Weather Report zoekt
Anne- Wil Blankers een
knappe Hedda Gabler
Bredero’s volksstuk wordt bij Theater vooral plaatjeskijken
Kurt Moldovan
overleden
a
Hoog technisch niveau bij
NKO onder Norrington
nieuwe inspiratie
I
Een inspirerend actrice ging heen
Augustyn boeiend in Four Schumann Pieces
5®,
Oppervlakkige jazzrock in Den Haag
IN MEMORIAM CHARLOTTE KOHLER
CANADESE DANSER TE GAST BIJ NATIONALE BALLET
Conventionele, maar boeiende opvoering van Ibsen
Lichte kost op Mozart-concert in Amsterdam
9
11
SEPTEMBER
1 9
19 7 7
MAANDAG
KUNST
CONRAD VAN DE WEETERING
JOHN OOMKES
KO VAN LEEUWEN.
KO VAN LEEUWEN
- -
I.
r
a-
?n
ie
le
ÏS-
71-
;n,
ag
I
Eric van der Donk als Jerolimo en Jan van Eijndthoven als zijn knecht Robbeknol in
I
het kader van de „Kunsttiendaagse”, blijkt
dit uitgangspunt in de praktijk toch een
misrekening te zijn. (Dat zondagavond in
het algemeen geen geliefde uitgaansavond
is, heeft natuurlijk mede invloed op de
opkomst).
De Engelse dirigent Roger Norrington,
die het Nederlands Kamerorkest met
sierlijke duidelijkheid leidde, wekte goede
indrukken omtrent zijn directie-capacitei-
ten. Het frisse uitvoeringsresultaat wees
erop dat deze 43-jarige musicus dé nadruk
legt op het streven naar vitaliteit en voort
varendheid, waarbij bovendien een fijn
ontwikkeld gevoel voor detail en klankver
houding meespreekt. De geschikte menta-
Het technische niveau, waarop het NKO
hierbij musiceerde, was zonder meer hoog
te noemen. En daarom mocht het mis
schien wel jammer lijken dat die uitvoe-
ringskwaliteit niet benut werd voor com-
De
leu-
op
11e
In de Koninklijke Schouwburg ging
Hedda Gabler zaterdag in première. Een
evenwichtige voorstelling met prachtige
acteerprestaties. Anne-Wil Blankers laat
er weer eens in zien welk een groot actrice
zij is. In een interview in de Volkskrant
heeft zij gezegd dat het lang duurde voor
dat zij enige greep op de rof kreeg. In haar
spel getuigt zij van zeldzame klasse. Zij
speelt Hedda barstend van eigenwaarde
en intelligentie, provocerend met dodelij
ke ironie, blasé van alles rondom zich. Zij
speelt de bijna van verveling omkomende
intrigante, die vrij wil zijn in het leven,
maar die zich door datzelfde leven om de
oren geslagen voelt. En ze slaagt erin al die
facetten nauwkeurig afgewogen en mense
lijk aanvaardbaar te doseren. Dat is een
niet geringe prestatie.
WENEN (DPA). Kurt Moldovan, een
van de veelzijdigste beeldende kunste
naars van Oostenrijk, is op 58-jarige leef
tijd in Wenen overleden.
In het begin van de jaren veertig kreeg
Moldovan bekendheid door zijn potloodte
keningen. Later had hij als aquarellist veel
succes. Faam in het buitenland verkreeg
hij als illustrator. Zijn illustraties bij „Ali
ce in Wonderland” die hij op het eind van
de jaren zestig maakte, worden als bijzon
der geslaagd beschouwd.
Met Hedda Gabler, de hoofdpersoon uit
zijn gelijknamige toneelspel^ schiep de
Noorse schrijver Henrik Ibsen een vrouw
Moldovan kreeg vele onderscheidingen,
waaronder in 1958 de Grote Staatsprijs
van Oostenrijk. Zijn werk is in vele musea
te zien.
Maar Hedda Gabler wordt ook de gevan
gene van zichzelf. Uit verveling trouwt zij
de geleerde Jurgen Tesman, die een grote
toekomst tegemoet zou gaan. Verveeld en
blasé van het leven keert Hedda terug van
haar huwelijksreis, gedoemd om voortaan
te leven met een man van wie zij niet
houdt. Dan blijkt ook nog dat zij zwanger
is. Dreigt Hedda Gabler tenslotte voorgoed
in de greep te komen van een vroegere
minnaar, de rechter Brack, dan beseft zij
dat het uit is met haar macht, haar spelen
met mannen, die zij vernederen wil. En zij
behoudt haar eigenwaarde door te kiezen
voor de dood.
