monumentaal decor van sombere toon dat Harry Wich ontwierp, is ondanks de conventionele regie-opvatting waard om gezien te worden. Er worden prima spelprestaties geleverd en dan denk ik vooral öok aan Wim de Haas als de intelligente geslepen rechter Brack, Wim van Rooij als een Lövborg vol ingehouden drift en passie, Bus ten Batenburg als de stoffige archiefsnuffelaar Tesman en Mar- jon Brandsma die de lastige rol van me vrouw Elvsted een prachtige zuiverheid gaf. Enny Meunier is een hartelijke tante Jul en Bep Westerduin voldoet als getrou we dienstbode. Zoals bekend speelt de Haagse Comedie niet meer in Haarlem. Wie deze voorstelling wil zien zal daarom voor Den Haag of Amsterdam moeten kiezen. Totaal anders werd dat bij Four Schumann Pieces van Hans van Manen. In dit stuk wordt één solodanser om- speeld door vijf verschillende paren. Het werd oorspron kelijk gemaakt voor het Royal Ballet in Londen en ging in De Spaanse Brabander gaat over de jonker Jerolimo, die arm als een luis zijn Antwerpen ontvlucht is om in Amsterdam neer te strijken. Het enige dat hij bezit is een rijk kostuum en een gladde tong. Hij pocht met zijn hoge beschaving en af komst en doet zich als zeer bemiddeld voor. In Amsterdam voegt zich een straat- schooier, Robbeknol, bij hem om hem als knecht te dienen. Robbeknol beseft al gauw dat zijn jonker meer dan rood-op-de- bank staat en het kernachtige commen taar van de knecht op er mooipraterij en het gedrag van zijn heer staat garant voor het kostelijk relativeren dat de echte Mo- kummer beroemd gemaakt heeft. Bredero schreef zijn zeventiende-eeuw- se stuk naar aanleiding van een oorspron kelijk Spaanse schelmenroman. Hij teken de met gulle pen het Amsterdamse volksle ven en liet daarbinnen het avonturiersbes- taan van de sappig Vlaams klappende parasiet Jerolimo spelen. Bredero gunt bander van G. A. Bredero, zaterdagavond in première gegaan in de Nijmeegse Stads schouwburg, is vooral fraai geworden. Geen uitbundigheid, maar een verant woord gebruik van kleuren, vooral ge dempte tinten, in decor en kostumering, beheerst het totaalbeeld van een voorstel ling waarin heel verdienstelijk wordt ge acteerd. Er lijkt geen enkele uitdaging voor regie en vormgeving te zijn geweest om van dit op zich toch zo sprankelende volksstuk een avontuurlijke toneelgebeur- tenis te maken. De Spaanse Brabander bij Theater ziet er uit alsof het een hofvoor- stelling betreft, met een perfect opgeroe pen schoonheid die vervlakkend werkt. ons land vorig jaar juni in première met Han Ebbelaar in de eenzame hoofdrol. Bij die première schreef ik toen dat het wel leek of dit ballet maar niet op gang wilde komen. Frank Augustyn, die nu in de hoofdrol stond revancheer de daarmee niet alleen zichzelf voor zijn optreden in Le Corsaire, maar gaf met zijn langlijnige, snelle, bijzonder lichte interpretatie een zo boeiend perspectief aan dit werk, dat ik er graag voor op mijn vorige oordeel te rugkom. Zijn kortstondige ontmoetingen met Sonja Marchiolli en Alexandra Radius waren zodanig geladen met een dramatische spanning, dat de hele scène er door op een hoger niveau werd getild. De finale kreeg dankzij zijn interpretatie een speelse vaart, die de muziek van Schu- ons een spitse kijk op het leven van alle dag in het Amsterdam van zijn tijd en schept daarbij een welhaast allegorische sfeer. Het vooral de lust tot verwerven van materiële zeken die bij zijn kleurige perso nages de boventoon voert. mann volkomen tot zijn recht deed komen. Eén bijzonder aspect viel me nog op. Hans van Manen vraagt van zijn dansers een zekere ontspannenheid, die ze meer mens dart klassieke danser doen lijken. De invloed van Van