had veel van emotionaliteit i Merkwaardig podiumgedrag tijdens show in Amsterdams Concertgebouw Nina Simone zingt mooi maar wisselvallig t Poolse schrijver Miller overleden Zangeres Mary Ford overleden Litause jeugd musiceert met Respectabele Mahler bij Miinchner orkest St; Optreden van McPherson repetitie Weinig dramatische spanning in mooi ogende voorstelling ■r 4 9 Yoav Talmi leidt contrastrijke Haffner-symfonie Opening concertseizoen van Stichting Cat Jazz Lotte Goslar opende Mhne-maskers- marionetten in HOT OPMERKELIJK SPEL t ■BW 19 7 7 KUNST OKTOBER 3 MAANDAG met veel wel erg trage gedeelten. 77 D gr'* X' ,7 AMSTERDAM. Het toneelstuk De Meeuw van Anton Tsjechov is bijna gevaarlijk gemakkelijk aan te merken als een nogal melodrama tisch familiegebeuren. Er komt een jong meisje (Nina) in voor dat met haar kind door een oudere minnaar in de steek gelaten wordt en het I meisje mislukt eveneens als toneelspeelster. Dan is er nog de jonge vrouw Masja, wanhopig in haar onbeantwoorde liefde, die in de hoop de man van wie zij werkelijk houdt te kunnen vergeten maar met een ander trouwt. Onder regie van Ton Lutz heeft het Publiekstheater Tsjechovs stuk nu opgevoerd onder de titel ’n Meeuw (’n in plaats van het gebruikelijke lidwoord De) en alle melodramatische kanten erin zijn omgebogen tot reëel aanvaardbare gevoelens. Dat is een ver dienste binnen een opvoering die ik toch als een hele zit heb ervaren '"‘A (.A-' I I - steeds even boeiend 1 JOHAN VAN KEMPEN (Van onze kunstredactie) JOHN OOMKES blz wit voetje bij het (foto Lex van Rossen) JOHN OOMKES een >uwd Voor de Tweede Wereldoorlog was de dichter-schrijver een militante socialist. In de laatste jaren waren de betrekkin gen van Miller met de autoriteiten zodanig verbeterd, dat hij weer’ vrijelijk mocht publiceren. DEN HAAG (ANP). Lotte Goslar en haar Pantomime Circus hebben in het Haags ontmoetingstheater (HOT) de reeks voorstellingen onder de titel „mime-mas- kers-marionetten” vrijdag geopend met de avondvullende produktie „Clowns en andere dwazen”, die daarmee voor het eerst in ons land werd gepresenteerd. De belangstelling voor dit programma was zo groot, dat niet iedereen een goede zit plaats kon krijgen. De waardering uitte zich aan het slot in een minutenlang applaus. Het New Yorkse gezelschap, dat als pan tomime-circus al 23 jaar bestaat, gaat er nog steeds van uit, dat er tal van redenen en voorvallen zijn om plezier te maken, te hebben en te beleven. In komische stijl worden grappige toestanden uitgebeeld waarbij dansers en danseressen ook wel dicht bij akrobatiek komen. Uitvoerenden waren Lotte Goslar, die ook tekende voor de choreografieën en de kostuums, Donna Baldwin, Marianne Claire en Lelia Win grove, en Arturo Azito, Jose Mateo en Adrew Quilan-Krichels. De muziek van de negentien nummers werd op een paar wer ken na uitgevoerd door pianist Richard Mercier. ARCADIA. Na een langdurige long ontsteking is de bekende zangeres Mary Ford het afgelopen weekend op 53-jarige leeftijd in een ziekenhuis in Arcadia (Ca- lifornië) overleden. Zij vormde een suc cesvol duo met haar echtgenoot Les Paul, gitarist en gitaarbouwer. Les Paul en Mary Ford beantwoordden in de tweede helft van de jaren vijftig aan de smaak van het wat oudere publiek dat werd afgeschrikt door de wilde rock ’n roll uit die tijd. ■tr Ellen Vogel als de oudere actrice Irina Arkadin en Eric Schneider als haarvriend de schrijver Trigorin. (foto