De voorstelling van de Haagse Comedie,
in een prachtig monumentaal decor van
sombere toon dat Harry Wich ontwierp, is
ondanks de conventionele regie-opvatting
waard om gezien te worden. Er worden
prima spelprestaties geleverd en dan denk
ik vooral öok aan Wim de Haas als de
intelligente geslepen rechter Brack, Wim
van Rooij als een Lövborg vol ingehouden
drift en passie, Bus ten Batenburg als de
stoffige archiefsnuffelaar Tesman en Mar-
jon Brandsma die de lastige rol van me
vrouw Elvsted een prachtige zuiverheid
gaf. Enny Meunier is een hartelijke tante
Jul en Bep Westerduin voldoet als getrou
we dienstbode. Zoals bekend speelt de
Haagse Comedie niet meer in Haarlem.
Wie deze voorstelling wil zien zal daarom
voor Den Haag of Amsterdam moeten
kiezen.
Totaal anders werd dat bij Four Schumann Pieces van
Hans van Manen. In dit stuk wordt één solodanser om-
speeld door vijf verschillende paren. Het werd oorspron
kelijk gemaakt voor het Royal Ballet in Londen en ging in
De Spaanse Brabander gaat over de
jonker Jerolimo, die arm als een luis zijn
Antwerpen ontvlucht is om in Amsterdam
neer te strijken. Het enige dat hij bezit is
een rijk kostuum en een gladde tong. Hij
pocht met zijn hoge beschaving en af
komst en doet zich als zeer bemiddeld
voor. In Amsterdam voegt zich een straat-
schooier, Robbeknol, bij hem om hem als
knecht te dienen. Robbeknol beseft al
gauw dat zijn jonker meer dan rood-op-de-
bank staat en het kernachtige commen
taar van de knecht op er mooipraterij en
het gedrag van zijn heer staat garant voor
het kostelijk relativeren dat de echte Mo-
kummer beroemd gemaakt heeft.
Bredero schreef zijn zeventiende-eeuw-
se stuk naar aanleiding van een oorspron
kelijk Spaanse schelmenroman. Hij teken
de met gulle pen het Amsterdamse volksle
ven en liet daarbinnen het avonturiersbes-
taan van de sappig Vlaams klappende
parasiet Jerolimo spelen. Bredero gunt
bander van G. A. Bredero, zaterdagavond
in première gegaan in de Nijmeegse Stads
schouwburg, is vooral fraai geworden.
Geen uitbundigheid, maar een verant
woord gebruik van kleuren, vooral ge
dempte tinten, in decor en kostumering,
beheerst het totaalbeeld van een voorstel
ling waarin heel verdienstelijk wordt ge
acteerd. Er lijkt geen enkele uitdaging
voor regie en vormgeving te zijn geweest
om van dit op zich toch zo sprankelende
volksstuk een avontuurlijke toneelgebeur-
tenis te maken. De Spaanse Brabander bij
Theater ziet er uit alsof het een hofvoor-
stelling betreft, met een perfect opgeroe
pen schoonheid die vervlakkend werkt.
ons land vorig jaar juni in première met Han Ebbelaar in
de eenzame hoofdrol. Bij die première schreef ik toen dat
het wel leek of dit ballet maar niet op gang wilde komen.
Frank Augustyn, die nu in de hoofdrol stond revancheer
de daarmee niet alleen zichzelf voor zijn optreden in Le
Corsaire, maar gaf met zijn langlijnige, snelle, bijzonder
lichte interpretatie een zo boeiend perspectief aan dit
werk, dat ik er graag voor op mijn vorige oordeel te
rugkom.
Zijn kortstondige ontmoetingen met Sonja Marchiolli
en Alexandra Radius waren zodanig geladen met een
dramatische spanning, dat de hele scène er door op een
hoger niveau werd getild. De finale kreeg dankzij zijn
interpretatie een speelse vaart, die de muziek van Schu-
ons een spitse kijk op het leven van alle
dag in het Amsterdam van zijn tijd en
schept daarbij een welhaast allegorische
sfeer. Het vooral de lust tot verwerven van
materiële zeken die bij zijn kleurige perso
nages de boventoon voert.
mann volkomen tot zijn recht deed komen. Eén bijzonder
aspect viel me nog op. Hans van Manen vraagt van zijn
dansers een zekere ontspannenheid, die ze meer mens dart
klassieke danser doen lijken.