Manen bij het Ballet van Toronto is kennelijk nog niet zo sterk dat Franks Augustyn zich deze stijl al volledig had kunnen eigen maken (Four Schumann Pieces staat ook in Canada op het repertoire). Zijn handen deden naast die van de andere dansers licht gemaniëreerd aan, zijn vertolking van de rol was er echter niet minder om. Een kennismaking om dankbaar voor te zijn. Een kostelijk stuk is het, De Spaanse Brabander, en daarom valt het te betreu ren dat er bij deze opvoering ondanks goed spel geen echte vonk afspringt. Eric van der Donk levert een gave hoofdrol af als Jerolimo, wiens protserige kapsones- stijl hij helder doorzicht verschaft. Een voortdurende bron van vermaak vind ik Jan van Eijndthoven, die een prachtig volgehouden Amsterdams accent combi neert met de taal van Bredero. Met deze gaaf afgeronde Robbeknol schenkt hij de voorstelling van tijd tot tijd wèl de aan trekkelijke prikkel die verder alleen maar als verdoofd merkbaar is. vol kracht en raadselen. Een vrouw die zich ver boven haar eigen sexe verheven voelt en het niet kan verkroppen de minde re van het sterke geslacht te heten. Hedda is de dochter van generaal Gabler en daar op is zij trots. Ze is een sterke individualis- te en gewend haar eigen weg te kiezen, haar gedrag zelf te bepalen, ook al komt dat soms niet overeen met de normen die in haar tijd gelden. Hedda rookt voor haar tijd opzienbarend (Ibsen voltooide Hedda Gabler in 1890) zij rijdt paard en schiet met pistolen, kortom doet allemaal dingen die een vrouw niet doet. imi- ilm. eel- ilin- :aal sen. >ur- >n re le- rt- en 15 ia. 20 1 d i- t- it el M et □- iro- en >.45 ).3O nse ips. tief ga ng le- 1.30 Se- tie- 1.05 :ne- iek. >ur- ?es- sm- ku- van ilm. or n. 55- aal na- or- ick .20 Die ur- :ht. at te as >1- DEN RAAG. De Haagse Comedie heeft onder regie van Kees Coolen en met Anne-Wil Blankers in de hoofdrol, een modelvoorstelling gemaakt van Henrik Ib sens toneelspel Hedda Gabler. Een model voorstelling waar het vooral het bena drukken van de verschillende karakters betreft en ook waar het om de algehele presentatie gaat. Daarmee wil ik alleen maar zeggen dat het gezelschap vermeden heeft de accenten zo te plaatsen dat de problematiek van Hedda Gabler centraal in onze huidige samenleving terecht komt. Het resultaat daarvan is dat Ibsens werk nu zonder bijsturing geheel voor zichzelf moet spreken. Dat dit ook gebeurt is voor al te danken aan de ijzersterke constructie en de voortdurend boeiende dialoog van het stuk. Frank Raven ontwierp decor en kos tuums en deed dat zo getrouw mogelijk aan de realiteit. Bewegend en pratend lijkt de voorstelling daardoor en mede door de mise-en-scène op een tot leven geko men schilderijententoonstelling van oude Hollandse meesters. Een plaatjeskijken dat consequent is doorgevoerd, zelfs tot ver in het slotapplaus. Ravens decor, dat vooral door het gemarmerd grondvlak in eerste instantie meer voor een Griekse tragedie geschapen lijkt, blijkt in de voor stelling zoals die hier is opgezet goed te voldoen. Het doet denken aan ontwerpen uit vroeger eeuwen, waarbij vooral op de dieptewerking werd gelet. Het in- en uit schuiven van de zijpanelen was daarbij een steeds terugkerend element. In het Toneelmuseum in Amsterdam zijn daar van nog schitterende voorbeelden te zien, (zoals het beweegbare kamertoneel van de gebroeders Barbier) maar het blijft de vraag of je daar anno 1977 op terug moet vallen. We zijn daarvoor te ver verwijderd van het kijkdoosidee, wanneer we aan theater denken. Tot besluit toch een com pliment en wel voor de fijnzinnige muziek van Bernard van Beurden, die bij deze regieopvatting uitstekend voldoet, maar in een wat modernere