Kors van Bennekom) AMSTERDAM. Eunice Waymon ofte wel Nina Simone, mogen haar 44 jaren dan wel niet aan te zien zijn en de thans in Zwitserland woonachtige diva van de luistermuziek mag dan met haar vaste begeleider Al Schackman het ware levens geluk hebben gevonden; het blijft een zan geres die het ene moment mateloos boeit en het volgende ogenblik irriteert. Wat de reden is waarom zij kwaliteitsrijke mo menten zo sterk afwisselt met een zwakke presentatie en uitingen van onzekerheid, is niet bekend. HAARLEM. Oktober jazzmaand. Al sinds ettelijke jaren is de tiende maand van het jaar gewijd aan de jazz. Heel Nederland staat dan bijkans bol van de concerten, jamsessions, lezingen en film voorstellingen. Gezien de sterk toenemen de belangstelling voor alle vormen van geïmproviseerde muziek een evenement dat zijn bestaansrecht niet meer hoeft te bewijzen. De Haarlemse Jazz Club en haar dochteronderneming Stichting Cat Jazz Haarlem, bieden deze maand een aardige concertagenda aan voor de jazzfans in de Haarlemse regio. Zondagmiddag beet de Charles McPherson/Nico Bunnink Unit het spits af. Het concert markeerde tevens de seizoenstart van Cat Jazz als ook het feit dat Cat Jazz-evenementen voortaan dit seizoen op de zondagmiddag plaats hebben. De belangstelling voor het gelegenheids- kwartet van de 38-jarige Amerikaanse altsaxofonist en ,,Bird”-adept McPherson en de drie jaar oudere Amsterdamse pia nist Nico Bunink was bepaald nog niet om over naar huis te schrijven. Allerlei oorza ken spelen daarbij een rol. Het vaste be- zoekersbestand van de jazzclub is kenne lijk nog niet gewend aan de zondagmid dag; dat valt te betreuren want een fami- lie-uitstapje behoort nu tot de mogelijkhe den. De toegang voor kinderen tot 16 jaar is immers gratis. Daarnaast blijkt uit de praktijk bij andere instellingen dat zon- dagmiddagconcerten vooral tijdens de echte wintermaanden aanslaan. Hoe het ook zij, de thuisblijvers hoeven zich niet de haren uit het hoofd te trekken van spijt dat zij toch niet de moeite hebben genomen zich uit de luie fauteuil te hijsen. Charles McPherson, Nico Bunink, bassist Bert Thompson en slagwerker Ray Apple ton hebben ieder afzonderlijk flink wat in hun mars, maar het kwartet is bepaald nog geen eenheid. De toevoeging Unit deed gistermiddag wat misplaatst aan, ook al Na de pauze wisselen zwakke en sterke momenten zoals al eerder opgemerkt elkaar sneller en veelvuldiger af. Na Rich Girl is het huilen geblazen met Ne me quitte pas, maar direct daarop volgt de climax van het concert. Met veel passie en verve brengt Nina solistisch I never cry en vervolgens Rod McKuen’s What do I be lieve in? Haar zang is dan even optimaal. Krachtig en gebroken tegelijk. Een versie van het Beatles-nummer. In my Life, ver sterkt daarna helaas weer de indruk van het hele concert: mooi, maar erg wissel vallig. sax en piano kan zorgen voor prachtige contrasten. Daarvoor is echter een goede voorbereiding nodig en bovendien zal Bu nink wat meer discipline moeten tonen. De manier waarop hij Thompson en in minde re mate Appleton af en toe de les zit te lezen, doet lichtelijk irritant aan. Helaas biedt de bijzonder zuiver blazende (su blieme toonvorming) McPherson daarte gen te weinig tegenwicht. Zijn excuus na afloop: „Dat komt nog wel.” We helpen het hem hopen. zijn samenwerking met het NPO heeft nagelaten, bleek ook met het orkest van München een goed contact te hebben. De