De invloed van Van Manen bij het Ballet van Toronto is
kennelijk nog niet zo sterk dat Franks Augustyn zich deze
stijl al volledig had kunnen eigen maken (Four Schumann
Pieces staat ook in Canada op het repertoire). Zijn handen
deden naast die van de andere dansers licht gemaniëreerd
aan, zijn vertolking van de rol was er echter niet minder
om. Een kennismaking om dankbaar voor te zijn.
Een kostelijk stuk is het, De Spaanse
Brabander, en daarom valt het te betreu
ren dat er bij deze opvoering ondanks
goed spel geen echte vonk afspringt. Eric
van der Donk levert een gave hoofdrol af
als Jerolimo, wiens protserige kapsones-
stijl hij helder doorzicht verschaft. Een
voortdurende bron van vermaak vind ik
Jan van Eijndthoven, die een prachtig
volgehouden Amsterdams accent combi
neert met de taal van Bredero. Met deze
gaaf afgeronde Robbeknol schenkt hij de
voorstelling van tijd tot tijd wèl de aan
trekkelijke prikkel die verder alleen maar
als verdoofd merkbaar is.
vol kracht en raadselen. Een vrouw die
zich ver boven haar eigen sexe verheven
voelt en het niet kan verkroppen de minde
re van het sterke geslacht te heten. Hedda
is de dochter van generaal Gabler en daar
op is zij trots. Ze is een sterke individualis-
te en gewend haar eigen weg te kiezen,
haar gedrag zelf te bepalen, ook al komt
dat soms niet overeen met de normen die
in haar tijd gelden. Hedda rookt voor
haar tijd opzienbarend (Ibsen voltooide
Hedda Gabler in 1890) zij rijdt paard en
schiet met pistolen, kortom doet allemaal
dingen die een vrouw niet doet.
imi-
ilm.
eel-
ilin-
:aal
sen.
>ur-
>n
re
le-
rt-
en
15
ia.
20
1
d
i-
t-
it
el
M
et
□-
iro-
en
>.45
).3O
nse
ips.
tief
ga
ng
le-
1.30
Se-
tie-
1.05
:ne-
iek.
>ur-
?es-
sm-
ku-
van
ilm.
or
n.
55-
aal
na-
or-
ick
.20
Die
ur-
:ht.
at
te
as
>1-
DEN RAAG. De Haagse Comedie
heeft onder regie van Kees Coolen en met
Anne-Wil Blankers in de hoofdrol, een
modelvoorstelling gemaakt van Henrik Ib
sens toneelspel Hedda Gabler. Een model
voorstelling waar het vooral het bena
drukken van de verschillende karakters
betreft en ook waar het om de algehele
presentatie gaat. Daarmee wil ik alleen
maar zeggen dat het gezelschap vermeden
heeft de accenten zo te plaatsen dat de
problematiek van Hedda Gabler centraal
in onze huidige samenleving terecht komt.
Het resultaat daarvan is dat Ibsens werk
nu zonder bijsturing geheel voor zichzelf
moet spreken. Dat dit ook gebeurt is voor
al te danken aan de ijzersterke constructie
en de voortdurend boeiende dialoog van
het stuk.
Frank Raven ontwierp decor en kos
tuums en deed dat zo getrouw mogelijk
aan de realiteit. Bewegend en pratend lijkt
de voorstelling daardoor en mede door
de mise-en-scène op een tot leven geko
men schilderijententoonstelling van oude
Hollandse meesters. Een plaatjeskijken
dat consequent is doorgevoerd, zelfs tot
ver in het slotapplaus. Ravens decor, dat
vooral door het gemarmerd grondvlak in
eerste instantie meer voor een Griekse
tragedie geschapen lijkt, blijkt in de voor
stelling zoals die hier is opgezet goed te
voldoen. Het doet denken aan ontwerpen
uit vroeger eeuwen, waarbij vooral op de
dieptewerking werd gelet. Het in- en uit
schuiven van de zijpanelen was daarbij
een steeds terugkerend element. In het
Toneelmuseum in Amsterdam zijn daar
van nog schitterende voorbeelden te zien,
(zoals het beweegbare kamertoneel van de
gebroeders Barbier) maar het blijft de
vraag of je daar anno 1977 op terug moet
vallen. We zijn daarvoor te ver verwijderd
van het kijkdoosidee, wanneer we aan
theater denken. Tot besluit toch een com
pliment en wel voor de fijnzinnige muziek
van Bernard van Beurden, die bij deze
regieopvatting uitstekend voldoet, maar in
een wat modernere visie evenmin zou mis
staan.