visie evenmin zou mis staan. Zoiets lijkt verkoopbaar en daar zal de leiding van het Nederlands Kamerorkest, die een dergelijk programma samenstelde, ook waarschijnlijk wel van zijn uitgegaan. Afgaande op het feit dat ongeveer driekwart van de stoelen in het Amster damse Concertgebouw onbezet was tij dens dit gisteravond gegeven concert in AMSTERDAM. „Bastien et Bas tienne” is een bevallig jeugdwerk van een ontluikend genie. Mozart leverde met deze partituur (op een libretto van pastoraal karakter naar een gegeven van Rousseau) op twaalfjarige leeftijd het bewijs van zijn fenomenale ontvankelijkheid voor ar tistieke indrukken; in dit geval ten aan zien van de Franse opéra-comique. Maar desondanks zijn er toch heel wat interes santer kameropera’s uit die tijd (onder andere van de hand van Haydn) bewaard gebleven. De naam van de maker van „Bastien et Bastienne" maakt het echter mogelijk om, bij de uitvoering ervan, met toevoeging van bijvoorbeeld een tweetal instrumentale werken van dezelfde com ponist, er een Mozart-concert van te maken. De jazzrock of rockjazz heeft, als we nu - anno 1977 - voorzichtig even terugblikken wonderschone, maar ook veel intellectua- listisch-steriele muziek opgeleverd. Noch tans hebben veel jongeren door deze stro ming geïmproviseerde muziek in de breed ste zin des woords leren waarderen. De hernieuwde populariteit van de jazz zal et tevens in veel gevallen op terug te voeren zijn. Opvallend is het eigenlijk dat er over jazzrock voornamelijk in de verleden tijd wordt gesproken, maar dat is geen wonder als we bedenken dat de meeste groten uit deze branche (Stanley, Clarke, Herbie Hancock, Chick Corea) de laatste jaren bepaald niet tot een andere conclusie aan leiding hebben kunnen geven. Weather Re port, dat naaast Zawinul nog een oudge diende uit de Davis-hoek kent in de per soon van rietblazer Wayne Shorter en ver der bestaat uit de opzienbarende jonge bassist Jaco Pastorius en twee percussio nisten van Latijns Amerikaanse komaf (Al Heeft het zin rollen van Charlotte Kohier te noemen? Haar Maria Stuart, Lady Macbeth? Of terug te kijken naar haar Aureajja in de Zottin van Chaillot? Belangrij- ker is de weerklank die een vrouw als Charlotte Kohier bij het publiek vond. In zijn boek schenkt Ferd Sterne- berg daar dan ook grote aandacht aan. En Charlotte komt in die biografie naar voren als een uiterst princi piële vrouw, die haar privéleven strikt gescheiden wilde houden van haar toneelbestaan. Haar principiële hou ding manifesteerde zich trouwens tijdens de bezettings jaren, toen mevrouw Kohier weigerde lid van de door de Duitsers ingestelde Kulturkammer te worden. ri- Charlotte Kohier in haar af- scheidsvoordracht: In het Ravijn van Tjechov, in 1963. ir Anne-Wil Blankers als Hedda en Wim de Haas als rechter Brack. DEN HAAG. Voor Joe Zawinul, de 45-jarige Weense toetsenspecialist van Weather Report, was het concert vrijdagavond in het Haagse Congresgebouw de zoveelste keer dat hij Nederland aandeed. Een land dat al vroeg ontvankelijk was voor zijn muziek. Hij was namelijk de rechterhand van Miles Davis toen deze met de In a silent Way en Bitches Brew albums geschiedenis schreef en nog voor de jaren zeventig begonnen waren de stoot gaf tot een van de belangrijkste muzikale stromingen van dit decennium. De Spaanse Brabander. (Foto Wouter van Heusden) Compositorisch het meest geslaagd in Mozart’s'na de pauze uitgevoerde zangspel is de figuur van de tovenaar Colas, hier zeer expressief verbeeld met name in de grote bezweringsaria door de sonore bas John Bröcheler. Marianne Blok’s stemtype past uitstekend bij de rol van Bastienne. En al was deze sopraan niet zo overtuigend