tragiek, die bij Mahler doorgaans een zeer belangrijk onderdeel is van zijn com- positoristische zeggingskracht, ontbreekt vrijwel in deze Vierde Symfonie met sprookjesachtige atmosfeer, waarin de he melse vreugde bezongen wordt. Hoewel in deze uitvoering van de Müncheners onder Talmi’s leiding de vervoering niet tot in alle onderdelen doorklonk en de vele in deze partituur aanwezige verrassende per spectieven misschien niet voluit werden benut, werd desondanks een alleszins res pectabel resultaat bereikt, waarin de span ningen goed geproportioneerd bleven en de sfeerwisselingen toch ook vaak met artistieke durf werden belicht. De soliste in het laatste deel van deze symfonie van delicate stemmingen, was de Japanse sopraan Mitsuki Shirai, die met krachtige, welluidende stem en goed be grip voor haar partij het „himmlische Le- ben” bezong. Mahlers genoteerde waar schuwing om de soliste „ausserst discret” te begeleiden, wed door Talmi naar beho ren opgevolgd, zodat de zangeres alle kan sen kreeg om te tonen wat zij waard was. «MMH» ■MM (leu- JO 1 het en ver- sche voor lijk n HAARLEM. Het strijkorkest van de Ciurlionisschool voor Kunstopleiding uit Vilnius in de Sovjet-republiek Litauen is zeker geen ensemble van gedisciplineerde automaten, iets wat je onwillekeurig zou verwachten van een groep scholieren uit het Oostblok. In het Haarlemse Concert gebouw getuigden zij zondagochtend on der leiding van Saulius Sondezkis van een spontane muzikale geestdrift, waarbij zij zich qua niveau beslist konden meten met een behoorlijk beroepsorkest. Gezien de strenge methodieken die wor den gehanteerd op de school, waar de kunst (niet alleen muziek, maar ook beel dende kunst en ballet) centraal staat in de opleiding, mag er ook wel wat worden verwacht. Tenslotte zijn wij hier van het Haarlems Jeugd Orkest waarvan de leden uitsluitend in hun vrije tijd hun muzikale vorming opdoen het een en ander gewend. Uiteraard is een en ander mede afhanke lijk van degene die voor het orkest staat. Voor het Litause ensemble bleek dat een man te zijn die zijn vak kent en niets aan het toeval over laat. Karakteristiek voor dirigent en orkest was de emotionele, romantische manier van musiceren, zoals al dadelijk bleek uit de Pavane en Chaconne van Purcell, die nog slechts in de verte aan barokmuziek deed denken. Kennelijk hield men zich hier nog in bedwang, want in de Serenade voor strijkorkest opus 48 van Tsjaikovsky sloegen de vlammen er werkelijk uit. Dat het nog erger kon bleek uit een bewerking van een Prelude en Allegro van Fritz Kreisler, waarbij de pianiste Egle Perku- maite solieerde. Zij gaf de vleugel er be hoorlijk van langs, overigens met respec tabel snelle vingers. Een technisch en muzikaal veeleisend werk was de kamersymfonie opus 110 van Sjostakovitsj, waarin de troosteloosheid van de in 1945 gebombardeerde stad Dres den wordt uitgebeeld. Het orkest wist deze sfeer zeer treffend uit te beelden, wat gezien de gemiddelde leeftijd (15 jaar) van de spelers toch wel opmerkelijk kan wor den genoemd. Het orkest had ook een compositie van eigen bodem bij zich: de variaties over een Litaus volkslied van Kutavicius. Het be treffende volkslied werd door een vrou wenstem via de bandrecorder ten gehore gebracht, waarbij het orkest een atmos feer van statische klankvelden opbouwde en het thema geleidelijk overnam en ver werkte Het kwam op verrassende en intel ligent gevarieerde manier telkens naar