Zoiets lijkt verkoopbaar en daar zal de
leiding van het Nederlands Kamerorkest,
die een dergelijk programma samenstelde,
ook waarschijnlijk wel van zijn uitgegaan.
Afgaande op het feit dat ongeveer
driekwart van de stoelen in het Amster
damse Concertgebouw onbezet was tij
dens dit gisteravond gegeven concert in
AMSTERDAM. „Bastien et Bas
tienne” is een bevallig jeugdwerk van een
ontluikend genie. Mozart leverde met deze
partituur (op een libretto van pastoraal
karakter naar een gegeven van Rousseau)
op twaalfjarige leeftijd het bewijs van
zijn fenomenale ontvankelijkheid voor ar
tistieke indrukken; in dit geval ten aan
zien van de Franse opéra-comique. Maar
desondanks zijn er toch heel wat interes
santer kameropera’s uit die tijd (onder
andere van de hand van Haydn) bewaard
gebleven. De naam van de maker van
„Bastien et Bastienne" maakt het echter
mogelijk om, bij de uitvoering ervan, met
toevoeging van bijvoorbeeld een tweetal
instrumentale werken van dezelfde com
ponist, er een Mozart-concert van te
maken.
De jazzrock of rockjazz heeft, als we nu -
anno 1977 - voorzichtig even terugblikken
wonderschone, maar ook veel intellectua-
listisch-steriele muziek opgeleverd. Noch
tans hebben veel jongeren door deze stro
ming geïmproviseerde muziek in de breed
ste zin des woords leren waarderen. De
hernieuwde populariteit van de jazz zal et
tevens in veel gevallen op terug te voeren
zijn.
Opvallend is het eigenlijk dat er over
jazzrock voornamelijk in de verleden tijd
wordt gesproken, maar dat is geen wonder
als we bedenken dat de meeste groten uit
deze branche (Stanley, Clarke, Herbie
Hancock, Chick Corea) de laatste jaren
bepaald niet tot een andere conclusie aan
leiding hebben kunnen geven. Weather Re
port, dat naaast Zawinul nog een oudge
diende uit de Davis-hoek kent in de per
soon van rietblazer Wayne Shorter en ver
der bestaat uit de opzienbarende jonge
bassist Jaco Pastorius en twee percussio
nisten van Latijns Amerikaanse komaf (Al
Heeft het zin rollen van Charlotte Kohier te noemen?
Haar Maria Stuart, Lady Macbeth? Of terug te kijken
naar haar Aureajja in de Zottin van Chaillot? Belangrij-
ker is de weerklank die een vrouw als Charlotte Kohier
bij het publiek vond. In zijn boek schenkt Ferd Sterne-
berg daar dan ook grote aandacht aan. En Charlotte
komt in die biografie naar voren als een uiterst princi
piële vrouw, die haar privéleven strikt gescheiden wilde
houden van haar toneelbestaan. Haar principiële hou
ding manifesteerde zich trouwens tijdens de bezettings
jaren, toen mevrouw Kohier weigerde lid van de door de
Duitsers ingestelde Kulturkammer te worden.
ri- Charlotte Kohier in haar af-
scheidsvoordracht: In het Ravijn
van Tjechov, in 1963.
ir Anne-Wil Blankers als Hedda en Wim
de Haas als rechter Brack.
DEN HAAG. Voor Joe Zawinul, de 45-jarige Weense toetsenspecialist van Weather
Report, was het concert vrijdagavond in het Haagse Congresgebouw de zoveelste keer
dat hij Nederland aandeed. Een land dat al vroeg ontvankelijk was voor zijn muziek. Hij
was namelijk de rechterhand van Miles Davis toen deze met de In a silent Way en
Bitches Brew albums geschiedenis schreef en nog voor de jaren zeventig begonnen
waren de stoot gaf tot een van de belangrijkste muzikale stromingen van dit decennium.