in het reciteren van de parlan- do-tekst (te veel „met de neus in het boek” opgelezen); in de zang schonk zij beslist veel voldoening. En Paul Schotsman trof, als Bastien niet alleen vanwege het mooie timbre van zijn dragende tenorstem, als- wel door een steeds boeiende voordracht. Onder Roger Norrington’s leiding werd zo door het solistendrietal en het goed bege leidende Nederlands Kamerorkest, een gaaf geheel tot stand gebracht. JOHAN VAN KEMPEN De jongste generaties theaterbezoekers hebben niet meer de kans gehad Charlotte Kohier op het toneel te zien. Haar met roem omkranste naam zal hun weinig zeggen. Zelf heb ik op de valreep nog de unieke ervaring gehad deze fijnzinnige actrice op de planken van de Haarlemse schouwburg te zien. De eerste maal was dat in Lady L, de tweede maal betrof het haar afscheids- voorstelling. Het waren ongewoon boeiende confronta ties die voor mij de herinnering aan een prachtig actrice lang in stand zullen houden. Zij studeerde ook enige tijd aan verschillende theaters in Berlijn en trad ook in Duitsland op als figurante in films. Tussen die periode en haar afscheid van het toneel, in 1963 met de moeilijke maar zo prachtig uitgevoerde voordracht In het Ravijn, van Tsjechov, schonk Charlotte Kohier haar publiek een nauwelijks te overziene rij prachtige rollen. Maar liefst vierenvijftig keer speelde zij opnieuw een andere rol bij de gezel schappen; indrukwekkend is ook de lijst van voor drachten, het waren er achtentwintig. liteit, juist voor een programma van „spielfreudige” werken, zoals hier gebo den werd. Norrington dirigeerde namelijk allereerst de „Haagse Symfonie” KV 22, van de toen tienjarige Mozart en daarnaast het uitgebreide Divertimento KV 251. In beide gevallen gaat het eigenlijk om ver- strooiingsmuziek, die inderdaad ook een goed aangepaste inleiding vormt tot „Bas tien et Bastienne”. Charlotte Kohier, echtgenote van architect Wijdeveld, leidde sinds 1964 een teruggetrokken leven. Toch ver scheen zij nog regelmatig in het openbaar en volgde het toneel op de voet. Zij vertegenwoordigde een toneelge- neratie van zoekende kunstenaars, waartoe ook Verka- de en Albert van Dalsum behoorden. Mevrouw Kohier werd op 15 maart 1892 in Amster dam geboren. In 1908 figureerde zij voor het eerst in de Gysbrecht bij Willem Royaards en dat betekende het begin van éen rijke toneelcarrière. Pas daarna bezocht zij de Toneelschool in de hoofdstad en na het behalen van haar diploma trad zij toe tot het Nederlands Toneel van Eduard Verkade. Later speelde zij onder meer bij Royaards, het Rotterdams Toneel, het Schouwtoneel van Cor van der Lugt Melsert en schitterde zij in talloze voordrachten. Een overleden actrice bestaat nog slechts in herinne ringen. Gelukkig danken we aan de toneelspeler-auteur Ferd Stemeberg het voortreffelijk boek Charlotte Koh ler, dat begin dit jaar verscheen. Deze vooral artistieke biografie geeft een helder beeld van het grote talent van de actrice Kohier zoals zij bij de gezelschappen speelde, maar ook van de voordrachtskunstenares. Aan het begin van haar carrière nam Charlotte Koh ler geen genoegen met wat zij in ons land had geleerd. posities van groter muzikaal-artistiek soortelijk gewicht; maar bij (respectieve lijk) rijper en diepzinniger werk dan het hier gebodene, zou een „Singspiel” als „Bastien et Bastienne” in ieder geval al te zeer verbleekt zijn. Hetgeen, van daaruit bezien, de keuze van al deze lichte kost rechtvaardigt. Acuna en Menoio Medina) heeft tot dus verre als uitzondering gegolden. Dat is terecht, zelfs als we Haevy Wea ther, het laatste album van deze laatsten der Mohicanen vergelijken met hun wat meer gedateerde