vo ren, waarna het tenslotte weer via de bandrecorder in een vierstemmige koor- zetting nog eens in zijn geheel ten gehore werd gebracht. Het uiterste pianissimo waarin de strijkers namijmerden over de eerste acht noten van het thema vormde een bewijs op zich van de grote kundigheid van zowel orkest als dirigent. GEMMA COEBERGH i-w'- AMSTERDAM. De Münchner Phil- harmoniker kunnen bogen op een interes sant verleden van meer dan driekwart eeuw. Al spoedig na de oprichting in 1893 werd door dit symfonisch ensemble van de Beierse hoofdstad een opmerkelijke or- kestcultuur bereikt, waarvan figuren als Gustav Mahler en Richard Strauss veel vuldig geprofiteerd hebben. Mahler met name hield er verscheidene van zijn sym fonische scheppingen ten doop. En het was daarom voor dit orkest haast een logische consequentie om zich, vanuit die traditie denkend, in Amsterdam te laten horen met Mahlers vierde. kunnen houden. Zelfdiscipline moest tot luisteren dwingen naar wat zich op het toneel binnen een imposant maar niet steeds even practisch decor afspeelde. Mitsukis zang in de voor de pauze ver tolkte concert-aria’s van Mozart de nog wat ongerijpte KV 78 en de later geschre ven maar niet sterke ’’scena” KV 490 met zenuwslopende vioolsolo hadden nog niet veel licht op de capaciteiten van deze jeugdige zangeres kunnen werpen. Boven dien waren daarin enige momenten ge weest die vage twijfels opriepen omtrent het ’’goed zitten” van haar overigens hal- dere sopraanstem. Yoav Talmi, die in de interpretatie speci- aal uit schijnt te zijn op het aanbrengen van felle contrasten, vierde die neiging ook bot op de aan het begin van het concert gespeelde Haffner Symfonie van Mozart. Gechargeerdheid haast, was het kenmerk van deze uitvoering van de „Haffner”. Een virtuoze realisatie die wel kijk gaf op een prima orkestdiscipline bij de Müncher Philharmoniker en waarbij een hoog tem po en een opvallende vitaliteit het karakter van het spel bepaalden. Een Mozart overi gens die, hoewel met behoud van „stijl”, "Z2. overmatig op het uiterlijk effect gericht was. Zaterdagavond was de première van ’n Meeuw in de Stadsschouwburg en mis schien was ik er met te grote verwachtin gen naar toe gegaan. Het Publiekstheater heeft nu eenmaal een collectie talent in huis waarmee heel wat te bereiken valt. Maar de opvoering als zodanig heeft m’n aandacht niet de hele avond gevangen ’n Meeuw is een prachtig stuk. Om te lezen in elk geval. Hoe sterk en ook hoe suggestief de tekst is, heeft Onafhankelijk Toneel uit Rotterdam vorig seizoen bewe zen met een uiterst sobere en misschien juist daardoor zo gevoelige voorstelling van het stuk, dat door de auteur zelf een komedie werd genoemd. Het Publieksthe ater snijdt uit andere stof en presenteert met Lutz een veel realistischer opvoering. Waarschijnlijk interessant voor een bre der publiek dan die van het Onafhankelijk Toneel, maar voor mij minder boeiend. Tsjechov heeft de titel als symbool geko zen voor zijn stuk over mensen die gebukt onder hun eigen onmacht door het leven gaan. Gewonde mensen met zicht op hun onvolmaaktheden en op de betrekkelijk heid van alles in het leven. De schrijver creëert een realisme, waarbinnen gevoe lens voorzichtig en subtiel een eigen leven leiden. Het gedrag van de verschillende personen in ’n Meeuw geeft slechts een fractie bloot van hun werkelijke innerlijk bestaan, maar het suggereert veel meer. Dat is allemaal wel aanwezig in