De Spaanse Brabander. (Foto Wouter van Heusden)
Compositorisch het meest geslaagd in
Mozart’s'na de pauze uitgevoerde zangspel
is de figuur van de tovenaar Colas, hier
zeer expressief verbeeld met name in de
grote bezweringsaria door de sonore
bas John Bröcheler. Marianne Blok’s
stemtype past uitstekend bij de rol van
Bastienne. En al was deze sopraan niet zo
overtuigend in het reciteren van de parlan-
do-tekst (te veel „met de neus in het boek”
opgelezen); in de zang schonk zij beslist
veel voldoening. En Paul Schotsman trof,
als Bastien niet alleen vanwege het mooie
timbre van zijn dragende tenorstem, als-
wel door een steeds boeiende voordracht.
Onder Roger Norrington’s leiding werd zo
door het solistendrietal en het goed bege
leidende Nederlands Kamerorkest, een
gaaf geheel tot stand gebracht.
JOHAN VAN KEMPEN
De jongste generaties theaterbezoekers hebben niet
meer de kans gehad Charlotte Kohier op het toneel te
zien. Haar met roem omkranste naam zal hun weinig
zeggen. Zelf heb ik op de valreep nog de unieke ervaring
gehad deze fijnzinnige actrice op de planken van de
Haarlemse schouwburg te zien. De eerste maal was dat
in Lady L, de tweede maal betrof het haar afscheids-
voorstelling. Het waren ongewoon boeiende confronta
ties die voor mij de herinnering aan een prachtig actrice
lang in stand zullen houden.
Zij studeerde ook enige tijd aan verschillende theaters
in Berlijn en trad ook in Duitsland op als figurante in
films. Tussen die periode en haar afscheid van het
toneel, in 1963 met de moeilijke maar zo prachtig
uitgevoerde voordracht In het Ravijn, van Tsjechov,
schonk Charlotte Kohier haar publiek een nauwelijks te
overziene rij prachtige rollen. Maar liefst vierenvijftig
keer speelde zij opnieuw een andere rol bij de gezel
schappen; indrukwekkend is ook de lijst van voor
drachten, het waren er achtentwintig.
liteit, juist voor een programma van
„spielfreudige” werken, zoals hier gebo
den werd. Norrington dirigeerde namelijk
allereerst de „Haagse Symfonie” KV 22,
van de toen tienjarige Mozart en daarnaast
het uitgebreide Divertimento KV 251. In
beide gevallen gaat het eigenlijk om ver-
strooiingsmuziek, die inderdaad ook een
goed aangepaste inleiding vormt tot „Bas
tien et Bastienne”.
Charlotte Kohier, echtgenote van architect Wijdeveld,
leidde sinds 1964 een teruggetrokken leven. Toch ver
scheen zij nog regelmatig in het openbaar en volgde het
toneel op de voet. Zij vertegenwoordigde een toneelge-
neratie van zoekende kunstenaars, waartoe ook Verka-
de en Albert van Dalsum behoorden.
Mevrouw Kohier werd op 15 maart 1892 in Amster
dam geboren. In 1908 figureerde zij voor het eerst in de
Gysbrecht bij Willem Royaards en dat betekende het
begin van éen rijke toneelcarrière. Pas daarna bezocht
zij de Toneelschool in de hoofdstad en na het behalen
van haar diploma trad zij toe tot het Nederlands Toneel
van Eduard Verkade. Later speelde zij onder meer bij
Royaards, het Rotterdams Toneel, het Schouwtoneel
van Cor van der Lugt Melsert en schitterde zij in talloze
voordrachten.
Een overleden actrice bestaat nog slechts in herinne
ringen. Gelukkig danken we aan de toneelspeler-auteur
Ferd Stemeberg het voortreffelijk boek Charlotte Koh
ler, dat begin dit jaar verscheen. Deze vooral artistieke
biografie geeft een helder beeld van het grote talent van
de actrice Kohier zoals zij bij de gezelschappen speelde,
maar ook van de voordrachtskunstenares.
Aan het begin van haar carrière nam Charlotte Koh
ler geen genoegen met wat zij in ons land had geleerd.
posities van groter muzikaal-artistiek
soortelijk gewicht; maar bij (respectieve
lijk) rijper en diepzinniger werk dan het
hier gebodene, zou een „Singspiel” als
„Bastien et Bastienne” in ieder geval al te
zeer verbleekt zijn. Hetgeen, van daaruit
bezien, de keuze van al deze lichte kost
rechtvaardigt.
Acuna en Menoio Medina) heeft tot dus
verre als uitzondering gegolden.