werk. Vrijdagavond bleek een lange set voornamelijk opge bouwd uit het nieuwe repertoire en on danks de wat cleane entourage waarin dat tot ons kwam, moeten we nog altijd con stateren dat Zawinul en consorten in ieder geval blijven zoeken naar nieuwe vormen, inspiratie en expressiemogelijkheden. Het bewijst dat de groep dondersgoed door heeft wat er vereist is om aan de top mee te kunnen blijven draaien. Lang niet altijd is Weather Report name lijk nog in staat ons met haar Subliem technisch kunnen in de luren te leggen zoals dat enkele jaren terug nog ondubbel zinnig het geval was. Natuurlijk, het ge mak waarop Pastorius zijn accoorden plukt en zijn bas laat zingen doet een goedgevulde zaal nog altijd reageren, maar we weten per slot van rekening al lang dat techniek alleen maar profijf af werpt als die ten dienste staat van de emotie van het moment. Het gaat er niet om hoe goed je iets kunt overbrengen, maar dat je iets overbrengt en bovenal waarom je dat doet. Weather Report maakt door de klinische belichting nogal eens een oppervlakkige indruk, hoewel er van alles ondernomen wordt om het gewone patroon te doorbre ken. Niet altijd even geslaagd echter, maar de kitsch waarmee Pastorius zijn bassolo afrondt, het telkenjare idiotere percus- sieduel tussen Medina en Acuna, het ef fectbejag dat Shorter (zonder versterking alle hoeken van het podium opzoekend) en Zawinul in hun ode aan het tijdperk van Oscar Petersen: het bewijst dat de groep van goede wil is, maar de zwakheden van het vlees nog niet weet te over winnen. Overigens heb ik me het meest vermaakt met Scarlet Woman, A Remark you made en Black Market. Het stoffelijk overschot van Charlotte Kohler zal aanstaande donderdag om twee uur worden gecre meerd in Westerveld, Haar inspirerend leven zal voor een ieder die haar artistieke gaven mocht ervaren nog lang in herirjnering blijven. K.v.L. Voordat het zover is heeft Hedda bezoek gekregen van Eilert Löcborg, een vroegere ter gemaakt heeft voor De Spaanse Bra- grote liefde van haar. Lövborg heeft een boek geschreven en is inmiddels gereed met een manuscript dat nog veelbeloven- der is. Na een drankgelag onder vrienden verliest Lövborg zijn manuscript en het is Tesman, die het vindt. Hij verzuimt het onmiddellijk terug te geven en thuisgeko men ontfermt Hedda zich over Lövborgs Geesteskind. Jaloers omdat het manus cript tot stand gekomen is door de hulp van een jonge vrouw voor wie Lövborg genegenheid heeft opgevat, verbrandt Hedda de waardevolle papieren. Lövborg vindt per ongeluk de dood door een pistool dat Hedda hem gegeven heeft om zelf moord mee te plegen. Spaanse Brabander mooi maar saai NIJMEGEN. De nieuwe enscenering die Elise Hoomans bij toneelgroep Thea- AMSTERDAM. Op 85-jarige leeftijd is zonda gochtend de actrice Charlotte Kohier overleden. Zij verbleef in de Boerhaavekliniek in Amsterdam. Char lotte Kohier, die kleine tengere vrouw, zo groots in haar voordrachten, is er niet meer. Zij trad al jaren niet meer op, maar de herinneringen aan haar talloze rollen, vooral aan haar solo-voordrachten, leven zo sterk, dat haar afscheid van het toneel slechts een fictie leek. AMSTERDAM. De eerste solist van het Nationale Ballet van Canada, Frank Augustyn, die zondagmiddag en -avond als gast bij ons Nationale Ballet optrad, is ongetwijfeld een mooie danser, maar de wijze waarop hij ’s avonds de pas de deux uit Le Corsaire danste kon mij niet duidelijk maken waarom dit gastoptreden plaats had. Zijn partner Maria Aradi danste de engeltjes uit de vertolking, waarbij hij enkele moeilijke stunts maar net op het randje haalde. 4T'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1977 | | pagina 11