de voor stelling van het Publiekstheater. Het gezelschap in ’n Meeuw is van me- WARSCHAU (Reuter). De Poolse J dichter en schrijver Jan Nepomuc Miller is op 87-jarige leeftijd in Warschau over leden. Door zijn heftige openbare kritiek op het gebrek aan vrijheid van menings uiting, kwam Miller ten tijde van het i regime van partijleider Wladyslaw Go- i moelka in conflict met de overheid, die zijn boeken en bundels verbood. Dat was gisteravond in het Concertge bouw het geval, met Yoav Talmi aan de directielessenaar. Deze 34-jarige Israëli sche dirigent die thans in Nederland werk zaam is (in de eerste plaats als artistiek leider en chef-dirigent van het Gelders orkest) en die in het afgelopen seizoen ook in Haarlem positieve indrukken omtrent Volgende week zijn in het HOT in de serie „Mime-Maskers-Marionetten” ook twee wereldpremières te verwachten van de Zwitser Peter Wyssbrod en de Neder landse poppenspelers Henk en Ans Boer winkel. Ö'X' Tijdens het concert dat zij samen met Schackman zaterdagavond in het zeer goed bezette Amsterdamse Concertge bouw verzorgde, gaf zij echter verscheide ne malen in woorden en gedrag te kennen dat hij het was die haar weer zelfvertrou wen had gegeven. Haar vreemde gedrag laat zich dan verklaren vanuit het feit dat zij weinig op de planken staat. Haar zeldzame verschijning betekende in juli jongstleden nog een van de grootste attracties van het Northsea Festival. Sinds 1974 leefde Nina Simone immers in betrek kelijk grote afzondering. Maar de afgelo pen maanden gaven weer een opmerkelijk drukker bezette concertagenda te zien en ze lijkt dan ook te mikken op een come back. Nederland blijkt haar Nina had in 1968 een gigantische hit met Ain’t got no, I got Life allerminst vergeten, sterker nog, ze blijkt nog steeds over een wit voetje bij het publiek te beschikken. Tijdens het tweede gedeelte van haar show zet ze, na te hebben verteld dat er gewerkt wordt aan een nieuw album, nota bene Rich Girl van Hall and Oates in. Een keus, waarvan ze de juistheid zelf betwij- A Nina Simone: publiek. lancholieke makelij. De lucht is zwanger van onbeantwoorde liefdes en andere mis lukkingen. Nina droomt ervan een even beroemd actrice te worden als Irina, maar ze zal het nooit halen. Irina is een beroemd actrice, maar de armoe van haar bestaan blijkt pas goed als haar jongere minnaar haar dreigt in te ruilen voor Nina. Irina’s zoon Kostja houdt van Nina, en hij wordt weer hartstochtelijk bemind door Masja. Dat het allemaal beslist niet banaal is, komt door de fijnzinnige pen van Tsje chov, die dit netwerk van gevoelens als bijna opbeurende tragiek heeft neerge- schrëven. Is een neergeschoten meeuw niet een prachtig symbool voor al het neer gehaalde geluk? Die meeuw wordt in het stuk bewaard als opgezette vogel. Als tast bare herinnering aan wat het geweest is: een majestueuze zwevende vogel, grillig in z’n duikvluchten. Tsjechov toont zich hier een groot dichter. De voorstelling van het Publiekstheater is mooi en wordt dikwijls heel aantrekke lijk gespeeld. Door Wim van der Grijn in de eerste plaats als Kostja. Van der Grijn barst van het ingehouden opgekropte ver driet en die innerlijke spanning laat hij schitterend zien. Petra Laseur is groots in haar eenvoud bij haar afstandelijke bena dering van Masja, wier gevoelens al volko men verteerd zijn. Eric Schneider is Irina’s vriend Trigorin (tevens de minnaar van Nina), een middelmatig maar succesvol