Dat is terecht, zelfs als we Haevy Wea
ther, het laatste album van deze laatsten
der Mohicanen vergelijken met hun wat
meer gedateerde werk. Vrijdagavond
bleek een lange set voornamelijk opge
bouwd uit het nieuwe repertoire en on
danks de wat cleane entourage waarin dat
tot ons kwam, moeten we nog altijd con
stateren dat Zawinul en consorten in ieder
geval blijven zoeken naar nieuwe vormen,
inspiratie en expressiemogelijkheden. Het
bewijst dat de groep dondersgoed door
heeft wat er vereist is om aan de top mee te
kunnen blijven draaien.
Lang niet altijd is Weather Report name
lijk nog in staat ons met haar Subliem
technisch kunnen in de luren te leggen
zoals dat enkele jaren terug nog ondubbel
zinnig het geval was. Natuurlijk, het ge
mak waarop Pastorius zijn accoorden
plukt en zijn bas laat zingen doet een
goedgevulde zaal nog altijd reageren,
maar we weten per slot van rekening al
lang dat techniek alleen maar profijf af
werpt als die ten dienste staat van de
emotie van het moment. Het gaat er niet
om hoe goed je iets kunt overbrengen,
maar dat je iets overbrengt en bovenal
waarom je dat doet.
Weather Report maakt door de klinische
belichting nogal eens een oppervlakkige
indruk, hoewel er van alles ondernomen
wordt om het gewone patroon te doorbre
ken. Niet altijd even geslaagd echter, maar
de kitsch waarmee Pastorius zijn bassolo
afrondt, het telkenjare idiotere percus-
sieduel tussen Medina en Acuna, het ef
fectbejag dat Shorter (zonder versterking
alle hoeken van het podium opzoekend) en
Zawinul in hun ode aan het tijdperk van
Oscar Petersen: het bewijst dat de groep
van goede wil is, maar de zwakheden van
het vlees nog niet weet te over winnen.
Overigens heb ik me het meest vermaakt
met Scarlet Woman, A Remark you made
en Black Market.
Het stoffelijk overschot van Charlotte Kohler zal
aanstaande donderdag om twee uur worden gecre
meerd in Westerveld, Haar inspirerend leven zal voor
een ieder die haar artistieke gaven mocht ervaren nog
lang in herirjnering blijven.
K.v.L.
Voordat het zover is heeft Hedda bezoek
gekregen van Eilert Löcborg, een vroegere ter gemaakt heeft voor De Spaanse Bra-
grote liefde van haar. Lövborg heeft een
boek geschreven en is inmiddels gereed
met een manuscript dat nog veelbeloven-
der is. Na een drankgelag onder vrienden
verliest Lövborg zijn manuscript en het is
Tesman, die het vindt. Hij verzuimt het
onmiddellijk terug te geven en thuisgeko
men ontfermt Hedda zich over Lövborgs
Geesteskind. Jaloers omdat het manus
cript tot stand gekomen is door de hulp
van een jonge vrouw voor wie Lövborg
genegenheid heeft opgevat, verbrandt
Hedda de waardevolle papieren. Lövborg
vindt per ongeluk de dood door een pistool
dat Hedda hem gegeven heeft om zelf
moord mee te plegen.
Spaanse Brabander mooi maar saai
NIJMEGEN. De nieuwe enscenering
die Elise Hoomans bij toneelgroep Thea-
AMSTERDAM. Op 85-jarige leeftijd is zonda
gochtend de actrice Charlotte Kohier overleden. Zij
verbleef in de Boerhaavekliniek in Amsterdam. Char
lotte Kohier, die kleine tengere vrouw, zo groots in
haar voordrachten, is er niet meer. Zij trad al jaren
niet meer op, maar de herinneringen aan haar talloze
rollen, vooral aan haar solo-voordrachten, leven zo
sterk, dat haar afscheid van het toneel slechts een
fictie leek.
AMSTERDAM. De eerste solist van het Nationale
Ballet van Canada, Frank Augustyn, die zondagmiddag
en -avond als gast bij ons Nationale Ballet optrad, is
ongetwijfeld een mooie danser, maar de wijze waarop hij
’s avonds de pas de deux uit Le Corsaire danste kon mij
niet duidelijk maken waarom dit gastoptreden plaats
had. Zijn partner Maria Aradi danste de engeltjes uit de
vertolking, waarbij hij enkele moeilijke stunts maar net
op het randje haalde.
4T'