schrijver. Schneider speelt die rol binnen een pantser van uitgeschakelde gevoelens, maar licht even het vizier in de korte scène met Nina. Ellen Vogel is een geraffineerde keuze voor de rol van de oudere actrice Irina Arkadina en zij geeft deze zelfzuchti ge egocentrische vrouw met groots venijn gestalte. Tegenover haar schrijvende zoon, die naar nieuwe vormen zoekt, kan zij alle registers opentrekken en haar afkeer van alles wat progressief is de vrije loop laten, Mooie rollen ook van Jan Retèl, Frans Vorstman (acteur bij Centrum, maar als gast in deze produktie „uitgeleend” staat er op het programmablad van Pu bliekstheater, alsof het niet om een mens maar om een ding gaat), Boswinkel, Hans Croiset en Ann Hasekamp. Josée Ruiter heeft een heel mooi moment als zij bijna aan het slot zegt hoeveel zij nog steeds van Trigorin houdt. Aanstaande zaterdag komt ’n Meeuw in de Stadsschouwburg in Haarlem. KO VAN LEEUWEN omdat men met name tijdens de tweede set nauwelijks gepoogd heeft te verdoezelen dat het kwartet pas voor de tweede maal in deze samenstelling op de planken stond. Vooral na een overigens prachtig geïmpro viseerd duet tussen Bunink en McPherson zakt het gebeuren steeds meer weg naar het niveau van een knullige try-out, verge lijkbaar met een oefenwedstrijdje op een bijveld. Dat is jammer, omdat Bunink en McPherson beiden gedurende langere of kortere tijd bij Charles Mingus in de leer -r zeker in staat moeten zijn om elk kwartet de vereiste dynamiek mee te ge ven. We moeten dan ook concluderen dat de repetitietijd te kort is geweest, zeker na de mening te hebben gehoord van McPher son, die „er zeker van is, dat de Unit na nog twee weken geramd zit”. Die uitspraak valt na het concert wél te onderschrijven. Vooral tijdens de eerste set lieten drie van de vier Bert Thompson is de benjamin van het gezelschap blijken „de roots” zeer goed te kennen, want een enkel num mertje van Charlie „Bird” Parker en Cahns I should care komen warempel al goed uit de verf. De samenstelling van deze Unit vormt op zich wel een garantie voor opgepepte classics uit de bebop, de era van Parker, Coltrane en Monk. De combinatie van alt- ,A. "?..J WA' '-'j Publiekstheater niet in Tsjechovs Meeuw £7' V, - Ow feit, getuige het feit dat ze twee keer op houdt en vraagt of de mensen het wel mooi vinden. Het publiek vindt dat Nina heus wel een slippertje mag maken. „Nina, we love you”, is de niet ter zake doende reactie. Ik kan me dus levendig voorstellen dat er dan onder het publiek mensen zijn die kriegelig worden van haar maniertjes; de overdreven schik die Al en Nina af en toe hebben is een van de voorbeelden daar van. Feit blijft evenwel dat dit tweetal op voldoende kwaliteit kan bogen om het curieuze gedrag te kunnen billijken. Voor de pauze worden enkele songs, merendeels van een minder recente datum, met een grote zeggingskracht en veel inlevingsge- voel neergezet, waarbij multi-instrumenta- list Schackman toont over een behoorlijke gitaar- en xylofoon-techniek te be schikken. For the Sky, Golden Ring, de Leadbelly- blues Silver City bound, het trieste One Single Woman en het ritmische Silay-Wo- ‘man, tonen de vele musikale invloeden uit de zwarte muziek (gospel, blues, jazz, etce tera) op het repertoire van Simone. Ook Cottoneyed Joe en Mississipi Goddamned krijgen aardige reacties. J;*?* .-A. -- it t- - •i k

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1977 | | pagina 9